Na de tocht gisteren blijk ik, ondanks 3x insmeren, toch op enkele plaatsen verbrand. Zondag is er nog meer UV in de lucht. Ik zou best a.s. zondag wel een deel van de dag uit de zon willen zitten. Ik bel Smitsveld, maar die hebben alleen een full-size paraplu. Ik heb eigenlijk het juiste type papaplu alleen maar gezien op kinderwagens. Op naar Kids & Co. Daar hebben ze de juiste maat en in alle kleuren, behalve Quest-geel. Ik neem een witte en na het eten ga ik kijken of ik het ding fatsoenlijk kan monteren. Dat lukt na wat gezoek uitstekend. De aluminium buis die achter mijn rug onderdeel uitmaakt van de wielophanging, is een prima bevestigingspunt.
Eerst maar eens een proefritje. Het gaat goed tot 25 km/u, daarboven plopt de paraplu de andere kant uit. Ik verstel de beugel wat en rij door. Opeens rijdt er een groene VW bus naast me, Bart van Crasbeek en zijn vrouw Fiona, stappen uit en komen gierend van het lachen naar me toe. Nou had ik al geen gebrek aan belangstelling, een Quest met een babyparaplu is echt vermaak. Mijn vrouw verzoekt me dringend in Castricum niet met opgezette paraplu te rijden, ze schaamt zich rot. In Castricum is een Psychiatrisch Ziekenhuis gevestigd en ze denkt dat ik er langzamerhand aan toe ben om daar mijn licht op te steken.
Thuis verplaats ik de klem nog eens en nu zit ie perfect. Tot ruim 30 km/u blijft het pluutje keurig boven mijn hoofd staan. Nou nog even de hinderlijk wapperende randen omvouwen en met dubbelzijdig plakband vastzetten. Klaar voor de 270 km a.s. zondag.
vrijdag 30 juni 2006
donderdag 29 juni 2006
Rondje Noord-Holland
Vandaag een vrije dag om een zonnig rondje Noord-Holland te fietsen. De weersverwachting is NO 2-3 Bft, zonnig en 23 gr. C. Om 09.40 uur ben ik onderweg met een nieuw Ventisit matje. Bart van Crasbeek kwam gisteravond 2 verschillende versies brengen en ik kies het matje met de normale buitenkant en een zachtere tussenlaag.
Het is druk met zakelijk verkeer dus ik blijf op de fietspaden, met uitzondering van Heiloo waar de normale fietsers een omweg moeten maken. Traditiegetrouw begin ik rustig met rond de 32 km/u. Benoorden Alkmaar kan ik niet verder langs het Noord-Hollands kanaal. Ik moet een alternatieve route rijden door de Berger polder. Dit blijkt een prachtige route te zijn die goed is bebord.
Weer langs het Noord-Hollands kanaal fiets ik gemiddeld 37 km/u. De wind blijkt hier flink sterker en komt vrijwel recht van voren in. Ik ben na één uur en drie kwartier bij het Total benzinestation bij De Kooy. Een banaan en een broodje pindakaas gaat er goed in. Ik verwissel mijn gewone pet voor een zonneklep. Dat is een heel stuk frisser, heerlijk.
Mijn hartslagmeter is van slag. Bij 35 km/u tegen wind geeft ie nu 58 bpm aan. Nou heb ik inderdaad een heel lage hartslag bij een gegeven snelheid, maar dit klopt uiteraard voor geen meter. Af en toe valt ie helemaal weg. De batterij van de borstband maar eens vernieuwen. Nu de hartslagmeter het niet doet komt er een soort rust over me. Ik rij duidelijk wat langzamer dan normaal. Mag ook wel, het blijft een toertocht en zondag rij ik 270 km naar Amsterdam en vandaar de Fortentocht.
Tussen De Kooy en het Amstelmeer rij ik op een voorrangsweg. Ik zie een Toyota RAV4 hard van rechts aankomen. Hij verdwijnt achter een bedrijfspand op de hoek. Ik voel aan mijn water dat de man mij geen voorrang zal verlenen. Inderdaad scheurt ie de hoek om en rijdt vlak voor me de weg op. Ik schreeuw naar hem en maak een slalom achter hem langs, de kl..tzak.
In Den Oever verspert een verzameling scholieren me de weg. Ze vinden het wel wat zo'n Quest. Ze zijn al onder de indruk van de 70 km die ik heb afgelegd. Als ik ze vertel dat er nog wel 120 km bijkomen vallen ze van hun stoel.
Op de haven in Den Oever is het rustig, alleen wat Duitsers scharrelen er rond. Het bankje biedt een heerlijke schaduwrijke rustplek en ik eet en drink wat. Ik drink voor het eerst een energierijke drank van Gatorade. Het smaakt goed, is niet al te zoet en ik denk dat de energie-opname wat geleidelijker verloopt.
Op naar Medemblik met de wind zo goed als in de rug. Zonder al te veel moeite rij ik steeds 42 tot 43 km/u. Er rijden veel groepen scholieren die me enthousiast groeten.
In Medemblik een korte koffiestop waarna ik snel de dijk opzoek. Het is glashelder weer en Friesland ligt helder zichtbaar op de horizon. Ik maak een paar foto's van zeilschepen op het IJsselmeer met het vuurtorentje van De Ven als coulisse. Er zijn gelukkig weinig fietsers op de dijk en het fietst heerlijk licht. Ik smeer me nog een keer in met zonnebrandcreme factor 60. Met mijn huid zonder pigment is dit de enige oplossing om zo lang buiten te zijn.
Enkhuizen passeer ik vlot en met de wind achter fiets ik de dijk van het zuidelijke IJsselmeer op. Meestal stop ik dan even om iets te eten en te drinken. Ik zit even in het gras en kijk naar de vele zeilschepen die rustig voorbij varen. Er passeert een ligfietser en we groeten elkaar. Ik denk dat ik hem straks wel weer zal passeren. Dat gebeurt ook, hij ziet me in zijn spiegels naderen en zwaait nog eens.
Halverwege Enkhuizen en Hoorn is een evenement in voorbereiding. Er staan onderaan de dijk bierpompen en andere spullen voor een groot feest. Ik verbaas me over een bord 15 km/u. Ik rij lekker 45 km/u tot....een enorme klap me wakker schudt. Te laat heb ik in de gaten dat er een venijnige kunstmatige drempel is aangebracht om stroom en water over de dijk te kunnen brengen. Ik vrees voor schade en aangeslagen fiets ik verder. De banden blijven heel en ik voel geen onregelmatigheden. Ongelofelijk wat de Quest blijkbaar kan verdragen.
Ik stop niet in Hoorn en rij nu onderaan de dijk naar Volendam/Edam. De 6 sneetjes brood en de 2 bananen zijn op en de hongerklop begint zijn tol te eisen. Ik kan door de Beemster nog wel 38 km/u rijden, maar het gaat een stuk moeilijker.
In De Rijp stop ik even bij een benzinestation en koop een oversized Nuts. Ook vul ik mijn Camelbag met vers drinkwater. Het laatste stuk gaat weer crescendo en om 17.30 uur ben ik thuis. Ik inspecteer de fiets op schade. Daarvoor leg ik de Quest op z'n zij en bekijk nauwkeurig of de wielen nog rond zijn. Dat is gelukkig het geval. Ook zijn er geen kapotte spaken. Ik kijk of de fiets nog even gemakkelijk de heel flauwe helling op mijn erf afloopt. De sporing lijkt prima en het loopt met een sisser af.
Prachtige fietsdag.
190 km
Het is druk met zakelijk verkeer dus ik blijf op de fietspaden, met uitzondering van Heiloo waar de normale fietsers een omweg moeten maken. Traditiegetrouw begin ik rustig met rond de 32 km/u. Benoorden Alkmaar kan ik niet verder langs het Noord-Hollands kanaal. Ik moet een alternatieve route rijden door de Berger polder. Dit blijkt een prachtige route te zijn die goed is bebord.
Weer langs het Noord-Hollands kanaal fiets ik gemiddeld 37 km/u. De wind blijkt hier flink sterker en komt vrijwel recht van voren in. Ik ben na één uur en drie kwartier bij het Total benzinestation bij De Kooy. Een banaan en een broodje pindakaas gaat er goed in. Ik verwissel mijn gewone pet voor een zonneklep. Dat is een heel stuk frisser, heerlijk.
Mijn hartslagmeter is van slag. Bij 35 km/u tegen wind geeft ie nu 58 bpm aan. Nou heb ik inderdaad een heel lage hartslag bij een gegeven snelheid, maar dit klopt uiteraard voor geen meter. Af en toe valt ie helemaal weg. De batterij van de borstband maar eens vernieuwen. Nu de hartslagmeter het niet doet komt er een soort rust over me. Ik rij duidelijk wat langzamer dan normaal. Mag ook wel, het blijft een toertocht en zondag rij ik 270 km naar Amsterdam en vandaar de Fortentocht.
Tussen De Kooy en het Amstelmeer rij ik op een voorrangsweg. Ik zie een Toyota RAV4 hard van rechts aankomen. Hij verdwijnt achter een bedrijfspand op de hoek. Ik voel aan mijn water dat de man mij geen voorrang zal verlenen. Inderdaad scheurt ie de hoek om en rijdt vlak voor me de weg op. Ik schreeuw naar hem en maak een slalom achter hem langs, de kl..tzak.
In Den Oever verspert een verzameling scholieren me de weg. Ze vinden het wel wat zo'n Quest. Ze zijn al onder de indruk van de 70 km die ik heb afgelegd. Als ik ze vertel dat er nog wel 120 km bijkomen vallen ze van hun stoel.
Op de haven in Den Oever is het rustig, alleen wat Duitsers scharrelen er rond. Het bankje biedt een heerlijke schaduwrijke rustplek en ik eet en drink wat. Ik drink voor het eerst een energierijke drank van Gatorade. Het smaakt goed, is niet al te zoet en ik denk dat de energie-opname wat geleidelijker verloopt.
