De enorme camping is vrijwel verlaten. We staan op een grasveld van 200 x 600 meter. De wilde konijnen zijn zo tam dat Kees ze tot op een meter of vijf kan benaderen. We overleggen of we er een in de pot zullen stoppen maar besluiten dit maar niet te doen. We zijn om tien uur onderweg en de eerste tien kilometer zijn vlak en vliegen, mede doordat we de wind in de rug hebben, in iets meer dan een kwartier onder de wielen door. De eerste buien dienen zich al snel aan en hebben een forse omvang. Zo gauw de weg nat is komt er water in mijn fiets. Dat is al vanaf het begin zo maar ik weet dat aan water van buitenaf. Het is nu duidelijk dat de achterste wielkast lekt en het regenwater naar binnen loopt.
Na tien kilometer begint de eerste klim. Niet heel steil, maar wel lang. We komen tot 260 meter hoogte en rijden door het Galloway Forest park. De afdalingen zijn mooi vlak al zit er één heel snelle tussen. Mijn GPS geeft 91.1 km/u aan, zelfs met één remparachute uit. Kees komt tot 96,2 km/u en moet aan het eind nog snel twee parachutes uitgooien om de remmen niet te zwaar te belasten. Ben gebruikt zo nu en dan ook een grote parachute, een pilot-chute van een F16 die de hoofdparachute eruit moet trekken. Die chute remt de Quest heel fors af.
Overal staan belangstellenden langs de weg. We worden ook hier weer continue gefotografeerd.
Kees haalt de speling uit zijn stuur, bij snelheden van tegen de 100 km/u geen onnodige actie.
Het klimmen en dalen gaat continue door. Het landschap is ook hier prachtig. We krijgen de Ierse zee af en toe te zien. De weg is vaak omzoomd met paarse bloemen. We rijden onder meer over de A75, een drukke weg met enorm veel vrachtverkeer. We moeten soms even stoppen om de file achter ons te laten passeren. Als we even stilstaan stopt een Schot zijn bestelwagen en komt naar ons toelopen. Hij adviseert ons dringend niet langer op dit stuk van de A75 te blijven rijden, het wordt steeds gevaarlijker. Er zijn geen 'shoulders' meer en de weg is ook smal. We kunnen via een heel steil weggetje naar een parallel lopende rustiger weg rijden. Inderdaad, dit is veel prettiger.
We schrikken van een jong Galloway rund op de rijbaan. Ben en ik rijden er met een grote boog omheen.
Nogmaals wil ik de chauffeurs hier complimenteren. Zelfs al moeten ze tien minuten achter ons omhoog kruipen, ze blijven achter ons. Pas als het heel riant kan, komen ze langs.
We spreken bij kilometerstand 95 af dat Marian een kampeerplaats zoekt vanaf kilometerstand 115. Als we al 120 km hebben gereden is er nog geen bericht van Marian. Ik bel maar ze antwoordt niet. Als ik eindelijk op mijn telefoon een totaal onbekend nummer zie binnenkomen, blijkt dat de telefoon van Marian het niet meer doet en ze mag de telefoon van een boer gebruiken.
De boer wil ons wel een plaats voor de nacht geven, echter, wij zijn al 20 km verder en terugfietsen staat niet in ons woordenboek. We spreken af elkaar in Annan te ontmoeten. Dat lukt uitstekend en we worden door een aardige Schot, hij rijdt in zijn auto voor, naar de lokale camping gebracht.
We eten tijdens een zware bui onder de luifel onze avondmaaltijd op. Twee Nederlanders komen een praatje maken. Ik stel mijn remmen wat strakker, de Quest blijft op heuvels op de parkeerrem niet goed staan.
Doordat de boot geen WIFI had ben ik afhankelijk van de Hi USB modem. Met 2 euro per Mb duur, maar praktisch nauwelijks bruikbaar. Zelfs als de verbindingskwaliteit 5 balkjes laat zien, duurt het uploaden van 0,1 Mb een half uur.
Vandaag 140 km gereden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten