Vanmiddag krijg ik van de hondenshop.nl een ventilator geleverd op batterijen. Idee is om tijdens de tijdrit zaterdag op Texel voor extra koeling te zorgen als ik met de racekap rij. Goed idee misschien, maar de ventilator, hoewel ie het prima doet, is domweg te groot om hem ergens effectief kwijt te kunnen. Ik mag hem terug sturen en dat zal ik dan ook maar doen. Gelukkig is het zaterdag maar 19 graden C. en volledig bewolkt, dus mogelijk kan de kap toch dienst doen.
Door de verandering van 20" naar 26" achterwiel is de bagagecapaciteit van de Quest veranderd. Er is duidelijk minder ruimte naast en achter het achterwiel. Wel is er meer ruimte onder de stoel. Om te kijken of de spullen voor een langere fietstocht, in dit geval naar Giessen in Duitsland, een plek kunnen vinden, probeer ik mijn slaapzak en Thermorest mat in de Quest te stoppen. Dat gaat gelukkig uitstekend aan de linkerzijde van het grote achterwiel. De resterende spullen zullen in platte zakken achter en naast het achterwiel een plaats moeten vinden. Onder de stoel kunnen de zaken worden opgeborgen die tijdens de trip direct nodig zijn. Ik overweeg een tweetal PET flessen aan de voorzijde van de beide voorwielen te maken, een prima idee van Wilfred van Norel. In die flessen kunnen bijv. het gereedschap en reserve - vouw - banden een plek vinden.
Ook probeer ik de schuimkap onder de voorkant van de Quest te frommelen. Dat gaat niet goed. Steeds raak ik met mijn fietsschoenen de kap. Mogelijk dat ik met een glasfiber stokje eea toch voor elkaar krijg. Nog maar eens een poging wagen omdat de kap onder de stoel wel een plekje kan vinden, maar handig is dit tijdens een langere trip niet.
donderdag 31 augustus 2006
woensdag 30 augustus 2006
66 km per uur
Vanmiddag een trainingsrondje gemaakt. Windkracht 4 Bft uit het Noordwesten, licht bewolkt en.... gelukkig een keer droog. Ik smeer me niet in tegen de zon, de kap zit erop en ik heb een comfortabele zonneklep op. De zonnebrandcreme is prima spul, maar bij zware inspanningen zweet ik meer dan me lief is.
Van Castricum tot Uitgeest, de wind komt achterlijk in, fiets ik continue 52 km per uur. Hartslag 146. Dit is best lang vol te houden. Al een kilometer voor het station Uitgeest stop ik met trappen, de Quest holt met zo'n hoge snelheid door dat ik zelfs nog moet remmen.
Het snelle fietspad naar Krommenie nodigt uit tot nog hogere snelheden. Met het 55-tands tandwiel voor zal de trapfrequentie minder hoog zijn. Maar eens kijken hoe ver ik kom. Nou, dat valt niet tegen. Vrijwel de hele weg naar Krommenie rij ik 56 km/u, hartslag 150. Langzaam versnel ik tot maximaal en dat wordt ... 66 km per uur. Zo hard heb ik op de vlakke weg nog nooit gereden. Hartslag 163, een voor mij hoge waarde die ik vorig jaar tijdens de tijdrit op Texel ook nu en dan noteerde. In racetrim, zonder spiegels, zonder toerinventaris en met racekap zou het allemaal nog sneller moeten kunnen, maar ik vind dit heel prima.
Ik maak mijn rondje via De Woude, pont Akersloot en het strand bij Bakkum aan Zee af. Steeds versnel ik op de rechte stukken tot hartslag 150 en lees de daarbij corresponderende snelheden af. Met de harde wind bijna op de kop, is het moeilijk om lang 50 km/u te rijden. Tijdens trainingsritten kan ik me sowieso niet motiveren om lang 'pijn te lijden'. Tijdens wedstrijden lukt dit wel behoorlijk.
Op de helling omhoog naar het viaduct over de spoorlijn Castricum - Heiloo, rijdt een skater voor me. Plotseling gaat ie van rechts helemaal links op het fietspad rijden. Ik vrees dat ie weer terug naar rechts gaat en ik toeter maar eens. De man schrikt zich rot en rijdt direct de berm in. Daar gaat het skaten natuurlijk niet meer en hij moet zijn snelheid omzetten in hardlopen. Het is een potsierlijk gezicht en de man kijkt zeer verschrikt om. Ik kan er ook niks aan doen en passeer de man maar vlot.
41 km
Van Castricum tot Uitgeest, de wind komt achterlijk in, fiets ik continue 52 km per uur. Hartslag 146. Dit is best lang vol te houden. Al een kilometer voor het station Uitgeest stop ik met trappen, de Quest holt met zo'n hoge snelheid door dat ik zelfs nog moet remmen.
Het snelle fietspad naar Krommenie nodigt uit tot nog hogere snelheden. Met het 55-tands tandwiel voor zal de trapfrequentie minder hoog zijn. Maar eens kijken hoe ver ik kom. Nou, dat valt niet tegen. Vrijwel de hele weg naar Krommenie rij ik 56 km/u, hartslag 150. Langzaam versnel ik tot maximaal en dat wordt ... 66 km per uur. Zo hard heb ik op de vlakke weg nog nooit gereden. Hartslag 163, een voor mij hoge waarde die ik vorig jaar tijdens de tijdrit op Texel ook nu en dan noteerde. In racetrim, zonder spiegels, zonder toerinventaris en met racekap zou het allemaal nog sneller moeten kunnen, maar ik vind dit heel prima.
Ik maak mijn rondje via De Woude, pont Akersloot en het strand bij Bakkum aan Zee af. Steeds versnel ik op de rechte stukken tot hartslag 150 en lees de daarbij corresponderende snelheden af. Met de harde wind bijna op de kop, is het moeilijk om lang 50 km/u te rijden. Tijdens trainingsritten kan ik me sowieso niet motiveren om lang 'pijn te lijden'. Tijdens wedstrijden lukt dit wel behoorlijk.
Op de helling omhoog naar het viaduct over de spoorlijn Castricum - Heiloo, rijdt een skater voor me. Plotseling gaat ie van rechts helemaal links op het fietspad rijden. Ik vrees dat ie weer terug naar rechts gaat en ik toeter maar eens. De man schrikt zich rot en rijdt direct de berm in. Daar gaat het skaten natuurlijk niet meer en hij moet zijn snelheid omzetten in hardlopen. Het is een potsierlijk gezicht en de man kijkt zeer verschrikt om. Ik kan er ook niks aan doen en passeer de man maar vlot.
41 km
Trainen op snelheid
Komende zaterdag zal ik deelnemen aan de 41 km tijdrit op Texel. Het resultaat van vorig jaar - de derde prijs - zit er nu niet in. Op de deelnemerslijst prijken de namen van sterke mannen die er vorig jaar niet bij waren. Ook zal de as van Marcel van Eijk nu niet kapot gaan. Het zal dus een gevecht tegen mezelf worden. Het zal al heel mooi zijn als ik mijn gemiddelde snelheid van vorig jaar, 47 km/u, zal weten te verbeteren.
Door de niet aflatende regen heb ik zondag en maandag niet gefietst.
Ik train vandaag op hoge snelheid. Direct nadat ik Castricum uit ben accelereer ik naar 52 km/u en hou dat tot Uitgeest vast. Met hartslag 146 gaat dat eigenlijk vrij makkelijk. Tussen Uitgeest en Krommenie doe ik het weer en kom nu bij hartslag 148 tot 53 km/u. De wind is achterlijker dan dwars en dat helpt mee.
Na Krommenie ga ik richting De Woude. De lucht is inmiddels opgeklaard en de wind, die nu van linksvoor inkomt, rukt behoorlijk aan de Quest. Achter het hoge riet van de Markervaart rij ik weer 50 km/u, nu met hartslag 150. Dit zijn waarden die ik vorig jaar op Texel ook realiseerde. Toen echter met een fiets in racetrim, zonder spiegels en ontdaan van alle toerinventaris. Mogelijk gaat het zaterdag nog harder.
Voorbij De Woude heeft een ernstig auto ongeval plaatsgevonden. Ik fiets erlangs, stop even en zie meerdere uitgebrande vrachtauto's. Thuisgekomen zie ik op TV dat er ook nog een personenauto totaal onder een vrachtauto is geschoven en is verbrand. De bestuurder is omgekomen.
Door de niet aflatende regen heb ik zondag en maandag niet gefietst.