Op naar Medemblik met de wind zo goed als in de rug. Zonder al te veel moeite rij ik steeds 42 tot 43 km/u. Er rijden veel groepen scholieren die me enthousiast groeten.
In Medemblik een korte koffiestop waarna ik snel de dijk opzoek. Het is glashelder weer en Friesland ligt helder zichtbaar op de horizon. Ik maak een paar foto's van zeilschepen op het IJsselmeer met het vuurtorentje van De Ven als coulisse. Er zijn gelukkig weinig fietsers op de dijk en het fietst heerlijk licht. Ik smeer me nog een keer in met zonnebrandcreme factor 60. Met mijn huid zonder pigment is dit de enige oplossing om zo lang buiten te zijn.
Enkhuizen passeer ik vlot en met de wind achter fiets ik de dijk van het zuidelijke IJsselmeer op. Meestal stop ik dan even om iets te eten en te drinken. Ik zit even in het gras en kijk naar de vele zeilschepen die rustig voorbij varen. Er passeert een ligfietser en we groeten elkaar. Ik denk dat ik hem straks wel weer zal passeren. Dat gebeurt ook, hij ziet me in zijn spiegels naderen en zwaait nog eens.
Halverwege Enkhuizen en Hoorn is een evenement in voorbereiding. Er staan onderaan de dijk bierpompen en andere spullen voor een groot feest. Ik verbaas me over een bord 15 km/u. Ik rij lekker 45 km/u tot....een enorme klap me wakker schudt. Te laat heb ik in de gaten dat er een venijnige kunstmatige drempel is aangebracht om stroom en water over de dijk te kunnen brengen. Ik vrees voor schade en aangeslagen fiets ik verder. De banden blijven heel en ik voel geen onregelmatigheden. Ongelofelijk wat de Quest blijkbaar kan verdragen.
Ik stop niet in Hoorn en rij nu onderaan de dijk naar Volendam/Edam. De 6 sneetjes brood en de 2 bananen zijn op en de hongerklop begint zijn tol te eisen. Ik kan door de Beemster nog wel 38 km/u rijden, maar het gaat een stuk moeilijker.
In De Rijp stop ik even bij een benzinestation en koop een oversized Nuts. Ook vul ik mijn Camelbag met vers drinkwater. Het laatste stuk gaat weer crescendo en om 17.30 uur ben ik thuis. Ik inspecteer de fiets op schade. Daarvoor leg ik de Quest op z'n zij en bekijk nauwkeurig of de wielen nog rond zijn. Dat is gelukkig het geval. Ook zijn er geen kapotte spaken. Ik kijk of de fiets nog even gemakkelijk de heel flauwe helling op mijn erf afloopt. De sporing lijkt prima en het loopt met een sisser af.
Prachtige fietsdag.
190 km
zondag 25 juni 2006
Alarm, bandenplakken, niet fietsen
Vannacht om 04.15 uur alarm op de zaak. Na de inbraken van 20 en 29 maart laat ik direct de politie bellen door de alarmcentrale. Ik kleed me aan en ga naar Uitgeest. Ik lees op de alarminstallatie af dat er in het cursuslokaal is ingebroken. Daar aangekomen is er niks te zien. Weer thuis aangekomen meldt mijn vrouw dat er toch een ruit is gebroken en de politie achter de dader aan zit. Ik snap er niks van, maar ga toch maar weer terug. Na een grondige inspectie is er toch echt niks aan de hand.... echter? De politie zal toch niet gedacht hebben dat de al een jaar gescheurd zijnde voorruit vannacht is vernield? Het antwoord is ja. Dan toch de ruit maar eens vernieuwen.
Inslapen gaat heel moeilijk en om 06.00 uur lig ik nog steeds naar de wekker te staren. Om 11.00 uur ga ik er maar eens uit en zie dat er heel slecht weer aankomt. De regelmatige lezer weet dat ik met regen niet graag fiets, helemaal niet als er ook nog zeer zware windstoten bij zitten. Vanmiddag dan ook met mijn vrouw en met de auto een rondje Midden Noord-Holland om boerderijen te bekijken.
Thuis kijk ik naar Engeland tegen Ecuador. Tussen de bedrijven door plak ik enkele opgespaarde lekke banden. Ik hou steeds de combinatie binnen- en buitenband bij elkaar. Ik pomp de lekke combinatie weer op en kijk waar het lek zit. 9 van 10 keer zit daar in de buitenband een steentje, stukje glas of een metalen voorwerp. Ter controle gaat de geplakte binnenband in de gootsteen met water en gelukkig komen er geen belletjes.
Inslapen gaat heel moeilijk en om 06.00 uur lig ik nog steeds naar de wekker te staren. Om 11.00 uur ga ik er maar eens uit en zie dat er heel slecht weer aankomt. De regelmatige lezer weet dat ik met regen niet graag fiets, helemaal niet als er ook nog zeer zware windstoten bij zitten. Vanmiddag dan ook met mijn vrouw en met de auto een rondje Midden Noord-Holland om boerderijen te bekijken.
Thuis kijk ik naar Engeland tegen Ecuador. Tussen de bedrijven door plak ik enkele opgespaarde lekke banden. Ik hou steeds de combinatie binnen- en buitenband bij elkaar. Ik pomp de lekke combinatie weer op en kijk waar het lek zit. 9 van 10 keer zit daar in de buitenband een steentje, stukje glas of een metalen voorwerp. Ter controle gaat de geplakte binnenband in de gootsteen met water en gelukkig komen er geen belletjes.
zaterdag 24 juni 2006
Ruzie met automobilisten
Vanmiddag om 15.00 uur stap ik in om een ritje naar Volendam te maken. Het is 25 gr. C en drukkend warm. Er zijn veel fietsers onderweg, dus ik zoek de brede fietspaden op. Naar Volendam is dat prima voor elkaar. De wind is westelijk dus het pedaleert heel prettig. Wel moet de snelheid boven de 40 km/u blijven om voldoende rijwindkoeling te hebben.
Tot Volendam weinig spectaculairs. In Volendam rij ik de toeleidende weg naar de dijk op. Links staat een vrachtauto geparkeerd en de auto's die van de dijk komen moeten op mijn weghelft passeren. Je zou verwachten dat ze mijn voorrang zouden respecteren, nou vergeet het maar. Een ietwat dikke meneer in een Toyota geeft me geen centimeter ruimte en dwingt me tot stoppen. Dat doe ik uiteraard en we staan tegenover elkaar stil. Dat duurt een 30 seconden en ik roep naar de automobilist dat ie beter achteruit kan rijden. Dat verdomt ie en ik verdom het om achteruit te rijden. Dat duurt al met al 2 minuten en de automobilist blijft ijzerenheinig staan. Uiteindelijk deins ik een aantal meters achteruit en zie tijdens het passeren van de Toyota dat er achter de man een Mercedes sportauto staat. Hij kon dus niet achteruit.
Op de dijk is het ongewoon druk. Er zingt een groot koor op een dekschuit in de haven en voor café De Boer staat een orkestje te spelen. Ik eet een ijsje en wordt weer door vele belangstellenden omstuwd. Een Engelssprekende meneer tilt de Quest aan de achterkant op, dat vind ik minder prettig.
Ik ga maar niet terug over de dijk en rij naar Edam om weer op mijn thuisroute te komen. Ik merk dat ik te weinig energie heb en de snelheid, nu tegenwind, blijft net onder de 38 km/u.
In Castricum rij ik naar de Soomerwegh, een voorrangsweg. Ik zie een automobilist met vrij hoge snelheid naderen. Normaliter moeten de bestuurders daar snelheid minderen om twintig meter verder rechtsaf te kunnen slaan. Ik besluit even aan te zetten om voor de automobilist langs te passeren. Dat beoordeelt de bestuurder als fout en hij geeft extra gas. Ook toetert de man dat het een lieve lust is. Hij rijdt vlak achter me langs. Een minuut later blokkeert een auto bewust het fietspad.... het blijkt dezelfde automobilist te zijn. Hij is nog steeds heel boos en belooft me de volgende keer 'aan flarden te rijden'. Het twistgeprek zal ik hier niet repliceren, gewoon heel vervelend.
Een paar kilometer voor ik thuis ben stuurt de Quest als een zwabber. Een lekke linkervoorband. Ik kan nog net thuiskomen.
78 km
Tot Volendam weinig spectaculairs. In Volendam rij ik de toeleidende weg naar de dijk op. Links staat een vrachtauto geparkeerd en de auto's die van de dijk komen moeten op mijn weghelft passeren. Je zou verwachten dat ze mijn voorrang zouden respecteren, nou vergeet het maar. Een ietwat dikke meneer in een Toyota geeft me geen centimeter ruimte en dwingt me tot stoppen. Dat doe ik uiteraard en we staan tegenover elkaar stil. Dat duurt een 30 seconden en ik roep naar de automobilist dat ie beter achteruit kan rijden. Dat verdomt ie en ik verdom het om achteruit te rijden. Dat duurt al met al 2 minuten en de automobilist blijft ijzerenheinig staan. Uiteindelijk deins ik een aantal meters achteruit en zie tijdens het passeren van de Toyota dat er achter de man een Mercedes sportauto staat. Hij kon dus niet achteruit.
Op de dijk is het ongewoon druk. Er zingt een groot koor op een dekschuit in de haven en voor café De Boer staat een orkestje te spelen. Ik eet een ijsje en wordt weer door vele belangstellenden omstuwd. Een Engelssprekende meneer tilt de Quest aan de achterkant op, dat vind ik minder prettig.
Ik ga maar niet terug over de dijk en rij naar Edam om weer op mijn thuisroute te komen. Ik merk dat ik te weinig energie heb en de snelheid, nu tegenwind, blijft net onder de 38 km/u.
