Vanavond rij ik een trainingsrondje naar De Woude. Ik moet proberen mijn hartslag wat hoger te krijgen en ook te houden. Dat is voor mij moeilijk tijdens toerritten, bij wedstrijden gaat dat veel makkelijker. Wil ik hoge hartslagfrequenties voldoende lang volhouden om een tijdrit van 41 kilometer met een snelheid van 47 km/u af te leggen, dan moet er nog wel wat getraind worden.
Direct na vertrek, de wind is heel zwak maar wel noordelijk, gaat de gaskraan open en al vlot zit ik tegen de 50 km/u. Bij het station in Uitgeest, ik rij dan al een kilometer zonder trappen uit, negeren twee oude dames de haaientanden en rijden voor me de voorrangsweg op. Ik moet stoppen en mopper wat tegen de dames. De oudste voegt me toe 'je moet wat rustiger rijden'. Ik heb nog tijd om de dames duidelijk te maken dat er regels zijn die ook voor hen gelden. Is aan dovemans oren gericht.
Voorbij Uitgeest is de flauwe helling naar beneden na een duiker een mooi lanceerplatform om snel een hoge snelheid te bereiken. Met hartslag 149 staat de snelheidsmeter stil op 52 km/u en dat blijft zo tot aan Krommenie. Da's best een mooie waarde. In Krommenie staan de lichten op groen en zelfs bij de spoorwegovergang kan ik doorrijden. Alleen bij de afslag naar links richting De Woude moet ik even wachten voor de verkeerslichten. Ik zie dat er een heel snelle tijd naar De Woude in zit. Was de snelste rit tot nu toe 33 minuten, daar is nu flink wat van af te knabbelen. Daarom rij ik langs het industrieterrein al weer boven de 40. Het laatste stuk is wel een mooi fietspad, maar de zwakke wind heb ik nu tegen. Met 47 km/u vind ik het welletjes en zie bij de afslag naar de pont bij De Woude een tijd van maar 30 minuten en 33 seconden op het klokje staan. Gemiddeld 39,5 km/u is een uitstekende tijd.