Vrijdag is de eerste helft van de body van de VeloTilt gelamineerd, zaterdag de tweede helft. Zoals eerder gezegd zal de body van de VeloTilt bijzonder sterk moeten worden. Bij een eventuele aanrijding willen we niet dat de fiets kan worden ingedeukt en de rijder ernstige verwondingen oploopt. Er zal dan ook uitsluitend met carbon of carbon/kevlar in combinatie met een schuimkern worden gewerkt.
De gekozen werkwijze is een dubbele laag carbonweefsel met daartussen een 3 mm CoreCell schuimkern. Het geheel zal handlay-up worden vervaardigd en met behulp van vacuüm zal alles worden samengeperst en de overtollige epoxy worden afgevoerd.
Jan Reus doet verslag van de werkzaamheden die hij samen met Jeroen Koeleman in de werkplaats in Enkhuizen uitvoert.
Alle materiaal dat de mal in gaat is op maat gemaakt zodat we zonder onderbreking door kunnen gaan.
Het maldeel staat nu in de loswas met daarover grondverf die is aangeschuurd voor goede hechting.
Een versterkingsstrook rond de opening van de VeloTilt uit 15 mm sandwichschuim is met de hete föhn pas gemaakt. De witte lijn op de flensrand is tackytape, hier plakken we later de vacuümzak op vast.
We beginnen met een 80-grams glasweefsel. Glasweefseldoek is plooibaar, neemt de epoxy goed op, voorkomt makkelijker luchtinsluitingen en is later goed te schuren.
Na het 80-grams glas weefsel gaat er 200-grams koolstofweefsel in met een stuk extra koolstof in de wielbak waar de twee aluminium staanders van het voorwiel komen. Dit om de zijdelingse krachten op te vangen.
Vervolgens gaat het 3 mm CoreCell sandwich schuim erin.
Voordat hier de tweede laag 200-grams koolstof op gaat, brengen we eerst de voorgevormde verstevigingsbalk aan.
Hier de tweede en laatste laag koolstof. Je kan de verstevigingsbalk goed zien. Die is overtrokken met de laatste laag koolstof.
Over het koolstofweefsel gaat een laag scheurweefsel. Dit weefsel geeft een licht ruw oppervlak zodat je niet hoeft te schuren als er straks panelen ingelijmd worden. Dit zijn onder meer het achterschot voor de stoel en de ophanging voor de achterwielen. Op het scheurweefsel komt een dun vel geperforeerd plastic. Bovenop dit vel plastic komt nu een viltdoek die de overtollige epoxyhars opneemt maar ook de lucht laat ontsnappen. Door de gaatjes komt de overtollige hars die dan door het viltdoek wordt geabsorbeerd. Alles wordt nu in de grote vacuümzak geschoven en op de vacuümpomp aangesloten. In dit geval is één afzuigpunt voldoende. Bij moeilijker vormen met scherpere vouwen zijn meer afzuignippels nodig.
Het laminaat staat nu onder druk door de vacuümpomp. Jeroen controleert nog even op mogelijke lekkage van de vacuümzak.
0,8 bar onderdruk. Als de eerste hoeveelheid lucht uit het laminaat en de zak is weggepompt moet de drukmeter op deze waarde blijven staan.
Hier zie je dat de overtollige epoxyhars wordt opgenomen door het vilt. Epoxyhars alleen geeft geen sterkte, wel overbodig gewicht. Het vacuüm verwijdert als alles goed is precies genoeg epoxy om de laminaten te doordrenken. Dit levert maximale sterkte bij minimaal gewicht op.
Maandag worden de twee delen van de body samengevoegd en verlijmd. Dan wordt de hele combinatie in de oven geplaatst en verhit tot rond 50 gr. C.
Vrijdag ga ik samen met Jeroen lossen en kunnen we hopenlijk de eerste body van de VeloTilt aanschouwen.