In Castricum rij ik naar de Soomerwegh, een voorrangsweg. Ik zie een automobilist met vrij hoge snelheid naderen. Normaliter moeten de bestuurders daar snelheid minderen om twintig meter verder rechtsaf te kunnen slaan. Ik besluit even aan te zetten om voor de automobilist langs te passeren. Dat beoordeelt de bestuurder als fout en hij geeft extra gas. Ook toetert de man dat het een lieve lust is. Hij rijdt vlak achter me langs. Een minuut later blokkeert een auto bewust het fietspad.... het blijkt dezelfde automobilist te zijn. Hij is nog steeds heel boos en belooft me de volgende keer 'aan flarden te rijden'. Het twistgeprek zal ik hier niet repliceren, gewoon heel vervelend.
Een paar kilometer voor ik thuis ben stuurt de Quest als een zwabber. Een lekke linkervoorband. Ik kan nog net thuiskomen.
78 km
vrijdag 23 juni 2006
Armbanden en kat onder de Quest
Vanmiddag maak ik de onderarmsteun klaar in de fiets. Eerst schuur ik de binnenkant van de Quest glad op de plek waar het klittenband moet komen. Met thinner maak ik de plek vetvrij en plak een brede strook klittenband op de proefondervindelijk bepaalde plek. Voor ik de klittenband vast plak maak ik deze met de föhn behoorlijk warm, het plakt dan een stuk beter. Op de foto's het resultaat. Het stuur moet een behoorlijk stuk hoger worden afgesteld. Ik leg de fiets op zijn kant en via de voetengaten kort ik het kabeltje zo'n 10 cm in. Tijdens het fietsen kan ik de goede hoogte van het armsteuntje afstellen.
Na het NOS journaal ga ik een rondje fietsen. De armsteuntjes voelen direct prima aan. Ik stel ze 2x wat lager in om een ideale positie van mijn handen op het stuur te krijgen. Alhoewel het bijna niet waait heb ik de wind wel in de rug. Met hartslag 123 rij ik 44 km/u. De hoek die mijn onderarmen nu maken is 90 graden. Een makkelijker doorbloeding is het gevolg. Ook rusten mijn armen nu niet meer tegen mijn lichaam. Dit levert een betere koeling op. Mijn schouders worden nu helemaal niet meer belast. Al deze - toegegeven kleine - verbeteringen maken nog betere prestaties mogelijk. Voor 44 km/u had ik vorige week nog een hartslag van 130 nodig, nu met 123 duidelijk minder. De Quest voelt nu aan alsof ie om mijn lichaam is geboetseerd, fantastisch.
Ik maak mijn standaardrondje langs De Woude en West-Graftdijk. Op de pont komt een grote vent op een MTB naast me staan. 'Hoe hard kun je hiermee rijden' vraagt ie. Als ik hem zeg dat dat tussen 40 en 50 km/u is, zucht ie diep en zegt dat 30 km/u wel ongeveer zijn maximum is.
In Akersloot staat een rode kat aan de kant van de weg. Het beest loopt precies op het moment dat ik langs rij de weg op. Ik hoor een tik en het voelt aan alsof ik over een tak rij. Ik zie evenwel niks in mijn spiegels dus ik neem aan dat de kat er geen blijvende schade van zal overhouden.
Via Heiloo en Egmond aan Zee rij ik naar Bakkum aan Zee. Er staan al weer meer windmolens. Ik zie Hans van Breukelen met verbazing naar de Quest staren. Ik rij nog dus een gesprek is niet aan de orde. Ik rij de strandafgang af en geniet van de ondergaande zon. Het is nu windstil en veel mensen komen van het strand af. Volgens goed gebruik zijn er weer legio belangstellenden voor de Quest.
Tevreden over de gerealiseerde verbeteringen, schuif ik de Quest in zijn slaapplaats.
46 km
Na het NOS journaal ga ik een rondje fietsen. De armsteuntjes voelen direct prima aan. Ik stel ze 2x wat lager in om een ideale positie van mijn handen op het stuur te krijgen. Alhoewel het bijna niet waait heb ik de wind wel in de rug. Met hartslag 123 rij ik 44 km/u. De hoek die mijn onderarmen nu maken is 90 graden. Een makkelijker doorbloeding is het gevolg. Ook rusten mijn armen nu niet meer tegen mijn lichaam. Dit levert een betere koeling op. Mijn schouders worden nu helemaal niet meer belast. Al deze - toegegeven kleine - verbeteringen maken nog betere prestaties mogelijk. Voor 44 km/u had ik vorige week nog een hartslag van 130 nodig, nu met 123 duidelijk minder. De Quest voelt nu aan alsof ie om mijn lichaam is geboetseerd, fantastisch.
Ik maak mijn standaardrondje langs De Woude en West-Graftdijk. Op de pont komt een grote vent op een MTB naast me staan. 'Hoe hard kun je hiermee rijden' vraagt ie. Als ik hem zeg dat dat tussen 40 en 50 km/u is, zucht ie diep en zegt dat 30 km/u wel ongeveer zijn maximum is.
In Akersloot staat een rode kat aan de kant van de weg. Het beest loopt precies op het moment dat ik langs rij de weg op. Ik hoor een tik en het voelt aan alsof ik over een tak rij. Ik zie evenwel niks in mijn spiegels dus ik neem aan dat de kat er geen blijvende schade van zal overhouden.
Via Heiloo en Egmond aan Zee rij ik naar Bakkum aan Zee. Er staan al weer meer windmolens. Ik zie Hans van Breukelen met verbazing naar de Quest staren. Ik rij nog dus een gesprek is niet aan de orde. Ik rij de strandafgang af en geniet van de ondergaande zon. Het is nu windstil en veel mensen komen van het strand af. Volgens goed gebruik zijn er weer legio belangstellenden voor de Quest.
Tevreden over de gerealiseerde verbeteringen, schuif ik de Quest in zijn slaapplaats.
46 km
donderdag 22 juni 2006
Praatronde en steun voor de onderarmen
Vanmiddag neem ik vrij laat vrij. Ik wil een afspraak maken met de aannemer in verband met de mogelijke bouw van een nieuw huis. Dat lukt en om 15.00 uur ga ik een rondje fietsen. Het waait wel hard, Bft 5 met uitschieters tot Bft 6/7, maar het weer is mooi open en zonnig. Op de grote rotonde in Castricum dreig ik geen voorrang te krijgen van een automobiliste. Ik hou rekening met een noodstop maar pers zo lang mogelijk op snelheid door. Mevrouw neemt de voorrang op het allerlaatste moment toch maar niet en komt met gillende banden tot stilstand.
Naar Uitgeest komt de wind iets achterlijker dan dwars in en de snelheid loopt makkelijk op tot 42 km/u met een hartslag van 115. Dat is natuurlijk heel comfortabel. Zondag had ik veel last van mijn linkerschouder. Zaten er in de vorige Quest armsteunen gelamineerd, in de nieuwe 153 zijn ze niet aanwezig. Dit betekent dat ik de beide handen op het stuur moet houden terwijl de onderarmen langs mijn lichaam hangen. Dat blijkt in de schouders een vrij zware belasting op te leveren. Op langere ritten moet ik nu regelmatig de linkerhand van het stuur nemen en de arm vrij langs mijn lichaam laten hangen. Dit verlicht het ongemak, maar is natuurlijk niet de bedoeling.
Vanavond zal Bart van Crasbeek van Ventisit mij helpen met het maken van onderarmsteunbanden in mijn fiets.
Ik rij via Krommenie en Wormerveer naar De Woude. Ik neem de pont naar de overkant en klets wat met de pontbaas. Hij vraagt of ik weet dat je op het eiland niet ver komt. Ik weet dat maar al te goed en rij een stukje rond op het eiland. Ik praat met enkele eilanders die mogelijk mijn buren gaan worden. Ik fiets langs de boerderij van Wouter Klootwijk en zie een voetbal keihard op mij af komen. Met een enorme klap raakt de bal de achterkant van de Quest. De jongen die de bal schiet zit er dodelijk mee aan. Ik stap uit om de schade op te nemen. Gelukkig is er niks te zien.
De wind is verder aangetrokken en rukt hard aan de Quest. Op het Alkmaardermeer staan de schuimkoppen op het water. Ik moet heel attent sturen en ik beperk de snelheid tot rond de 38 km/u. Vrijwel overal is gemaaid, dus de wind wordt niet meer gehinderd door de hoge vegetatie. Op bruggen en hogere dijkwegen is het gewoon al link. Gelukkig breng ik aardig wat gewicht in de schaal, anders kan je beter thuisblijven.
Na de pont komt me in Akersloot een ligfietser tegemoet. Hij lijkt te willen stoppen voor een praatje, gebeurt ook. Hij heet Noom, rijdt op een Flevobike en werkt in Heerhugowaard. 'Rijdt dat een beetje?' vraagt ie. Het wordt een prettig gesprek.
Het is al kwart over vijf, ik heb mijn tijd meer verpraat dan gefietst, dus ik ga niet meer via Egmond aan Zee naar huis. In Heiloo ga ik linksaf en rij langs de Kennemerstraatweg en de Rijksstraatweg in Limmen naar huis.
Ik rij de Quest ons erf op en zie dat er een bestelauto van Dintra stopt. De bestuurder woont in onze buurt en vraagt op ie even mag kijken. Hij blijkt al mijn weblogverhalen tot in detail te kennen. Hij rijdt nu op een Flevo racer. Al weer een leuk gesprek. Mijn vrouw moppert wat als ik om kwart over zes boven kom.
Om 19.00 uur rij ik de Quest achterom bij Bart van Crasbeek. We maken de vier boutjes los waarmee de beide helften van de Quest op elkaar zijn vastgezet. Bart maakt er instelbare banden tussen. Daarna worden de schoudersteunen ingesneden en onder een hoek van 90 graden vastgelijmd. Met klittenband kleeft deze steun, ondersteund door de banden, vast aan de romp van de fiets. Het geheel is volledig verstelbaar en zal de problemen met de schouders oplossen. Hartelijk dank Bart.
