Gisteren gebeld met TDP pedals. Ralph Zeetsen zelf aan de lijn. Hij vertelt dat er een steeds groter aantal ligfietsers met TDP pedalen rondrijdt. Ik bestel alleen een set van twee nieuwe assen, kosten 72 euro. Hij zal ze met een acceptgiro naar me opsturen.
Tijdens de rit naar Giessen komt er weer een vervelend geluid uit de achterbrug. Het is een soort licht ratelen, veroorzaakt doordat er iets tussen de spaken lijkt te komen. Omdat de bout in de achteras nog moet worden vervangen, rij ik vanmiddag naar Velomobiel.nl. Allert haalt het achterwiel eruit en we zien samen direct dat er iets tegen de spaken heeft gelopen. Allert weet wat ie moet doen, geen kleinigheidje. De hele achterbrug moet tussen een halve en en hele graad worden versteld. Met eindeloos geduld wordt de klus geklaard. Het gesprek komt weer op de nieuwe kogelkopjes. Allert zegt dat de nieuwe fietsen in de toekomst, ondanks het meerdere werk om de veerpoten te verwijderen, toch met de nieuwe kopjes zullen worden uitgerust. Ik merk op dat dat voor mijn nieuwe fiets niet relevant zal zijn omdat daar nog geen slijtage in zit. Allert zegt:'Ga dan maar eens met mijn fiets een stukje rijden en zoek vooral een stuk slecht wegdek op'. Dat is niet aan dovemansoren gezegd. Ik rij zo in Allerts fiets weg, we zijn vrijwel even lang. Nou beste lezers, dit is heel andere koffie. Allerts fiets is geheel en al stil, alleen resonanties in de body zijn nog hoorbaar. Dit laatste is alleen te vermijden door een verstijving in de romp direct naast en achter de stoel. Allerts fiets heeft deze verstijving niet, de mijne al wel. Het is dus wel degelijk zo dat de gelagerde kogelkopjes ook een nieuwe fiets mooi stil maken.
Nadat de achterbrug is gejusteerd, gaat de achteras in de draaibank en wordt er een M8 bout gemonteerd waar eerder een M6 in enkele fietsen onvoldoende sterk bleek.
Tenslotte wordt de veerpoot rechtsvoor gedemonteerd om de 'happende' voorrem te verhelpen.
Nadat ik een nieuw afdekkapje voor de schuimkap meekrijg, geen idee waar dit gebleven is, rij ik om 18.00 uur weer naar huis. Een prettig en heel zinvol bezoek.
zaterdag 30 september 2006
woensdag 27 september 2006
Giessen 2006 foto's
Van de fietstocht naar Giessen heb ik een aantal foto's gemaakt.
Klik op de kop van dit item om naar de fotopagina te gaan.
Klik op de kop van dit item om naar de fotopagina te gaan.
Giessen maandag 25-9
Voor vertrek uit Giessen heeft Allert mijn voorderailleur wat bijgesteld. Ik kan nu alle versnellingen op de voorderailleur weer gebruiken. Wel maakt de derailleur op het kleine en middelste blad lawaai. Met het stelschroefje aan het stuur krijg ik ook het middelste blad redelijk stil. Het kleine blad blijft aanlopen, maar dat hoef ik vandaag niet heel vaak meer te gebruiken.
Voor vertrek had ik al geconstateerd dat de spiebanen van de TDP pedalen behoorlijk uitgesleten waren. Dom dat ik ze niet al eerder had vervangen, ik had al geconstateerd dat er een 'tik' in kwam. Alleen bij zuiver rond trappen blijft het lawaai beperkt. Tijdens het weekend wordt de tik steeds luider. Gelukkig blijft het wel heel en ik merk ook geen extra weerstand. Ik zal snel een nieuw setje bestellen.
Na een redelijk goede nachtrust vertrekken we weer in twee groepen naar Nederland. Ymte zet alle achtergebleven spullen voor de slagboom neer. Ook de niet-afgewassen etensblikken van Bastiaan staan erbij :).
Het eerste deel van de rit gaat het weer ongehoord hard. Ook nu weer loopt de snelheid tijdens de afdaling op tot ruim in de 90 km/u. Daarna geniet iedereen van een tientallen kilometers lang vals plat omlaag. Na het zuur van het vele klimmen, nu het zoet van de geleidelijke afdaling. Alleen na de schitterende Möhnesee, we passeren de beroemde dam, moet de hartslag nog even op bijna maximaal om de heel steile klim te volbrengen.
Mijn ketting loopt er nog een keer af, maar even opschakelen naar het grote blad terwijl de Quest door Ymte van achteren wordt opgetild, lost dit snel op.
Bij een pauze stopt er een 63-jarige Duitser met een handbike naast ons. Prachtige energieke kerel die moeiteloos 100 km aflegt met een snelheid van 30 tot 33 km/u.
Bij de supermarkt die we halverwege weer bezoeken treffen we de eerder vertrokken 'snelle' groep aan. Ze zijn er nog maar relatief kort en verbazen zich er over dat wij er al zijn.
Tijdens het eten wordt ik in mijn lip gestoken door een wesp, pijnlijk en niet zonder gevaar. Ik krijg alleen een dikke lip, verdere nare gevolgen blijven uit.
Na 150 km nemen wij afscheid van Harry Lieben en Anton Luijtink. Zij gaan via Enschede noordwaarts richting Groningen. Voorrijder Ymte voert de snelheid wat op, een kleinere groep kan harder rijden. Ook hier is het vals plat zeer prettig. Urenlang 35 km/u rijden met een hartslag van 100 tot 110 is zeer comfortabel.
Al om half zes rijden we, ondanks dat we een paar keer verkeerd rijden, Winterswijk binnen. Twee uur eerder dan vorig jaar.
We genieten weer van de gastvrijheid van Mark Burgers van ACE en drinken koffie met koek.
Mijn vriend Jan arriveert even later met de bus en goed twee uur later zijn we thuis.
Conclusie: Een heerlijk fietsweekend met veel kameraadschap. Er wordt altijd gewacht tot de langzaamste boven is. Er is een goed systeem van voorrijder en achterrijder. Niemand hoeft zich te forceren. Dank aan iedereen, in het bijzonder Ymte en Allert van Velomobiel.nl die zonder mopperen de technische nono die ik ben indien nodig helpt.
Voor vertrek had ik al geconstateerd dat de spiebanen van de TDP pedalen behoorlijk uitgesleten waren. Dom dat ik ze niet al eerder had vervangen, ik had al geconstateerd dat er een 'tik' in kwam. Alleen bij zuiver rond trappen blijft het lawaai beperkt. Tijdens het weekend wordt de tik steeds luider. Gelukkig blijft het wel heel en ik merk ook geen extra weerstand. Ik zal snel een nieuw setje bestellen.
Na een redelijk goede nachtrust vertrekken we weer in twee groepen naar Nederland. Ymte zet alle achtergebleven spullen voor de slagboom neer. Ook de niet-afgewassen etensblikken van Bastiaan staan erbij :).
Het eerste deel van de rit gaat het weer ongehoord hard. Ook nu weer loopt de snelheid tijdens de afdaling op tot ruim in de 90 km/u. Daarna geniet iedereen van een tientallen kilometers lang vals plat omlaag. Na het zuur van het vele klimmen, nu het zoet van de geleidelijke afdaling. Alleen na de schitterende Möhnesee, we passeren de beroemde dam, moet de hartslag nog even op bijna maximaal om de heel steile klim te volbrengen.
Mijn ketting loopt er nog een keer af, maar even opschakelen naar het grote blad terwijl de Quest door Ymte van achteren wordt opgetild, lost dit snel op.
Bij een pauze stopt er een 63-jarige Duitser met een handbike naast ons. Prachtige energieke kerel die moeiteloos 100 km aflegt met een snelheid van 30 tot 33 km/u.
Bij de supermarkt die we halverwege weer bezoeken treffen we de eerder vertrokken 'snelle' groep aan. Ze zijn er nog maar relatief kort en verbazen zich er over dat wij er al zijn.
Tijdens het eten wordt ik in mijn lip gestoken door een wesp, pijnlijk en niet zonder gevaar. Ik krijg alleen een dikke lip, verdere nare gevolgen blijven uit.
Na 150 km nemen wij afscheid van Harry Lieben en Anton Luijtink. Zij gaan via Enschede noordwaarts richting Groningen. Voorrijder Ymte voert de snelheid wat op, een kleinere groep kan harder rijden. Ook hier is het vals plat zeer prettig. Urenlang 35 km/u rijden met een hartslag van 100 tot 110 is zeer comfortabel.
Al om half zes rijden we, ondanks dat we een paar keer verkeerd rijden, Winterswijk binnen. Twee uur eerder dan vorig jaar.
We genieten weer van de gastvrijheid van Mark Burgers van ACE en drinken koffie met koek.
Mijn vriend Jan arriveert even later met de bus en goed twee uur later zijn we thuis.
Conclusie: Een heerlijk fietsweekend met veel kameraadschap. Er wordt altijd gewacht tot de langzaamste boven is. Er is een goed systeem van voorrijder en achterrijder. Niemand hoeft zich te forceren. Dank aan iedereen, in het bijzonder Ymte en Allert van Velomobiel.nl die zonder mopperen de technische nono die ik ben indien nodig helpt.
