Zoals bekend ben ik uitgebreid aan het experimenteren met kettingwielen en kettingtandwielen. Doel is een stille Quest en een langdurige ongestoorde werking. Na de experimenten met de standaard gemonteerde 3,5 mm rubber O-ringen is gebleken dat deze ringen na 100 tot 300 kilometer door aantasting door de olie gaan uitzetten en snel daarna breken. De ketting loopt dan over de hardere kunststof van het kettingwiel en begint te ratelen. Met het hoofd in de wind en veel windgeruis om de oren valt het lawaai te verdragen. Heb je nog een standaard kettingbuis om de trekkende ketting, dan zit je sowieso in het lawaai en valt het geratel ook minder op.
Ik wil hier nogmaals duidelijk maken, het is mogelijk om in een geruisloze Quest te rijden. Meer dan het suizen van de banden en de wind boven 30 km/u hoef je echt niet te horen. Zoek je rust in de Quest dan monteer je een vizier op de rand van het instapgat. Dan wordt het inderdaad een stuk stiller in de Quest tot ….. de O-ring van het kettingwiel kapot gaat.
Na de standaard rubber O-ringen kwamen Dupont Viton O-ringen in beeld. Ook deze betere kwaliteit rubber ringen losten snel op door de olie.
Polycord, een neopreen waarvan ik veel verwachtte, blijkt een stuk langer mee te gaan, maar ergens tussen 1000 en 1500 kilometer is ook deze O-ring aan het eind van zijn latijn. Betekent voor de veelfietsers elke maand het vervangen van de O-ring. De meeste fietsers doen dat niet en blijven in het lawaai zitten. Recent heeft Velomobiel.nl enkele kettingwielen voorzien van een diepere groef. Hierin kunnen 6 mm dikke Polycord ringen worden gemonteerd. Deze zouden meerdere duizenden kilometers mee moeten gaan. Ervaringen hiermee later.
Het vervangen van een kettingwiel vind ik een vervelend klusje. Je moet er eerst aan denken vóór te schakelen naar het middenblad en achter op één van de kleinste bladen. Daarmee heeft de ketting weinig spanning. Het losschroeven van de beide inbusboutjes is niet zo'n probleem, het monteren wel. Als je armen van het formaat Ymte of Theo van Andel hebt is het goed te doen, maar die armen heb ik niet. Betekent dat ik het asje zo goed mogelijk positioneer en met een doek en een gewicht op zijn plaats hou. Dat gaat nogal eens mis en dan springt het asje met kettingwiel door de Quest.
Kan dat nou niet anders? Jazeker, dat kan.
Ik bedenk een constructie uit twee delen met daartussen een ingekort asje. Het belangrijkste onderdeel is een open klapbaar huis waarin het asje met kettingwiel wordt neergelegd en naar rechts in de rechter ashouder schuift. Zit het asje goed in het ronde lagerhuis aan de rechterkant, dan klap ik de ashouder dicht. Zou de as niet goed zitten, dan kan het scharnier niet dicht. Automatisch wordt de as hiermee in de juiste positie gefixeerd. Met één M5 inbusboutje wordt de as vastgeklemd. De constructie is erop berekend 750 kg trekkracht te kunnen weerstaan.
De beide helften worden éénmalig vastgeschroefd op dezelfde plaats als normaal. Wil ik een ander kettingwiel plaatsen, dan hoef ik binnen in de fiets maar één M5 inbusboutje los te draaien, het ashoudertje open te klappen en kan ik het kettingwiel verwisselen. Ik hoef niet meer omslachtig onder de fiets te klooien en mijn armen zijn nu niet meer te kort. De constructie voorziet erin dat het kettingwiel ongeveer 16 mm over het asje kan glijden. Het wieltje zoekt zo de optimale positie in de kettinglijn.
De nieuwe tweedelige constructie, het prototype is uit RVS en voorzien van zoveel mogelijk gaten om gewicht te besparen, weegt 76 gram. Het definitieve ontwerp wordt vervaardigd uit aluminium en weegt inclusief RVS asje 36 gram. Dat is maar 12 gram meer dan het originele asje van Velomobiel.nl
Het ashoudertje, een kunststukje in metaal, wordt volledig met een CNC gestuurde freesmachine vervaardigd.