Naar Uitgeest komt de wind iets achterlijker dan dwars in en de snelheid loopt makkelijk op tot 42 km/u met een hartslag van 115. Dat is natuurlijk heel comfortabel. Zondag had ik veel last van mijn linkerschouder. Zaten er in de vorige Quest armsteunen gelamineerd, in de nieuwe 153 zijn ze niet aanwezig. Dit betekent dat ik de beide handen op het stuur moet houden terwijl de onderarmen langs mijn lichaam hangen. Dat blijkt in de schouders een vrij zware belasting op te leveren. Op langere ritten moet ik nu regelmatig de linkerhand van het stuur nemen en de arm vrij langs mijn lichaam laten hangen. Dit verlicht het ongemak, maar is natuurlijk niet de bedoeling.
Vanavond zal Bart van Crasbeek van Ventisit mij helpen met het maken van onderarmsteunbanden in mijn fiets.
Ik rij via Krommenie en Wormerveer naar De Woude. Ik neem de pont naar de overkant en klets wat met de pontbaas. Hij vraagt of ik weet dat je op het eiland niet ver komt. Ik weet dat maar al te goed en rij een stukje rond op het eiland. Ik praat met enkele eilanders die mogelijk mijn buren gaan worden. Ik fiets langs de boerderij van Wouter Klootwijk en zie een voetbal keihard op mij af komen. Met een enorme klap raakt de bal de achterkant van de Quest. De jongen die de bal schiet zit er dodelijk mee aan. Ik stap uit om de schade op te nemen. Gelukkig is er niks te zien.
De wind is verder aangetrokken en rukt hard aan de Quest. Op het Alkmaardermeer staan de schuimkoppen op het water. Ik moet heel attent sturen en ik beperk de snelheid tot rond de 38 km/u. Vrijwel overal is gemaaid, dus de wind wordt niet meer gehinderd door de hoge vegetatie. Op bruggen en hogere dijkwegen is het gewoon al link. Gelukkig breng ik aardig wat gewicht in de schaal, anders kan je beter thuisblijven.
Na de pont komt me in Akersloot een ligfietser tegemoet. Hij lijkt te willen stoppen voor een praatje, gebeurt ook. Hij heet Noom, rijdt op een Flevobike en werkt in Heerhugowaard. 'Rijdt dat een beetje?' vraagt ie. Het wordt een prettig gesprek.
Het is al kwart over vijf, ik heb mijn tijd meer verpraat dan gefietst, dus ik ga niet meer via Egmond aan Zee naar huis. In Heiloo ga ik linksaf en rij langs de Kennemerstraatweg en de Rijksstraatweg in Limmen naar huis.
Ik rij de Quest ons erf op en zie dat er een bestelauto van Dintra stopt. De bestuurder woont in onze buurt en vraagt op ie even mag kijken. Hij blijkt al mijn weblogverhalen tot in detail te kennen. Hij rijdt nu op een Flevo racer. Al weer een leuk gesprek. Mijn vrouw moppert wat als ik om kwart over zes boven kom.
Om 19.00 uur rij ik de Quest achterom bij Bart van Crasbeek. We maken de vier boutjes los waarmee de beide helften van de Quest op elkaar zijn vastgezet. Bart maakt er instelbare banden tussen. Daarna worden de schoudersteunen ingesneden en onder een hoek van 90 graden vastgelijmd. Met klittenband kleeft deze steun, ondersteund door de banden, vast aan de romp van de fiets. Het geheel is volledig verstelbaar en zal de problemen met de schouders oplossen. Hartelijk dank Bart.
zondag 18 juni 2006
ALF, de snelsten zullen de laatsten zijn
Vanmorgen om 8.35 uur op weg naar Amsterdam om met ALF, de Amsterdamse Liggers, een rondje te fietsen. Het is bewolkt en de lichte wind waait uit het zuiden. De temperatuur is al 23 graden C en de vochtigheidsgraad is erg hoog. Ik merk dat omdat mijn huid meteen al klef aanvoelt door de zonnebrandcreme. Precies drie kwartier na vertrek, om 9.20 uur sta ik voor de pont over het Noordzeekanaal. Die ligt aan de overkant, mooi even tijd om de fietsbril te poetsen en vanaf nu op te zetten. Op de pont kondigt gerammel de komst van Fred van Hauten met zijn Alleweder aan. D'r moet weer wat 'geducktaped' worden. Fred's fiets lijkt wel aan elkaar te hangen van de tape. Hij kan nu duidelijk harder dan voorheen, de sporing deugde van geen kant en is nu bij Velomobiel hersteld.
Even voor tienen voegen wij ons bij de groep op het Museumplein. Erik is een nieuw gezicht, verder de bekende gezichten zoals o.m. Arnold en Marieke Ligtvoet, Ben Wiggers, Herman Blanken en Jacqueline Ansems.
Kwart over tien vertrekken we, ik als laatste. Ik sta de verkeerde kant op en moet rond rijden. Ik kan de bocht niet maken en moet steken voor het hek aan de overkant. Ik zie Arnolds rug nog even en zet de achtervolging in. Om de hoek zie ik..... niemand meer. Ik rij rechtdoor en ga even later linksaf. Nog steeds geen spoor van de groep. Ik rij richting Diemen en kom in de Bijlmermeer uit. Als ik op een gegeven moment door een opgebroken fietspad niet verder kan is het voor mij klaar, terug naar bekend gebied. Ik stop even om in de Palm Treo TomTom Navigator aan te zetten en zet een koers uit naar Durgerdam. Via de Schellingwouder bruggen rij ik even later door het mooie Waterland. Ik geniet van het mooie weer en de goede fietspaden. Veel zwanen met jongen 'varen' trots door de sloten. Even pauze voor een broodje en wat drinken. Een echtpaar komt naar me toe en we praten even over de Quest. Hij had hem al op kilometers afstand gezien. Een bestuurder van een bestelauto wijst me naar het fietspad, hij doet maar. Eenmaal bij de dijk van het IJsselmeer gekomen kan de snelheid lekker worden opgevoerd. De weg is breed en er zijn voldoende racefietsers om lekker te RISsen. 45 tot 48 km/u is met de wind in de rug uitstekend continue vol te houden. Moet ook wel, als ik veel langzamer rij, rij ik de wind dood en is er weinig verkoeling.
Voorbij Marken rij ik boven op de dijk tot aan Monnickendam, met een prachtig zicht op het IJsselmeer. De vele fietsers reageren uitstekend op mijn claxon, wat een formidabele uitvinding. Omdat ik op grote afstand toeter, horen de fietsers me tijdig en hebben ze ruim de tijd om aan de kant te gaan. Ik bedank iedereen persoonlijk tijdens het voorbijrijden. Vlak voor Monnickendam kom ik Kees van Hatttem tegen met zijn witte Mango. Kees maakt heel veel kilometers.
In Monnickendam drink ik een Espresso aan de haven. De Camelbag voorzie ik van vers water en ik vervolg mijn weg naar Volendam. Vanaf Katwoude, de weg is hier breed en goed, gaat de snelheid omhoog tot 52 km/u. De groepen wielrenners piekeren er niet over om aan te haken, ik passeer ze met zeker 15 km/u snelheidsverschil.
In Volendam doe ik me tegoed aan een schepijsje. Zoals gebruikelijk weer de overdadige belangstelling voor de Quest. Ik kan dat natuurlijk voorkomen door door te rijden, maar ik vind het eigenlijk wel leuk.
Via Edam, ik vind het voor de wind nog steeds leuk, gaat het richting Hoorn. Ook nu weer met een aardige snelheid van 45 km/u. 20 minuten later pauzeer ik in Hoorn, niet in de plaats zelf, daar is het me te warm, maar op de dijk met uitzicht op de Grashaven. De kilometerteller staat inmiddels boven de 100 kilometer en een koud biertje thuis begint te lokken. Vanuit Hoorn ga ik diagonaalsgewijs door midden Noord-Holland naar Akersloot. Eerst naar Avenhorn. De mooie Oost-Mijzenpolder is de eerste polder die ik doorkruis tot aan Schermerhorn. Vervolgens neem ik de Noorddijk naar Groot Schermer en Noordeinde. Buiten Noordeinde, ik rij daar 36 km/u en de wind is nu tegen, passeer ik twee jonge wielrenners. Eén van de twee zet aan om in mijn wiel te komen. Zijn maat roept 'kansloos'. Daar zorg ik uiteraard voor en met 42 km/u tegen wind kan de jongeling inderdaad niet aanpikken.
Bij de pont zijn veel fietsers, maar ik mag als eerste mee. De pontbaas weet dat ik de Quest in de zijde van de pont zet en er dus het maximale aantal auto's meekan.
Om kwart voor vier ben ik thuis.
Een heerlijke rit. Jammer dat ik de groep kwijt ben geraakt, volgende keer beter.
138 km.
Even voor tienen voegen wij ons bij de groep op het Museumplein. Erik is een nieuw gezicht, verder de bekende gezichten zoals o.m. Arnold en Marieke Ligtvoet, Ben Wiggers, Herman Blanken en Jacqueline Ansems.
Kwart over tien vertrekken we, ik als laatste. Ik sta de verkeerde kant op en moet rond rijden. Ik kan de bocht niet maken en moet steken voor het hek aan de overkant. Ik zie Arnolds rug nog even en zet de achtervolging in. Om de hoek zie ik..... niemand meer. Ik rij rechtdoor en ga even later linksaf. Nog steeds geen spoor van de groep. Ik rij richting Diemen en kom in de Bijlmermeer uit. Als ik op een gegeven moment door een opgebroken fietspad niet verder kan is het voor mij klaar, terug naar bekend gebied. Ik stop even om in de Palm Treo TomTom Navigator aan te zetten en zet een koers uit naar Durgerdam. Via de Schellingwouder bruggen rij ik even later door het mooie Waterland. Ik geniet van het mooie weer en de goede fietspaden. Veel zwanen met jongen 'varen' trots door de sloten. Even pauze voor een broodje en wat drinken. Een echtpaar komt naar me toe en we praten even over de Quest. Hij had hem al op kilometers afstand gezien. Een bestuurder van een bestelauto wijst me naar het fietspad, hij doet maar. Eenmaal bij de dijk van het IJsselmeer gekomen kan de snelheid lekker worden opgevoerd. De weg is breed en er zijn voldoende racefietsers om lekker te RISsen. 45 tot 48 km/u is met de wind in de rug uitstekend continue vol te houden. Moet ook wel, als ik veel langzamer rij, rij ik de wind dood en is er weinig verkoeling.