Giessen zondag 24-9
Na een geslaagd bezoek aan Giessen maken we ons op voor de terugtocht naar de camping in Kallandthart. De tocht is uiteraard weer 130 km, maar het klimmen is vooral in de omgeving van Winterberg door de steilere stukken, heel zwaar. De wind hebben we in de rug, dus betekent het in de volle zon en geen koeling door rijwind dat het heel zwaar is. Ik beperk de hartslag tot rond de 140 en kom zeker niet als laatste boven.
Theo komt me nu zelfs een keer voorbij tijdens het klimmen, dat is voor het eerst. Even later haal ik hem weer in en hij roept dat ie dat niet op zich laat zitten. Hij probeert me weer in te halen en ik geef flink gas. Het lukt hem niet me weer te passeren :). Mijn hartslag zit nu op 160, rijkelijk hoog.
De afdalingen zijn ook nu weer spectaculair en gaan al weer tot boven de 90 km/u. Sommige durfals presteren het om nu al boven de 100 km per uur te rijden. Dat lef heb ik niet, het veilig thuiskomen staat toch wel hoog op het verlanglijstje.
De laatste en snelste afdaling is vlak voor de camping. Hier kunnen snelheden worden bereikt tot 110 km/u. Iedereen doet zijn kap erop en direct na elkaar gaan we omlaag. De Quest versnelt aanvankelijk geleidelijk aan tot 80 km/u. Dan komt plotseling Michel Terwischa in een Mango me voorbij. Hoe kan dat nou? Hij blijkt als een bezetene mee te trappen en dat helpt. Dan heb ik de pech dat een Ford Fiesta rijder achter een langzamere afdaler blijft hangen en ik door tegenliggend verkeer niet kan inhalen. Remmen is niet mijn populairste bezigheid, maar het moet nu wel degelijk. Als de Fiesta is afgeslagen loopt de snelheid op tot 88 km/u. Meer kan de Cat-Eye niet weergegeven en de teller gaat weer naar 0. Even later loopt ie via 5.0 weer op tot 11.9 en zelfs tot 16.2 km/u. Dit betekent een snelheid van 104 km/u. Dit blijft zeker een minuut op de teller staan, ongekend spectaculair. Het voelt evenwel heel stabiel aan en geen ogenblik heb ik het gevoel dat het niet onder controle is. De risico's van een lekke band of hard moeten remmen, dit laatste lukt natuurlijk nauwelijks, neem ik maar voor lief.
Sneller dan verwacht slaat de voor mij rijdende Ymte linksaf om via de tunnel naar de camping te rijden. Ik ben natuurlijk veel geplaagd over mijn doorrijden vorig jaar, dat gaat nu goed. Marcel Vriezekolk heeft een op zijn GPS vastgelegde maximum snelheid gereden van 110 km/u, ongelofelijk.
We eten met zijn allen in een restaurant in de buurt. De Bauernschmauss, veel gebakken uien en spek met varkensvlees gaan er goed in.
Ik heb uiteraard geen zin in mijn bed, het is om 23.00 uur al voor iedereen bedtijd. Daarom luister ik op de iPod nog anderhalf uur naar Anouk, Van Morrison en Chris Rea.
Ik slaap verder uitstekend in mijn donzen slaapzak.
Theo komt me nu zelfs een keer voorbij tijdens het klimmen, dat is voor het eerst. Even later haal ik hem weer in en hij roept dat ie dat niet op zich laat zitten. Hij probeert me weer in te halen en ik geef flink gas. Het lukt hem niet me weer te passeren :). Mijn hartslag zit nu op 160, rijkelijk hoog.
De afdalingen zijn ook nu weer spectaculair en gaan al weer tot boven de 90 km/u. Sommige durfals presteren het om nu al boven de 100 km per uur te rijden. Dat lef heb ik niet, het veilig thuiskomen staat toch wel hoog op het verlanglijstje.
De laatste en snelste afdaling is vlak voor de camping. Hier kunnen snelheden worden bereikt tot 110 km/u. Iedereen doet zijn kap erop en direct na elkaar gaan we omlaag. De Quest versnelt aanvankelijk geleidelijk aan tot 80 km/u. Dan komt plotseling Michel Terwischa in een Mango me voorbij. Hoe kan dat nou? Hij blijkt als een bezetene mee te trappen en dat helpt. Dan heb ik de pech dat een Ford Fiesta rijder achter een langzamere afdaler blijft hangen en ik door tegenliggend verkeer niet kan inhalen. Remmen is niet mijn populairste bezigheid, maar het moet nu wel degelijk. Als de Fiesta is afgeslagen loopt de snelheid op tot 88 km/u. Meer kan de Cat-Eye niet weergegeven en de teller gaat weer naar 0. Even later loopt ie via 5.0 weer op tot 11.9 en zelfs tot 16.2 km/u. Dit betekent een snelheid van 104 km/u. Dit blijft zeker een minuut op de teller staan, ongekend spectaculair. Het voelt evenwel heel stabiel aan en geen ogenblik heb ik het gevoel dat het niet onder controle is. De risico's van een lekke band of hard moeten remmen, dit laatste lukt natuurlijk nauwelijks, neem ik maar voor lief.
Sneller dan verwacht slaat de voor mij rijdende Ymte linksaf om via de tunnel naar de camping te rijden. Ik ben natuurlijk veel geplaagd over mijn doorrijden vorig jaar, dat gaat nu goed. Marcel Vriezekolk heeft een op zijn GPS vastgelegde maximum snelheid gereden van 110 km/u, ongelofelijk.
We eten met zijn allen in een restaurant in de buurt. De Bauernschmauss, veel gebakken uien en spek met varkensvlees gaan er goed in.
Ik heb uiteraard geen zin in mijn bed, het is om 23.00 uur al voor iedereen bedtijd. Daarom luister ik op de iPod nog anderhalf uur naar Anouk, Van Morrison en Chris Rea.
Ik slaap verder uitstekend in mijn donzen slaapzak.
Giessen zaterdag 23-9
Vandaag is een rustdag. Het is net als de eerste twee dagen weer volop zonnig en de temperatuur is 26 gr. C. We fietsen naar Giessen centrum. We moeten vrij lang wachten op de parkeerplaats voordat de 'snor' arriveert die ons naar Giessen zal begeleiden. Weer een mooi moment voor de Duitsers om weer op jacht te gaan naar gebruikte Quests. Zelfs proefritten worden gemaakt en.... de transactie rond de fiets van Niels komt hier rond.
Zoals gebruikelijk worden de kruisingen afgezet en de Duitse automobilisten accepteren dit als een gegeven. Moet je in ons land niet mee aankomen. Als hier het stoplicht op groen staat wordt er gas gegeven, de Duitsers wachten keurig tot alle 40 Velomobielen zijn gepasseerd.
Het is hier tevens de plek om de Duitse automobilisten te prijzen voor hun respect voor zwakkere verkeersdeelnemers. Ze houden meters afstand tijdens het passeren en blijven desnoods een kwartier achter een stoet Velomobielen rijden als het bergop gaat. Een verademing vergeleken met de verkeersmentaliteit bij ons.
De tocht voert naar het stadscentrum van Giessen. Hier worden alle Velomobielen opgesteld en veel inwoners van Giessen stellen vooral technische vragen. Vragen Nederlanders naar de prijs van een Velomobiel, de Duitsers vragen vooral of de fiets elektrisch of met lucht wordt aangedreven. We hebben veel tijd over voor we om 15.00 uur naar het Mathematisch Museum zullen gaan.
Op het moment dat we vertrekken til ik de Quest op, draai hem om en laat hem van te grote hoogte op het achterwiel stuiteren. Normaal geen probleem, nu wel. Ik stap in en wil wegrijden. Ik trap echter loos rond en kan niet wegkomen, de ketting ligt eraf. Ik probeer door opschakelen naar een hogere versnellingen de ketting er weer op te krijgen, maar het lukt niet. Gelukkig zijn Anton Luijtink van Go-Mango en in het dagelijks leven fietsenmaker nog in mijn buurt. Ook Kees van de Wetering is er nog en Anton en Kees proberen de ketting er weer op te krijgen. Hij zit echter muurvast en de trapasbracket moet losgemaakt worden. Na ruim een half uur werkt het weer een beetje en kan ik op alleen het middenblad rijden. Het maakt evenwel veel lawaai, er moet bij het Forsthaus nog maar even naar gekeken worden.
Het Mathematisch Museum is echt heel leuk. Heel veel opstellingen nodigen uit om de vele wiskundige zaken die ons leven beïnvloeden, zelf te bedienen. Dit varieert van geometrische puzzles tot bellenblaas opstellingen. Iedereen heeft veel plezier met de vele opstellingen die gezichtsbedrog opleveren.
Op de terugweg zal er geracet worden naar de camping. Ik kan het met maar één voorblad wel vergeten en ik doe niet mee. De race wordt verder een rommeltje. De nummers één en twee, waaronder Ymte, slaan voor de finish verkeerd af en verliezen zo de wedstrijd. Bastiaan Welmers neemt wel de goede route en wint. Van een prijsuitreiking merk ik niks.
Voor het eten is er een lezing over de Leitra en van de huidige eigenaar van Cab-bike. Hieruit blijkt dat de Leitra, hoewel dit een van de oudste Velomobiel ontwerpen is, qua geavanceerdheid van de wielophanging niet kan tippen aan de Quest en de Mango. Met name het feit dat de invering van de Leitra extra rolweerstand en bandenslijtage oplevert, is verrassend.
