Vanmiddag een uurtje eerder van mijn werk vertrokken om voor de dodenherdenking nog een paar uurtjes te kunnen fietsen. Ik ga op weg om mijn standaard trainingsrondje van 42 km te maken. Het zal anders uitpakken.
Al direct na vertrek hoor ik iets aanlopen bij het achterwiel. Ik stop om te kijken of er iets tegen de wielkast drukt. Ik kan niks vinden en stap weer in. Net buiten Castricum wordt het geluid steeds sterker naarmate ik harder rij. Ik stop weer en leg de Quest op zijn zij om te kijken of ik iets kan zien. Ik zie niks en orden de inventaris wat beter rond de stoel. Het geluid blijft, hoogst irritant. Vlak voor Uitgeest haal ik de hele klimbim uit de Quest. Met een geheel lege fiets, ik laat de gehele inventaris op goed geluk maar even in het gras liggen, ga ik voor een test op weg. Het geluid blijft. Ik rij nog even door richting Krommenie, maar de ergernis wordt steeds groter. Terug naar huis is het devies.
Het aanlopen heeft overigens geen echte weerstand tot gevolg. Op de terugweg van Uitgeest naar Castricum rij ik continu 42 km/u met een hartslag van precies 122. De wind is iets achterlijker dan dwars en niet krachtig. Ik ervaar de hogere temperatuur als heerlijk en voel dat het fietsen erg gemakkelijk gaat.
Thuis zet ik de Quest op een emmer zodat het achterwiel los van de grond komt en stap in om te kijken of het geluid er nog is. Nee, er is geen geluid meer.
Wat is er tussen zondag en vandaag gebeurd? Eigenlijk niks, behalve.... een 15 graden hogere temperatuur. Het zal toch niet simpel met het uitzetten van een kunststof afscherming te maken hebben? Nou... ja. Ik trek de met klittenband vastgezette afscherming van de ketting en derailleur gedeeltelijk los en ga weer een stukje fietsen. En.. ja, het is nu vrijwel stil.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten