Vanmorgen waait het windkracht 5 tot 6. Ik ga even naar De Woude om met twee nieuwe buren te overleggen over de bouw van de boerderij. Eerst monteer ik de beide spiegels weer. Dat gaat super makkelijk met een ratelringsleutel van Beta. Het verschil met een normale ratelringsleutel is dat de kop van de ring naar twee kanten kan zwenken. Zo kun je eenvoudig onder een hoek werken, perfect.
Voor de wind naar Uitgeest gaat het heel makkelijk. Zonder al te veel inspanning bereik ik 50 km/u. Op het stuk langs de Markervaart is het flink lastiger. De wind 'plukt' merkbaar aan de Quest en vooral op bruggen is het goed opletten geblazen. Ik moet wat verstellen aan de schroef op het stuur om de voorderailleur beter naar het 55-tands grote voorblad te laten schakelen.
Na De Woude ga ik terug naar huis via de pont in Akersloot, althans dat is het voornemen. Na een pittige trap tegen de harde wind in blijkt de pont gestremd te zijn. Via Alkmaar en Heiloo is waarschijnlijk de kortste weg, maar dat is geen leuke route. Dan maar weer terug langs De Woude, Krommenie en Uitgeest. Het fietsen voor de ruime wind langs de Markervaart gaat feestelijk snel. Ik kom twee achter elkaar aan rijdende Questen tegen. Ik rij zo hard dat ik nog wel tijd heb om te claxonneren, maar ik herken de beide bestuurders niet.
Van Krommenie naar Uitgeest fiets ik 35 km/u. Op het stuk naar Castricum krijg ik een heel hard werkende wielrenner in het vizier. Ik zet wat aan en met 38 km/u loop ik snel op hem in. Ondanks zijn harde werken rijdt hij zeker nog geen 30 km/u.
In Castricum komt een Ford Ka van links en.... kijkt totaal niet naar rechts. Ik heb het plan om de rotonde via de rijbaan te nemen. Om te voorkomen dat de Ka me aan barrels rijdt, weet ik met een ruk naar rechts het fietspad te bereiken. Ik toeter als een bezetene. Even later komt de Ford me voorbij. Ik toeter nog eens en wijs met twee vingers naar mijn ogen, 'uitkijken oetlul'.
50 km
zondag 29 oktober 2006
vrijdag 27 oktober 2006
Nette pak of niet?
Vandaag moet ik in het pak naar Amsterdam. Een dag in het kader van de Experience Economy. Ik bezoek Oger, een heel chique kledingzaak in de PC-Hooftstraat. Daar wil je niet in een suffig kloffie binnenstappen.
Een dag in Amsterdam met de auto is onhandig en duur. Te voet naar de trein, vervolgens naar Amsterdam en dan met de tram naar oud-zuid. Ook niet aantrekkelijk. Ik heb toch een snelle fiets?
Mijn vrouw vindt het, zacht gezegd, maar niks. 'Mijn mooie overhemd zal gruwelijk kreuken'. Ik zet toch door en pak om half acht mijn nette kleding in de Quest. Het overhemd en mijn kolbert kan aan een hanger keurig worden opgehangen aan de aluminium ophanging van de wielkast en het stoeltje. Broek en schoenen kunnen naast en achter me liggen. Om vijf over half acht rij ik weg. Pas in Uitgeest kom ik erachter dat ik mijn beide spiegels mis. Na de wedstrijd Lelystad - Enkhuizen - Lelystad heb ik ze niet opnieuw gemonteerd. Dom dom, in Amsterdam is het wel een voorwaarde om veilig te rijden. Ik ga toch maar door. Niet harder dan 36 km/u, het is nu niet prettig om door en door bezweet aan te komen.
Binnen drie kwartier rij ik de pont over het Noordzeekanaal op. Al om 9.10 uur parkeer ik de Quest voor de deur van het Collegehotel aan de Roelof Hartstraat. Ik kleed me binnen om en ben even later weer 'het heertje'.
Ik zet de Quest achter slot en grendel in de garage van het hotel en loop weer naar binnen. Daar gaat het gesprek over een 'gele banaan' die even eerder voor het hotel is gespot. Als ik zeg dat ik de bestuurder ben zie ik veel ongelovige gezichten. In ieder geval een goede binnenkomer.
Na een prettige dag in de stad kleed ik me weer om en neem in wielrenkleding afscheid van o.m. de mensen van Oger.
Om half zeven is het al bijna donker en het is uiteraard heel druk in de stad. Ik ken de weg uitstekend en met een goed kwartier sta ik al bij de pont. Op de pont val ik in slaap en schrik pas wakker als de pont wat hard tegen de remming aan de overkant vaart.
Net als vanmorgen heb ik weer plezier van mijn 12 Watt Lupine Wilma verlichting. In het stikkedonker kan ik 40 km per uur rijden en de weg voor me baadt in het licht.
Om vijf voor acht ben ik thuis, zeer tevreden over de prettige dag en het heerlijke ritje in de Quest.
65 km
Een dag in Amsterdam met de auto is onhandig en duur. Te voet naar de trein, vervolgens naar Amsterdam en dan met de tram naar oud-zuid. Ook niet aantrekkelijk. Ik heb toch een snelle fiets?
Mijn vrouw vindt het, zacht gezegd, maar niks. 'Mijn mooie overhemd zal gruwelijk kreuken'. Ik zet toch door en pak om half acht mijn nette kleding in de Quest. Het overhemd en mijn kolbert kan aan een hanger keurig worden opgehangen aan de aluminium ophanging van de wielkast en het stoeltje. Broek en schoenen kunnen naast en achter me liggen. Om vijf over half acht rij ik weg. Pas in Uitgeest kom ik erachter dat ik mijn beide spiegels mis. Na de wedstrijd Lelystad - Enkhuizen - Lelystad heb ik ze niet opnieuw gemonteerd. Dom dom, in Amsterdam is het wel een voorwaarde om veilig te rijden. Ik ga toch maar door. Niet harder dan 36 km/u, het is nu niet prettig om door en door bezweet aan te komen.
Binnen drie kwartier rij ik de pont over het Noordzeekanaal op. Al om 9.10 uur parkeer ik de Quest voor de deur van het Collegehotel aan de Roelof Hartstraat. Ik kleed me binnen om en ben even later weer 'het heertje'.
Ik zet de Quest achter slot en grendel in de garage van het hotel en loop weer naar binnen. Daar gaat het gesprek over een 'gele banaan' die even eerder voor het hotel is gespot. Als ik zeg dat ik de bestuurder ben zie ik veel ongelovige gezichten. In ieder geval een goede binnenkomer.
Na een prettige dag in de stad kleed ik me weer om en neem in wielrenkleding afscheid van o.m. de mensen van Oger.
Om half zeven is het al bijna donker en het is uiteraard heel druk in de stad. Ik ken de weg uitstekend en met een goed kwartier sta ik al bij de pont. Op de pont val ik in slaap en schrik pas wakker als de pont wat hard tegen de remming aan de overkant vaart.
Net als vanmorgen heb ik weer plezier van mijn 12 Watt Lupine Wilma verlichting. In het stikkedonker kan ik 40 km per uur rijden en de weg voor me baadt in het licht.
Om vijf voor acht ben ik thuis, zeer tevreden over de prettige dag en het heerlijke ritje in de Quest.
65 km
maandag 23 oktober 2006
9e bij Lelystad - Enkhuizen - Lelystad
Gisteren besloot ik om ondanks de knieproblemen toch de wedstrijd Lelystad - Enkhuizen - Lelystad (LEL) te rijden. Vorige week zondag had ik totaal geen probleem met de bijna 150 km toertocht naar Woerden op en neer.
Vanmorgen eerst de rechterpedaal weer vast gezet en de verdere voorbereidingen voor de wedstrijd getroffen. De beide spiegels demonteer ik. De normale uitrusting blijft aan boord. Het zijn eigenlijk twee lange rechte stukken van 25.5 km met een keerpunt. Ik laat dan ook de accu en de Ventisit vloermatten, alsmede het gereedschap en de reservebanden gewoon aan boord.
Om kwart voor een arriveer ik bij de parkeerplaats in Lelystad van waar de start plaats zal vinden. Alle bekende gezichten zijn er of arriveren even later. Het deelnemersveld bestaat uit 30 liggers, grotendeels Velomobielen.
Ik mag van starter Jan Limburg om 13.42 uur van start. Prima tijd, ik kan dan nog wat eten en drinken. Ik kleed me om en doe de hartslagmeterband om. Even later zal blijken dat het ding niet werkt, vervelend omdat ik nu niet weet hoe ik mezelf belast. Hoe dan ook, de meter doet het niet en ik zal zonder moeten rijden.
De wind is zuidwest kracht 5 en het begin van de wedstrijd heb ik de wind in de rug. Ik wordt weggeschoten en na de eerste gemene bocht accelereer ik tot 53 km/u. Na de eerste flauwe bocht in de dijk komt de wind iets van links in en de snelheid daalt tot 50 km/u. Dat kan ik de hele weg naar het keerpunt volhouden. De allerslechtste stukken dijk zijn opnieuw geasfalteerd en hoewel ik op een mooi glad wegdek zeker enkele kilometers per uur sneller kan rijden, gaat het uitstekend.
Het gevreesde dribbelen komt nu vrijwel niet voor, met een bandenspanning van net 6.0 bar blijft alles prima in de hand.
Vlak voor het keerpunt is het fietspad door werkzaamheden versmald en een tegenligger haalt de snelheid er flink uit.
Op het keerpunt gebaart Theo van Andel druk. Ik snap niet wat ie bedoelt en ik rij hem voorbij. Theo rent achter me aan en roept dat ik zo tientallen meters te veel rij. Het is niet anders. Theo pakt me op en zet me weer in de goede richting.