De Cab-bike is een weinig fraai ogende, als een soort doodskist uitziende Velomobiel. Toch kent de fiets een behoorlijke schare aanhangers. Een groot voordeel is de levertijd van niet meer dan een maand.
Zoals gebruikelijk worden de kruisingen afgezet en de Duitse automobilisten accepteren dit als een gegeven. Moet je in ons land niet mee aankomen. Als hier het stoplicht op groen staat wordt er gas gegeven, de Duitsers wachten keurig tot alle 40 Velomobielen zijn gepasseerd.
Het is hier tevens de plek om de Duitse automobilisten te prijzen voor hun respect voor zwakkere verkeersdeelnemers. Ze houden meters afstand tijdens het passeren en blijven desnoods een kwartier achter een stoet Velomobielen rijden als het bergop gaat. Een verademing vergeleken met de verkeersmentaliteit bij ons.
De tocht voert naar het stadscentrum van Giessen. Hier worden alle Velomobielen opgesteld en veel inwoners van Giessen stellen vooral technische vragen. Vragen Nederlanders naar de prijs van een Velomobiel, de Duitsers vragen vooral of de fiets elektrisch of met lucht wordt aangedreven. We hebben veel tijd over voor we om 15.00 uur naar het Mathematisch Museum zullen gaan.
Op het moment dat we vertrekken til ik de Quest op, draai hem om en laat hem van te grote hoogte op het achterwiel stuiteren. Normaal geen probleem, nu wel. Ik stap in en wil wegrijden. Ik trap echter loos rond en kan niet wegkomen, de ketting ligt eraf. Ik probeer door opschakelen naar een hogere versnellingen de ketting er weer op te krijgen, maar het lukt niet. Gelukkig zijn Anton Luijtink van Go-Mango en in het dagelijks leven fietsenmaker nog in mijn buurt. Ook Kees van de Wetering is er nog en Anton en Kees proberen de ketting er weer op te krijgen. Hij zit echter muurvast en de trapasbracket moet losgemaakt worden. Na ruim een half uur werkt het weer een beetje en kan ik op alleen het middenblad rijden. Het maakt evenwel veel lawaai, er moet bij het Forsthaus nog maar even naar gekeken worden.
Het Mathematisch Museum is echt heel leuk. Heel veel opstellingen nodigen uit om de vele wiskundige zaken die ons leven beïnvloeden, zelf te bedienen. Dit varieert van geometrische puzzles tot bellenblaas opstellingen. Iedereen heeft veel plezier met de vele opstellingen die gezichtsbedrog opleveren.
Op de terugweg zal er geracet worden naar de camping. Ik kan het met maar één voorblad wel vergeten en ik doe niet mee. De race wordt verder een rommeltje. De nummers één en twee, waaronder Ymte, slaan voor de finish verkeerd af en verliezen zo de wedstrijd. Bastiaan Welmers neemt wel de goede route en wint. Van een prijsuitreiking merk ik niks.
Voor het eten is er een lezing over de Leitra en van de huidige eigenaar van Cab-bike. Hieruit blijkt dat de Leitra, hoewel dit een van de oudste Velomobiel ontwerpen is, qua geavanceerdheid van de wielophanging niet kan tippen aan de Quest en de Mango. Met name het feit dat de invering van de Leitra extra rolweerstand en bandenslijtage oplevert, is verrassend.
De Cab-bike is een weinig fraai ogende, als een soort doodskist uitziende Velomobiel. Toch kent de fiets een behoorlijke schare aanhangers. Een groot voordeel is de levertijd van niet meer dan een maand.
vrijdag 22 september 2006
Giessen vrijdag 22-9
Het is ook nu weer heel vroeg dag. Vandaag staat de 130 km naar Giessen op het programma. 130 km is normaal een peulenschil, maar dit is heel andere koffie. Het is de hele dag klimmen en dalen. De grootste hoogte die we bereiken is een kleine 800 meter. Dit is bij Winterberg, een 40 km na het vertrek.
Theo van Goor heeft goed geslapen. We hebben Theo een hart onder de riem gestoken en hem verzekerd dat we hem desnoods de berg opslepen. Hij krijgt een magnesium tablet van Harry Lieben. We 'helpen' Theo met het 'leegruimen' van zijn Quest. D'r zit zeker 15 kg , waaronder een oerdegelijke werkplaatsfietspomp, teveel in zijn fiets. Dat blijft mooi op de camping en met een veel lichtere fiets gaat Theo het proberen. Gelukkig gaat het nu een stuk beter. Hij kan tenminste verschillende bananen binnenhouden en voldoende drinken. Ook is er in de groep afgesproken dat niet iedereen naar boven demarreert en Theo alleen achterlaat. Dat helpt, Theo komt nu goed mee. De verschrikkelijke kramp waar Theo gisteren mee te kampen had blijft nu uit. De belangrijkste rol is weggelegd voor het toverwoord 'drinken'. Theo drinkt vandaag zeker 6 liter water.
Een nieuw fenomeen, remparachutes, neemt Anton Luijtink voor zijn rekening. Anton wil niet graag met enorme snelheden naar beneden. Als de snelheid boven de 50 km/u komt gooit ie twee gifgroene remparachutes naar buiten en voorkomt daarmee het versnellen tot boven 55 km/u. Het is best een leuk gezicht en ik maak er een paar foto's van. De URL waar alle foto's opstaan laat ik nog weten.
Het klimmen met de 26" Quest gaat iets makkelijker dan met de 20" Quest. Ik heb minder spullen mee en de versnellingen zijn zo gekozen dat ik iets meer omwentelingen kan trappen bij gelijke snelheid.
Het blijft evenwel loodzwaar. De langste klimmen zijn bijna een uur lang. De steilste stukken zijn 8 tot 10% en dat vergt een hartslag van 156 slagen per minuut. Het kan minder, maar dan wordt het traptempo zodanig laag dat het nog slechts stampen wordt. Nu kan ik nog een behoorlijke cadans aanhouden.
Met Theo gaat het steeds beter en uiteindelijk haalt ie zielsgelukkig de bestemming.
Laat in de namiddag komen we samen in Giessen in het Forsthaus aan. Het eerste wat ik doe is een fles bier naar binnen klokken, heerlijk. Ik zie veel bekende gezichten die er vorig jaar ook al waren.
Verschillende Duitse deelnemers proberen een Quest te kopen. Met de huidige lange wachttijd is het natuurlijk mogelijk dat er onder de huidige Questrijders fietsers zijn die eerdaags een nieuwe 26" Quest krijgen. Het lukt Niels Vogel dan ook moeiteloos om zijn huidige 20" Quest voor een uitstekende prijs aan een Duitse deelnemer te verkopen. Het maakt niet uit dat die Quest 100.000 km heeft gereden.
's Avonds is er een lezing van een Duitse meneer over verzekeren van een Velomobiel, oervervelend. Het wordt ook voor de Duitse meneer oervervelend als ene Wim Schermer vertelt dat de verzekering van een Quest in Nederland, zonder vervelende beperkingen, maar de helft kost van de prijs die de man wil berekenen aan zijn klanten.
De bedden in het Forsthaus zijn uitstekend, maar ook hier liggen weer snurkers. Nogmaals, ik zal volgend jaar oordoppen meenemen.
Theo van Goor heeft goed geslapen. We hebben Theo een hart onder de riem gestoken en hem verzekerd dat we hem desnoods de berg opslepen. Hij krijgt een magnesium tablet van Harry Lieben. We 'helpen' Theo met het 'leegruimen' van zijn Quest. D'r zit zeker 15 kg , waaronder een oerdegelijke werkplaatsfietspomp, teveel in zijn fiets. Dat blijft mooi op de camping en met een veel lichtere fiets gaat Theo het proberen. Gelukkig gaat het nu een stuk beter. Hij kan tenminste verschillende bananen binnenhouden en voldoende drinken. Ook is er in de groep afgesproken dat niet iedereen naar boven demarreert en Theo alleen achterlaat. Dat helpt, Theo komt nu goed mee. De verschrikkelijke kramp waar Theo gisteren mee te kampen had blijft nu uit. De belangrijkste rol is weggelegd voor het toverwoord 'drinken'. Theo drinkt vandaag zeker 6 liter water.
Een nieuw fenomeen, remparachutes, neemt Anton Luijtink voor zijn rekening. Anton wil niet graag met enorme snelheden naar beneden. Als de snelheid boven de 50 km/u komt gooit ie twee gifgroene remparachutes naar buiten en voorkomt daarmee het versnellen tot boven 55 km/u. Het is best een leuk gezicht en ik maak er een paar foto's van. De URL waar alle foto's opstaan laat ik nog weten.
Het klimmen met de 26" Quest gaat iets makkelijker dan met de 20" Quest. Ik heb minder spullen mee en de versnellingen zijn zo gekozen dat ik iets meer omwentelingen kan trappen bij gelijke snelheid.
Het blijft evenwel loodzwaar. De langste klimmen zijn bijna een uur lang. De steilste stukken zijn 8 tot 10% en dat vergt een hartslag van 156 slagen per minuut. Het kan minder, maar dan wordt het traptempo zodanig laag dat het nog slechts stampen wordt. Nu kan ik nog een behoorlijke cadans aanhouden.
Met Theo gaat het steeds beter en uiteindelijk haalt ie zielsgelukkig de bestemming.