Voorbij Marken rij ik boven op de dijk tot aan Monnickendam, met een prachtig zicht op het IJsselmeer. De vele fietsers reageren uitstekend op mijn claxon, wat een formidabele uitvinding. Omdat ik op grote afstand toeter, horen de fietsers me tijdig en hebben ze ruim de tijd om aan de kant te gaan. Ik bedank iedereen persoonlijk tijdens het voorbijrijden. Vlak voor Monnickendam kom ik Kees van Hatttem tegen met zijn witte Mango. Kees maakt heel veel kilometers.
In Monnickendam drink ik een Espresso aan de haven. De Camelbag voorzie ik van vers water en ik vervolg mijn weg naar Volendam. Vanaf Katwoude, de weg is hier breed en goed, gaat de snelheid omhoog tot 52 km/u. De groepen wielrenners piekeren er niet over om aan te haken, ik passeer ze met zeker 15 km/u snelheidsverschil.
In Volendam doe ik me tegoed aan een schepijsje. Zoals gebruikelijk weer de overdadige belangstelling voor de Quest. Ik kan dat natuurlijk voorkomen door door te rijden, maar ik vind het eigenlijk wel leuk.
Via Edam, ik vind het voor de wind nog steeds leuk, gaat het richting Hoorn. Ook nu weer met een aardige snelheid van 45 km/u. 20 minuten later pauzeer ik in Hoorn, niet in de plaats zelf, daar is het me te warm, maar op de dijk met uitzicht op de Grashaven. De kilometerteller staat inmiddels boven de 100 kilometer en een koud biertje thuis begint te lokken. Vanuit Hoorn ga ik diagonaalsgewijs door midden Noord-Holland naar Akersloot. Eerst naar Avenhorn. De mooie Oost-Mijzenpolder is de eerste polder die ik doorkruis tot aan Schermerhorn. Vervolgens neem ik de Noorddijk naar Groot Schermer en Noordeinde. Buiten Noordeinde, ik rij daar 36 km/u en de wind is nu tegen, passeer ik twee jonge wielrenners. Eén van de twee zet aan om in mijn wiel te komen. Zijn maat roept 'kansloos'. Daar zorg ik uiteraard voor en met 42 km/u tegen wind kan de jongeling inderdaad niet aanpikken.
Bij de pont zijn veel fietsers, maar ik mag als eerste mee. De pontbaas weet dat ik de Quest in de zijde van de pont zet en er dus het maximale aantal auto's meekan.
Om kwart voor vier ben ik thuis.
Een heerlijke rit. Jammer dat ik de groep kwijt ben geraakt, volgende keer beter.
138 km.
Volendam en klusjes
Vanmiddag met prachtig zonnig weer een ritje naar Volendam. Het liefst zou ik een rondje Noord-Holland fietsen, maar morgen rij ik de hele dag met ALF, de Amsterdamse Liggers mee. Ik heb de fraai genaamde huidafwijking Vitiligo. Dit betekent dat ik geen beschermend pigment in mijn vel heb. Dat is met factor 60 redelijk te bestrijden, maar twee lange dagen in de volle zon is teveel van het goede.
Een tweede reden is dat ik een email verwacht van een aannemer over een nieuw te bouwen woning. Dit bericht komt inderdaad en de nervositeit die me vanmorgen ietwat in de greep houdt, zakt wat weg.
De wind is westelijk en zal ik dus de hele heenweg in de rug hebben. De temperatuur is rond de 25 gr. C., volmaakt fietsweer dus. Direct na de pont in Akersloot gaat het gas erop en al heel snel staat er 45 km/u op de teller.
In de Rijp, het is er liederlijk druk, hoor ik een mevrouw tegen haar kind zeggen 'kijk dezelfde fiets als van papa'. Even later hoor ik 'hi Wim'. Ik hou in en herken direct Maurice Parree die met zijn gezin aan het fietsen is. We praten even over de nieuwe Quest, hij heeft er een in bestelling, en ik vervolg mijn weg.
In de Beemster, de betonnen fietspaden lopen heel licht, rij ik 47 km/u met een hartslag van niet meer dan 122, fantastisch. Ik betrap me erop dat ik dit steeds doe met een heel lage trapfrequentie. Ik rij al heel snel met het grote blad voor en schakel dan bij 40 km/u al naar de negende versnelling. Mijn ademhaling is dan diep en langzaam. Een verklaring heb ik hier niet voor. Feit is dat een hoge trapfrequentie mij bij een gegeven snelheid een hogere hartslagwaarde oplevert.
In Volendam is de drukte op de dijk normaal. Ik eet een krentenbroodje, een banaan en zit even uit te kijken over het rustige maar drukbezeilde IJsselmeer.
Op de terugweg neem ik weer eens de dijk langs het kanaal, een slechtere weg dan de rechtstreekse weg naar Kwadijk, maar veel leuker om rond te kijken.
In De Rijp is het heel rustig en ik begin aan mijn laatste langere stuk naar de pont in Akersloot. Een tegemoetkomende oudere wielrenner rijdt precies middenop het fietspad en kijkt uitsluitend naar het wegdek. Ik claxonneer maar hij reageert niet. We naderen elkaar met zeker 70 km per uur. Ik hou de claxon maar gewoon ingedrukt en op een knap laat moment kijkt de man op en schrikt zich te pletter. Hij stuurt naar rechts en het gevaar is geweken. Op de pont weer de gebruikelijke gesprekken met andere fietsers.
Thuis pomp ik de banden van de Quest op tot 6,5 bar. Ik bevestig enkele stukjes klittenband om resp. mijn hoofdtelefoon en mijn 'stoplichtstokje' eindelijk goed te fixeren. Morgen om kwart over 8 fiets ik richting Amsterdam.
78 km, totaal nu 1990 km.
Een tweede reden is dat ik een email verwacht van een aannemer over een nieuw te bouwen woning. Dit bericht komt inderdaad en de nervositeit die me vanmorgen ietwat in de greep houdt, zakt wat weg.
De wind is westelijk en zal ik dus de hele heenweg in de rug hebben. De temperatuur is rond de 25 gr. C., volmaakt fietsweer dus. Direct na de pont in Akersloot gaat het gas erop en al heel snel staat er 45 km/u op de teller.
In de Rijp, het is er liederlijk druk, hoor ik een mevrouw tegen haar kind zeggen 'kijk dezelfde fiets als van papa'. Even later hoor ik 'hi Wim'. Ik hou in en herken direct Maurice Parree die met zijn gezin aan het fietsen is. We praten even over de nieuwe Quest, hij heeft er een in bestelling, en ik vervolg mijn weg.
In de Beemster, de betonnen fietspaden lopen heel licht, rij ik 47 km/u met een hartslag van niet meer dan 122, fantastisch. Ik betrap me erop dat ik dit steeds doe met een heel lage trapfrequentie. Ik rij al heel snel met het grote blad voor en schakel dan bij 40 km/u al naar de negende versnelling. Mijn ademhaling is dan diep en langzaam. Een verklaring heb ik hier niet voor. Feit is dat een hoge trapfrequentie mij bij een gegeven snelheid een hogere hartslagwaarde oplevert.
In Volendam is de drukte op de dijk normaal. Ik eet een krentenbroodje, een banaan en zit even uit te kijken over het rustige maar drukbezeilde IJsselmeer.
Op de terugweg neem ik weer eens de dijk langs het kanaal, een slechtere weg dan de rechtstreekse weg naar Kwadijk, maar veel leuker om rond te kijken.
In De Rijp is het heel rustig en ik begin aan mijn laatste langere stuk naar de pont in Akersloot. Een tegemoetkomende oudere wielrenner rijdt precies middenop het fietspad en kijkt uitsluitend naar het wegdek. Ik claxonneer maar hij reageert niet. We naderen elkaar met zeker 70 km per uur. Ik hou de claxon maar gewoon ingedrukt en op een knap laat moment kijkt de man op en schrikt zich te pletter. Hij stuurt naar rechts en het gevaar is geweken. Op de pont weer de gebruikelijke gesprekken met andere fietsers.
Thuis pomp ik de banden van de Quest op tot 6,5 bar. Ik bevestig enkele stukjes klittenband om resp. mijn hoofdtelefoon en mijn 'stoplichtstokje' eindelijk goed te fixeren. Morgen om kwart over 8 fiets ik richting Amsterdam.
78 km, totaal nu 1990 km.
dinsdag 13 juni 2006
Betere conditie, test met hartslagmeter
Vanavond vrij laat, 21.25 uur, vertrokken voor een trainingsrondje. Het is windstil en nog 25 gr. C. De condities om te fietsen zijn zeldzaam goed. De zon gaat prachtig bloedrood onder. De afgelopen periode heb ik vrij veel kunnen fietsen en ook intervaltraining regelmatig op het programma gezet. Het is weer tijd om te kijken hoe het met de conditie erbij staat.
Ik schrijf met een ballpoint de verschillende hartslagfrequenties van 100 tot en met 150 op de rug van mijn linkerhand. Ik gebruik alle vlakke stukken van Castricum tot Uitgeest, vervolgens tot Krommenie om zo lang als mogelijk op precies de geplande hartslagfrequenties de maximale snelheid te bereiken en enige tijd vast te houden. De hogere snelheden kan ik twee keer meten. Ik heb het sterke gevoel dat het uitstekend gaat. Op het fietspad naar de pont in Akersloot passeer ik een echtpaar met 54 km/u. Tijdens het passeren belt mevrouw hard, geen idee waarom. Even later zie ik de mensen terug op de pont en het wordt een prettig gesprek. Ze dachten dat er een brommer aankwam en daarvoor gaan ze graag aan de kant.