Nu krijg ik de volle wind schuin recht voorin. Achter de vangrail kan ik nog 48 km/u per uur rijden. Even later steek ik het dijklichaam weer over en aan de lijzijde van de dijk komt er 44 km/u op de snelheidsmeter. Naarmate de wedstrijd vordert gaat de snelheid er steeds verder uit. Ik probeer 40 km/u te blijven rijden. Dat lukt een tijd, maar dan kom ik steeds meer in de wind te rijden. Op de slechtste stukken kan ik niet harder dan 36 km/u. Ik haal steeds deelnemers in en wordt uiteindelijk alleen door Xander Niesing ingehaald. De rechterknie wordt licht pijnlijk, maar het blijft doenlijk.
De laatste 5 kilometer zijn ontzettend zwaar, maar ik kan de finish al zien en dat geeft de burger moed. Ik haal nog een WAW in en uiteindelijk finish ik in 1.12.21. Gemiddeld is dat 42,3 km/u.
Ik blijk op de seconde precies even snel gereden te hebben als Harry Lieben, winnaar van de tijdrit op Texel. Ik heb ruim een halve minuut verloren op Guus van Schoot. Ik heb zelfs sneller gereden dan Bastiaan Welmers. Ik ben tevreden.
Ik heb 16 minuten sneller gereden dan 2 jaar geleden in de Mango. Toen reed ik gemiddeld 35,6 km/u. In 2004 zou ik met mijn tijd van vandaag 6e zijn geworden, vorig jaar zelfs 4e. Kennelijk zijn de condities vandaag beter of het deelnemersveld is sterker dan in de twee vorige edities.
De winnaar vandaag wordt Hans Wessels met 57.40. Ymte Sybrandy wordt tweede.
Na de wedstrijd praten we nog wat na. Het begint te regenen en dat is het startsein om de Quest weer in te laden en via Enkhuizen naar huis te rijden.
zondag 15 oktober 2006
Met ALF (Amsterdamse liggers) koud rondje fietsen
Gisteren heb ik de nieuwe pedaalassen gemonteerd. Ik twijfel nog even of het rechter pedaal wel vast genoeg is aangedraaid, maar denk dat het wel OK is. Vandaag zal blijken dat dat niet zo is. Straks meer hierover.
Om kwart over 8 zit ik in de fiets. Het is 5 gr. C. en mistig. Ik zet de schuimkap erop en heb de lange broek aan. Met 35 tot 38 km/u gaat het op Zaandam aan. Natuurlijk vaart de pont net weg en ik blijf rondjes rijden om warm te blijven.
Al om even na half 10 sta ik op het Museumplein en ben de eerste ligger. Even later druppelen de andere vaste waarden binnen. Erik Miedema, Arnold en Marieke Ligtvoet, Ben Wiggers, Jules en Elly Boetekees, Mark-Jan Bastian, Björn Willemsen en Leonie Berkhout en Bert Gazendam.
Op het Museumplein is het mistig, erg winderig en daardoor heel koud. Ik trek een shirt met lange mouwen aan en daarover nog een winddicht jasje. Ik wordt maar niet lekker warm en ga met al deze kleding aan onderweg. Ik laat de schuimkap onderdeks, het rijden in een groep met de kap op vind ik vervelend.
Anti-democratisch wordt besloten om langs de Amstel zuidwaarts te gaan rijden, altijd een mooi stuk fietsen. Veel wegen zijn al afgezet voor de Marathon van Amsterdam, maar de politie is ons welgezind en laat ons er enkele keren langs. Het is druk langs de Amstel, veel fietsers, hardlopers en ook het autoverkeer is volop van de partij. Op het water veel roeiers, met de vele schitterende buitenplaatsen een chique omgeving.
De snelheid ligt rond de 25 tot 28 km/u, de bijbehorende hartslag ergens tussen 78 en 88. De inspanning is vrijwel nihil en alle kleding, 4 lagen in totaal, blijft aan. Verschillende fietsers zijn te licht in de kleren, zij geloofden het weerbericht. Erik is zeker te koud gekleed. Ik bied hem mijn Newline winddichte hesje aan. Hij is er de hele dag blij mee.
In het plaatsje De Hoef gaan we al om 11.30 uur aan de pannenkoeken. Ik kies voor de banaan-gember variant, heerlijk.
Wij blijven langs het water, hier Kromme Mijdrecht geheten, en rijden naar Kamerik, vlak bij Woerden. Leonie moppert volop op de versnellingsnaaf in haar Mango. De kabel is te lang en ze trapt af en toe loos. Da's vervelend, met een knieprothese moet je de knie geleidelijk belasten en de GVD's zijn niet van de lucht.