Laat in de namiddag komen we samen in Giessen in het Forsthaus aan. Het eerste wat ik doe is een fles bier naar binnen klokken, heerlijk. Ik zie veel bekende gezichten die er vorig jaar ook al waren.
Verschillende Duitse deelnemers proberen een Quest te kopen. Met de huidige lange wachttijd is het natuurlijk mogelijk dat er onder de huidige Questrijders fietsers zijn die eerdaags een nieuwe 26" Quest krijgen. Het lukt Niels Vogel dan ook moeiteloos om zijn huidige 20" Quest voor een uitstekende prijs aan een Duitse deelnemer te verkopen. Het maakt niet uit dat die Quest 100.000 km heeft gereden.
's Avonds is er een lezing van een Duitse meneer over verzekeren van een Velomobiel, oervervelend. Het wordt ook voor de Duitse meneer oervervelend als ene Wim Schermer vertelt dat de verzekering van een Quest in Nederland, zonder vervelende beperkingen, maar de helft kost van de prijs die de man wil berekenen aan zijn klanten.
De bedden in het Forsthaus zijn uitstekend, maar ook hier liggen weer snurkers. Nogmaals, ik zal volgend jaar oordoppen meenemen.
woensdag 20 september 2006
Giessen woensdag 20-9
Vandaag heb ik rustig de tijd om alles voor de fietstocht naar Giessen klaar te maken. De vele handdoeken, hemden, ondergoed, van alles veel te veel, die ik vorig jaar meehad kunnen nu domweg niet meer in de Quest. Daarom nu twee fietshemden, twee fietsbroeken, één dunne lange broek, lichte sneakers en twee mini handdoekjes kunnen makkelijk in de Quest.
Mijn vriend Jan Veenis brengt me met de bus naar Winterswijk. We zijn later dan vorig jaar, thuis nog even lekker gegeten :) en ontmoeten om 21.00 uur de meeste fietsers die morgenochtend om 8.00 uur zullen vertrekken. Vorig jaar sliep ik moeilijk in op het dunne matje. Daarom heb ik een fles Port meegenomen, mijn standaard slaapmutsje. De inhoud van de fles verdampt dankzij de medewerking van mijn medefietsers in een oogwenk.
Om 23.00 uur, 2,5 uur voor mijn gebruikelijke tijdstip gaat het licht uit. Ik lig te draaien en te luisteren naar de verschillende snurkers. Ook een aantal muggen houden me uit de slaap. Volgend jaar maar oordoppen meenemen. Stom van me, ik heb ze thuis liggen. Ook Kees van de Wetering, hij ligt naast me, kan de slaap niet vatten en ligt nog langer wakker.
Mijn vriend Jan Veenis brengt me met de bus naar Winterswijk. We zijn later dan vorig jaar, thuis nog even lekker gegeten :) en ontmoeten om 21.00 uur de meeste fietsers die morgenochtend om 8.00 uur zullen vertrekken. Vorig jaar sliep ik moeilijk in op het dunne matje. Daarom heb ik een fles Port meegenomen, mijn standaard slaapmutsje. De inhoud van de fles verdampt dankzij de medewerking van mijn medefietsers in een oogwenk.
Om 23.00 uur, 2,5 uur voor mijn gebruikelijke tijdstip gaat het licht uit. Ik lig te draaien en te luisteren naar de verschillende snurkers. Ook een aantal muggen houden me uit de slaap. Volgend jaar maar oordoppen meenemen. Stom van me, ik heb ze thuis liggen. Ook Kees van de Wetering, hij ligt naast me, kan de slaap niet vatten en ligt nog langer wakker.
Voorbereidingen Giessen
Na vijf heerlijke zeildagen met mijn vriend Jan Veenis ben ik helemaal één dag thuis om de nodige voorbereidingen te treffen voor de tocht naar Giessen in Duitsland.
Vanavond rij ik nog een trainingsrondje om het fietsen niet al te zeer te ontwennen.
Morgen een belangrijke dag. De contracten voor de bouw van onze nieuwe stolpboerderij zullen we gaan ondertekenen.
Morgenavond zal ik door Jan Veenis met de Quest in de bus naar Winterswijk worden gebracht. Donderdagmorgen om 8.00 uur zal de caravaan Velomobielen naar Duitsland vertrekken.
Dus lieve lezers, de komende dagen zal ik veel fietsen, maar weinig schrijven. Jullie houden mijn verslag tegoed.
Vanavond rij ik nog een trainingsrondje om het fietsen niet al te zeer te ontwennen.
Morgen een belangrijke dag. De contracten voor de bouw van onze nieuwe stolpboerderij zullen we gaan ondertekenen.
Morgenavond zal ik door Jan Veenis met de Quest in de bus naar Winterswijk worden gebracht. Donderdagmorgen om 8.00 uur zal de caravaan Velomobielen naar Duitsland vertrekken.
Dus lieve lezers, de komende dagen zal ik veel fietsen, maar weinig schrijven. Jullie houden mijn verslag tegoed.
donderdag 14 september 2006
Niet fietsen maar zeilen
Na de Gerrie Knetemann classic heb ik - behalve vanavond - helaas niet meer gefietst. Ik heb een paar dagen in Londen gezeten voor de introductie van nieuwe Apple producten. Altijd gezellig zo'n tripje met collega-dealers en mensen van retailorganisaties als MediaMarkt en Dixons.
Ik heb de Quest inmiddels voorzien van nieuwe banden. Alle al gebruikte banden hebben zoveel beschadigingen, dat ik het niet aandurf om met 100 km per uur van de heuvels in Duitsland mee omlaag te racen. Ik heb voor twee nieuwe Primo Comets van 1,5 inch gemonteerd. Achter zit de Schwalbe Marathon racer er nog op die nieuw is meegeleverd. De Racers zijn aardig slijtvast. Ik heb er nu 5500 km mee gereden en het profiel is nog steeds goed aanwezig.
Tot en met a.s. dinsdag zeil ik met mijn vriend Jan Veenis op zijn Dehler Duetta 94 op het IJsselmeer en de Waddenzee.
Volgende week woensdag rijden wij naar Winterswijk, verzamelplaats voor de Giessengangers. Donderdag zal de groep Velomobielen, waaronder ik, naar Giessen rijden.
Ik heb de Quest inmiddels voorzien van nieuwe banden. Alle al gebruikte banden hebben zoveel beschadigingen, dat ik het niet aandurf om met 100 km per uur van de heuvels in Duitsland mee omlaag te racen. Ik heb voor twee nieuwe Primo Comets van 1,5 inch gemonteerd. Achter zit de Schwalbe Marathon racer er nog op die nieuw is meegeleverd. De Racers zijn aardig slijtvast. Ik heb er nu 5500 km mee gereden en het profiel is nog steeds goed aanwezig.
Tot en met a.s. dinsdag zeil ik met mijn vriend Jan Veenis op zijn Dehler Duetta 94 op het IJsselmeer en de Waddenzee.
Volgende week woensdag rijden wij naar Winterswijk, verzamelplaats voor de Giessengangers. Donderdag zal de groep Velomobielen, waaronder ik, naar Giessen rijden.
zaterdag 9 september 2006
Gerrie Knetemann Classic
Vandaag ga ik de Gerrie Knetemann Classic rijden. Dit is een 150 km toertocht, de eerste in een hopenlijk lange traditie, als eerbetoon aan de vorig jaar overleden Gerrie Knetemann. Het programma meldt dat het een 'cyclosportieve toertocht' is. Betekent dit nou gewoon rustig toeren of toch zo hard als je kunt. Maar.... waarom krijg ik dan gisteravond tijdens de inschrijving in Motel Akersloot een chip uitgereikt?
Vanmorgen plak ik de chip op de wielkast vast en vertrek om 9.40 uur naar Akersloot. Het advies van de organisatie is zo laat mogelijk vertrekken, dan is het het rustigst.
Om 9.55 rij ik over de startlijn. Een dubbele piep geeft aan dat de tijdregistratie mij 'ziet'. Langs bekende wegen in Uitgeest, Krommenie en de Wormer gaat het richting Waterland. Tegen wind rij ik steeds iets boven de 40 km/u. Het zuidelijkste punt is vlakbij het IJ in Amsterdam. Tot nu toe zie ik niet veel wielrenners, maar dat zal snel veranderen.
Bij de eerste ravitailleringspost bij Watergang is het een drukte van belang. Op grote tafels liggen honderden halve bananen en er is voldoende te drinken. Ik praat even met een oud-medewerker van de ligfietswinkel die mij bij naam en toenaam kent. Na een plasje ga ik na een minuut of 8 weer onderweg. De wind komt nu van rechts en de snelheid loopt nu op naar 43 km/u. Ik ben nu voortdurend bezig groepen wielrenners in te halen. Ze reageren redelijk op mijn claxon, nu nog wel...
Door de Purmer heb ik veel last van drempels in de weg. Boven de 32 km/u kan ik ze niet nemen, de fiets krijgt te harde klappen.
Op de meeste kruisingen staan verkeersregelaars die resoluut het kruisende verkeer tegenhouden en de fietsers vrij baan geven, heel comfortabel. Na Purmerend gaat het in noord-oostelijke richting en de wind komt wat achterlijker in. Dit betekent dat de snelheid steeds 45 km/u en hoger wordt, heerlijk om zo hard door de polders te scheuren. Wel moet ik steeds meer pelotons wielrenners aan de kant toeteren. Soms hoor ik wat gefoeter tijdens het passeren, maar het gaat nog steeds redelijk goed.