Ik rij nog even door naar het strand bij Bakkum aan Zee. Ik zie de eerste windmolens voor de kust staan waarvan ik dacht dat zij voor Egmond aan Zee zouden komen, doodzonde. Weer meer horizonvervuiling. Je kunt nu nergens meer zijn of er staan wel windmolens in beeld.
Voor de statistiek de gegevens van vanavond in vergelijking met die van 5 mei 2006 en 15 augustus 2005.
HR....12-6-06..5-5-06..15-8-2005
100...31,5.....29,5....30,0
110...36,0.....32,0....33,0
120...40,5.....36,5....37,5
130...44,0.....42,0....42,5
140...47.0.....45,5....46,5
150...54,0.....53,0....50,0
Bij alle hartslagfrequenties heb ik een flinke winst geboekt t.o.v. 5 mei van dit jaar. Ook ten opzichte van 15 augustus vorig jaar, mijn conditie was toen optimaal, heb ik flinke vorderingen gemaakt. Vooral de winst in het gebied van 110 tot en met 130 is bijzonder. Ook heel prettig omdat met deze beperkte hartslagfrequenties al zo hard gereden kan worden. Kortom, ik ben heel tevreden.
Ik schrijf met een ballpoint de verschillende hartslagfrequenties van 100 tot en met 150 op de rug van mijn linkerhand. Ik gebruik alle vlakke stukken van Castricum tot Uitgeest, vervolgens tot Krommenie om zo lang als mogelijk op precies de geplande hartslagfrequenties de maximale snelheid te bereiken en enige tijd vast te houden. De hogere snelheden kan ik twee keer meten. Ik heb het sterke gevoel dat het uitstekend gaat. Op het fietspad naar de pont in Akersloot passeer ik een echtpaar met 54 km/u. Tijdens het passeren belt mevrouw hard, geen idee waarom. Even later zie ik de mensen terug op de pont en het wordt een prettig gesprek. Ze dachten dat er een brommer aankwam en daarvoor gaan ze graag aan de kant.
Ik rij nog even door naar het strand bij Bakkum aan Zee. Ik zie de eerste windmolens voor de kust staan waarvan ik dacht dat zij voor Egmond aan Zee zouden komen, doodzonde. Weer meer horizonvervuiling. Je kunt nu nergens meer zijn of er staan wel windmolens in beeld.
Voor de statistiek de gegevens van vanavond in vergelijking met die van 5 mei 2006 en 15 augustus 2005.
HR....12-6-06..5-5-06..15-8-2005
100...31,5.....29,5....30,0
110...36,0.....32,0....33,0
120...40,5.....36,5....37,5
130...44,0.....42,0....42,5
140...47.0.....45,5....46,5
150...54,0.....53,0....50,0
Bij alle hartslagfrequenties heb ik een flinke winst geboekt t.o.v. 5 mei van dit jaar. Ook ten opzichte van 15 augustus vorig jaar, mijn conditie was toen optimaal, heb ik flinke vorderingen gemaakt. Vooral de winst in het gebied van 110 tot en met 130 is bijzonder. Ook heel prettig omdat met deze beperkte hartslagfrequenties al zo hard gereden kan worden. Kortom, ik ben heel tevreden.
zondag 11 juni 2006
Volvo Ocean race en trainingsrondje bij 30 gr. C.
Gisteren een mooie dag gehad aan boord van de driemast schoener Loth Lorien op zee voor Hoek van Holland. De Volvo Ocean race finisht in Rotterdam en de laatste drie schepen zullen arriveren. We zien achtereenvolgens de Pirates of the Caribean, de Brunel en de ABN AMRO 2 finishen. Als de ABN AMRO 2 langs ons vaart krijgen ze van de ruim 100 opvarenden een warm applaus. De bemanning zwaait enthousiast terug. Een beladen thuiskomst overigens zonder bemanningslid Hans Horrevoets die tijdens de vorige etappe van dek spoelde en verdronk.
Ruim een uur voor de wedstrijd Nederland tegen Servië en Montenegro, ga ik nog een rondje fietsen. Het is 30 gr. C en mijn vrouw waarschuwt me voor de warmte in combinatie met hoge prestaties. Ik zeg dat ik het rustig aan doe. Tot aan Uitgeest, ik heb pal tegen wind, hou ik me met 34 km/u en hartslag 115 aan de belofte. Zo lang ik rij gaat het heerlijk, wachten voor een verkeerslicht is minder comfortabel. Onderweg zie ik veel mensen in oranje uitdossing die in groepen, kratje bier achterop de fiets, op weg zijn naar de plek waar ze de voetbalwedstrijd zullen gaan zien.
In Wormerveer krijg ik de wind achterlijk en moet ik uiteraard wat harder rijden om voldoende rijwind te krijgen. Zonder veel moeite trap ik de lichtlopende Quest naar 43 km/u en blijf dit rijden tot aan De Woude, het eiland in het Alkmaardermeer. Bij West-Graftdijk ga ik linksaf naar de pont in Akersloot. Van het viaduct omlaag loopt de snelheid op tot 48.5 km en ik vergeet de afspraak met mijn vrouw. Ik blijf op 46 km/u tot aan de pont en de hartslag gaat nu naar 137. Nog steeds is dit heel prettig en ik ben de vele fietsers die op tijd aan de kant gaan dan ook dankbaar.
Veel mensen denken dat het fietsen in een gesloten Velomobiel erg warm is. Nou dat valt nogal mee. Om te beginnen heb je op een groot deel van je lichaam geen zonne-instraling. Via de voetengaten komt een lekker ventilatiewindje en om je hoofd is het sowieso prettig bij de hoge snelheden die je met een Quest fietst. Vorig jaar reed ik met ALF, de Amsterdamse liggers, de langste rit rond de Stelling van Amsterdam. Deze trip is 190 km lang en met de 70 km heen en terug naar Amsterdam kwam de afstand op 260 km. Ook toen was het rond de 30 gr. C. Geen centje pijn.
Op de pont veel fietsers die de bekende vragen stellen. Ze vrezen vooral 'zo'n ding niet te zien'. Waarop ik dan natuurlijk antwoord dat iemand die een knalgeel apparaat van bijna 3 meter lang niet ziet, heel gauw naar de ogendokter moet.
Ik maak een klein rondje en na de pont rij ik direct naar Limmen en vervolgens door naar Castricum.
32 km in 1 uur en 2 minuten.
Ruim een uur voor de wedstrijd Nederland tegen Servië en Montenegro, ga ik nog een rondje fietsen. Het is 30 gr. C en mijn vrouw waarschuwt me voor de warmte in combinatie met hoge prestaties. Ik zeg dat ik het rustig aan doe. Tot aan Uitgeest, ik heb pal tegen wind, hou ik me met 34 km/u en hartslag 115 aan de belofte. Zo lang ik rij gaat het heerlijk, wachten voor een verkeerslicht is minder comfortabel. Onderweg zie ik veel mensen in oranje uitdossing die in groepen, kratje bier achterop de fiets, op weg zijn naar de plek waar ze de voetbalwedstrijd zullen gaan zien.
In Wormerveer krijg ik de wind achterlijk en moet ik uiteraard wat harder rijden om voldoende rijwind te krijgen. Zonder veel moeite trap ik de lichtlopende Quest naar 43 km/u en blijf dit rijden tot aan De Woude, het eiland in het Alkmaardermeer. Bij West-Graftdijk ga ik linksaf naar de pont in Akersloot. Van het viaduct omlaag loopt de snelheid op tot 48.5 km en ik vergeet de afspraak met mijn vrouw. Ik blijf op 46 km/u tot aan de pont en de hartslag gaat nu naar 137. Nog steeds is dit heel prettig en ik ben de vele fietsers die op tijd aan de kant gaan dan ook dankbaar.
Veel mensen denken dat het fietsen in een gesloten Velomobiel erg warm is. Nou dat valt nogal mee. Om te beginnen heb je op een groot deel van je lichaam geen zonne-instraling. Via de voetengaten komt een lekker ventilatiewindje en om je hoofd is het sowieso prettig bij de hoge snelheden die je met een Quest fietst. Vorig jaar reed ik met ALF, de Amsterdamse liggers, de langste rit rond de Stelling van Amsterdam. Deze trip is 190 km lang en met de 70 km heen en terug naar Amsterdam kwam de afstand op 260 km. Ook toen was het rond de 30 gr. C. Geen centje pijn.
Op de pont veel fietsers die de bekende vragen stellen. Ze vrezen vooral 'zo'n ding niet te zien'. Waarop ik dan natuurlijk antwoord dat iemand die een knalgeel apparaat van bijna 3 meter lang niet ziet, heel gauw naar de ogendokter moet.
Ik maak een klein rondje en na de pont rij ik direct naar Limmen en vervolgens door naar Castricum.
32 km in 1 uur en 2 minuten.
donderdag 8 juni 2006
Volendam
Vanmiddag vrij genomen om wat klusjes en telefoontjes voor de haven te doen. Om 15.00 uur ben ik klaar en stap in de Quest om met dit heerlijke weer, volle zon, 24 gr. C. een ritje naar Volendam te maken. De wind is westelijk, Bft 3 en heb ik uiteraard in de rug. Ik merk direct dat de hogere temperatuur in alle opzichten fantastisch fietst. Het gaat heel snel bij heel lage hartslagfrequenties. Na de pont rij ik tot aan De Rijp 44,5 km/u met hartslag 122. Dit wordt in de Beemster hartslag 130, de wind is daar noordelijk en dat kost iets meer energie. Vlak voor Volendam staat een file voor het stoplicht. Ik haal de hele club links in en wil achter de tweede auto aansluiten. Ik ben nog niet bij deze auto als het licht op groen springt. Een busje met werklui wenst mij er niet tussen te laten en haalt me rechts in op het kruisingsvlak. Naar huis rijdende busjes met Volendamse werklui hebben weinig op met me. Ze halen in waar het niet kan en wijzen me herhaaldelijk naar rechts.