Voorbij Kamerik is Leonie het zat. Bert ' krijgt opdracht' om de naaf te repareren. Dat kost heel veel tijd en lukt uiteindelijk niet. De kabel is te lang en Bert en Ben gaan op zoek naar een kniptang. De Leatherman die ik in mijn gereedschapstas heb doet goede diensten. Zo goed dat Bert de Leatherman als nieuwe oogst beschouwt en 'm in zijn gereedschapstas opbergt. Niet gelukt Bert :).
Het plan om een lus via Haarzuilens te rijden kan niet meer uitgevoerd worden en we gaan richting Wilnis. Arnold en Marieke nodigen ons uit op de koffie en we warmen lekker door. Om precies 16.00 uur komt de zon voor het eerst in beeld. Het wordt nu een stuk aangenamer en om 16.30 uur gaat de steeds kleiner wordende groep fietsers richting Amsterdam-Zuid. Met Leonie, Bert en Björn rijden we snel door de stad en om 17.00 uur kan ik direct de pont over het Noordzeekanaal oprijden. Da's wel heel snel de stad doorcrossen.
De pont vertrekt onmiddellijk. In Zaandam gaat het gas er weer op en met 40 tot 42 km/u kan ik een comfortabel tempo aanhouden.
Ik begin een hinderlijk tikkend geluid te horen onderin de fiets. Zou dat niet toch de pedaal zijn? Ik zie evenwel niks dat daarop wijst. Bij Uitgeest wordt het tikken steeds luider en lijkt het alsof het plaatje onder mijn schoen los gaat zitten. Om kwart voor zes ben ik thuis.
Na het uitklikken zie ik wat er aan de hand is, de pedaal is losgelopen. Hij zit nog wel met genoeg draadgangen vast, maar lang zal dat niet meer duren. Moraal van dit verhaal, als je twijfelt over het al dan niet goed vastzitten van een onderdeel, nog een keer de sleutel erop en zekerheid creëren.
148 km.
Om kwart over 8 zit ik in de fiets. Het is 5 gr. C. en mistig. Ik zet de schuimkap erop en heb de lange broek aan. Met 35 tot 38 km/u gaat het op Zaandam aan. Natuurlijk vaart de pont net weg en ik blijf rondjes rijden om warm te blijven.
Al om even na half 10 sta ik op het Museumplein en ben de eerste ligger. Even later druppelen de andere vaste waarden binnen. Erik Miedema, Arnold en Marieke Ligtvoet, Ben Wiggers, Jules en Elly Boetekees, Mark-Jan Bastian, Björn Willemsen en Leonie Berkhout en Bert Gazendam.
Op het Museumplein is het mistig, erg winderig en daardoor heel koud. Ik trek een shirt met lange mouwen aan en daarover nog een winddicht jasje. Ik wordt maar niet lekker warm en ga met al deze kleding aan onderweg. Ik laat de schuimkap onderdeks, het rijden in een groep met de kap op vind ik vervelend.
Anti-democratisch wordt besloten om langs de Amstel zuidwaarts te gaan rijden, altijd een mooi stuk fietsen. Veel wegen zijn al afgezet voor de Marathon van Amsterdam, maar de politie is ons welgezind en laat ons er enkele keren langs. Het is druk langs de Amstel, veel fietsers, hardlopers en ook het autoverkeer is volop van de partij. Op het water veel roeiers, met de vele schitterende buitenplaatsen een chique omgeving.
De snelheid ligt rond de 25 tot 28 km/u, de bijbehorende hartslag ergens tussen 78 en 88. De inspanning is vrijwel nihil en alle kleding, 4 lagen in totaal, blijft aan. Verschillende fietsers zijn te licht in de kleren, zij geloofden het weerbericht. Erik is zeker te koud gekleed. Ik bied hem mijn Newline winddichte hesje aan. Hij is er de hele dag blij mee.
In het plaatsje De Hoef gaan we al om 11.30 uur aan de pannenkoeken. Ik kies voor de banaan-gember variant, heerlijk.
Wij blijven langs het water, hier Kromme Mijdrecht geheten, en rijden naar Kamerik, vlak bij Woerden. Leonie moppert volop op de versnellingsnaaf in haar Mango. De kabel is te lang en ze trapt af en toe loos. Da's vervelend, met een knieprothese moet je de knie geleidelijk belasten en de GVD's zijn niet van de lucht.
Voorbij Kamerik is Leonie het zat. Bert ' krijgt opdracht' om de naaf te repareren. Dat kost heel veel tijd en lukt uiteindelijk niet. De kabel is te lang en Bert en Ben gaan op zoek naar een kniptang. De Leatherman die ik in mijn gereedschapstas heb doet goede diensten. Zo goed dat Bert de Leatherman als nieuwe oogst beschouwt en 'm in zijn gereedschapstas opbergt. Niet gelukt Bert :).