Bij Ursem gaan de hekken van de hefbrug vlak voor mijn neus dicht. Ik zeg tegen de brugwachtster dat ze mij er geen plezier mee doet. Ze zegt 'ze hebben me niet ingelicht' en tergend langzaam gaat de brug omhoog. Na een vijftal minuten gaat als laatste het hek waarachter ik sta open, dat ook nog.
Vlak voor de ravitailleringspost bij Heerhugowaard zie ik een Quest voor me rijden. Ik voel dat ik wat moet eten en ik stop even voor een broodje en wat drinken.
Ik sla bij de ravitailleringspost wel af, maar eigenlijk heb ik er niks te zoeken. Met een grote boog verlaat ik het terrein weer. Wel zie ik dat de Quest bij de ravitailleringspost staat.
De route van 100 en 150 km zijn nu samengevoegd en het wordt wel erg druk. Ik ben nu continue wielrenners aan het inhalen. Het is nu zo druk dat de fietsers soms niet meer aan de kant gaan. In Heerhugowaard gaat het dan ook fout. Ik toeter constant, maar het maakt geen indruk meer. Ik neem wat meer risico en haal toch maar in. Dat komt me op gevloek van een paar fietsers te staan. Ze schreeuwen dat het een toertocht is..... ja, dat weet ik ...maar..
In de Geestmer-Ambacht krijg ik voor het eerst vandaag een groep wielrenners in mijn wiel, da's kasie voor Wim. Ik haal ze langzaam in met 45 km/u en er springen er 4 uit het peloton met me mee. Ik hou ze even 'aan de lijn' en versnel langzaam tot ruim 50 km/u. Dat kunnen de mannen nog volhouden. Ik gooi nog wat kolen op het vuur en bij 52 km/u geven de renners het op. Ze roepen me nog wat na, maar dat hoor ik niet meer.
De Quest heeft al een paar keer een pootje opgetild. Eén keer reken ik erop, een tweede keer schrik ik me rot. De Questrijder die ik voor me zag rijden, haalt me nu heel langzaam in. We rijden een tijdje naar elkaar, hij kent me, ik hem niet. Het is Frank Bouwer uit Alkmaar met Quest 74. Frank is al een paar keer verkeerd gereden. Even later kan ik hem niet meer bijhouden, da's gek. Ik merk dat de besturing heel zompig aanvoelt. Dat betekent een langzaam leeglopende voorband. Ik stop en inderdaad, de linker voorband is vrijwel leeg.
Ik leg de Quest in het gras op zijn kant en haal de lekke combinatie van de velg. Ter vervanging heb ik een Schwalbe Marathon racer, een vouwband, bij me. Het omleggen gaat niet makkelijk, de band laat zich niet makkelijk om de velg leggen. Na de eerste poging is de band onrond en ik begin opnieuw. De band blijft onrond, misschien moet ik hem gewoon verder oppompen. Dat helpt inderdaad en ik pomp met de kleine Sigma Lambajet pomp de band tot 6 bar op. Da's overigens nog een pittig klusje.
Onderwijl passeren veel wielrenners die ik eerder inhaalde, mij weer. Eén roept 'eindelijk gerechtigheid'. Ik drink nog wat, eet nog een broodje en na een kwartier zit ik weer in de Quest. Het rijdt weer heerlijk en het gas gaat er op.
Ik heb er nu zo'n 120 km opzitten en mijn beide knieën worden gevoelig, nog niet pijnlijk. Ze hebben duidelijk te weinig rust gehad.
Tot nu toe is mijn gemiddelde snelheid 37 km/u. Na de lekke band is er nog 34,5 km/u van over. Da's jammer, want de route vanaf het Noord-Hollands kanaal door Bergen en Egmond verloopt tergend langzaam. Ik fiets normaal wel op de rijbaan, maar dat kan ik me nu niet permitteren. Er zijn controleposten waar de chip in mijn fiets wordt uitgelezen. De apparatuur daarvoor ligt op de fietspaden, in ieder geval niet op de rijbaan. Op de smalle fietspaden is 30 km/u al hard, zeker nu er ook veel tegenliggend fietsverkeer is. Nou ja... het is toch een toertocht.. of niet?
Ik stop even bij de derde ravitailleringspost onder Bergen en ik drink wat energiedrank. Enkele wielrenners vragen honderduit over de Quest en ik wordt wat ongeduldig.
Bezuiden Egmond aan Zee kan ik weer vaart maken. In Egmond-Binnen rijden twee wielrenners en een vrouw voor me. Ze rijden best hard maar ik haal ze met een kilometer of 10 verschil in. Er komt een tegenligger aan, een oude man op de fiets. Ik ben me van de prins geen kwaad en ik zet de inhaalmanoeuvre door. De wielrenners snijden de flauwe bocht af en komen over de as van de weg ... daar waar ik ook rij. Ik vlieg ze rakelings voorbij. De mannen schreeuwen moord en brand en zetten keihard aan om me in te halen en me de les te lezen. Nou, dat liever maar niet en zet een tandje bij. Inmiddels hebben we de wind weer tegen en met 45 km/u ben ik veilig voor het woeste stel. Ze geven hun inhaalpoging snel op. Even later sta ik in Limmen voor de gesloten spoorbomen, gelukkig net niet lang genoeg om de razende wielrenners te zien aansluiten.
Om 14.30 uur ben ik weer terug bij het Motel Akersloot, 4 uur en 32 minuten na de start. Ik blijk op de 36e plaats te staan van 694 renners. Gemiddelde snelheid, inclusief alle pauzes 33 km/u. Zonder lekke band zou ik rond de 15e plaats staan, best wel aardig. De eerste 10 renners zijn vrijwel allemaal gelijk binnen, kennelijk een goed peloton.
Frank Bouwer is er al en we praten wat na. Ik zie Frank later niet in de uitslag, mogelijk heeft ie een controle gemist.
Na tien minuten sta ik weer oog in oog met de boze wielrenners. Ze vegen me de pan uit. Dat zij zelf niet voldoende rechts hebben gehouden kan ik ze niet aan hun verstand peuteren. De boosheid is gelukkig getemperd en het blijft bij woorden.
Mooie toertocht die uiteindelijk toch in een soort tijdrit is geëindigd. Een compliment voor de organisatie, duidelijk zeer professioneel.
150 km
Vanmorgen plak ik de chip op de wielkast vast en vertrek om 9.40 uur naar Akersloot. Het advies van de organisatie is zo laat mogelijk vertrekken, dan is het het rustigst.
Om 9.55 rij ik over de startlijn. Een dubbele piep geeft aan dat de tijdregistratie mij 'ziet'. Langs bekende wegen in Uitgeest, Krommenie en de Wormer gaat het richting Waterland. Tegen wind rij ik steeds iets boven de 40 km/u. Het zuidelijkste punt is vlakbij het IJ in Amsterdam. Tot nu toe zie ik niet veel wielrenners, maar dat zal snel veranderen.
Bij de eerste ravitailleringspost bij Watergang is het een drukte van belang. Op grote tafels liggen honderden halve bananen en er is voldoende te drinken. Ik praat even met een oud-medewerker van de ligfietswinkel die mij bij naam en toenaam kent. Na een plasje ga ik na een minuut of 8 weer onderweg. De wind komt nu van rechts en de snelheid loopt nu op naar 43 km/u. Ik ben nu voortdurend bezig groepen wielrenners in te halen. Ze reageren redelijk op mijn claxon, nu nog wel...
Door de Purmer heb ik veel last van drempels in de weg. Boven de 32 km/u kan ik ze niet nemen, de fiets krijgt te harde klappen.
Op de meeste kruisingen staan verkeersregelaars die resoluut het kruisende verkeer tegenhouden en de fietsers vrij baan geven, heel comfortabel. Na Purmerend gaat het in noord-oostelijke richting en de wind komt wat achterlijker in. Dit betekent dat de snelheid steeds 45 km/u en hoger wordt, heerlijk om zo hard door de polders te scheuren. Wel moet ik steeds meer pelotons wielrenners aan de kant toeteren. Soms hoor ik wat gefoeter tijdens het passeren, maar het gaat nog steeds redelijk goed.
Bij Ursem gaan de hekken van de hefbrug vlak voor mijn neus dicht. Ik zeg tegen de brugwachtster dat ze mij er geen plezier mee doet. Ze zegt 'ze hebben me niet ingelicht' en tergend langzaam gaat de brug omhoog. Na een vijftal minuten gaat als laatste het hek waarachter ik sta open, dat ook nog.
Vlak voor de ravitailleringspost bij Heerhugowaard zie ik een Quest voor me rijden. Ik voel dat ik wat moet eten en ik stop even voor een broodje en wat drinken.
Ik sla bij de ravitailleringspost wel af, maar eigenlijk heb ik er niks te zoeken. Met een grote boog verlaat ik het terrein weer. Wel zie ik dat de Quest bij de ravitailleringspost staat.
De route van 100 en 150 km zijn nu samengevoegd en het wordt wel erg druk. Ik ben nu continue wielrenners aan het inhalen. Het is nu zo druk dat de fietsers soms niet meer aan de kant gaan. In Heerhugowaard gaat het dan ook fout. Ik toeter constant, maar het maakt geen indruk meer. Ik neem wat meer risico en haal toch maar in. Dat komt me op gevloek van een paar fietsers te staan. Ze schreeuwen dat het een toertocht is..... ja, dat weet ik ...maar..