Ik train vandaag op hoge snelheid. Direct nadat ik Castricum uit ben accelereer ik naar 52 km/u en hou dat tot Uitgeest vast. Met hartslag 146 gaat dat eigenlijk vrij makkelijk. Tussen Uitgeest en Krommenie doe ik het weer en kom nu bij hartslag 148 tot 53 km/u. De wind is achterlijker dan dwars en dat helpt mee.
Na Krommenie ga ik richting De Woude. De lucht is inmiddels opgeklaard en de wind, die nu van linksvoor inkomt, rukt behoorlijk aan de Quest. Achter het hoge riet van de Markervaart rij ik weer 50 km/u, nu met hartslag 150. Dit zijn waarden die ik vorig jaar op Texel ook realiseerde. Toen echter met een fiets in racetrim, zonder spiegels en ontdaan van alle toerinventaris. Mogelijk gaat het zaterdag nog harder.
Voorbij De Woude heeft een ernstig auto ongeval plaatsgevonden. Ik fiets erlangs, stop even en zie meerdere uitgebrande vrachtauto's. Thuisgekomen zie ik op TV dat er ook nog een personenauto totaal onder een vrachtauto is geschoven en is verbrand. De bestuurder is omgekomen.
zaterdag 26 augustus 2006
Windstil rondje Noord-Holland
Vanmorgen om even na half tien vertrek ik voor een rondje Noord-Holland. Het is vrijwel windstil en het zonnetje schijnt. De temperatuur is met 18 graden al prettig. De banden staan weer op 7.5 bar en dat rijdt snel en nog steeds behoorlijk comfortabel. Bij Velomobiel.nl zijn een paar zaken opnieuw vastgezet en de fiets is er duidelijk stiller door geworden. De laatste geluidsbron is, behalve de resonantie in de carrosserie op slecht wegdek, de speling in de kogelkopjes van de besturing. Naarmate daar door intensief gebruik speling ontstaat, ontstaat er ook lawaai. De oplossing is er al wel, kogelgelagerde en afgedichte kopjes. De montage impliceert een veel lastiger montage en vooral demontage van de veerpoten.
In Limmen ga ik al op de rijbaan rijden. In het weekend vinden bestuurders het meestal geen probleem, door de weeks soms wel. In Alkmaar staan alle lichten op groen. Ik haal de file voor het laatste licht rechts in. Dat komt me op wat geclaxxoneer te staan. Voorbij Koedijk komt mij in 'the middle of nowhere' een amazone tegemoet. Ze maakt de bekende gebaren met de vlakke hand. Ik ben de beroerdste niet en haal de snelheid eruit. Haar paard is vrij rustig en tijdens het passeren zegt ze 'hij vind het heel spannend'.
Op de vlakke stukken rij ik constant 42 km/u met hartslag 120. Op ruwere wegdekken wordt dit 40 km/u. Dit hou ik, m.u.v. de laatste 20 km, de hele rit aan. Eigenlijk onvoorstelbaar dat een Velomobiel dit mogelijk maakt. Overigens denk ik dat er weinig Velomobielen zijn die dit kunnen. Mogelijk de WAW, maar zonder vering achter en een heel krappe 'werkruimte' een heel mooie fiets, maar niet mijn eerste keus.
Er is weliswaar geen wind, maar de opbouw van imposante wolken gaat gewoon door. Ik stop even voor een paar foto's.
De tocht wordt via het Total benzinestation en de haven van Den Oever vervolgd naar Medemblik. Hier stop ik, zoals gebruikelijk, voor de koffie. Alle windmolens, ik kan het nut van die horizonvervuilende krengen nauwelijks zien, staan stil. Betekent dat de totale stroombehoefte door de gewone centrales moet worden opgebracht. Komt er wind, dan gaan de normale centrales minder hard maar ook minder efficiënt draaien. Het land staat nu ongeveer vol met windmolens om een paar procent brandstofbesparing.
Ik neem iets langer pauze in Medemblik en vervolg mijn weg naar de dijk van het IJsselmeer. Voor Andijk rent me een zwart-witte hond tegemoet. Ik rem stevig, de hond draait om, blijft midden op het fietspad lopen en keert terug naar zijn baasje. Het baasje verontschuldigt zich. De hond gaat nog een keer voor de Quest lopen en tijdens het voorbijrijden schamp ik het dier.
Het IJsselmeer ligt er doodstil bij. De meeste zeilboten gebruiken de motor of dobberen langzaam voort. Rondom mij zijn grote buiencomplexen tot ontwikkeling gekomen. Ik zwijn er goed doorheen, meer dan een paar spatten krijg ik niet.
De mooie snelle dijkweg van Enkhuizen naar Hoorn is 'gerepareerd'. Betekent helaas grote hoeveelheden grof split, een scherp grint. De snelheid lijdt hier sterk onder, vooral in de bochten is een handvol grint genoeg om een flinke schuiver te maken.
In Hoorn rij ik de drukste winkelstraat in om een ijsje te eten. Uiteraard weet ik dat ik er niet mag fietsen, maar stapvoets moet kunnen. Ik zet de Quest voor Jamin neer en doe me tegoed aan een goedgevulde oubliehoorn. De belangstelling voor de Quest is gigantisch, continue hangen er mensen met hun neus in de fiets en de vragen zijn niet van de lucht.
Via Oosthuizen en Oostdijk van de Beemster rij ik naar Midden-Beemster. Een brommer met twee jongelui halen me in nadat ik na een pauze weer aan het optrekken ben.
Ik haal ze in en blijf er even achter hangen. De jongen achterop en het sturende meisje vinden het prachtig. Ik ga er naast rijden, het gaat nu 40 km/u en geef wat extra gas. Ik laat de jongelui in verbazing achter en loop met 48 km/u snel op ze uit. Op de pont krijg ik voorrang van Ahmit. Er rijdt een derde auto op de pont als Ahmit me ziet aankomen. De derde auto moet eraf en ik mag in de zijkant staan. Dat gaat moeizaam omdat de tweede auto te dicht aan de zijkant staat. De derde auto moet er nu helemaal af en is er plaats voor nog een viertal fietsers die ik even daarvoor met 43 km/u passeerde. De fietsers zijn vol bewondering voor de Quest. Waar heb ik dat eerder gehoord.
175 km.
In Limmen ga ik al op de rijbaan rijden. In het weekend vinden bestuurders het meestal geen probleem, door de weeks soms wel. In Alkmaar staan alle lichten op groen. Ik haal de file voor het laatste licht rechts in. Dat komt me op wat geclaxxoneer te staan. Voorbij Koedijk komt mij in 'the middle of nowhere' een amazone tegemoet. Ze maakt de bekende gebaren met de vlakke hand. Ik ben de beroerdste niet en haal de snelheid eruit. Haar paard is vrij rustig en tijdens het passeren zegt ze 'hij vind het heel spannend'.
Op de vlakke stukken rij ik constant 42 km/u met hartslag 120. Op ruwere wegdekken wordt dit 40 km/u. Dit hou ik, m.u.v. de laatste 20 km, de hele rit aan. Eigenlijk onvoorstelbaar dat een Velomobiel dit mogelijk maakt. Overigens denk ik dat er weinig Velomobielen zijn die dit kunnen. Mogelijk de WAW, maar zonder vering achter en een heel krappe 'werkruimte' een heel mooie fiets, maar niet mijn eerste keus.
Er is weliswaar geen wind, maar de opbouw van imposante wolken gaat gewoon door. Ik stop even voor een paar foto's.
De tocht wordt via het Total benzinestation en de haven van Den Oever vervolgd naar Medemblik. Hier stop ik, zoals gebruikelijk, voor de koffie. Alle windmolens, ik kan het nut van die horizonvervuilende krengen nauwelijks zien, staan stil. Betekent dat de totale stroombehoefte door de gewone centrales moet worden opgebracht. Komt er wind, dan gaan de normale centrales minder hard maar ook minder efficiënt draaien. Het land staat nu ongeveer vol met windmolens om een paar procent brandstofbesparing.
Ik neem iets langer pauze in Medemblik en vervolg mijn weg naar de dijk van het IJsselmeer. Voor Andijk rent me een zwart-witte hond tegemoet. Ik rem stevig, de hond draait om, blijft midden op het fietspad lopen en keert terug naar zijn baasje. Het baasje verontschuldigt zich. De hond gaat nog een keer voor de Quest lopen en tijdens het voorbijrijden schamp ik het dier.
Het IJsselmeer ligt er doodstil bij. De meeste zeilboten gebruiken de motor of dobberen langzaam voort. Rondom mij zijn grote buiencomplexen tot ontwikkeling gekomen. Ik zwijn er goed doorheen, meer dan een paar spatten krijg ik niet.