Het plan om een lus via Haarzuilens te rijden kan niet meer uitgevoerd worden en we gaan richting Wilnis. Arnold en Marieke nodigen ons uit op de koffie en we warmen lekker door. Om precies 16.00 uur komt de zon voor het eerst in beeld. Het wordt nu een stuk aangenamer en om 16.30 uur gaat de steeds kleiner wordende groep fietsers richting Amsterdam-Zuid. Met Leonie, Bert en Björn rijden we snel door de stad en om 17.00 uur kan ik direct de pont over het Noordzeekanaal oprijden. Da's wel heel snel de stad doorcrossen.
De pont vertrekt onmiddellijk. In Zaandam gaat het gas er weer op en met 40 tot 42 km/u kan ik een comfortabel tempo aanhouden.
Ik begin een hinderlijk tikkend geluid te horen onderin de fiets. Zou dat niet toch de pedaal zijn? Ik zie evenwel niks dat daarop wijst. Bij Uitgeest wordt het tikken steeds luider en lijkt het alsof het plaatje onder mijn schoen los gaat zitten. Om kwart voor zes ben ik thuis.
Na het uitklikken zie ik wat er aan de hand is, de pedaal is losgelopen. Hij zit nog wel met genoeg draadgangen vast, maar lang zal dat niet meer duren. Moraal van dit verhaal, als je twijfelt over het al dan niet goed vastzitten van een onderdeel, nog een keer de sleutel erop en zekerheid creëren.
148 km.
woensdag 11 oktober 2006
Heerlijk fietsen
Vanmiddag om 16.00 uur passeert de grond voor onze nieuw te bouwen stolp bij de notaris in Heerhugowaard. Er is dus ruim de tijd om een rondje te fietsen.
Het is ronduit schitterend weer, volle zon, 19 gr. C. en een oostelijke wind met kracht 4 Bft. Het is heel druk bij de pont in Akersloot, maar ik mag altijd als eerste op de pont. Ik kan in de zijkant staan en beperk het aantal auto's dat mee kan niet. Er komt een gigantisch groot binnenschip voorbij dat achteruit vaart. Het schip kan blijkbaar nergens zwaaien, een mooi woord voor keren. Op het Alkmaardermeer doet het schip dit even later wel en vervolgt vooruit varend zijn weg.
De wind is behoorlijk straf. Volgens plan maak ik er een rustige trip van. Tegen wind rij ik makkelijk 33 km/u met hartslag 106. In De Rijp sla ik linksaf om via Noordeinde en Grootschermer naar Schermerhorn te rijden. Boven de Beemster verzamelen zich duizenden kieviten. Ze vliegen vrij loom rond en sparen kennelijk hun krachten voor de grote trek zuidwaarts.
Vanuit Schermerhorn rij ik oostwaarts richting Avenhorn. De fraaie Oostmijzerdijk is één van mijn favoriete wegen. Er rijden nu veel fietsers en zelfs een heel grote groep jongelui. Na wat toeteren maken ze keurig ruim baan en ik kan er met 35 km/u langs.
Vanuit Avenhorn neem ik de recent geasfalteerde weg naar Oudendijk. Deze weg is een feest om op te rijden, vlak als een biljartlaken. Via de provinciale weg bereik ik met 36 km/u en weer hartslag 106 het plaatsje Oosthuizen. Hier pak ik de oostelijke dijk van de Beemster op, ook een schitterende hoge dijkweg. Ik eet een banaan en ga even later weer rustig op weg. Het blijft heerlijk fietsen, weinig druk op de pedalen en toch een mooie snelheid. Omdat ik toch graag een behoorlijke druk op de pedalen zet, schakel ik al vlot naar de grote versnellingen. Als gevolg daarvan daalt mijn hartslag opvallend. Met 'halve' wind en 36,5 km/u kan ik mijn hartslag toch op 106 houden.
Na het passeren van het fort 'Benoorden Purmerend' daal ik af tot het oude zeeniveau, de Beemster in. Ik eet een broodje en zet aan om de lineaalrechte Rijperweg dwars door de Beemster af te rijden. Ik heb me voorgenomen om er een ontspannen ritje van te maken, vanmiddag wordt het spannend genoeg :). Met de hartslag op het ijkpunt van 106 rij ik nu 38 km/u. Ook nu weer is er een verschil van 5 km/u tussen tegen wind en voor de wind. Halve wind, een zeilersterm voor een wind die dwars inkomt, zit er precies tussen in.
Ik rij vlot door De Rijp en sla bij West-Graftdijk linksaf om via De Woude en Krommenie naar Uitgeest te rijden. Het gaat nu iets harder, het rijdt zo fantastisch dat ik mijn afspraak met mezelf van vanmorgen tijdelijk vergeet. Ik trap even door en zie de hartslagmeter oplopen tot 130. Eens kijken welke snelheid daarbij op de teller komt. Dat wordt 48 km/u, mooi toch?.
Twee en een half uur na vertrek ben ik weer thuis. Al met al een heerlijk ontspannen fietstochtje in voor deze tijd van het jaar onwaarschijnlijk mooie weersomstandigheden.