In de Geestmer-Ambacht krijg ik voor het eerst vandaag een groep wielrenners in mijn wiel, da's kasie voor Wim. Ik haal ze langzaam in met 45 km/u en er springen er 4 uit het peloton met me mee. Ik hou ze even 'aan de lijn' en versnel langzaam tot ruim 50 km/u. Dat kunnen de mannen nog volhouden. Ik gooi nog wat kolen op het vuur en bij 52 km/u geven de renners het op. Ze roepen me nog wat na, maar dat hoor ik niet meer.
De Quest heeft al een paar keer een pootje opgetild. Eén keer reken ik erop, een tweede keer schrik ik me rot. De Questrijder die ik voor me zag rijden, haalt me nu heel langzaam in. We rijden een tijdje naar elkaar, hij kent me, ik hem niet. Het is Frank Bouwer uit Alkmaar met Quest 74. Frank is al een paar keer verkeerd gereden. Even later kan ik hem niet meer bijhouden, da's gek. Ik merk dat de besturing heel zompig aanvoelt. Dat betekent een langzaam leeglopende voorband. Ik stop en inderdaad, de linker voorband is vrijwel leeg.
Ik leg de Quest in het gras op zijn kant en haal de lekke combinatie van de velg. Ter vervanging heb ik een Schwalbe Marathon racer, een vouwband, bij me. Het omleggen gaat niet makkelijk, de band laat zich niet makkelijk om de velg leggen. Na de eerste poging is de band onrond en ik begin opnieuw. De band blijft onrond, misschien moet ik hem gewoon verder oppompen. Dat helpt inderdaad en ik pomp met de kleine Sigma Lambajet pomp de band tot 6 bar op. Da's overigens nog een pittig klusje.
Onderwijl passeren veel wielrenners die ik eerder inhaalde, mij weer. Eén roept 'eindelijk gerechtigheid'. Ik drink nog wat, eet nog een broodje en na een kwartier zit ik weer in de Quest. Het rijdt weer heerlijk en het gas gaat er op.
Ik heb er nu zo'n 120 km opzitten en mijn beide knieën worden gevoelig, nog niet pijnlijk. Ze hebben duidelijk te weinig rust gehad.
Tot nu toe is mijn gemiddelde snelheid 37 km/u. Na de lekke band is er nog 34,5 km/u van over. Da's jammer, want de route vanaf het Noord-Hollands kanaal door Bergen en Egmond verloopt tergend langzaam. Ik fiets normaal wel op de rijbaan, maar dat kan ik me nu niet permitteren. Er zijn controleposten waar de chip in mijn fiets wordt uitgelezen. De apparatuur daarvoor ligt op de fietspaden, in ieder geval niet op de rijbaan. Op de smalle fietspaden is 30 km/u al hard, zeker nu er ook veel tegenliggend fietsverkeer is. Nou ja... het is toch een toertocht.. of niet?
Ik stop even bij de derde ravitailleringspost onder Bergen en ik drink wat energiedrank. Enkele wielrenners vragen honderduit over de Quest en ik wordt wat ongeduldig.
Bezuiden Egmond aan Zee kan ik weer vaart maken. In Egmond-Binnen rijden twee wielrenners en een vrouw voor me. Ze rijden best hard maar ik haal ze met een kilometer of 10 verschil in. Er komt een tegenligger aan, een oude man op de fiets. Ik ben me van de prins geen kwaad en ik zet de inhaalmanoeuvre door. De wielrenners snijden de flauwe bocht af en komen over de as van de weg ... daar waar ik ook rij. Ik vlieg ze rakelings voorbij. De mannen schreeuwen moord en brand en zetten keihard aan om me in te halen en me de les te lezen. Nou, dat liever maar niet en zet een tandje bij. Inmiddels hebben we de wind weer tegen en met 45 km/u ben ik veilig voor het woeste stel. Ze geven hun inhaalpoging snel op. Even later sta ik in Limmen voor de gesloten spoorbomen, gelukkig net niet lang genoeg om de razende wielrenners te zien aansluiten.
Om 14.30 uur ben ik weer terug bij het Motel Akersloot, 4 uur en 32 minuten na de start. Ik blijk op de 36e plaats te staan van 694 renners. Gemiddelde snelheid, inclusief alle pauzes 33 km/u. Zonder lekke band zou ik rond de 15e plaats staan, best wel aardig. De eerste 10 renners zijn vrijwel allemaal gelijk binnen, kennelijk een goed peloton.
Frank Bouwer is er al en we praten wat na. Ik zie Frank later niet in de uitslag, mogelijk heeft ie een controle gemist.
Na tien minuten sta ik weer oog in oog met de boze wielrenners. Ze vegen me de pan uit. Dat zij zelf niet voldoende rechts hebben gehouden kan ik ze niet aan hun verstand peuteren. De boosheid is gelukkig getemperd en het blijft bij woorden.
Mooie toertocht die uiteindelijk toch in een soort tijdrit is geëindigd. Een compliment voor de organisatie, duidelijk zeer professioneel.
150 km
Rondje met Bart van Crasbeek
Bart van Crasbeek (Ventisit) belt en vraagt of ik vanavond nog ga fietsen. 'Jazeker Bart'. We gaan samen een rondje om. Bart heeft een nieuw Ventisit matje voor me. Hij heeft de buitenkant van Softcell materiaal gemaakt en het interieur is 2 lagen origineel Ventisit. Oops.... ik zit te hoog en daardoor met mijn schouders klem tegen de onderkant van de rand de Quest. Geen nood, Bart haalt handig één van de twee lagen standaard Ventisit eruit en nu voelt alles weer als vanouds.
Om even na half acht vertrekken we voor mijn standaard trainingsrondje. Het waait stevig uit het noord-westen. Dat betekent voor de wind naar Uitgeest en direct al een flinke snelheid van zo'n 43 km/u. Bart is een kleine maar sterke knaap die met zijn Mango 3x per week naar zijn werk in Amsterdam rijdt. Daarnaast loopt Bart hard, ik zie hem meerdere keren per week voorbij ons huis rennen.
Voorbij Uitgeest versnellen we flink tot 52 km/u. Een Mango is bij die snelheden 10% minder snel dan een Quest. Bart kan het evenwel uitstekend bijbenen en houdt zelfs nog wat over.
Voorbij Krommenie gaan we linksaf naar De Woude. Het begint te regenen en het wordt donker. Mijn bril slaat vol regen en zet ik maar af. Bij De Woude slaan we even af en laat ik Bart de plek zien waar we over ongeveer een jaar zullen wonen. Ik zet de kap op de Quest omdat in de verte nog meer donkere wolken regen beloven.
Naar de pont in Akersloot is het recht tegen de voor de bui aanschietende wind in. Met 40 km/u is voor Bart de limiet wel in zicht, de Quest profiteert hier van zijn betere stroomlijn.
Op de pont zegt de pontbaas dat ie de Quest mooier vindt dan de Mango, smaken verschillen.
We rijden via Akersloot en Limmen weer terug naar Castricum. Vlak voor Castricum begint mijn Lupine Wilma beurtelings fel en dan weer zwak te branden. Even later is het licht uit. Toch maar weer de grote 9.4 Ah fles gebruiken met de kleine 4.5 Ah uur accu als reserve.
Om 21.00 uur zijn we weer bij ons huis. Bart zet de Mango op ons erf en we drinken een biertje.
Morgen rij ik mee met de Gerrie Kneteman Classic, een prachtige 150 km lange fietstocht door midden Noord-Holland. Ik vraag de organisatie of ik mee mag doen. Dat mag, maar zij adviseren me om niet om half negen maar tussen half 10 en 10 uur te starten. Vanavond schrijf ik in en krijg een programma, een polsbandje voor de ravitaillering en een bikechip. Hoewel het in principe geen wedstrijd is, worden de start- en eindtijd wel vastgelegd.
Morgen meer over de Gerrie Kneteman Classic.
Om even na half acht vertrekken we voor mijn standaard trainingsrondje. Het waait stevig uit het noord-westen. Dat betekent voor de wind naar Uitgeest en direct al een flinke snelheid van zo'n 43 km/u. Bart is een kleine maar sterke knaap die met zijn Mango 3x per week naar zijn werk in Amsterdam rijdt. Daarnaast loopt Bart hard, ik zie hem meerdere keren per week voorbij ons huis rennen.
Voorbij Uitgeest versnellen we flink tot 52 km/u. Een Mango is bij die snelheden 10% minder snel dan een Quest. Bart kan het evenwel uitstekend bijbenen en houdt zelfs nog wat over.
Voorbij Krommenie gaan we linksaf naar De Woude. Het begint te regenen en het wordt donker. Mijn bril slaat vol regen en zet ik maar af. Bij De Woude slaan we even af en laat ik Bart de plek zien waar we over ongeveer een jaar zullen wonen. Ik zet de kap op de Quest omdat in de verte nog meer donkere wolken regen beloven.
Naar de pont in Akersloot is het recht tegen de voor de bui aanschietende wind in. Met 40 km/u is voor Bart de limiet wel in zicht, de Quest profiteert hier van zijn betere stroomlijn.
Op de pont zegt de pontbaas dat ie de Quest mooier vindt dan de Mango, smaken verschillen.
