Vrijdag 3 juli
Vrijdagmorgen om half acht rij ik met de Quest op de Foldycar naar Tilburg om CycleVision 2009 mee te maken. Ik heb me voor diverse wedstrijden opgegeven, maar weet op voorhand dat ik niet aan alles zal kunnen meedoen. De rechterkuit heeft wel een stevige fysiotherapeutische oppepper gehad, maar ik vrees dat het niet afdoende zal zijn.
Om even na half tien rij ik de parkeerplaats aan de Bijsterveldenweg op. Marian van Hattem is donderdag al met de camper naar Tilburg gereden en ontvangt me hartelijk. Zij zal het hele verdere weekend als een moederkloek over ons waken en ons voorzien van eten, drinken en een slaapplaats. Comfortabeler kan het niet.
We maken kennis met Daniel Fenn, een jonge Duitser die de nieuwe Go-One Evolution bij zich heeft. Daniel fietst nog maar een half jaar op een ligfiets, maar hij oogt heel atletisch en sterk. De nieuwe Go-One is enkele nadelen van de oude kwijt, maar dat de ketting en derailleur nog geheel aan de elementen zijn bloot gesteld is bepaald een gemis. Wel is de stroomlijn er flink op vooruit gegaan. Er zitten veel ontwerp details in die ook in de Quest zitten. Besturing, veerpoten, remmen, wielkasten, ze zijn zo van de Quest 'geleend'.
De eerste race is een race van 20 km langs de boorden van het Wilhelminakanaal. Enkele deelnemers zijn zeer ongelukkig met het slechte wegdek en soms gevaarlijke passages. Helaas kan ik de route niet verkennen en behalve een klein stuk van de route die ik gebruik om naar de startplaats te komen, is alles nieuw voor me.
Bij de start is de gebruikelijke gecontroleerde chaos present, helaas ook met veel vertraging. Daar kan de organisatie niks aan doen, de bruggen over het kanaal gaan gewoon open en dan kun je geen deelnemers starten. Op het parcours rijden veel inwoners van Tilburg en zelfs een Canta neemt het hele fietspad in beslag. Na de start geef ik flink gas, maar moet helaas al snel vrijwel tot stilstand komen omdat enkele bejaarden het fietspad in alle rust over kuieren. Het wegdek is inderdaad van goed tot extreem slecht. Sommige bochten zijn heel gevaarlijk, er ligt soms zelfs een vluchtheuvel in waardoor er maar heel weinig ruimte blijft voor een veilige passage. Op andere stukken kan ik tot 58 km/u rijden. Gelukkig staan er op alle kruisingen en gevaarlijke passages vrijwilligers die de deelnemers de goede richting wijzen. Helaas worden enkele deelnemers het slachtoffer van grapjassen die doen alsof ze bij de organisatie horen en deelnemers de verkeerde richting op sturen.
Ik heb een mooi punt om me op te richten, Kees van de Wetering start twee minuten voor me en ik probeer hem uiteraard in te halen. Op tweederde van de wedstrijd heb ik hem te pakken en tot mijn verrassing slaat ie linksaf waar ie rechtsaf moet. Dat kost natuurlijk minuten. Met een gemiddelde snelheid van 42,2 km/u wordt ik 24 ste van 111 deelnemers. De kuit heeft geen problemen gegeven, heerlijk.
Overdag is een hele delegatie fietsers uit Noord-Holland onderweg naar Tilburg. Dat is een heel pittige fietstocht en ze komen pas rond half acht aan. Marian heeft uitstekende macaroni gemaakt, vooraf gegaan door een pittige bouillon om het uitgedampte zout weer aan te vullen.
In de middag doe ik mee aan de voorronden van het criterium. Dit blijkt op een soort grote kartbaan te worden gehouden. De tweewielers kunnen hier veel harder rijden dan een Quest. Ik moet dan ook steeds remmen en weer optrekken, een desastreuze mishandeling van mijn rechterkuit. Al na een kwartier schiet de kramp erin en is het einde wedstrijd.
Om half negen is mijn lezing gepland over mijn bandenproeven, het maken van een eenvoudig laserwaterpas instrument en de ontwikkeling van een velomobiel band. Precies op het moment dat ik zal starten begint buiten de prijsuitreiking. Drie kwartier later hou ik mijn lezing alsnog. De zaal zit helemaal vol en de presentatie loopt goed.
Zaterdag 4 juli
Yvonne van der Stok is gisteren, samen met haar border colly mee naar Tilburg gereden. Vanmorgen om zes uur vertrekt ze alweer naar Burgerbrug om weer een kleine 200 km te rijden. Onderweg is ze nogal verhit geraakt en met hond en al in een kanaal gedoken.
