Vandaag zijn Jan Reus en ik bezig om met wollen tuftdraadjes de luchtstroming rond de Quest te onderzoeken. We doen dit onder meer om informatie te verzamelen t.b.v. de ontwikkeling van een nieuwe racetop voor de Quest. Verschillende configuraties, met en zonder racekap, met en zonder mini vizier en met en zonder luchtgeleiding strippen aan de achterkant, zullen we beproeven.
Eerst bevestigen we een kleine 200 wollen draadjes van 13 cm lengte aan evenzoveel stukjes gele tape. Daar zijn we wel een paar uurtjes mee zoet. Pas om drie uur rijden we samen naar de Westdijk van de Schermer. De weg is daar breed en er is weinig verkeer. Het wegdek is glad zodat dit geen effect heeft op de draadjes. De wind heeft een kracht van 1 tot 2 Bft uit het noord-oosten.
We rijden steeds een snelheid tussen 36 en 40 km/u. Jan houdt een strakke koers aan de rechterkant van de weg aan.
Ik rij met mijn Quest met wisselende snelheid, camera in de rechterhand, het stuur in de linker hand, langs Jan. Dat is nog een aardig kunststukje. Vooral als ik opnamen van Jan's voorzijde wil maken, moet ik me al fietsend meer dan half omdraaien. Een complicatie daarbij is dat mijn uitgeademde lucht mijn bril doet beslaan. Maar ach, wie mooi wil zijn moet pijn lijden :).
Ik maak behalve foto's ook enkele videofilmpjes.
Eerst maar eens helemaal kaal, dus zonder minivizier en zonder racekap.
De tufts liggen voor aan de Quest prachtig aan. Ter hoogte van het instapgat, voorbij de grootste breedte van de fiets, wijzen de tufts wat naar beneden. De tufts op schouderhoogte achter fladderen aardig heen en weer. De draadjes op de voorrand van het instapgat verdwijnen in zijn geheel in het instapgat. De draadjes achteraan de fiets doen weinig tot niets.
De racekap, in dit geval een carbon toer/racekap, geeft vooraan hetzelfde beeld, keurig laminair. Naast het carbon deksel is de luchtstroom wat naar beneden gericht, een gevolg van de stuwing rond het vizier. Direct daarachter blijft het nog even rommelig. Meer achter aan de fiets wordt het weer regelmatiger. Over vizier, kap en hoed lopen de draadjes mooi parallel. Direct achter de hoed is de stroming totaal verstoord. De achterste tufts op de bovenkant van de hoed verdwijnen zelfs totaal in de hoed. Tot 20 cm daarachter op de tunnel is het ook niet pluis. Verder naar achter lijkt de verstoring te verdwijnen.
De stroming om de spiegelkapjes doet het goed. De onderste twee draadjes waaien gemiddeld mooi naar achter, de bovenste komt naar binnen. Dit wordt veroorzaakt doordat de spiegel in het kapje precies gelijk is aan de buitenkant van het kapje. De spiegel moet duidelijk binnen het kapje blijven voor een goede loslating en maximaal goede stroomlijn.
De draadjes aan de staart dwarrelen continue in het zog achter de staart. Met twee aan weerskanten geplakte 0,5 mm Lexan strippen wordt dat een stuk beter. Helaas hebben we later pas door dat één van de vijf tufts tussen de strip en de body vastgeklemd zit. Het effect is in ieder geval duidelijk positief. Wel zal dit nog sterk verbeteren door de strips te verlengen en op een punt te laten uitlopen.
Wat is er nu zo spectaculair? Volkomen onverwacht is dat het rijden met het minivizier. Van voor tot achter heeft het mini vizier een bijzonder opvallend gunstig effect. Vooraan is het zoals bij iedere configuratie prima in orde. Het mini vizier stuwt de lucht niet naar zijkant zoals bij de racekap. Fantastisch is het om te zien dat ook naast het instapgat en op de tunnel achter het hoofd de stroming er heel goed uitziet. Zelfs op de achterkant van de body blijven de tufts netjes aanliggen.
Jan's Quest krijgt vlak voor de eerste witte stormstrips opgeplakt. Dat ziet er heel wat fraaier uit dan de grijze bouwmarkt tochtstrips.
We hebben ons wat verdiept in vortex generators. Dit zijn kleine kunststof luchtgeleiders die op plaatsen met een slechte stroming een soms spectaculair effect hebben. Jan zal een mal maken om een aantal van deze onderdelen te gieten.