De mooie snelle dijkweg van Enkhuizen naar Hoorn is 'gerepareerd'. Betekent helaas grote hoeveelheden grof split, een scherp grint. De snelheid lijdt hier sterk onder, vooral in de bochten is een handvol grint genoeg om een flinke schuiver te maken.
In Hoorn rij ik de drukste winkelstraat in om een ijsje te eten. Uiteraard weet ik dat ik er niet mag fietsen, maar stapvoets moet kunnen. Ik zet de Quest voor Jamin neer en doe me tegoed aan een goedgevulde oubliehoorn. De belangstelling voor de Quest is gigantisch, continue hangen er mensen met hun neus in de fiets en de vragen zijn niet van de lucht.
Via Oosthuizen en Oostdijk van de Beemster rij ik naar Midden-Beemster. Een brommer met twee jongelui halen me in nadat ik na een pauze weer aan het optrekken ben.
Ik haal ze in en blijf er even achter hangen. De jongen achterop en het sturende meisje vinden het prachtig. Ik ga er naast rijden, het gaat nu 40 km/u en geef wat extra gas. Ik laat de jongelui in verbazing achter en loop met 48 km/u snel op ze uit. Op de pont krijg ik voorrang van Ahmit. Er rijdt een derde auto op de pont als Ahmit me ziet aankomen. De derde auto moet eraf en ik mag in de zijkant staan. Dat gaat moeizaam omdat de tweede auto te dicht aan de zijkant staat. De derde auto moet er nu helemaal af en is er plaats voor nog een viertal fietsers die ik even daarvoor met 43 km/u passeerde. De fietsers zijn vol bewondering voor de Quest. Waar heb ik dat eerder gehoord.
175 km.
vrijdag 25 augustus 2006
Racekap fantastisch en gruwelijk
Vanmorgen vanachter de ramen 'genoten' van een wolkbreuk. Tot 14.00 uur blijft het regenen en ik mag met mijn echtgenote mee naar een jarige neef Ruud Pepping.
Om vier uur ben ik thuis en smeer een flinke klodder siliconenkit op de kabels die achterin de LEDs van stroom voorzien. De draad kan nu niet makkelijk meer van de LEDs worden losgetrokken. Ik pomp de banden op tot 7.5 bar om na het avondeten een proef met de van Velomobiel.nl geleende racekap te doen.
Eerst koop ik een fles poetsmiddel voor harde transparante kunststoffen. De ruit van de kap is tamelijk gekrast en het doorzicht is matig. Het poetsmiddel geeft enig resultaat, maar het wordt niet echt goed. Om half acht, de wind is westelijk kracht 3 Bft en de zon schijnt zelfs nog, zet ik de kap erop en ik rij het dorp uit. Mijn hartslag is hoger dan normaal, het is best wel spannend zo. Ik schakel voor het eerst naar het nieuwe grotere voorblad en weer terug. Dat gaat prima, zeker zo goed als het kleinere blad.
Tot 40 km/u is er weinig verschil te merken. Mijn hartslag is zeker niet lager dan normaal, wel wordt het snel warm in de Quest. Ik zet aan en rij vrij makkelijk 50 km/u. Hiervoor is een hartslag van 137 spm nodig. Dat is maar 2 slagen minder dan zonder racekap. Ik begin flink te zweten en ik vind de warmte onaangenaam. De Quest loopt wel geweldig lang uit. Vlak voor het station kan ik niks meer zien, deels ook omdat mijn bril beslaat. Ik poets de ruit en ben blij voorbij het station weer snelheid te kunnen maken.
Op het mooi vlakke fietspad naar Krommenie is het heel makkelijk om 50 km/u te rijden. Met het nieuwe grotere 55-tands voorblad hou ik makkelijker druk op de pedalen. Heel snel rij ik 54 km/u met hartslag 145. Dat kan ik desnoods uren volhouden. Nu verdient de kap zich wel degelijk, echter.... ten koste van een onaangename warmteopbouw in de fiets. Voor Krommenie moet ik de kap er al snel afhalen. Ik zweet als een otter en ik zie niks meer. Ik wil mijn gewone trainingsrondje maken, achteraf niet verstandig. Ik moet nu enkele verkeerslichten passeren en dat is lastig met de kap op de 'boeg'.
Na wat geïmproviseer in Krommenie kan ik bij Marken-Binnen pas weer snelheid maken. Ik heb nu een lichte tegenwind en ook nu weer fiets ik makkelijk boven de 50 km/u.
Op de pont in Akersloot ben ik zo bezweet dat de pontbaas opmerkt dat al mijn haar op mijn hoofd zit vastgeplakt.
Het laatste stuk naar huis moet ik mijn bril afzetten, de atmosfeer in de Quest bereikt het niveau van een sauna. Ik ben blij weer veilig thuis te zijn.
Conclusie: Bij hoge snelheden, zeg 50 km/u en hoger, is de racekap een winner. Ik schat dat het dan 2 tot 3 km snelheidswinst oplevert. Of ik die winst in de tijdrit van 41 km volgende week zaterdag op Texel kan verzilveren is maar zeer de vraag. Ik heb nu gereden zonder verplichte binnenhelm, een zogenaamde worsthelm. Ik heb zo'n ding wel, maar die beperkt de warmteafgifte verder.
Zoals ik er nu tegenaan kijk rij ik 2 september niet met de racekap maar gewoon met de schuimkap en de tijdrithelm. Harry kan dus rustig slapen.
Om vier uur ben ik thuis en smeer een flinke klodder siliconenkit op de kabels die achterin de LEDs van stroom voorzien. De draad kan nu niet makkelijk meer van de LEDs worden losgetrokken. Ik pomp de banden op tot 7.5 bar om na het avondeten een proef met de van Velomobiel.nl geleende racekap te doen.
Eerst koop ik een fles poetsmiddel voor harde transparante kunststoffen. De ruit van de kap is tamelijk gekrast en het doorzicht is matig. Het poetsmiddel geeft enig resultaat, maar het wordt niet echt goed. Om half acht, de wind is westelijk kracht 3 Bft en de zon schijnt zelfs nog, zet ik de kap erop en ik rij het dorp uit. Mijn hartslag is hoger dan normaal, het is best wel spannend zo. Ik schakel voor het eerst naar het nieuwe grotere voorblad en weer terug. Dat gaat prima, zeker zo goed als het kleinere blad.
Tot 40 km/u is er weinig verschil te merken. Mijn hartslag is zeker niet lager dan normaal, wel wordt het snel warm in de Quest. Ik zet aan en rij vrij makkelijk 50 km/u. Hiervoor is een hartslag van 137 spm nodig. Dat is maar 2 slagen minder dan zonder racekap. Ik begin flink te zweten en ik vind de warmte onaangenaam. De Quest loopt wel geweldig lang uit. Vlak voor het station kan ik niks meer zien, deels ook omdat mijn bril beslaat. Ik poets de ruit en ben blij voorbij het station weer snelheid te kunnen maken.
Op het mooi vlakke fietspad naar Krommenie is het heel makkelijk om 50 km/u te rijden. Met het nieuwe grotere 55-tands voorblad hou ik makkelijker druk op de pedalen. Heel snel rij ik 54 km/u met hartslag 145. Dat kan ik desnoods uren volhouden. Nu verdient de kap zich wel degelijk, echter.... ten koste van een onaangename warmteopbouw in de fiets. Voor Krommenie moet ik de kap er al snel afhalen. Ik zweet als een otter en ik zie niks meer. Ik wil mijn gewone trainingsrondje maken, achteraf niet verstandig. Ik moet nu enkele verkeerslichten passeren en dat is lastig met de kap op de 'boeg'.
Na wat geïmproviseer in Krommenie kan ik bij Marken-Binnen pas weer snelheid maken. Ik heb nu een lichte tegenwind en ook nu weer fiets ik makkelijk boven de 50 km/u.
Op de pont in Akersloot ben ik zo bezweet dat de pontbaas opmerkt dat al mijn haar op mijn hoofd zit vastgeplakt.
Het laatste stuk naar huis moet ik mijn bril afzetten, de atmosfeer in de Quest bereikt het niveau van een sauna. Ik ben blij weer veilig thuis te zijn.
Conclusie: Bij hoge snelheden, zeg 50 km/u en hoger, is de racekap een winner. Ik schat dat het dan 2 tot 3 km snelheidswinst oplevert. Of ik die winst in de tijdrit van 41 km volgende week zaterdag op Texel kan verzilveren is maar zeer de vraag. Ik heb nu gereden zonder verplichte binnenhelm, een zogenaamde worsthelm. Ik heb zo'n ding wel, maar die beperkt de warmteafgifte verder.