In goed een uur na vertrek rij ik de dijk in Volendam op en stop achter hotel Spaander. Ik loop het hotel binnen om wat water in de Camelbag te doen. Buitengekomen staat een ouder echtpaar bij de Quest. Het is allemaal 'lovely'. De familie komt uit Zuid-Afrika en raakt niet uitgepraat over de Quest.
Na een banaantje ga ik richting west en neem de mooie hoge dijk langs het kanaal in plaats van de rechte weg naar Kwadijk. Na De Rijp sta ik even stil bij een sloot waar de karpers weer aan het paaien zijn. Het blijft een leuk gezicht om de beesten tegen de graskant aan te zien raggen om hun kuit af te zetten.
Vlak voor de pont in Akersloot zie ik wat geels in mijn spiegels opduiken. Ik stop voor de kruising voor de pont en naast me stopt Niels Vogel in zijn Quest. Ik ken Niels van onze gezamenlijke tocht naar Giessen. We praten wat over de nieuwe 26" die hij in augustus krijgt. Terwijl we zitten te praten rijdt Kees van Hattem met zijn witte Mango langs. Drie Velomobielen toevallig op hetzelfde moment bij elkaar.
In goed een uur na vertrek rij ik de dijk in Volendam op en stop achter hotel Spaander. Ik loop het hotel binnen om wat water in de Camelbag te doen. Buitengekomen staat een ouder echtpaar bij de Quest. Het is allemaal 'lovely'. De familie komt uit Zuid-Afrika en raakt niet uitgepraat over de Quest.
Na een banaantje ga ik richting west en neem de mooie hoge dijk langs het kanaal in plaats van de rechte weg naar Kwadijk. Na De Rijp sta ik even stil bij een sloot waar de karpers weer aan het paaien zijn. Het blijft een leuk gezicht om de beesten tegen de graskant aan te zien raggen om hun kuit af te zetten.
Vlak voor de pont in Akersloot zie ik wat geels in mijn spiegels opduiken. Ik stop voor de kruising voor de pont en naast me stopt Niels Vogel in zijn Quest. Ik ken Niels van onze gezamenlijke tocht naar Giessen. We praten wat over de nieuwe 26" die hij in augustus krijgt. Terwijl we zitten te praten rijdt Kees van Hattem met zijn witte Mango langs. Drie Velomobielen toevallig op hetzelfde moment bij elkaar.
woensdag 7 juni 2006
Trainingsritje
Gisteren een kort ritje gemaakt naar de haven in Uitgeest waar de U2006 Pinksterwedstrijden worden afgesloten. Het evenement dat ooit 275 deelnemende schepen had, heeft helaas dit jaar maar 25 deelnemers weten te trekken. Ik kijk even bij de prijsuitreiking. Als ik wil vertrekken staan er bij de Quest inmiddels een aantal belangstellenden.
Met de wind in de rug slinger ik de bochtige Lagendijk af en sla aan het eind van de historische dijk rechtsaf naar Uitgeest. De wind is pittig en komt recht van voren. Ik neem er mijn gemak van, 32 km/u vind ik nu prima. Ik stop even om wat margrieten te plukken. Helaas zijn ze thuis niet meer mooi, maar mijn vrouw waardeert het gebaar.
Vanavond maak ik mijn standaard trainingsritje. Het is om half negen als ik vertrek al behoorlijk fris. Ik heb een shirt met lange mouwen aan maar rij wel open. Ik zie op het fietspad van de Provinciale weg een wielrenner met een fiets die veel wegheeft van een mountainbike. Meestal rijden die jongens tussen de 30 en 35 km/u. Deze gaat harder, maar blijft onder 40 km/u. Ik haal hem in en groet hem. Ik rij nu 43 km/u en verwacht niet dat de renner met me mee zal gaan. Maar.... dat doet ie wel. Ik zie hem zijn rug krommen en stevig aanzetten om in mijn wiel te komen. Ik laat hem maar even komen, maar dan roept het RIS-duiveltje me tot de orde. Gas geven heer Schermer, kom op! Da's met de lichte wind iets achterlijker dan dwars niet moeilijk en ik rij even later 48 km/u. De renner blijft achter me aan sprinten, maar ik loop nu duidelijk weg. De achtervolger houd de benen stil, een bewijs dat ie het opgeeft en veel heeft gegeven.
Ik neem het er verder van, via Krommenie rij ik naar De Woude en ga linksaf naar het pontje in Akersloot. Het wordt me nu te koud en op de pont zet ik de schuimkap erop. Ik praat met de pontbaas over het komende mooie weer. 'Krijg je weer veel fietsers' zeg ik. 'Fietsers mogen van mij wegblijven, ik heb liever alleen auto's'. Ik reken hem voor dat de pont maar 3 auto's a 1.05 euro kan vervoeren of wel 60 fietsers a 0,45 euro. Da's toch maar mooi 10x zoveel omzet. Maar daar gaat het de pontbaas helemaal niet om. Fietsers geven nauwelijks fooi, autobestuurders wel. De reguliere omzet moet ie afdragen, de fooi niet. Hij voegt me toe dat dat ook voor ligfietsers geldt. 'Zo eerlijk is nou ook weer wel' is zijn uitsmijter.
Via Heiloo rij ik naar Egmond aan Zee. Het valt me op dat het fietspad naar Heiloo heel slecht is. Snelheden boven de 35 km/u resulteren erin dat de fiets harde klappen te verduren krijgt door de talrijke oneffenheden in het wegdek.
Via Egmond aan Zee bereik ik Bakkum Noord en ben één uur en 20 minuten na vertrek weer thuis van mijn 42 km lange trainingsritje.
Met de wind in de rug slinger ik de bochtige Lagendijk af en sla aan het eind van de historische dijk rechtsaf naar Uitgeest. De wind is pittig en komt recht van voren. Ik neem er mijn gemak van, 32 km/u vind ik nu prima. Ik stop even om wat margrieten te plukken. Helaas zijn ze thuis niet meer mooi, maar mijn vrouw waardeert het gebaar.
Vanavond maak ik mijn standaard trainingsritje. Het is om half negen als ik vertrek al behoorlijk fris. Ik heb een shirt met lange mouwen aan maar rij wel open. Ik zie op het fietspad van de Provinciale weg een wielrenner met een fiets die veel wegheeft van een mountainbike. Meestal rijden die jongens tussen de 30 en 35 km/u. Deze gaat harder, maar blijft onder 40 km/u. Ik haal hem in en groet hem. Ik rij nu 43 km/u en verwacht niet dat de renner met me mee zal gaan. Maar.... dat doet ie wel. Ik zie hem zijn rug krommen en stevig aanzetten om in mijn wiel te komen. Ik laat hem maar even komen, maar dan roept het RIS-duiveltje me tot de orde. Gas geven heer Schermer, kom op! Da's met de lichte wind iets achterlijker dan dwars niet moeilijk en ik rij even later 48 km/u. De renner blijft achter me aan sprinten, maar ik loop nu duidelijk weg. De achtervolger houd de benen stil, een bewijs dat ie het opgeeft en veel heeft gegeven.
Ik neem het er verder van, via Krommenie rij ik naar De Woude en ga linksaf naar het pontje in Akersloot. Het wordt me nu te koud en op de pont zet ik de schuimkap erop. Ik praat met de pontbaas over het komende mooie weer. 'Krijg je weer veel fietsers' zeg ik. 'Fietsers mogen van mij wegblijven, ik heb liever alleen auto's'. Ik reken hem voor dat de pont maar 3 auto's a 1.05 euro kan vervoeren of wel 60 fietsers a 0,45 euro. Da's toch maar mooi 10x zoveel omzet. Maar daar gaat het de pontbaas helemaal niet om. Fietsers geven nauwelijks fooi, autobestuurders wel. De reguliere omzet moet ie afdragen, de fooi niet. Hij voegt me toe dat dat ook voor ligfietsers geldt. 'Zo eerlijk is nou ook weer wel' is zijn uitsmijter.
Via Heiloo rij ik naar Egmond aan Zee. Het valt me op dat het fietspad naar Heiloo heel slecht is. Snelheden boven de 35 km/u resulteren erin dat de fiets harde klappen te verduren krijgt door de talrijke oneffenheden in het wegdek.
Via Egmond aan Zee bereik ik Bakkum Noord en ben één uur en 20 minuten na vertrek weer thuis van mijn 42 km lange trainingsritje.
zondag 4 juni 2006
Rondje Noord-Holland ... super
Gisteren feitelijk een rustdag ingelast. Als je ouder wordt is het verstandig niet elke dag maximaal te presteren. Gisteravond heb ik de goot in het nachtleger van de Quest nog vastgekit met siliconenkit. De Quest loopt nu weer vrijwel uit zichzelf naar buiten.
Vanmorgen om 7.20 uur opgestaan om een rondje Noord-Holland te fietsen. Vanmiddag wil ik met mijn vrouw nog even naar mijn schoonouders. Daar moet je niet om vijf uur aankomen. Om 8.15 uur ben ik buiten en zet de schuimkap erop. Tot aan Den Helder heb ik een frisse wind van 4 Bft pal tegen en dat is met een temperatuur van 10 gr. C. niet zo comfortabel. Ik hou de snelheid beperkt tot 32 km/u om eerst maar eens lekker warm te draaien. Vooral de knieën moeten eerst met een wat hogere rotatiesnelheid opwarmen. In Heiloo en Alkmaar staan de verkeerslichten nog op oranje knipperen. Uiteraard neem ik de rijbaan en sjees in minder dan 25 minuten naar het noorden van Alkmaar. Het slechte fietspad langs het Noord-Hollands kanaal moet ik weer voor lief nemen. Dat wordt gelukkig even later veel beter. Het hele stuk naar Den Helder is stik in de wind, de vlaggen staan strak aan de vlaggenmasten en de bomen buigen door onder de windbelasting. Bij hartslag 112 rij ik 32 km/u bij 120 35 km/u. Ik varieer de snelheid daartussen. Al om 9.45 uur ben ik bij het Total benzinestation bij de Kooy. In meer dan een banaan heb ik nog geen trek. Ik heb maar 3 sneetjes brood mee, ik had beter gisteren een nieuw broodje kunnen bakken. Anderzijds is het ook wel goed om de vetverbranding wat te stimuleren. Ik zal de hele dag tegen de hongerklop aanrijden.