75 km.
Het is ronduit schitterend weer, volle zon, 19 gr. C. en een oostelijke wind met kracht 4 Bft. Het is heel druk bij de pont in Akersloot, maar ik mag altijd als eerste op de pont. Ik kan in de zijkant staan en beperk het aantal auto's dat mee kan niet. Er komt een gigantisch groot binnenschip voorbij dat achteruit vaart. Het schip kan blijkbaar nergens zwaaien, een mooi woord voor keren. Op het Alkmaardermeer doet het schip dit even later wel en vervolgt vooruit varend zijn weg.
De wind is behoorlijk straf. Volgens plan maak ik er een rustige trip van. Tegen wind rij ik makkelijk 33 km/u met hartslag 106. In De Rijp sla ik linksaf om via Noordeinde en Grootschermer naar Schermerhorn te rijden. Boven de Beemster verzamelen zich duizenden kieviten. Ze vliegen vrij loom rond en sparen kennelijk hun krachten voor de grote trek zuidwaarts.
Vanuit Schermerhorn rij ik oostwaarts richting Avenhorn. De fraaie Oostmijzerdijk is één van mijn favoriete wegen. Er rijden nu veel fietsers en zelfs een heel grote groep jongelui. Na wat toeteren maken ze keurig ruim baan en ik kan er met 35 km/u langs.
Vanuit Avenhorn neem ik de recent geasfalteerde weg naar Oudendijk. Deze weg is een feest om op te rijden, vlak als een biljartlaken. Via de provinciale weg bereik ik met 36 km/u en weer hartslag 106 het plaatsje Oosthuizen. Hier pak ik de oostelijke dijk van de Beemster op, ook een schitterende hoge dijkweg. Ik eet een banaan en ga even later weer rustig op weg. Het blijft heerlijk fietsen, weinig druk op de pedalen en toch een mooie snelheid. Omdat ik toch graag een behoorlijke druk op de pedalen zet, schakel ik al vlot naar de grote versnellingen. Als gevolg daarvan daalt mijn hartslag opvallend. Met 'halve' wind en 36,5 km/u kan ik mijn hartslag toch op 106 houden.
Na het passeren van het fort 'Benoorden Purmerend' daal ik af tot het oude zeeniveau, de Beemster in. Ik eet een broodje en zet aan om de lineaalrechte Rijperweg dwars door de Beemster af te rijden. Ik heb me voorgenomen om er een ontspannen ritje van te maken, vanmiddag wordt het spannend genoeg :). Met de hartslag op het ijkpunt van 106 rij ik nu 38 km/u. Ook nu weer is er een verschil van 5 km/u tussen tegen wind en voor de wind. Halve wind, een zeilersterm voor een wind die dwars inkomt, zit er precies tussen in.
Ik rij vlot door De Rijp en sla bij West-Graftdijk linksaf om via De Woude en Krommenie naar Uitgeest te rijden. Het gaat nu iets harder, het rijdt zo fantastisch dat ik mijn afspraak met mezelf van vanmorgen tijdelijk vergeet. Ik trap even door en zie de hartslagmeter oplopen tot 130. Eens kijken welke snelheid daarbij op de teller komt. Dat wordt 48 km/u, mooi toch?.
Twee en een half uur na vertrek ben ik weer thuis. Al met al een heerlijk ontspannen fietstochtje in voor deze tijd van het jaar onwaarschijnlijk mooie weersomstandigheden.
75 km.
zondag 8 oktober 2006
Herfsttreffen niet, Volendam wel
Vrijdag zou de grond van onze nieuwe woning bij de notaris passeren. Door mijn vakantie en door de onderhandelingen met banken is dit niet gehaald. Het wordt nu komende woensdag. Ik had om die reden niet ingeschreven voor het Herfsttreffen. Ook de rechterknie moet worden ontzien. Volgende keer kan ik hopenlijk wel weer van de partij zijn.
Gisteren een trainingsritje gemaakt en ook nu doet de knie het prima.
Vandaag staat een iets langere rit op het programma naar Volendam.
Het is volledig bewolkt en de wind komt met kracht 4 Bft uit het zuidwesten. Het is 16 graden C. Ik trek de lange wielrenbroek aan en ook een shirt met lange mouwen bepalen vandaag mijn warme outfit.
Ik pomp de beide voorbanden op tot 6.3 bar, de achterband is nog tegen 7 bar, hard genoeg. Het fietsen gaat heerlijk licht, wat wil je ook met een perfect sporende Quest en de wind in de rug. Ik heb, na de reparatie bij Velomobiel, de vloerbedekking van Ventisit nog niet in de Quest gelegd. Dit levert me op slecht wegdek een concert van rammelend gereedschap op.