Zoals ik er nu tegenaan kijk rij ik 2 september niet met de racekap maar gewoon met de schuimkap en de tijdrithelm. Harry kan dus rustig slapen.
donderdag 24 augustus 2006
Quest naar Velomobiel.nl
Vanmorgen vroeg de Quest in de bus geladen en op weg naar Dronten. De Quest zal enkele kleine reparaties ondergaan. Allereerst is de mooie LED richtingknipper linksachter deels uitgevallen. Een heen en weer schuivende band heeft een soldeerverbinding kapot gemaakt. Ook de sporing zal worden gecontroleerd. Mijn vrouw Marian en haar zus Anne rijden mee. Om 11.00 uur zijn we in Dronten en begroet ik Theo, Ymte en Allert. Ook Theo van Goor is er. Theo bezwoer me ooit dat ie nooit een Quest zou gaan rijden. En nu.... rijdt Theo in een Quest. Weliswaar geen standaard 20 of 26 inch, maar een 3x 26 inch. Theo vindt dit geen Quest. Ik bespaar jullie de kromme redenering waarom Theo dit geen Quest vindt, het is gewoon een Quest met twee grotere voorwielen :).Ik leg Theo van Andel mijn wensen voor. Naast het al gemailde lijstje vraag ik Theo of het mogelijk is een groter tandwiel voor te monteren dan het al nu aanwezige 52 tands exemplaar. Op hoge snelheden van 50 km en meer vind ik dat ik een te hoog toerental moet trappen. Juist die hoge rotatiefrequentie jaagt mijn hartslag op. Ymte pakt twee grotere tandwielen, een 55 en een 58-tands. Ik kies voor de 55. Het toerental zal 6% lager zijn met dezelfde snelheid. De 58-tands verhoogt het risico op moeilijker schakelen.
Na de instructies gaan wij door naar Giethoorn waar we een tochtje gaan maken met een elektrobootje. Leuk? Absoluut. Tijdens het vaartochtje krijgen we een formidabele onweersbui over ons heen. Met drie grote parapluus zijn we goed voorbereid. De vele buitenlandse gasten, merendeels gekleed in T-shirt, trachten te schuilen onder de vele bruggen. Ze 'verzuipen' net niet.
Terug in Dronten staat de Quest al klaar. Alles is gelukt, de sporing blijkt niet van slag te zijn, het nieuwe tandwiel blijkt prima te schakelen.
Ik krijg de witte racekap mee om volgende week op Texel te gebruiken tijdens de tijdrit. Harry, je bent gewaarschuwd :).
Tenslotte bestel ik bij Allert alvast - weer - een nieuwe Quest. Allert werkt aan een super Quest die ongeveer 10 kg lichter wordt dan de huidige standaard Quest. Veel mag ik er niet over zeggen, maar ik ben in ieder geval de eerste besteller.
Na de instructies gaan wij door naar Giethoorn waar we een tochtje gaan maken met een elektrobootje. Leuk? Absoluut. Tijdens het vaartochtje krijgen we een formidabele onweersbui over ons heen. Met drie grote parapluus zijn we goed voorbereid. De vele buitenlandse gasten, merendeels gekleed in T-shirt, trachten te schuilen onder de vele bruggen. Ze 'verzuipen' net niet.
Terug in Dronten staat de Quest al klaar. Alles is gelukt, de sporing blijkt niet van slag te zijn, het nieuwe tandwiel blijkt prima te schakelen.
Ik krijg de witte racekap mee om volgende week op Texel te gebruiken tijdens de tijdrit. Harry, je bent gewaarschuwd :).
Tenslotte bestel ik bij Allert alvast - weer - een nieuwe Quest. Allert werkt aan een super Quest die ongeveer 10 kg lichter wordt dan de huidige standaard Quest. Veel mag ik er niet over zeggen, maar ik ben in ieder geval de eerste besteller.
woensdag 23 augustus 2006
Rondje Noord-Holland
Vandaag een klein rondje Noord-Holland. De Tioga's nu op 6 bar en het comfort en de rust zijn weer terug. Ook de achterband op 6 bar gezet. Voor toerrijden is dit eigenlijk het beste compromis.
Ik ben even voor negenen onderweg. Het is half bewolkt en er is een heel lichte zuid-westen wind. Vanavond vroeg heb ik een diner met mijn gezin en een Australische oom Jim Verver en zijn vriendin Diana. Na de grotere afstanden heb ik meestal weinig zin in warm eten. Daarom nu een wat kleiner rondje van 140 km.
Er is veel autoverkeer dat in Heiloo ook nog door het dorp moet slalommen om reconstructiewerken aan de weg te ontlopen. Benoorden Alkmaar kan ik de hele weg 43 km/u aanhouden. Hartslag tussen 120 en 130.
In Sint-Maartensbrug moet ik een wielrenster wakker schreeuwen. Ze fietst niet hard, maar kijkt niet vooruit en blijft op mijn weghelft rijden. Na een flinke schreeuw kijkt ze op, schrikt, en gaat dan schielijk naar haar eigen weghelft.
Om tien voor half tien ben ik al bij het Total benzinestation bij de Kooij. Da's best snel. Zittend naast een zwijgzame wielrenster eet ik een banaan en ga vrij snel op pad richting Den Oever. Ook nu weer gaat het snel, de wind komt van rechts in, maar is nog achterlijk. Even voor 11.00 uur ben ik bij de haven van Den Oever en diep ik de koeltas uit de Quest op voor een fris broodje, dito appel en AA drank. Als de AA drank op is, zal ik het niet meer kopen, veel te zoet. Ik heb eerder Gatorade gehad, dat is niet zo mierzoet.
Naar Medemblik krijg ik de wind rechtsvoor in. Ik kan nog makkelijk 40 km/u rijden, de wind is nog zwak. In het watersportdorp, ik rij er om 11.35 uur binnen, smaakt de Espresso weer uitstekend. Normaal zou ik nu de dijk van Medemblik naar Enkhuizen, nemen. Vandaag evenwel niet. Ik ga rechtsaf en neem de weg richting Alkmaar. Dat is recht tegen wind in, een wind die inmiddels ook aardig in kracht is toegenomen. Nog in Medemblik komt een Citroën Xantia van rechts. De bestuurder is met iets op de rechtervoorstoel aan het rommelen. Ik ben al behoorlijk dichtbij en schreeuw keihard. De man kijkt weer omhoog, ziet me en gaat boven op zijn remmen staan. Hij staat net op tijd stil, ik trouwens ook.
Het rijdt niet prettig over de grove asfaltweg onderaan het dijklichaam van de Wieringermeerpolder. Er ligt veel klei die de trekkers van het land meenemen op de weg. Met 38 km/u en hartslag 123 gaat het eigenlijk nog wel redelijk. De Tioga's vergeven veel.
Boven Alkmaar hangen de eerste regenbuien. Ik kan er net vrij van blijven omdat ik niet door Alkmaar rij, maar de weg langs het Noord-Hollands kanaal neem. Na de pont in Akersloot ben ik in een kwartiertje thuis.
Totale afstand 139 km, tijd uit en thuis 4.50 uur. Fietstijd 4.20 uur.
Morgen breng ik de Quest naar Velomobiel voor een paar klusjes. Ik was de fiets netjes schoon, kunnen de mannen aan een verzorgde fiets sleutelen.
Ik ben even voor negenen onderweg. Het is half bewolkt en er is een heel lichte zuid-westen wind. Vanavond vroeg heb ik een diner met mijn gezin en een Australische oom Jim Verver en zijn vriendin Diana. Na de grotere afstanden heb ik meestal weinig zin in warm eten. Daarom nu een wat kleiner rondje van 140 km.
Er is veel autoverkeer dat in Heiloo ook nog door het dorp moet slalommen om reconstructiewerken aan de weg te ontlopen. Benoorden Alkmaar kan ik de hele weg 43 km/u aanhouden. Hartslag tussen 120 en 130.
In Sint-Maartensbrug moet ik een wielrenster wakker schreeuwen. Ze fietst niet hard, maar kijkt niet vooruit en blijft op mijn weghelft rijden. Na een flinke schreeuw kijkt ze op, schrikt, en gaat dan schielijk naar haar eigen weghelft.
Om tien voor half tien ben ik al bij het Total benzinestation bij de Kooij. Da's best snel. Zittend naast een zwijgzame wielrenster eet ik een banaan en ga vrij snel op pad richting Den Oever. Ook nu weer gaat het snel, de wind komt van rechts in, maar is nog achterlijk. Even voor 11.00 uur ben ik bij de haven van Den Oever en diep ik de koeltas uit de Quest op voor een fris broodje, dito appel en AA drank. Als de AA drank op is, zal ik het niet meer kopen, veel te zoet. Ik heb eerder Gatorade gehad, dat is niet zo mierzoet.
