Om half één stap ik in de Quest om naar Enkhuizen te rijden. Ik mag bij Driehuizen een tijdje wachten tot de bezemwagen van de wielerwedstrijd in de Schermer voorbij is. Het is lekker fietsweer al heb ik de wind tegen. Ik realiseer me dat ik vandaag voor het eerst dit jaar zonder racekap rij.
In Enkhuizen zijn Piet Kunis, Bram Smit, Jan Reus, Jeroen Koeleman en David Wielemaker al van de partij. Er zit voor het eerst een sterkere hydraulische schijfrem voor de tiltlock in. Die blijkt ruim voldoende krachtig om de fiets tijdens stilstand te locken. Het nieuw gemaakte stuurtje staat eigenlijk te hoog om lekker mee te rijden.
De mannen kijken me aan en zeggen 'nou, rijden maar'. Ik stap over de fiets, knijp de lock in en ga zitten. Al een tijdje, ook vannacht, vraag ik me hoe de rijdende overgang van geblokkeerd rijden naar ongeblokkeerd rijden zal verlopen. Eerlijk gezegd heb ik daar een beetje angst voor.
Die angst blijkt volledig onnodig. Ik start met de twee oudste makkers, Piet en Bram, rennend achter me aan.
Al bij 5 km per uur verloopt de overgang van geblokkeerd naar ongeblokkeerd rijden heel soepel. Eerlijk gezegd eigenlijk gewoon onmerkbaar. Bij de eerste scherpe bocht rij ik langzaam en blokkeer de tiltconstructie. Ook dat gaat prima en ik neem de bocht rustig.
De terugweg neem ik de grotere asfaltweg waar ook ander verkeer rijdt. Ook nu weer een vloeiende overgang van geblokkeerd rijden naar ongeblokkeerd. Dan doemt een bocht op. Ik verlaag de snelheid en stuur naar links. Een fractie van een seconde later ligt de VeloTilt op zijn kant. Bij langzaam rijden heb je meer stuuruitslag nodig. Die is er simpelweg niet. Ik kan zittend in de fiets de VeloTilt overeind zetten en mijn weg vervolgen. Er zitten wat krasjes op de huid ter hoogte van het voorwiel. Aan de achterkant blijkt de VeloTilt op het draaipunt van de wielarmen te zijn gevallen. Daar is de constructie enorm sterk en behalve wat krasjes op de afsluitende moer, is er geen schade.
Het was niet mijn bedoeling te vallen, maar het is wel goed te weten dat als de fiets valt hoe dat gaat.
David is tevreden over de aandrijving, nog niet over de tiltingconstructie. Die beweegt volgens hem nog niet vloeiend genoeg. Dat kan goed kloppen. De beide wielpoten worden door een doorgaand draadeind en nylon lagers naar elkaar toe getrokken. Die koppeling moet met twee axiale kogellagers worden uitgevoerd. De leverancier heeft die helaas nog niet geleverd en zit er tijdelijk een nylon bus in. Dit alles neemt niet weg dat David al boven de 40 km/u heeft gereden met onze nieuwe kindje.
Zowel David als Jeroen nemen de bochten nu zonder blokkeren. Hoe harder je de bocht doorgaat hoe minder stuuruitslag er nodig is. Het is gewoon een kwestie van durven.
Als laatste bespreken we de nu gereed zijnde mallen van de wielstroomlijnkasten. Er komt één deel vast op de wielarm, de bolle buitenkant is afneembaar. David legt minutieus uit welke hoek de wielstroomlijnkasten moeten maken met de romp. Jan en Jeroen hebben het over 'een nokje hier een nokje daar'. Daarmee wordt die uiterst belangrijke hoek met de romp ook verstelbaar. Ik vertrouw erop dat dat wel gaat lukken.