dinsdag 30 september 2008

Wetzlar 2008 donderdag deel 2

Na het bezoek aan Hase vervolgen wij onze weg langs het kanaal, nu langs de andere oever. Mark heeft ieder jaar wel een verrassing in petto. Grote graafmachines tot aan de einder kondigen die verrassing al aan. De oever van het kanaal wordt voorzien van nieuwe damwanden en dat betekent dat de weg feitelijk alleen begaanbaar is voor trekkers en andere meerwiel aangedreven voertuigen. Opeens doemt een enorm gat in de weg op, oops!. Met wat duw- en trekwerk komt iedereen er door. Sommige echte woestelingen zien kans om er op eigen kracht doorheen te komen. Een levensgrote trekker dwingt iedereen aan de kant. De bestuurder wacht rustig tot wij de weg hebben vrijgemaakt en rijdt dan gemoedelijk door.
Ook dit jaar weer heb ik enorme bewondering voor de discipline van de Duitse automobilisten. Als ze je al passeren, gebeurt dat op meerdere meters afstand. Kunnen ze die afstand niet aanhouden, dan blijven ze rustig achter je, al duurt dat een kwartier. Een enkele motorrijder wil wel eens dichterbij komen, maar gevaarlijk wordt het nooit.
Helaas wordt het veld rijders enkele keren uit elkaar gerukt en wordt het wachten op afslagen niet door iedereen goed begrepen. Dit levert veel gezoek, getelefoneer en vertraging op. Het systeem is simpel. Als het veld uit elkaar valt dan moet de laatste rijder voor de breuk op een afslag wachten tot de tweede groep arriveert. Zijn er meerdere afslagen, dan moet op elke afslag een rijder wachten tot alles weer is aangesloten. Dit nu gebeurt enkele keren niet en dat levert, begrijpelijk, wat gemor van Ymte op die het zo mooi op papier heeft gezet. Zoals gezegd, misschien beter mondeling toelichten. Een tweede probleem is het verschil in ervaring en conditie. De langzaamste fietsers moeten echt achter de voorrijder blijven. Die kan zijn snelheid dan aanpassen aan de minst snelle rijder. Per saldo is de groep dan toch als geheel het snelst.
In de middag moet er flink worden geklommen en dat gaat me vrij goed af. De knieƫn houden zich goed en ook de rechterkuit houdt zich koest. Ik klim steeds met hartslag 135 tot 138, slechts een enkele keer gaat de tikker tot 140 met een maximum van 144.
Door de vertraging onderweg komen we vrij laat bij de Sorpesee aan. Het restaurant op de camping is afgebrand en wij moeten een paar honderd meter lopen om nog net op tijd bij een restaurantje te kunnen eten. Na een dag zware inspanning leveren eet ik direct na de rit meestal niet veel. Na een paar uur kan ik dat wel, maar daar houdt het restaurant natuurlijk geen rekening mee. Menigeen heeft hier helemaal geen last van, er wordt stevig gebunkerd.
De wigwam achtige huisjes zijn comfortabel en ik slaap lekker.

1 opmerking:

  1. Jammer dat de reis niet zo voorspoedig verliep. Toch was ik liever met jullie meegegaan dan de races in Groningen te doen hoor. Het halen van zo'n goed resultaat doet me wel goed. Kennelijk was het positieve effect van een weekje nauwelijks fietsen groter dan het negatieve effect van de naweeen van de griep.

    BeantwoordenVerwijderen