Terug naar onze geliefde velomobielen. Zoals gezegd, die maken vaak nogal wat lawaai. Dat geluid sluipt er geleidelijk in en door gewenning valt het de meesten niet eens meer op.
Wat maakt er lawaai in een velomobiel? Uiteraard banden en wind. Dat is door bredere banden en goede schokdemping behoorlijk te beperken. De aandrijving maakt in veel velomobielen nog meer herrie. Dit komt door drie oorzaken. Ten eerste de kettingbuis die standaard om de trekkende ketting zit en je kuiten beschermt tegen kettingsmeer. Ten tweede het kettingtandwiel en ten derde slijtage van de ketting en cassette.
1. Kettingbuis
De kettingbuis zwiept door de wisselende trekkrachten steeds heen en weer en is herriemaker nr. 1.
Vervang deze door een hoeklijn van aluminium of carbon op twee steuntjes, weg lawaai. De hoeklijn is net voor het kettingwiel te zien en loopt door tot vlak achter de grote tandwielen vóór.
2. Kettingtandwiel
Het kettingtandwiel zit bij veel velomobielen gefixeerd op het asje dat aan de onderkant van de tunnel is vastgezet. Dat is niet ideaal, de ketting verplaatst zich tijdens het schakelen op de verschillende tandwielen continue naar links en rechts. Het kettingtandwiel zou die bewegingen moeten kunnen volgen. De deelbare kettingtandwielashouder is de oplossing.
Als het kettingtandwiel mooi in het verlengde van de kettinglijn loopt moet er wel af en toe gecontroleerd worden of de O-ringen nog goed zijn. O-ringen zorgen ervoor dat de schakels, samen met de tanden die tussen de rolletjes lopen, een mooi stille werking hebben. Als het goed is zie je de indruk van de schakels in de O-ringen staan. Op de foto is dit mooi te zien.
3 Slijtage ketting en/of cassette
Als de ketting is versleten gaan de O-ringen na een paar honderd kilometer al kapot. Staal op staal slijt harder dan staal op rubber. Er ontstaat meer weerstand doordat de ketting tijdens het contact met het kettingwiel verschuift over de flanken van de tanden.
Meetinstrument
Tijdens de laatste trip naar de Spezi in Germersheim heb ik een meetgereedschapje voor het meten van de kettingslijtage aangeschaft. Kost een paar euro en is simpel te bedienen.
Haak het metertje met de rechterkant in een schakel. Duw met 0,75 naar beneden de linkerkant tussen een schakel. Als dat je lukt en het hele metertje gaat vlak op de ketting liggen, dan heb je in ieder geval 0,75% rek. Draai het instrumentje om en doe de meting nog een keer met met 1.0 naar beneden.
Zakt de meter opnieuw tot op de ketting, dan is de rek 1% of meer.
Er is sprake van forse slijtage van de ketting als deze 0,75% is uitgerekt. Bij 1% rek is niet alleen de ketting maar ook de cassette aan het eind van zijn latijn. Bij 0,75% rek kun je nog volstaan met alleen het vervangen van de ketting.
Ik heb met deze Quest nu 58.000 km gereden en dus is het weer eens tijd om de slijtage van de ketting te meten. Eerder deed ik de meting met een schuifmaat, ditmaal met het speciale gereedschapje. Zoals op de foto te zien is zakt het metertje niet omlaag tussen de schakels. Een goed teken want dit bewijst dat de ketting nog geen 0,75% rek heeft.
Al met al een prima resultaat, met dank aan goede (Risse) schokdemping die onnodig grote uitslagen van het wiel en de ketting beperkt, het schuifbare kettingtandwiel en om de 4000 tot 5000 km vernieuwen van de O-ringen.