We rijden via Akersloot en Limmen weer terug naar Castricum. Vlak voor Castricum begint mijn Lupine Wilma beurtelings fel en dan weer zwak te branden. Even later is het licht uit. Toch maar weer de grote 9.4 Ah fles gebruiken met de kleine 4.5 Ah uur accu als reserve.
Om 21.00 uur zijn we weer bij ons huis. Bart zet de Mango op ons erf en we drinken een biertje.
Morgen rij ik mee met de Gerrie Kneteman Classic, een prachtige 150 km lange fietstocht door midden Noord-Holland. Ik vraag de organisatie of ik mee mag doen. Dat mag, maar zij adviseren me om niet om half negen maar tussen half 10 en 10 uur te starten. Vanavond schrijf ik in en krijg een programma, een polsbandje voor de ravitaillering en een bikechip. Hoewel het in principe geen wedstrijd is, worden de start- en eindtijd wel vastgelegd.
Morgen meer over de Gerrie Kneteman Classic.
zaterdag 2 september 2006
Tijdrit Texel loodzwaar
Vandaag staat de tijdrit van 41 km op Texel op het programma. Ik haal de bus van de zaak en de Quest wordt er via zijn loopbrugje ingezet. Daarna haal ik mijn vriend Jan Veenis in Heerhugowaard op en samen rijden we naar de veerboot in Den Helder. Jan is vandaag mijn 'personal coach'. Aanvankelijk zouden we de bus in Den Helder parkeren en beiden met de fiets naar Oudeschild rijden. Ik heb evenwel zoveel spullen mee, inclusief de racekap, dat we toch de bus maar op de veerboot rijden.
In Oudeschild begroeten we een aantal liggers, o.m. zien we Guus en Marjolein van Schoot, Harry Lieben, Henk de Koning en Eduard Botter. Ook de broers Harry en Gerben Snijder zijn er. Hans Snijder, mijn collega, is al gestart. De Snijders hebben niks met ligfietsen, zij buffelen liever langer op een racefiets.
Vanaf de veerboot heb ik Hans telefonisch alle succes gewenst.
We beginnen met het afplakken van de verschillende 'windvangers'. Achtereenvolgens worden de LEDs, de lampen en de claxon afgeplakt met ducktape. De beide spiegels schroeven we eraf en ik breng de racekap in stelling. Tien minuten voor de start begint het harder te waaien en te regenen. Dat is mij voor het sein de racekap toch niet te gebruiken. Met één oog zie je sowieso minder, als het gekraste vizier ook nog eens natregent, vrees ik weinig meer te kunnen waarnemen. De hardere wind is met een racekap ook riskant, je voelt de vlagen niet meer. Snel pakt Jan mijn tijdrithelm en de fietsbril. Ik ben net op tijd aan de start.
Om 15.33 uur wordt ik weggeschoten. Snel ben ik op ruim 50 km/u en acceleer door naar 56 tot 58 km/u. Deze snelheid kan ik, ondanks een feitelijk te hoge trapfrequentie, tot aan het keerpunt in De Cocksdorp aanhouden. Mijn hartslag zit nu tussen 155 en 161. Op het keerpunt vraag ik aan de vrouwelijke baancommissaris of ze me even wil omtillen, ik kan de bocht niet goed maken. Uitklikken en terugsteppen kost veel tijd. Mevrouw begrijpt het niet maar krijgt van collega's aanwijzingen. Ze sleept me over grond en na drie rukken sta ik in de goede richting. Hartelijk dank!
Na een paar honderd meter zie ik Harry Lieben al aankomen. Hij is twee minuten later gestart en heeft dus al anderhalve minuut op mij goedgemaakt. Het is nu stik in de wind en da's heel andere koffie. De windkracht is nu zeker Bft 6 en buldert om mijn oren. Ik probeer 45 km/u aan te houden, maar dat is een zware opgave. Harry heeft zijn racekap wel op en haalt me nu met zeker 3 km/u verschil in. Voor de wind heeft ie er kennelijk al voordeel van gehad, met de zware tegenwind boekt ie echt winst.
Ik hoop maar dat de 4 minuten na mij vertrokken Guus van Schoot me niet inhaalt.
Na het rechte retourstuk moet er een 'vierkant' in de landelijke omgeving van Texel worden gemaakt. Beurtelings komt de wind recht van voren, dwars en weer van achter. De Quest wordt zo nu en dan flink door elkaar geschud en vooral de bochten neem ik heel voorzichtig.
Het overblijvende rechte stuk, een kilometer of 12, is loodzwaar. Ik heb moeite om zelfs maar 43 km/u te blijven rijden. Ik haal wel diverse voor mij gestarte wielrenners in, maar dat beurt maar weinig op.
Na de finish blijk ik mijn tijd van vorig jaar net niet geëvenaard te hebben, het scheelt 19 seconden. Niet gek, vrijwel niemand haalt zijn tijd van vorig jaar, alleen de winnaar Harry Lieben, rijdt 2 seconden sneller dan vorig jaar. Helaas rijdt Guus van Schoot geen superrace en verliest anderhalve minuut. Guus, vorig jaar winnaar, kijkt heel sip, maar wordt toch nog 3e achter nieuwkomer Eduard Botter die de tweede prijs opeist. Eduard komt maar een halve minuut tekort op Harry, prima prestatie Eduard!. Mogelijk heeft het slimme windschermpje op zijn Quest een positieve rol gespeeld? Ik wordt vierde en val zo net buiten de prijzen.
Een superprestatie komt op het conto van Marjolein van Schoot. Zij komt binnen het uur terug en rijdt 41,2 km/u gemiddeld, klasse!
De bus wordt vandaag gebruikt als opslagplaats en omkleedcabine voor iedereen, een soort moederkloek dus.
Na de prijsuitreiking, waar ik een paar foto's maak, eten we op de haven een prima tournedos. Met de boot van 19.00 uur, altijd weer leuk de meeuwen als ware luchtacrobaten te zien stunten, zijn we snel weer op de vaste wal. Het waait inmiddels Bft 7 tot 8.
Perfect georganiseerd evenement, volgend jaar iets gematigder condities?
In Oudeschild begroeten we een aantal liggers, o.m. zien we Guus en Marjolein van Schoot, Harry Lieben, Henk de Koning en Eduard Botter. Ook de broers Harry en Gerben Snijder zijn er. Hans Snijder, mijn collega, is al gestart. De Snijders hebben niks met ligfietsen, zij buffelen liever langer op een racefiets.
Vanaf de veerboot heb ik Hans telefonisch alle succes gewenst.
We beginnen met het afplakken van de verschillende 'windvangers'. Achtereenvolgens worden de LEDs, de lampen en de claxon afgeplakt met ducktape. De beide spiegels schroeven we eraf en ik breng de racekap in stelling. Tien minuten voor de start begint het harder te waaien en te regenen. Dat is mij voor het sein de racekap toch niet te gebruiken. Met één oog zie je sowieso minder, als het gekraste vizier ook nog eens natregent, vrees ik weinig meer te kunnen waarnemen. De hardere wind is met een racekap ook riskant, je voelt de vlagen niet meer. Snel pakt Jan mijn tijdrithelm en de fietsbril. Ik ben net op tijd aan de start.
Om 15.33 uur wordt ik weggeschoten. Snel ben ik op ruim 50 km/u en acceleer door naar 56 tot 58 km/u. Deze snelheid kan ik, ondanks een feitelijk te hoge trapfrequentie, tot aan het keerpunt in De Cocksdorp aanhouden. Mijn hartslag zit nu tussen 155 en 161. Op het keerpunt vraag ik aan de vrouwelijke baancommissaris of ze me even wil omtillen, ik kan de bocht niet goed maken. Uitklikken en terugsteppen kost veel tijd. Mevrouw begrijpt het niet maar krijgt van collega's aanwijzingen. Ze sleept me over grond en na drie rukken sta ik in de goede richting. Hartelijk dank!
Na een paar honderd meter zie ik Harry Lieben al aankomen. Hij is twee minuten later gestart en heeft dus al anderhalve minuut op mij goedgemaakt. Het is nu stik in de wind en da's heel andere koffie. De windkracht is nu zeker Bft 6 en buldert om mijn oren. Ik probeer 45 km/u aan te houden, maar dat is een zware opgave. Harry heeft zijn racekap wel op en haalt me nu met zeker 3 km/u verschil in. Voor de wind heeft ie er kennelijk al voordeel van gehad, met de zware tegenwind boekt ie echt winst.
Ik hoop maar dat de 4 minuten na mij vertrokken Guus van Schoot me niet inhaalt.
Na het rechte retourstuk moet er een 'vierkant' in de landelijke omgeving van Texel worden gemaakt. Beurtelings komt de wind recht van voren, dwars en weer van achter. De Quest wordt zo nu en dan flink door elkaar geschud en vooral de bochten neem ik heel voorzichtig.
Het overblijvende rechte stuk, een kilometer of 12, is loodzwaar. Ik heb moeite om zelfs maar 43 km/u te blijven rijden. Ik haal wel diverse voor mij gestarte wielrenners in, maar dat beurt maar weinig op.