Via de pont in Akersloot rij ik naar West-Graftdijk, door naar De Rijp om vervolgens de Beemster in te duiken. Daar wordt ik langzaam ingehaald door een Citroen Picasso. Verderop stopt de Citroen en een lange slanke man wil graag dat ik stop. Even twijfel ik of ik wel zal stoppen, ik rij lekker 38 km/u, maar ik ben ook nieuwsgierig wie het is.
Het blijkt Pé Koomen te zijn, 66 jaar en rijder in Quest 136. Pé blijkt een regelmatige lezer van mijn blog te zijn. Hij herkende mij aan de zwarte tunnel en het derailleurhuis. We praten over de assen van de Quest. Pé gaat komende week ook naar Velomobiel.nl om zijn as te laten voorzien van een M8 bout. Pé is een sterke fietser, hij kan 100 km op de openbare weg afleggen met een gemiddelde van ruim 39 km/u, heel goed.
Al snel ga ik weer onderweg, en een 20 minuten later rij ik in drukte op de dijk. Het gefotografeer is niet van de lucht en ik krijg nu zelfs van een groep oudere dames een spontaan applaus. Ik dol wat met de Volendamse parkeerwachter bij hotel Spaander. Ik zeg dat de mensen blijkbaar voor mij en de Quest komen en niet voor Volendam. Hij laat zich niet gek maken.
Ik eet een banaan en ga tegen wind weer terug naar huis. Ook nu fietst het prettig.
Vlak voor de pont in Akersloot lopen drie mensen over de hele breedte van het fietspad naast elkaar. Ik nader met 40 km/u en verbaas me over het feit dat ze niet aan de kant gaan terwijl ze me toch recht aankijken. Naast één van de mensen loopt een grote witte hond. Ik kom steeds dichterbij en de drie donker gebrilde mensen blijven ijzerenheinig doorlopen. Ik claxonneer maar eens. Nu springen ze plotseling aan de kant, gek. Tijdens het passeren zie ik dat de hond wordt geleid door een .... rood-wit geblokt tuig. Sorry mensen, te laat gezien dat jullie visueel gehandicapt zijn.
Ik ben blij dat de knie geen problemen geeft.
Na 74 km ben ik weer thuis.
Totaal nu 6250 km.
Gisteren een trainingsritje gemaakt en ook nu doet de knie het prima.
Vandaag staat een iets langere rit op het programma naar Volendam.
Het is volledig bewolkt en de wind komt met kracht 4 Bft uit het zuidwesten. Het is 16 graden C. Ik trek de lange wielrenbroek aan en ook een shirt met lange mouwen bepalen vandaag mijn warme outfit.
Ik pomp de beide voorbanden op tot 6.3 bar, de achterband is nog tegen 7 bar, hard genoeg. Het fietsen gaat heerlijk licht, wat wil je ook met een perfect sporende Quest en de wind in de rug. Ik heb, na de reparatie bij Velomobiel, de vloerbedekking van Ventisit nog niet in de Quest gelegd. Dit levert me op slecht wegdek een concert van rammelend gereedschap op.
Via de pont in Akersloot rij ik naar West-Graftdijk, door naar De Rijp om vervolgens de Beemster in te duiken. Daar wordt ik langzaam ingehaald door een Citroen Picasso. Verderop stopt de Citroen en een lange slanke man wil graag dat ik stop. Even twijfel ik of ik wel zal stoppen, ik rij lekker 38 km/u, maar ik ben ook nieuwsgierig wie het is.
Het blijkt Pé Koomen te zijn, 66 jaar en rijder in Quest 136. Pé blijkt een regelmatige lezer van mijn blog te zijn. Hij herkende mij aan de zwarte tunnel en het derailleurhuis. We praten over de assen van de Quest. Pé gaat komende week ook naar Velomobiel.nl om zijn as te laten voorzien van een M8 bout. Pé is een sterke fietser, hij kan 100 km op de openbare weg afleggen met een gemiddelde van ruim 39 km/u, heel goed.
Al snel ga ik weer onderweg, en een 20 minuten later rij ik in drukte op de dijk. Het gefotografeer is niet van de lucht en ik krijg nu zelfs van een groep oudere dames een spontaan applaus. Ik dol wat met de Volendamse parkeerwachter bij hotel Spaander. Ik zeg dat de mensen blijkbaar voor mij en de Quest komen en niet voor Volendam. Hij laat zich niet gek maken.
Ik eet een banaan en ga tegen wind weer terug naar huis. Ook nu fietst het prettig.
Vlak voor de pont in Akersloot lopen drie mensen over de hele breedte van het fietspad naast elkaar. Ik nader met 40 km/u en verbaas me over het feit dat ze niet aan de kant gaan terwijl ze me toch recht aankijken. Naast één van de mensen loopt een grote witte hond. Ik kom steeds dichterbij en de drie donker gebrilde mensen blijven ijzerenheinig doorlopen. Ik claxonneer maar eens. Nu springen ze plotseling aan de kant, gek. Tijdens het passeren zie ik dat de hond wordt geleid door een .... rood-wit geblokt tuig. Sorry mensen, te laat gezien dat jullie visueel gehandicapt zijn.