Na een prima nachtrust in de camper rij ik de sprint van 200 meter met vliegende start. Ik heb zoiets nog nooit gedaan en dus steek ik mijn licht op bij een paar oude rotten. Er is maar één parool, vanaf de start voluit tot het eind. De aanloop is echter maar 600 meter, inclusief snelheidsbeperkende bocht. Het parcours waarop echt snelheid gemaakt moet worden is dan ook te kort. Op de finish staat mijn maximaal teller op maar 59 km/u, uiterst teleurstellend. Ik bekijk het parcours nog eens en zie dat de aanloop licht omhoog loopt. De korte aanloop, de bocht en het oplopende traject maken dat de snelheid tegenvalt, niet alleen bij mij trouwens.
Een aantal deelnemers krijgt de gelegenheid om een langere aanloop te maken. Ik wil dat ook wel, maar mag dat niet. Ik verzoek het startcomité indringend dit ook mij toe te staan. Ik leg ze uit dat als dat niet wordt gehonoreerd, dit wel een spijkerharde vervalsing van de resultaten oplevert. Nadat nog enkele Questrijders zich melden voor de langere aanloop, wordt het uiteindelijk toch toegestaan.
De tweede rit gaat duidelijk beter, op het eerste startpunt rij ik nu al 30 km/u. Bij de bocht moet ik inhouden tot 45 km/u maar daarna kan ik voluit sprinten. Dat gaat wederom loodzwaar, maar op het 0-punt rij ik ruim 59 km/u en op de finish staat mijn maximaal teller op 61 km. Gemiddeld wordt het over de 200 meter 59,8 km/u. Dit levert een 22 ste plaats van 113 deelnemers op. Ik ben sneller dan de huidige wereld uur recordhouder ongestroomlijnd Aurélien Bonneteau. De nieuwe wereldkampioen Niels van der Wal wordt 17e en rijdt 0,6 km/u sneller. Al met al een prima prestatie voor deze bijna 62-jarige oude baas :).
Op een andere locatie, nu de Reeshof, geef ik mijn tweede lezing. Het is flink zoeken waar het lezingen zaaltje zich bevindt. Er zijn nu maar 15 toehoorders. Ik denk, en met mij Maarten Sneep, dat het geven gedurende de daguren van lezingen niet zo zinvol is.
's Middags kijken we naar de 1-uurs race. Ik zou deze race meerijden, maar nadat het parcours door een onwillige ondernemer moet worden ingekort, zie ik er van af. Er ontstaan voor de Quest teveel korte stukken waardoor te vaak moet worden opgetrokken en weer afgeremd.
De race is schitterend om te zien. Onze Duitse vriend met de Go-One gaat als een beest te keer. Af en toe slaat ie bijna om en de achterwiel slips zijn huiveringwekkend. Hij blijft echter overeind en boekt een prima resultaat door 14de te worden. Gedurende een half uur strijdt hij met Theo van Andel in de Quest. Zo bonkig als Daniel door de bocht gaat, zo soepel en glad doet Theo dit.
Wij zijn getuige van enkele spectaculaire crashes. Christian Bar. v. Ascheberg gaat onderuit en schuift tientallen meters over het asfalt. Zijn stroomlijn is ernstig beschadigd, hijzelf heeft slecht een paar sneetjes in zijn bovenbeen. Na de wedstrijd helpen Jan, Nico en Matthijs hem met het uit zijn vernielde stroomlijn peuteren van zijn Zox20 fiets.
's Avonds meldt zich een mevrouw van organisatie en zegt dat zij ons zwart kamperen onfatsoenlijk vindt. Wij hebben namelijk een flinke tent, met toestemming van de aangrenzende school, op het grasveld naast het parkeerterrein neergezet. Ik zeg tegen de mevrouw dat ik 120 euro kampeerkosten voor 8 mensen heb overgemaakt aan de NVHPV. Ik nodig haar uit dit bij Jan Limburg te verifiëren. Wijzend naar een stel andere kampeerders die op hetzelfde grasveld staan en niks hebben betaald, verdwijnt ze mokkend weer op haar damesfiets. Overigens blijkt dat twee van de acht fietsers zelf ook al aan de vereniging hebben betaald. Dan is 120 euro voor enkele keren douchen en gebruik van de WC wel heel royaal betaald.
Onze Duitse Go-One vriend meldt zich met honger bij de camper. Er is nog voldoende over en hij eet zijn buik rond.