Naar Medemblik krijg ik de wind rechtsvoor in. Ik kan nog makkelijk 40 km/u rijden, de wind is nog zwak. In het watersportdorp, ik rij er om 11.35 uur binnen, smaakt de Espresso weer uitstekend. Normaal zou ik nu de dijk van Medemblik naar Enkhuizen, nemen. Vandaag evenwel niet. Ik ga rechtsaf en neem de weg richting Alkmaar. Dat is recht tegen wind in, een wind die inmiddels ook aardig in kracht is toegenomen. Nog in Medemblik komt een Citroën Xantia van rechts. De bestuurder is met iets op de rechtervoorstoel aan het rommelen. Ik ben al behoorlijk dichtbij en schreeuw keihard. De man kijkt weer omhoog, ziet me en gaat boven op zijn remmen staan. Hij staat net op tijd stil, ik trouwens ook.
Het rijdt niet prettig over de grove asfaltweg onderaan het dijklichaam van de Wieringermeerpolder. Er ligt veel klei die de trekkers van het land meenemen op de weg. Met 38 km/u en hartslag 123 gaat het eigenlijk nog wel redelijk. De Tioga's vergeven veel.
Boven Alkmaar hangen de eerste regenbuien. Ik kan er net vrij van blijven omdat ik niet door Alkmaar rij, maar de weg langs het Noord-Hollands kanaal neem. Na de pont in Akersloot ben ik in een kwartiertje thuis.
Totale afstand 139 km, tijd uit en thuis 4.50 uur. Fietstijd 4.20 uur.
Morgen breng ik de Quest naar Velomobiel voor een paar klusjes. Ik was de fiets netjes schoon, kunnen de mannen aan een verzorgde fiets sleutelen.
maandag 21 augustus 2006
Weer op Tioga's en Quest naar Velomobiel
Vanmiddag weer een rondje gefietst op de Primo Comet banden. Op de een of andere manier bevalt me dit niet goed. Daarom heb ik vanmiddag de beide Primo's vervangen door twee splinternieuwe Tioga Comp Pools. De oude Tioga's hebben er nu 12.000 km opzitten en zijn eigenlijk nog wonderbaarlijk goed. Ze zijn maar tot iets meer dan de helft versleten. Wel zitten er diverse beschadigingen, vooral kleine insnijdingen in. Sommige zijn veroorzaakt door glas en steentjes die soms verantwoordelijk zijn voor een lek.
Hoewel deze oude banden razendsnel zijn, durf ik ze volgende week zaterdag tijdens de tijdrit op Texel toch niet te monteren. Ze zullen dan worden opgepompt tot 7,5 bar en ik vrees dat het ingesneden canvas van het karkas zal scheuren.
De nieuwe Tioga's zien er stoer uit en kan ik mooi nog een paar honderd kilometer 'inrijden'.
Tijdens het wisselen van de banden blijkt dat de binnenbanden nog kletsnat zijn. Komt natuurlijk van het waterballet van gisteren. Lijkt me niet goed. Ook de achterband laat ik leeglopen en die blijkt wel droog te zijn. Tijdens het leeglopen van de achterband zakt de achterkant van de fiets omlaag. Helaas steunt de achterkant, ik heb de Quest onder een hoek van 45 graden gezet, nu op het kapje van de derailleur. De zwarte verf is er op de ronding afgeschraapt. De zwarte spuitbus erover en het ziet er weer keurig uit.
Donderdag breng ik de Quest naar Velomobiel.nl. Er zijn een paar klussen die ik zelf niet onderneem. Vooral de sporing, ik vrees dat die door de klap op de IJsselmeerdijk verstoord kan zijn, zal worden nagekeken. Theo zal hopelijk ook de richtingaanwijzer repareren. Door een heen en weer schurende band is een verbinding losgegaan en branden linksachter nog maar de helft van LEDs. Als dit lukt zal ik met een paar klodders siliconenkit de fixatie definitief oplossen.
Hoewel deze oude banden razendsnel zijn, durf ik ze volgende week zaterdag tijdens de tijdrit op Texel toch niet te monteren. Ze zullen dan worden opgepompt tot 7,5 bar en ik vrees dat het ingesneden canvas van het karkas zal scheuren.
De nieuwe Tioga's zien er stoer uit en kan ik mooi nog een paar honderd kilometer 'inrijden'.
Tijdens het wisselen van de banden blijkt dat de binnenbanden nog kletsnat zijn. Komt natuurlijk van het waterballet van gisteren. Lijkt me niet goed. Ook de achterband laat ik leeglopen en die blijkt wel droog te zijn. Tijdens het leeglopen van de achterband zakt de achterkant van de fiets omlaag. Helaas steunt de achterkant, ik heb de Quest onder een hoek van 45 graden gezet, nu op het kapje van de derailleur. De zwarte verf is er op de ronding afgeschraapt. De zwarte spuitbus erover en het ziet er weer keurig uit.
Donderdag breng ik de Quest naar Velomobiel.nl. Er zijn een paar klussen die ik zelf niet onderneem. Vooral de sporing, ik vrees dat die door de klap op de IJsselmeerdijk verstoord kan zijn, zal worden nagekeken. Theo zal hopelijk ook de richtingaanwijzer repareren. Door een heen en weer schurende band is een verbinding losgegaan en branden linksachter nog maar de helft van LEDs. Als dit lukt zal ik met een paar klodders siliconenkit de fixatie definitief oplossen.
zondag 20 augustus 2006
Quest is slechte zwemmer
Vanmiddag na de ergste buien maak ik een trainingsrondje. Ik zet de kap erop want hoewel de buienradar mogelijk een uurtje droog voorspelt, vrees ik dat het anders zal uitpakken. Het pakt anders uit, maar daarover straks.
Op weg naar Uitgeest trek ik lekker door naar 45 km/u. Het waait vrij hard uit het westen maar veel hinder heb ik er niet van. In Krommenie maak ik weer de slinger vlak voor het station om over het parkeerterrein langs het station te rijden. Maar .... waar is het fietspad? Het hele parkeerterrein is een binnenzee geworden. Het is een bizar gezicht. Ik pak mijn camera maar grijp mis. De Powershot S70 ligt in mijn fototas. Dan maar een plaatje met de Treo. Haalt maar een fractie van de kwaliteit van de S70, maar ik kan in ieder geval een indruk mee naar huis nemen.
Ik moet nu besluiten of ik er door rij of rechtsomkeert maak. Achter mij stopt een bromfietser die zegt 'ga jij maar voor'. Ik trek langzaam op en vrijwel direct loopt het water door de voetengaten van voor naar achter door de Quest. Alles wordt kletsnat, dus maakt het niet meer uit. De bromfietser komt nu achter me aan en roept 'je hebt zeker een natte reet?'.'Valt wel mee' zeg ik. Als ik weer op het droge ben loopt overal het water uit en de brommerrijder ziet dat en roept het me na.
Tussen Wormerveer en West-Graftdijk komt de wind iets achterlijk in en ik kan langere tijd boven de 50 km/u blijven. Op de kleine bruggen rukt de wind vervaarlijk aan de fiets, maar serieuze problemen blijven uit.
Op de pont in Akersloot begint het regenen. Ik zit maar net in de fiets als het begint te plenzen. Met bakken komt het omlaag, zelfs hagel voel ik ertussen. Met de klep van mijn pet bijna op de kap kan ik toch flink gang houden, zeker tussen 35 en 38 km/u. Thuisgekomen, natuurlijk is het dan droog, moet ik de hele Quest ontdoen van zijn uitrusting en reservekleding en alles te drogen leggen.
Op weg naar Uitgeest trek ik lekker door naar 45 km/u. Het waait vrij hard uit het westen maar veel hinder heb ik er niet van. In Krommenie maak ik weer de slinger vlak voor het station om over het parkeerterrein langs het station te rijden. Maar .... waar is het fietspad? Het hele parkeerterrein is een binnenzee geworden. Het is een bizar gezicht. Ik pak mijn camera maar grijp mis. De Powershot S70 ligt in mijn fototas. Dan maar een plaatje met de Treo. Haalt maar een fractie van de kwaliteit van de S70, maar ik kan in ieder geval een indruk mee naar huis nemen.