Ik ben blij dat de knie geen problemen geeft.
Na 74 km ben ik weer thuis.
Totaal nu 6250 km.
Tennisarm en knikkende knie
Na het bezoek aan Velomobiel.nl voel ik pijn in mijn rechter elleboog. Waarschijnlijk ontstaan door het uit de bus tillen van de Quest. Met de gootjes gaat het geleidelijker, maar daar lachen ze bij Velomobiel natuurlijk om. Door intensief computer- en daardoor muisgebruik, gaat de pijn niet weg.
Na de reis naar Giessen, waar ik geen enkel physiek probleem had, heb ik nu een gevoel in mijn rechterknie dat ik niet eerder bespeurde. Bij het tijdens stand naar voren en direct daarna weer naar achteren bewegen van de knie, voel en hoor ik enkele knikken. Ik vind dat alarmerend. Maar even rustig aan dus.
Afgelopen woensdag met dit gammele lijf mezelf toch met enige moeite in de Quest gehesen en een trainingsrondje van 33 km gemaakt. Het schakelen gaat niet zonder pijn, maar is te doen. De knie draait gelukkig lekker.
Ik vertrek in het donker en gebruik nu continu de 12 Watt LED verlichting, de Lupine Wilma. Het wegdek is nat en dat absorbeert veel licht. Toch kan ik tot 40 km/u rijden en heb op 12 Watt een perfect zicht. Bij tegenliggers dim ik tot 1 Watt. Dat is flink minder en de snelheid moet dan een kilometer of 5 omlaag. Omdat de Lupine Wilma met één druk op de knop tussen 1 en 12 Watt schakelt, heb ik onmiddellijk weer veel licht als het kan. Het valt me trouwens mee dat ook bij vol licht de automobilisten betrekkelijk weinig seinen dat het teveel zou zijn. Mogelijk filtert de berm en begroeiing het licht en hebben de automobilisten er weinig hinder van.
Na de reis naar Giessen, waar ik geen enkel physiek probleem had, heb ik nu een gevoel in mijn rechterknie dat ik niet eerder bespeurde. Bij het tijdens stand naar voren en direct daarna weer naar achteren bewegen van de knie, voel en hoor ik enkele knikken. Ik vind dat alarmerend. Maar even rustig aan dus.
Afgelopen woensdag met dit gammele lijf mezelf toch met enige moeite in de Quest gehesen en een trainingsrondje van 33 km gemaakt. Het schakelen gaat niet zonder pijn, maar is te doen. De knie draait gelukkig lekker.
Ik vertrek in het donker en gebruik nu continu de 12 Watt LED verlichting, de Lupine Wilma. Het wegdek is nat en dat absorbeert veel licht. Toch kan ik tot 40 km/u rijden en heb op 12 Watt een perfect zicht. Bij tegenliggers dim ik tot 1 Watt. Dat is flink minder en de snelheid moet dan een kilometer of 5 omlaag. Omdat de Lupine Wilma met één druk op de knop tussen 1 en 12 Watt schakelt, heb ik onmiddellijk weer veel licht als het kan. Het valt me trouwens mee dat ook bij vol licht de automobilisten betrekkelijk weinig seinen dat het teveel zou zijn. Mogelijk filtert de berm en begroeiing het licht en hebben de automobilisten er weinig hinder van.
zaterdag 7 oktober 2006
Discussie over optillen en slepen Quest
In mijn vorige post over mijn bezoek aan Velomobiel.nl is een discussie ontstaan met Bert Bom. Zie de reacties op de vorige post. Bert vraagt zich daar af of het optillen en deels slepen van de achterkant van de Quest met de bestuurder erin, de achterbrug zou kunnen torderen. Ik heb dit aan Ymte en Allert van Velomobiel.nl voorgelegd. Ymte antwoordt vanmiddag als volgt:
Dag Wim,
De achterbrug is behoorlijk sterk, hij zal niet zo snel torderen als de fiets opzij geschoven wordt. Als je met hoge snelheid in een bocht door een kuil rijdt gaat hij ook niet krom, de kracht lijkt me dan groter.
Er is allert vorige week ook niets opgevallen. In ieder geval loopt je wiel nu goed in de wielkast.
Als je hier weer eens bent zullen we nog wel eens kijken, voorlopig geen reden tot bezorgdheid.
Groeten, Ymte
Dag Wim,
De achterbrug is behoorlijk sterk, hij zal niet zo snel torderen als de fiets opzij geschoven wordt. Als je met hoge snelheid in een bocht door een kuil rijdt gaat hij ook niet krom, de kracht lijkt me dan groter.
Er is allert vorige week ook niets opgevallen. In ieder geval loopt je wiel nu goed in de wielkast.
Als je hier weer eens bent zullen we nog wel eens kijken, voorlopig geen reden tot bezorgdheid.
Groeten, Ymte