Zondag 5 juli
Het is bloedheet en drukkend weer. Er is vrijwel geen wind en onder deze omstandigheden is racen een 'hell of a job'. Jullie raden het al, Wim is vandaag toeschouwer. Het wordt een zogenaamde Le Mans start, de fietsen aan één kant van de baan, de renners aan de overkant. Het vertrek is natuurlijk totale chaos met veel geschreeuw. Uiteindelijk is iedereen onderweg voor wat uiteindelijk een ware slijtage slag zal worden. Met Jan, Nico en Matthijs, de laatste twee vormen samen de Twisker Ligfietsclub, vermaken we ons uitstekend langs de baan. Kees van Hattem is naar zijn moeder in Oirschot en zal later op het keerpunt zien hoe Ymte Sijbrandy met de nieuwe Strada een salto mortale onderneemt. Thomas van Schaik is met 40 km/u op een paal geknald en moet met een uiterst pijnlijke achillespees opgeven. Gerard Arends, de rekenmeester van de organisatie, vraagt of ik de precieze lengte van de baan wil opnemen. Ik maak een rondje over het circuit terwijl de renners mij inhalen. Ik haal met maar 35 km/u zelfs een dikke Italiaan in een gedeeltelijke stroomlijn in. Die man moet eerst maar eens 30 kg afvallen. De baan blijkt 3,81 km lang. Mijn Quest zet ik aan de kant van de baan en volg de wedstrijd weer. Even later komt Guus van Schoot binnen met een kapot gereden voorband. 'Wim, heb jij een voorband voor me?'. 'Nee, ik heb geen reserve, maar je mag mijn voorband wel van mijn Quest halen'. Een seconde later wordt mijn Quest een tikkie ruw in de berm op zijn zij gesmeten en van de Avocet ontdaan.
Na drie uur begint het voor veel deelnemers te veel te worden. Eén velomobilist rijdt pardoes in de greppel naast de baan. Met man en macht wordt ie uit de sloot getild en kan gelukkig zijn race vervolgen.
Na twee heerlijke ijsjes en een biertje is de vier-uurs wedstrijd voorbij. Boven het wedstrijd terrein trekt de lucht dicht en het begint te waaien en te regenen. Het blijft evenwel beperkt en na een snelle prijsuitreiking, hulde hiervoor aan het wedstrijdcomité, rij ik op een van Matthijs geleende Perfect Moiree voorband naar de camping. Even later komt Guus de Avocet terugbrengen. Ondanks het vele raggen en op twee wielen rijden, blijkt de Avocet dit ongeschonden te hebben doorstaan. Na weer een uitstekende door Marian bereide zuurkoolschotel, rij ik met een prachtig ondergaande zon naar De Woude.
Al met al heb ik en met mij de hele Noord-Hollandse delegatie, een prachtig weekend gehad. Betekent dit dat de locatie zo goed was?
Nou nee. Dit is helaas naar mijn mening de slechtste plek geweest om een CycleVision te organiseren. Hoewel ik er begrip voor heb dat de organisatie kon meeliften op evenementen van de gemeente Tilburg, zijn er wel heel veel bezwaren en beperkingen geweest. Het evenement is versnipperd over veel te veel locaties die veelal moeilijk te vinden waren. De afhankelijkheid van stratencircuits leverde onverwacht bijzondere hinder op. Ondernemers besluiten geen rekening te willen houden met de wedstrijden waardoor de baan moet worden ingekort. Ook fysieke beperkingen tijdens de kanaalrace en de 4-uurs race leverden moeilijkheden op. Dat er geen ernstige ongelukken zijn gebeurd is meer geluk dan wijsheid. Zouden die wel gebeurd zijn, dan zou het hoofdstuk aansprakelijkheid wel eens in het nadeel van de organisatie kunnen hebben uitgepakt. Het aantal toeschouwers zal lager zijn geweest dan voorheen. Zeker tijdens de wedstrijden waren er behalve de renners en hun aanhang nauwelijks toeschouwers.
Tenslotte wil ik er voor pleiten om de verschillende activiteiten beter op elkaar af te stemmen. Als ik op vrijdagavond om half negen mijn lezing over banden wil beginnen, wordt op precies datzelfde moment de prijsuitreiking van die dag afgewerkt.
Van veel deelnemers beluister ik dat Sloten en nog liever de RDW baan in Lelystad, hun grote voorkeur verdient. Met de prima financiële positie van de NVHPV moet dit toch wel mogelijk zijn?
Hulde aan de wedstrijdorganisatie die met vele vrijwilligers en heel moeilijke omstandigheden toch een prachtig evenement hebben neergezet.
Tenslotte wil ik nogmaals Marian van Hattem bedanken voor de eindeloze gastvrijheid en verzorging.