Na de finish blijk ik mijn tijd van vorig jaar net niet geëvenaard te hebben, het scheelt 19 seconden. Niet gek, vrijwel niemand haalt zijn tijd van vorig jaar, alleen de winnaar Harry Lieben, rijdt 2 seconden sneller dan vorig jaar. Helaas rijdt Guus van Schoot geen superrace en verliest anderhalve minuut. Guus, vorig jaar winnaar, kijkt heel sip, maar wordt toch nog 3e achter nieuwkomer Eduard Botter die de tweede prijs opeist. Eduard komt maar een halve minuut tekort op Harry, prima prestatie Eduard!. Mogelijk heeft het slimme windschermpje op zijn Quest een positieve rol gespeeld? Ik wordt vierde en val zo net buiten de prijzen.
Een superprestatie komt op het conto van Marjolein van Schoot. Zij komt binnen het uur terug en rijdt 41,2 km/u gemiddeld, klasse!
De bus wordt vandaag gebruikt als opslagplaats en omkleedcabine voor iedereen, een soort moederkloek dus.
Na de prijsuitreiking, waar ik een paar foto's maak, eten we op de haven een prima tournedos. Met de boot van 19.00 uur, altijd weer leuk de meeuwen als ware luchtacrobaten te zien stunten, zijn we snel weer op de vaste wal. Het waait inmiddels Bft 7 tot 8.
Perfect georganiseerd evenement, volgend jaar iets gematigder condities?
vrijdag 1 september 2006
Ritje met Fred van den Hauten
Vanmiddag de Quest op zijn kant gelegd om de ketting te smeren. Ik heb dit de eerste 5000 km, dit staat nu op de teller, in het geheel niet gedaan. Via de voetengaten probeer ik eerst de ketting met een oude handdoek van aanslag en andere verontreinigingen te ontdoen. Dat lukt niet goed, de ketting loopt van het middelste tandwiel af en gaat vast zitten. Na wat gewurm leg ik de ketting op het grote tandwiel. Nu blijft de ketting keurig zitten. Het schoonmaken is niet echt nodig, dus pak ik het meegeleverde flesje Shimano olie en smeer de ketting zo goed en zo kwaad als het kan. Ik denk dat ik al met al zo'n 4 cc olie gebruik.
Om 13.00 uur krijg ik een mailtje van Fred van den Hauten, de Allewederman. Hij is om 14.00 uur klaar met zijn werk in IJmuiden en is van plan een klein rondje Noord-Holland te fietsen. Of ik mee wil. Eigenlijk niet, een dag voor een zware wedstrijd moet je niet fietsen. Het is echter prachtig weer, ik ben dan ook met een natte krant te lijmen, en ik neem me voor het heel rustig aan te doen. Fred fietst met de Alleweder ook niet heel hard, dus om kwart over drie vertrekken we van mijn huis, op weg voor een rondje Beemster.
Voor de wind rijden we deels naast elkaar naar de pont in Akersloot. Het waait Bft 4 tot 5 en het rijdt wel heel licht. Zou de vers gesmeerde ketting verschil maken? Het lijkt er wel op. Bij de pont aangekomen vaart ie juist weg. De volgende keer mogen we wel mee. Fred stelt vast dat de pontbaas het niet op ligfietsen heeft, ze geven te weinig fooi en nemen veel ruimte in.
Na de pont fietsen we naar West-Graftdijk. We rijden 34 km/u en mijn hartslag blijft onder de 100. Freds hartslag zit op ruim 130, de Alleweder trapt duidelijk wat zwaarder.
In De Rijp gaan we linksaf naar Noordeinde en Groot-Schermer. Een schitterende nieuwe asfaltlaag maakt het fietsen superlicht. We rijden enige tijd 42 km/u, monsterlijk snel voor een Alleweder. Fred houdt het prima vol. Naar Noord-Beemster krijgen we voor het eerst tegenwind. Ik rij voorop met 32 km/u. Dat is voor Fred een pittige opgave en zijn hartslag komt boven de 150 uit.
Na Noord-Beemster, Fred moet even bijkomen, bereiken we weer voor de wind de oostelijke dijk van de Beemster. Op de dijk eten we een banaan en doen een plasje. Fred doet dat in het zicht van een groep mensen die juist thuiskomen van een begrafenis. Snel de rits weer dicht en maar even aan de andere kant van de dijk opnieuw uit de broek.
Ik bied Fred aan of ie even in de Quest wil rijden. We wisselen van fiets en Fred racet er van door. Ik probeer in de Alleweder in te klikken, links lukt het, rechts in het geheel niet. Ik probeer toch weg te rijden, maar veel gang krijg ik er niet in. Ik stoot drie keer mijn rechterknie aan hard aluminium en vraag me af of ik er nu wel slim aan heb gedaan om van fiets te wisselen. Fred is al niet meer te zien en verhaalt even later dat ie vrijwel moeiteloos tegen de harde wind 38 km/u heeft gereden. Ik laat me graag weer in de Quest glijden en samen duiken we de Beemster in.
Onderweg belt de aannemer van onze boerderij en we stoppen even.
In De Rijp krijgen we geen voorrang van een van links komende Audi A4. Fred roept 'hij ziet je totaal niet'.
In West-Graftdijk gaan we langs de Markervaart naar De Woude. Ik laat Fred de plek zien waar onze stolpboerderij gebouwd zal worden.
Het laatste stuk naar Wormerveer rijden we naast elkaar en genieten van het mooie fietspad. Het genieten wordt echt genieten doordat er een gigantische file staat, letterlijk van Wormerveer tot aan de brug bij West-Graftdijk.
In Wormerveer nemen we afscheid en ik ga noordwaarts naar Krommenie en Uitgeest.
Samen fietsen is heel leuk, maar je moet natuurlijk wel je snelheid aanpassen aan de langzaamste fietser. Totaal geen probleem, al rij ik wel naar Castricum met een snelheid van 44 km/u, hartslag 125.
68 km, totaal nu 5000 km.
Om 13.00 uur krijg ik een mailtje van Fred van den Hauten, de Allewederman. Hij is om 14.00 uur klaar met zijn werk in IJmuiden en is van plan een klein rondje Noord-Holland te fietsen. Of ik mee wil. Eigenlijk niet, een dag voor een zware wedstrijd moet je niet fietsen. Het is echter prachtig weer, ik ben dan ook met een natte krant te lijmen, en ik neem me voor het heel rustig aan te doen. Fred fietst met de Alleweder ook niet heel hard, dus om kwart over drie vertrekken we van mijn huis, op weg voor een rondje Beemster.
Voor de wind rijden we deels naast elkaar naar de pont in Akersloot. Het waait Bft 4 tot 5 en het rijdt wel heel licht. Zou de vers gesmeerde ketting verschil maken? Het lijkt er wel op. Bij de pont aangekomen vaart ie juist weg. De volgende keer mogen we wel mee. Fred stelt vast dat de pontbaas het niet op ligfietsen heeft, ze geven te weinig fooi en nemen veel ruimte in.
Na de pont fietsen we naar West-Graftdijk. We rijden 34 km/u en mijn hartslag blijft onder de 100. Freds hartslag zit op ruim 130, de Alleweder trapt duidelijk wat zwaarder.
In De Rijp gaan we linksaf naar Noordeinde en Groot-Schermer. Een schitterende nieuwe asfaltlaag maakt het fietsen superlicht. We rijden enige tijd 42 km/u, monsterlijk snel voor een Alleweder. Fred houdt het prima vol. Naar Noord-Beemster krijgen we voor het eerst tegenwind. Ik rij voorop met 32 km/u. Dat is voor Fred een pittige opgave en zijn hartslag komt boven de 150 uit.
Na Noord-Beemster, Fred moet even bijkomen, bereiken we weer voor de wind de oostelijke dijk van de Beemster. Op de dijk eten we een banaan en doen een plasje. Fred doet dat in het zicht van een groep mensen die juist thuiskomen van een begrafenis. Snel de rits weer dicht en maar even aan de andere kant van de dijk opnieuw uit de broek.
Ik bied Fred aan of ie even in de Quest wil rijden. We wisselen van fiets en Fred racet er van door. Ik probeer in de Alleweder in te klikken, links lukt het, rechts in het geheel niet. Ik probeer toch weg te rijden, maar veel gang krijg ik er niet in. Ik stoot drie keer mijn rechterknie aan hard aluminium en vraag me af of ik er nu wel slim aan heb gedaan om van fiets te wisselen. Fred is al niet meer te zien en verhaalt even later dat ie vrijwel moeiteloos tegen de harde wind 38 km/u heeft gereden. Ik laat me graag weer in de Quest glijden en samen duiken we de Beemster in.
Onderweg belt de aannemer van onze boerderij en we stoppen even.
In De Rijp krijgen we geen voorrang van een van links komende Audi A4. Fred roept 'hij ziet je totaal niet'.
In West-Graftdijk gaan we langs de Markervaart naar De Woude. Ik laat Fred de plek zien waar onze stolpboerderij gebouwd zal worden.
Het laatste stuk naar Wormerveer rijden we naast elkaar en genieten van het mooie fietspad. Het genieten wordt echt genieten doordat er een gigantische file staat, letterlijk van Wormerveer tot aan de brug bij West-Graftdijk.
In Wormerveer nemen we afscheid en ik ga noordwaarts naar Krommenie en Uitgeest.
Samen fietsen is heel leuk, maar je moet natuurlijk wel je snelheid aanpassen aan de langzaamste fietser. Totaal geen probleem, al rij ik wel naar Castricum met een snelheid van 44 km/u, hartslag 125.
68 km, totaal nu 5000 km.