Vanmiddag is het lekker fietsweer. Een graad of 3, een zonnetje en een windje 3-4 Bft uit het westen.
De rit gaat langs bekende paden naar Volendam. Met de wind in de rug rijdt het heerlijk licht en Volendam komt na drie kwartier al in zicht. Op de dijk is het al druk en is het laveren tussen de wandelaars. Bij hotel Spaander loop ik naar binnen om mijn lege waterzak te vullen. Binnen vraag ik of ik mijn zak met een litertje water mag vullen. Dat mag ik niet, mevrouw wil het zelf doen. Ze houdt de zak onder een bierpomp en langzaam loopt de zak vol. 'Maarre... mevrouw, is het wel water?' Ze moet lachen en begrijpt mijn vraag. Het is inderdaad water.
Via Edam volg ik de IJsselmeer dijk tot aan Warder. Het valt me op dat er nog veel ijs op het IJsselmeer ligt. Ook aan de voet van de dijk ligt nog veel ijs en sneeuw. Ik maak een aardig fotootje van een flink aantal kuifeendjes. Het lijkt wel Antarctica zegt mijn vrouw.
In Warder verlaat ik de IJsselmeer dijk en rij naar Oosthuizen. Terwijl ik op de brug sta komt van rechts Ben van den Boogaard met zijn Alleweder aan rijden. We wisselen een paar woorden en Ben gaat richting Purmerend.
Via Schermerhorn en Driehuizen is de rit na 65 km ten einde.