Ik moet nu besluiten of ik er door rij of rechtsomkeert maak. Achter mij stopt een bromfietser die zegt 'ga jij maar voor'. Ik trek langzaam op en vrijwel direct loopt het water door de voetengaten van voor naar achter door de Quest. Alles wordt kletsnat, dus maakt het niet meer uit. De bromfietser komt nu achter me aan en roept 'je hebt zeker een natte reet?'.'Valt wel mee' zeg ik. Als ik weer op het droge ben loopt overal het water uit en de brommerrijder ziet dat en roept het me na.
Tussen Wormerveer en West-Graftdijk komt de wind iets achterlijk in en ik kan langere tijd boven de 50 km/u blijven. Op de kleine bruggen rukt de wind vervaarlijk aan de fiets, maar serieuze problemen blijven uit.
Op de pont in Akersloot begint het regenen. Ik zit maar net in de fiets als het begint te plenzen. Met bakken komt het omlaag, zelfs hagel voel ik ertussen. Met de klep van mijn pet bijna op de kap kan ik toch flink gang houden, zeker tussen 35 en 38 km/u. Thuisgekomen, natuurlijk is het dan droog, moet ik de hele Quest ontdoen van zijn uitrusting en reservekleding en alles te drogen leggen.
Noodweer
Vanmorgen om 7.30 uur gaat de wekker. Ik ga vandaag met ALF, de Amsterdamse Liggers, een rit maken.
Ik kijk naar buiten en zie dat het compleet noodweer is. Het onweert hevig en de regen komt massief uit het zwerk omlaag. Dit zijn niet de omstandigheden waaronder ik graag fiets. Mijn vrouw spoort me aan om vooral niet te gaan. Veel aansporing heb ik niet nodig, ik trek mijn donzen dekbed weer over mijn oren en slaap snel weer in.
Pas om 11.00 uur is het ergste voorbij. Ik kijk even op de lijst en zie dat Fred van den Hauten nog een poging heeft gedaan om in de Alleweder te komen. Nog voor hij erin zit is ie al tot in de bilnaad natgeregend. Ook hij geeft het op.
Uiteindelijk zijn er toch 5 diehards naar het Museumplein gereden. Zij hebben 1,5 uur koffie gedronken en zijn rechtstreeks naar huis teruggefietst. Hulde aan die echte bikkels.
Ik kijk naar buiten en zie dat het compleet noodweer is. Het onweert hevig en de regen komt massief uit het zwerk omlaag. Dit zijn niet de omstandigheden waaronder ik graag fiets. Mijn vrouw spoort me aan om vooral niet te gaan. Veel aansporing heb ik niet nodig, ik trek mijn donzen dekbed weer over mijn oren en slaap snel weer in.
Pas om 11.00 uur is het ergste voorbij. Ik kijk even op de lijst en zie dat Fred van den Hauten nog een poging heeft gedaan om in de Alleweder te komen. Nog voor hij erin zit is ie al tot in de bilnaad natgeregend. Ook hij geeft het op.
Uiteindelijk zijn er toch 5 diehards naar het Museumplein gereden. Zij hebben 1,5 uur koffie gedronken en zijn rechtstreeks naar huis teruggefietst. Hulde aan die echte bikkels.
zaterdag 19 augustus 2006
Lekke band en noodweer
Ik haal de Quest uit zijn nachtverblijf en zie dat de linkervoorband leeg is. Ik vind heel snel de dader, een vlijmscherp stukje glasachtig steen. De kilometerstand is nu 4500 en dit is de tweede lekke band. Morgen ga ik met ALF, de Amsterdamse liggers, een rit maken. De weersverwachting is niet best, 100% regenkans met een maximum van 5 mm in 3 uur is de voorspelling. Een mooie gelegenheid om de beide Tioga's om de voorwielen te verwisselen voor Primo Comets. De Tioga's zijn met nat weer lekgevoelig omdat er geen Kevlar of andere antilekvoorziening is aangebracht.
Zowel de Tioga's als de Primo's laten zich met de blote hand verwisselen, heel prettig omdat bandenlichters nogal eens verantwoordelijk zijn voor nieuwe lekken.
Eerst maar eens een rondje fietsen. Direct bespeur ik dat de Primo's, ik heb ze tot 6 bar opgepompt, beslist minder licht lopen dan de bijna versleten Tioga's. Ik rij even langs het werk, dan even naar de haven en vervolgens maak ik mijn trainingsrondje af. Op het mooie fietspad langs de Markervaart kan ik toch redelijk makkelijk 50 km/u aanhouden. Mijn hartslag is met 146 bpm maar iets hoger dan met de Tioga's onder ongeveer dezelfde condities.
Thuisgekomen plak ik de lekke binnenband en vervang een stukje klittenband van mijn armsteun. Ik kan me al niet meer voorstellen ooit zonder armsteuntjes gereden te hebben, wat een comfort levert dat op!
Zowel de Tioga's als de Primo's laten zich met de blote hand verwisselen, heel prettig omdat bandenlichters nogal eens verantwoordelijk zijn voor nieuwe lekken.
Eerst maar eens een rondje fietsen. Direct bespeur ik dat de Primo's, ik heb ze tot 6 bar opgepompt, beslist minder licht lopen dan de bijna versleten Tioga's. Ik rij even langs het werk, dan even naar de haven en vervolgens maak ik mijn trainingsrondje af. Op het mooie fietspad langs de Markervaart kan ik toch redelijk makkelijk 50 km/u aanhouden. Mijn hartslag is met 146 bpm maar iets hoger dan met de Tioga's onder ongeveer dezelfde condities.
Thuisgekomen plak ik de lekke binnenband en vervang een stukje klittenband van mijn armsteun. Ik kan me al niet meer voorstellen ooit zonder armsteuntjes gereden te hebben, wat een comfort levert dat op!
maandag 14 augustus 2006
Vluggertje Volendam
Gisteren een kort trainingsritje gemaakt. In de namiddag en avond fotografeer ik op de bruiloft van dochter Lisette met Mike van Jan en Ellis Veenis. Prachtige avond met - gelukkig - heel mooie foto's. Onvoorstelbaar dat een Nikon D200 met SB800 flitser probleemloos een zaal met 120 mensen feilloos indirect uitlicht. Wel even op 800 ASA zetten, maar het resultaat is prachtig.
Het trainingsritje is meer een praattochtje. Ik ga even langs de zaak, dan even naar de haven en met dreigend onweer weer snel naar huis.
Vanmiddag is het schitterend weer, volle zon, wind 3 Bft uit het Noordoosten. Ik heb er echt zin in om even een vluggertje Volendam te doen. Om 12.15 uur zit ik de Quest en ondanks de tegenwind rij ik er alras met 40 km/u tegenin. De deskundigen denken dat het met Tioga banden op een hogere spanning dan 6.0 niet lichter loopt, ik weet zeker dat dat wel het geval is. Ook door de Beemster blijf ik steeds 40 km/u of harder rijden.
In Volendam.... ik weet het, een beetje exhibitionisme is me niet vreemd, mag ik in 3 talen uitleggen hoe fantastisch een Quest is. Er is een grote groep Spanjaarden waarvan steeds één meisje vertaalt wat ik in het Engels zeg. Men is onder de indruk :).
Luid toeterend wring ik me weer door de menigte op dijk en verlaat na ruim een kwartier Volendam.
De wind komt nu achterlijk in en dat levert zonder veel moeite een snelheid op van 43 km/u. Het hart hoeft er niet hard voor te buffelen, met 123 bpm is het prima te doen.
In de Beemster gaat het nog harder, al moet ik drie keer de snelheid er volledig uithalen om paarden en berijdsters veilig te passeren. Ze bedanken me allemaal voor mijn rustige passage.
Vlak voor ik de bebouwde kom van Midden-Beemster inrij wil ik de rijbaan oprijden. Ik kan, met snelheid, achter een tegemoet komende bestelauto de weg oprijden. Dat mislukt volkomen, de bestuurder van de bestelauto stopt.... om de Quest te bekijken. Ik kom geforceerd tot stilstand met de versnelling voor op het grote wiel en achter in de 8e versnelling. Dan kom je tegen een lichte helling niet meer omhoog. Ik roep tegen de bestuurder dat ie beter kan kunnen doorrijden maar het is aan de man niet besteed.
In De Rijp is mijn Camelbag leeg en bij het BP station mag ik de zak weer vullen. Buiten De Rijp fiets ik 3 wielrenners achterop. Zij gaan 38 km/u en zij rijden op het fietspad. Ik rij ze op de rijbaan voor het autoverkeer langzaam voorbij. Ze pikken aan, tijd om wat gas bij te geven. Bij 44 km/u hoor ik achter en naast me roepen 'ik vind dit niet leuk'. Ik wel en ik gooi nog wat extra kolen op het vuur. Bij 54 km/u kom ik tot de conclusie dat het wegdek wel erg slecht is. De klappen die de Quest krijgt zijn niet prettig. Ik ga verderop toch maar weer het fietspad op.
