Vanmorgen om 8 uur zit ik de fiets om met Kees, Juf Katje en Sebastiaan koffie te gaan drinken bij Cees Roozendaal in Hypolytushoef. Het is 2 gr. C en de mist is zo dicht dat ik de overkant van de Markervaart niet kan zien.
Mijn nieuwe Botter schermpje doet het nu een stuk minder en wordt drijfnat, zowel aan de binnenkant als de buitenkant. Er valt vrijwel niks meer door te zien. Niet zo verwonderlijk, alles beslaat en enigermate droge lucht om het schermpje te ontwasemen is er domweg niet. De beide spiegels druipen ook van het water en laten elke halve minuut een grote druppel vallen.
In Heerhugowaard blijkt ook Jan Geel aanwezig te zijn.
Na de koffie rijden we de mist in. Juf Katje heeft al snel moeite met het tempo. Bij 29 km per uur is zij aan haar tax. Zij zegt een hartslag te hebben van ruim in de 150. Mijn hartslag is dan 89, Juf Katje is vandaag niet in goede doen. Wel rijdt zij met de Mango van Kees terwijl de mannen allemaal in een Quest rijden. Van de vijf heren hebben er drie een Mango gehad en zijn natuurlijk niet voor niks in de Quest gaan rijden.
Bij het begin van de West-Friese Zeedijk rij ik links voor lek. Na vijf minuten sluit ik weer aan. Het landschap is nu ietwat spookachtig, de dijkweg is wel goed te zien, de dieper liggende polder nauwelijks.
Soms weet de zon even zijn gezicht te laten zien, om even later weer in de mist te verdwijnen. Juf Katje houdt het voor gezien en gaat terug naar Heerhugowaard. Daarna loopt het tempo op naar 34 tot 36 per uur. Voor Kees mag het iets rustiger, maar hij komt dapper mee. Ik heb de indruk dat wij een beetje zigzaggend noordwaarts rijden, we willen niet te vroeg op Wieringen zijn.
Om elf uur zijn wij bij Cees Roozendaal thuis. We worden gastvrij onthaald door Cees en Anita, de beide kinderen, de oudste zoon ligt nog te maffen, en de Labrador retriever. We laten ons de monsterlijk grote Wieringer Jodenkoeken uitstekend smakend, het pakje brood kan nog in de tas blijven.
Cees rijdt een stuk met ons mee via Den Oever. Bij de zeedijk vlak voor Den Oever brandt de zon een gat in de wolken en dat levert een aardige foto op. Aan ons volgende ravitaillering adres, Pé Koomen en Tiny in Middenmeer, heeft Kees al telefonisch de 'bestelling' opgegeven :). Pé en Tiny hebben thee, koffie en fris al in de aanslag en we praten .... over velomobielen. Ook de prima planner van de Fietsersbond komt ter sprake.
We stappen op en Cees Roozendaal gaat ons voor. Met lef rijdt hij langs een versperring wegens werkzaamheden om na 50 meter echt niet meer verder te kunnen. Bij de afslag naar Medemblik gaan Cees en Jan linksaf, wij rijden rechtdoor. In Heerhugowaard slaan Sebastiaan en Kees ook linksaf, ik rij alleen door naar De Woude. Al een tijdje zie ik dat mijn hartslag niet meer correspondeert met de daarbij normaal horende snelheden. Ik probeer met snel heen en weer te sturen te ontdekken op één van de voorbanden misschien weer lek is. Dit is niet het geval. Als mijn hartslag 120 slagen per minuut is en de snelheid nog steeds terugloopt richting 30 km/u is het voor mij wel duidelijk, de dikke slof om het achterwiel loopt leeg. Eenmaal uit de fiets blijkt dit direct, de Perfect Moiree is vrijwel leeg. Het is wel veilig dat de fiets zo lang uitstekend bestuurbaar blijft.
De Perfect Moiree gaat er met de hand redelijk makkelijk af, de Marathon Racer vouwband niet makkelijk erom. Ondanks het gebruik van montagevloeistof blijft de band hobbelen. Het is alleen maar een thuiskomer, dus ik laat het maar zo.
De mist is inmiddels weer dichter geworden en ik zie met moeite onze boerderij aan de overkant van het water.
Frisse rit met weinig zicht. Dinsdag, er staat een rondje IJsselmeer gepland, moet het echt beter weer zijn, anders denk ik niet dat ik ruim 300 km ga fietsen.
146 km