Om 15.00 uur ben ik weer thuis. Heerlijk snel tochtje.
72 km.
Het trainingsritje is meer een praattochtje. Ik ga even langs de zaak, dan even naar de haven en met dreigend onweer weer snel naar huis.
Vanmiddag is het schitterend weer, volle zon, wind 3 Bft uit het Noordoosten. Ik heb er echt zin in om even een vluggertje Volendam te doen. Om 12.15 uur zit ik de Quest en ondanks de tegenwind rij ik er alras met 40 km/u tegenin. De deskundigen denken dat het met Tioga banden op een hogere spanning dan 6.0 niet lichter loopt, ik weet zeker dat dat wel het geval is. Ook door de Beemster blijf ik steeds 40 km/u of harder rijden.
In Volendam.... ik weet het, een beetje exhibitionisme is me niet vreemd, mag ik in 3 talen uitleggen hoe fantastisch een Quest is. Er is een grote groep Spanjaarden waarvan steeds één meisje vertaalt wat ik in het Engels zeg. Men is onder de indruk :).
Luid toeterend wring ik me weer door de menigte op dijk en verlaat na ruim een kwartier Volendam.
De wind komt nu achterlijk in en dat levert zonder veel moeite een snelheid op van 43 km/u. Het hart hoeft er niet hard voor te buffelen, met 123 bpm is het prima te doen.
In de Beemster gaat het nog harder, al moet ik drie keer de snelheid er volledig uithalen om paarden en berijdsters veilig te passeren. Ze bedanken me allemaal voor mijn rustige passage.
Vlak voor ik de bebouwde kom van Midden-Beemster inrij wil ik de rijbaan oprijden. Ik kan, met snelheid, achter een tegemoet komende bestelauto de weg oprijden. Dat mislukt volkomen, de bestuurder van de bestelauto stopt.... om de Quest te bekijken. Ik kom geforceerd tot stilstand met de versnelling voor op het grote wiel en achter in de 8e versnelling. Dan kom je tegen een lichte helling niet meer omhoog. Ik roep tegen de bestuurder dat ie beter kan kunnen doorrijden maar het is aan de man niet besteed.
In De Rijp is mijn Camelbag leeg en bij het BP station mag ik de zak weer vullen. Buiten De Rijp fiets ik 3 wielrenners achterop. Zij gaan 38 km/u en zij rijden op het fietspad. Ik rij ze op de rijbaan voor het autoverkeer langzaam voorbij. Ze pikken aan, tijd om wat gas bij te geven. Bij 44 km/u hoor ik achter en naast me roepen 'ik vind dit niet leuk'. Ik wel en ik gooi nog wat extra kolen op het vuur. Bij 54 km/u kom ik tot de conclusie dat het wegdek wel erg slecht is. De klappen die de Quest krijgt zijn niet prettig. Ik ga verderop toch maar weer het fietspad op.
Om 15.00 uur ben ik weer thuis. Heerlijk snel tochtje.
72 km.
zaterdag 12 augustus 2006
Overleg Velomobiel
Gisteren even contact gehad met Ymte over de bandenspanning. Ymte vind 7.5 bar met Tioga's heel hard. Hij denkt niet dat de velg uit elkaar springt, maar geleidelijk zal uitbuigen en op een gegeven moment onvoldoende grip op de band zal hebben. Zijn advies: terug naar 6.5 en alleen tijdens wedstrijden op redelijk vlak parcours naar 7.5.
Ook zijn er nog wat andere dingen de revue gepasseerd. Ze werken aan geheel nieuwe kogelkopjes. Deze gelagerde kopjes moeten het rammelen van de voortrein een stuk verminderen. Ze zijn nog aan het testen, Theo rijdt er nu mee, maar het is veelbelovend.
Ik ga in de tweede helft van augustus, ik heb dan vakantie, een keer naar Dronten om wat kleine dingetjes te laten doen.
Straks nog even een kort rondje fietsen, vanmiddag en vanavond zijn we op de bruiloft van de dochter van mijn vrienden Jan en Ellis Veenis. Ik speel de fotograaf.
Ook zijn er nog wat andere dingen de revue gepasseerd. Ze werken aan geheel nieuwe kogelkopjes. Deze gelagerde kopjes moeten het rammelen van de voortrein een stuk verminderen. Ze zijn nog aan het testen, Theo rijdt er nu mee, maar het is veelbelovend.
Ik ga in de tweede helft van augustus, ik heb dan vakantie, een keer naar Dronten om wat kleine dingetjes te laten doen.
Straks nog even een kort rondje fietsen, vanmiddag en vanavond zijn we op de bruiloft van de dochter van mijn vrienden Jan en Ellis Veenis. Ik speel de fotograaf.
dinsdag 8 augustus 2006
64 km per uur, banden spijkerhard
Vanmiddag experimenteer ik met hogere bandenspanning. Uit de rolweerstandsmetingen van Bert Hoge blijkt dat de rolweerstand bij een drukverhoging van 6 tot 8 bar zoveel afneemt dat een Velomobiel op hoge snelheid 3 tot 4 km harder zal rijden. Dat vind ik spectaculair. Daarom verhoog ik de druk van de standaard 6.0 bar naar 7.5 bar. Zowel de Tioga Comp Pool als de Schwalbe Marathon Racer krijgen de hogere bandenspanning.
Buiten waait het met 4 Bft uit het Noorden pittig. Ik bespeur direct dat de hardere banden meer rammels veroorzaken. Spullen die ik in de fiets nooit hoor, maken nu lawaai. Ook is het comfort minder al valt het me nog mee. Ik wil kijken of ik mijn maximum snelheid kan verbeteren. Boven de 40 is het verschil goed merkbaar. Het rijdt lichter en met minder inspanning fiets ik harder. 50 km/u bereik ik nu al met hartslag 139, dat heb ik nog niet eerder klaargespeeld.
Voorbij Uitgeest geef ik gas en versnel voortdurend. 50..54..56..58..60..62, pas bij 64 km/u is het op. Da's 3 km meer dan ik ooit op de vlakke weg presteerde. Ik ben dan ook razendsnel in Krommenie en laat de Quest heel lang uitlopen. Dit gaat perfect. Wel vraag ik me af of ik, bijv. voor wedstrijden, de spanning nog verder mag verhogen. Ik zal het eens op de lijst vragen of er liggers zijn die hier ervaring mee hebben.
Ik maak mijn trainingsrondje af via De Woude en pont Akersloot. Dan ga ik richting Castricum aan Zee. Ik zie op het mooie fietspad bij Camping Bakkum twee liggers aankomen. Ik krijg de instructie te stoppen. Het zijn Fred de Blok en zijn vrouw Karin die beide op Hurries met vakantie zijn. Zij zijn met hun beide dochters onderweg, ook de meiden op een ligfiets. We praten wat en zij gaan naar Bakkum om boodschappen te doen. Ik rij door naar het strand. Eerst nog even een krachtproef doen. De lange duinhelling naar het strandplateau wil ik zo hard mogelijk omhoog rijden. Onderaan de helling rij ik 42,5 km/u. Ik trap steeds harder om die snelheid vast te houden. Even later rij ik voluit en slaag erin om de 42,5 km per uur vast te houden. Op de top is mijn hartslag 153. De conditie lijkt dik in orde.
44 km
Buiten waait het met 4 Bft uit het Noorden pittig. Ik bespeur direct dat de hardere banden meer rammels veroorzaken. Spullen die ik in de fiets nooit hoor, maken nu lawaai. Ook is het comfort minder al valt het me nog mee. Ik wil kijken of ik mijn maximum snelheid kan verbeteren. Boven de 40 is het verschil goed merkbaar. Het rijdt lichter en met minder inspanning fiets ik harder. 50 km/u bereik ik nu al met hartslag 139, dat heb ik nog niet eerder klaargespeeld.
Voorbij Uitgeest geef ik gas en versnel voortdurend. 50..54..56..58..60..62, pas bij 64 km/u is het op. Da's 3 km meer dan ik ooit op de vlakke weg presteerde. Ik ben dan ook razendsnel in Krommenie en laat de Quest heel lang uitlopen. Dit gaat perfect. Wel vraag ik me af of ik, bijv. voor wedstrijden, de spanning nog verder mag verhogen. Ik zal het eens op de lijst vragen of er liggers zijn die hier ervaring mee hebben.
Ik maak mijn trainingsrondje af via De Woude en pont Akersloot. Dan ga ik richting Castricum aan Zee. Ik zie op het mooie fietspad bij Camping Bakkum twee liggers aankomen. Ik krijg de instructie te stoppen. Het zijn Fred de Blok en zijn vrouw Karin die beide op Hurries met vakantie zijn. Zij zijn met hun beide dochters onderweg, ook de meiden op een ligfiets. We praten wat en zij gaan naar Bakkum om boodschappen te doen. Ik rij door naar het strand. Eerst nog even een krachtproef doen. De lange duinhelling naar het strandplateau wil ik zo hard mogelijk omhoog rijden. Onderaan de helling rij ik 42,5 km/u. Ik trap steeds harder om die snelheid vast te houden. Even later rij ik voluit en slaag erin om de 42,5 km per uur vast te houden. Op de top is mijn hartslag 153. De conditie lijkt dik in orde.
44 km
zaterdag 5 augustus 2006
Rondje Noord-Holland
Om 9.00 uur zit ik in de Quest. Het is 21 gr. C. en zonnig. De wind is noordelijk en 3 tot 4 Bft. Naar Den Helder dus recht in de wind. Op de rijbaan in Heiloo zijn enkele automobilisten wat driftig, ze toeteren en één vindt het zelfs nodig om me rakelings te passeren. In 25 minuten ben ik bij Koedijk en geniet ik weer van de ruimte van het wijdse Noord-Hollandse landschap. De wind is hier toch sterker, zeker 4 Bft. Voor 35 km/u heb ik een hartslag van 118 nodig, da's toch wel werken :).
De jaarlijkse rupsenprocessie is weer begonnen. Grote zwarte harige rupsen kruisen mijn pad. Uiteraard doe ik mijn best om ze te ontwijken.
Om 10.35 uur ben ik bij Total De Kooij en werk een banaan weg. Een autobestuurder moet lachen en vraagt of 'bananen' 'bananen' eten. Ik zeg hem dat ik 50 km kan rijden op een banaan. Lachen natuurlijk.
Op weg naar Den Oever krijg ik de wind dwars, da's duidelijk prettiger. Juist als ik het betonnen fietspad op het voormalige eiland Wieringen oprij, zie ik een hermelijn aan de kant van het pad zitten. Mooi diertje met zijn witte buik en bruine rug. Hij blijft rustig zitten en ik passeer hem rakelings.
In Den Oever stop ik even bij een pick-nick tafel, de haven laat ik nu eens links liggen. Naar Medemblik gaat het met deze noordenwind kostelijk. Elke snelheid is goed en kost relatief weinig inspanning. Met dezelfde hartslag 118 als naar Den Helder rij ik nu 41 km/u. Om 50 km per uur te rijden is hartslag 143 nodig. Dat hou ik een minuut of tien aan en ben al om 11.30 uur in Medemblik voor de espresso. De likeur met slagroom is er weer bij, heerlijk.
Al vlot stap ik weer in en geniet van het uitzicht vanaf de dijk naar Enkhuizen. Het is duidelijk rustiger dan andere tochten, de vakantie heeft natuurlijk veel mensen naar elders gebracht. Wel zijn er veel randonneurs, herkenbaar aan de vele tassen op hun fiets. Van heel ver zijn met name de tassen links en rechts naast het voorwiel opvallend. Ik zwaai altijd vriendelijk naar ze en ze zwaaien, het zijn meestal man en vrouw, vriendelijk terug.
Het fietspad op de dijk is zo rustig dat ik makkelijk boven de 40 km/u kan rijden, da's normaal wel anders. De wind is stevig, veel zeilboten aan de wind hebben een rif in het grootzeil, een teken dat het tussen 4 en 5 Bft waait. Ik passeer Enkhuizen vlot en pauzeer weer even op de dijk van het IJsselmeer naar Hoorn. De wind krijg ik nu uiteraard van rechts en met 38 km/u en de al vertrouwde hartslag 118 ben ik zo in Hoorn.
Tot aan Edam Volendam, de wind heb ik beurtelings van achter, dan weer van links en rechts, gebeurt er weinig spectaculairs. Echte opwinding komt pas weer in Midden-Beemster. Ik rij op het fietspad en zie een mevrouw in een Peugeot van links komen. Ze moet stoppen om mij voorrang te geven, maar kijkt totaal niet en rost zo het fietspad over. Ik moet een noodstop maken en toeter dat het een lieve lust is, stom wijf!.
De kermis is voorbij en ik kan lekker doorrijden. Ook het landelijke De Rijp is rustiger dan normaal. Door de korte pauzes begin ik de vermoeidheid toch wat te voelen, met name in de knieën. Gelukkig geen pijn, maar met 34 km/u per uur tegen de stevige wind vind ik het wel mooi.
Op de pont weer de aardige gesprekken met andere (race)fietsers. Al rij ik ze met maar 36 km/u tegen wind voorbij, voor hen is het een heel groot snelheidsverschil.
Om 15.50 uur ben ik, heel vroeg dit keer, al weer thuis.
188 km.
Totaal nu 4180 km in vier maanden, één lekke band.
De jaarlijkse rupsenprocessie is weer begonnen. Grote zwarte harige rupsen kruisen mijn pad. Uiteraard doe ik mijn best om ze te ontwijken.
Om 10.35 uur ben ik bij Total De Kooij en werk een banaan weg. Een autobestuurder moet lachen en vraagt of 'bananen' 'bananen' eten. Ik zeg hem dat ik 50 km kan rijden op een banaan. Lachen natuurlijk.
Op weg naar Den Oever krijg ik de wind dwars, da's duidelijk prettiger. Juist als ik het betonnen fietspad op het voormalige eiland Wieringen oprij, zie ik een hermelijn aan de kant van het pad zitten. Mooi diertje met zijn witte buik en bruine rug. Hij blijft rustig zitten en ik passeer hem rakelings.
In Den Oever stop ik even bij een pick-nick tafel, de haven laat ik nu eens links liggen. Naar Medemblik gaat het met deze noordenwind kostelijk. Elke snelheid is goed en kost relatief weinig inspanning. Met dezelfde hartslag 118 als naar Den Helder rij ik nu 41 km/u. Om 50 km per uur te rijden is hartslag 143 nodig. Dat hou ik een minuut of tien aan en ben al om 11.30 uur in Medemblik voor de espresso. De likeur met slagroom is er weer bij, heerlijk.
Al vlot stap ik weer in en geniet van het uitzicht vanaf de dijk naar Enkhuizen. Het is duidelijk rustiger dan andere tochten, de vakantie heeft natuurlijk veel mensen naar elders gebracht. Wel zijn er veel randonneurs, herkenbaar aan de vele tassen op hun fiets. Van heel ver zijn met name de tassen links en rechts naast het voorwiel opvallend. Ik zwaai altijd vriendelijk naar ze en ze zwaaien, het zijn meestal man en vrouw, vriendelijk terug.
Het fietspad op de dijk is zo rustig dat ik makkelijk boven de 40 km/u kan rijden, da's normaal wel anders. De wind is stevig, veel zeilboten aan de wind hebben een rif in het grootzeil, een teken dat het tussen 4 en 5 Bft waait. Ik passeer Enkhuizen vlot en pauzeer weer even op de dijk van het IJsselmeer naar Hoorn. De wind krijg ik nu uiteraard van rechts en met 38 km/u en de al vertrouwde hartslag 118 ben ik zo in Hoorn.
Tot aan Edam Volendam, de wind heb ik beurtelings van achter, dan weer van links en rechts, gebeurt er weinig spectaculairs. Echte opwinding komt pas weer in Midden-Beemster. Ik rij op het fietspad en zie een mevrouw in een Peugeot van links komen. Ze moet stoppen om mij voorrang te geven, maar kijkt totaal niet en rost zo het fietspad over. Ik moet een noodstop maken en toeter dat het een lieve lust is, stom wijf!.
De kermis is voorbij en ik kan lekker doorrijden. Ook het landelijke De Rijp is rustiger dan normaal. Door de korte pauzes begin ik de vermoeidheid toch wat te voelen, met name in de knieën. Gelukkig geen pijn, maar met 34 km/u per uur tegen de stevige wind vind ik het wel mooi.
Op de pont weer de aardige gesprekken met andere (race)fietsers. Al rij ik ze met maar 36 km/u tegen wind voorbij, voor hen is het een heel groot snelheidsverschil.
Om 15.50 uur ben ik, heel vroeg dit keer, al weer thuis.
188 km.
Totaal nu 4180 km in vier maanden, één lekke band.