De route naar Den Oever, het is inmiddels zonnig geworden, heb ik de wind achterlijk en de snelheid loopt op tot 45 km/u, goed vol te houden met hartslag 130. Ik stop even om een foto te maken van een veld wilde margrieten, heel fraai. Het fietsen gaat heerlijk en alles voelt perfect aan. Dat kan wat worden als ik van Den Oever naar Medemblik voor de wind krijg.
De havenmeester in Den Oever is wel in voor een praatje. Als voorzitter van het bestuur van de Jachthaven Zwaansmeerpolder in Uitgeest, ken ik de problemen van een havenmeester maar al te goed. Ik eet een broodje, een banaan en ik drink wat Ice-tea.
Snel ga ik weer op weg naar Medemblik. Op dit stuk kan ik wat 'verdienen'. Ik trek geleidelijk op naar 50 km/u en dat gaat heel makkelijk. Hartslag nu 145, prima en lang vol te houden. In de verte ontwaar ik een groepje wielrenners. Ook zij hebben voor de wind en de gang er goed in. Ik geef wat extra gas en met 52 km/u passeer ik met een behoorlijk snelheidsverschil de groep. Ik hou de snelheid nu op 51 tot 52 km/u en kan ook dat continu volhouden, zij het dat de hartslag nu op 154 zit. Na 10 minuten zie ik weer een groot peloton wielrenners voor me. Ik haal ze in, al is het snelheidsverschil maar een kilometer of 8. Ik hou de snelheid op 52 km/u en kijk even in mijn spiegels. Wat?..... nee toch. Vier wielrenners sprinten uit het peloton en proberen mij in te halen.... harder dan 52 km/u! Dit heb ik niet eerder meegemaakt. Ik zie ze heel langzaam dichterbij komen. Steeds zie ik een andere kleur in mijn spiegels, de mannen wisselen elke 20 seconden van koppositie. Dat kan ik natuurlijk niet op me laten zitten. Ik versnel verder tot 56 km/u en kijk wat er achter me gebeurt. Ik heb nu een hartslag van 161 en harder kan ik echt niet, tenslotte heb ik er al 100 km opzitten. 56 km/u is blijkbaar te hard voor de mannen, ik zie ze langzaam weer kleiner worden in mijn spiegels en even later zijn ze helemaal weg. Wow, dat zijn sterke bikkels!
In Medemblik, ik heb over de afstand van Den Oever naar Medemblik nog geen 20 minuten gedaan, drink ik weer een Espresso. De zeilers gaan allemaal onderweg naar het IJsselmeer en de brug laat telkens 10 schepen door om daarna weer te sluiten.
Ook nu ga ik weer vrij snel op weg. Ik wil uiteraard niet te laat thuis zijn en toch ook wel de schitterende dijkroute naar Enkhuizen en Hoorn rijden. Ik berg nu de schuimkap onder mijn stoel op en rij verder open, heerlijk fris. Ik heb mijn kruit een beetje verschoten en beperk de snelheid tot een 40 km/u, op het smalle fietspad op de dijk toch best wel hard. De geweldige claxon geeft me ruim baan, heerlijk. Op de dijk geniet ik van het grandioze uitzicht. Friesland ligt helder en contrastrijk aan de einder, dat zie je maar zelden. Er wordt druk gezeild, ook daarvoor zijn de condities perfect. Ik maak een foto van vuurtoren de Ven met Friesland op de achtergrond. Het laatste stuk naar Enkhuizen is de wind bijna achterlijk en de snelheid zit er goed in. Ik snel door Enkhuizen heen en ga de dijk van Enkhuizen naar Hoorn op. Dit is ook een snelle route.....mits je wel voldoende calorieën te verbranden hebt. Daar schort het nu een beetje aan. Ik rij net aan 40 km/u en het wordt wat licht in mijn hoofd. Plotseling doemt er een VW Bora op in een bocht op mijn weghelft. De man kijkt naar links en ziet me absoluut niet. Een botsing is nu heel nabij. Op een hoge dijk kun je niet uitwijken, je dondert dan 7 tot 8 meter omlaag. Ik ben te laat met de claxon en schreeuw de longen uit mijn lijf. De bestuurder schrikt zich wezenloos, maar stuurt een paar meter voor de klap naar rechts. Dat loopt goed af. Vlak voor Hoorn komt me een met twee paarden bespannen klassieke koets tegemoet. De wagenvoerder, ja zo heet dat, gebaart me te stoppen. Uiteraard doe ik dat en de man bedankt me voor mijn bereidwilligheid. Hij roept nog dat als ik stil sta de angst bij de paarden wel meevalt. Zou ik blijven rijden, dan vreest de man dat de paarden van de dijk af zullen steigeren.
Ik wil zonder onderbreking door naar Hoorn en daar even pauzeren. De bekende terrassen zijn vrijwel leeg en ik rij maar door tot de rustplaats net ten westen van Hoorn. Daar eet ik mijn laatste broodje en mijn tweede banaan. Een echtpaar wandelt langs en had me eerder met hoge snelheid zien passeren. Ze zijn verbaasd dat het een fiets is.
Op weg naar Edam-Volendam kan ik continu ruim 40 km/u fietsen. In Edam is mijn water op. Ik koop een flesje bronwater en gooi die in mijn Camelbag. Ik krijg nu tegenwind en met 150 km op de teller is het gasmuntje bijna op. Brood en bananen zijn op en ik moet nog 36 km. Altijd is er een verpakking druivensuiker aan boord en daar doe ik me tegoed aan. Bij West-Graftdijk staan enkele mensen in de sloot naast de weg te kijken. Tijdens het voorbijrijden zie ik enkele grote boerenkarpers boven water komen. De beesten paaien en maken er letterlijk een dolle boel van.
Om kwart over drie, 7 uur na vertrek en met totaal 5,5 fietsuren, heb ik de 186 km erop zitten.
Een zeldzaam mooie fietsdag.
Vanmorgen om 7.20 uur opgestaan om een rondje Noord-Holland te fietsen. Vanmiddag wil ik met mijn vrouw nog even naar mijn schoonouders. Daar moet je niet om vijf uur aankomen. Om 8.15 uur ben ik buiten en zet de schuimkap erop. Tot aan Den Helder heb ik een frisse wind van 4 Bft pal tegen en dat is met een temperatuur van 10 gr. C. niet zo comfortabel. Ik hou de snelheid beperkt tot 32 km/u om eerst maar eens lekker warm te draaien. Vooral de knieën moeten eerst met een wat hogere rotatiesnelheid opwarmen. In Heiloo en Alkmaar staan de verkeerslichten nog op oranje knipperen. Uiteraard neem ik de rijbaan en sjees in minder dan 25 minuten naar het noorden van Alkmaar. Het slechte fietspad langs het Noord-Hollands kanaal moet ik weer voor lief nemen. Dat wordt gelukkig even later veel beter. Het hele stuk naar Den Helder is stik in de wind, de vlaggen staan strak aan de vlaggenmasten en de bomen buigen door onder de windbelasting. Bij hartslag 112 rij ik 32 km/u bij 120 35 km/u. Ik varieer de snelheid daartussen. Al om 9.45 uur ben ik bij het Total benzinestation bij de Kooy. In meer dan een banaan heb ik nog geen trek. Ik heb maar 3 sneetjes brood mee, ik had beter gisteren een nieuw broodje kunnen bakken. Anderzijds is het ook wel goed om de vetverbranding wat te stimuleren. Ik zal de hele dag tegen de hongerklop aanrijden.
De route naar Den Oever, het is inmiddels zonnig geworden, heb ik de wind achterlijk en de snelheid loopt op tot 45 km/u, goed vol te houden met hartslag 130. Ik stop even om een foto te maken van een veld wilde margrieten, heel fraai. Het fietsen gaat heerlijk en alles voelt perfect aan. Dat kan wat worden als ik van Den Oever naar Medemblik voor de wind krijg.
De havenmeester in Den Oever is wel in voor een praatje. Als voorzitter van het bestuur van de Jachthaven Zwaansmeerpolder in Uitgeest, ken ik de problemen van een havenmeester maar al te goed. Ik eet een broodje, een banaan en ik drink wat Ice-tea.
Snel ga ik weer op weg naar Medemblik. Op dit stuk kan ik wat 'verdienen'. Ik trek geleidelijk op naar 50 km/u en dat gaat heel makkelijk. Hartslag nu 145, prima en lang vol te houden. In de verte ontwaar ik een groepje wielrenners. Ook zij hebben voor de wind en de gang er goed in. Ik geef wat extra gas en met 52 km/u passeer ik met een behoorlijk snelheidsverschil de groep. Ik hou de snelheid nu op 51 tot 52 km/u en kan ook dat continu volhouden, zij het dat de hartslag nu op 154 zit. Na 10 minuten zie ik weer een groot peloton wielrenners voor me. Ik haal ze in, al is het snelheidsverschil maar een kilometer of 8. Ik hou de snelheid op 52 km/u en kijk even in mijn spiegels. Wat?..... nee toch. Vier wielrenners sprinten uit het peloton en proberen mij in te halen.... harder dan 52 km/u! Dit heb ik niet eerder meegemaakt. Ik zie ze heel langzaam dichterbij komen. Steeds zie ik een andere kleur in mijn spiegels, de mannen wisselen elke 20 seconden van koppositie. Dat kan ik natuurlijk niet op me laten zitten. Ik versnel verder tot 56 km/u en kijk wat er achter me gebeurt. Ik heb nu een hartslag van 161 en harder kan ik echt niet, tenslotte heb ik er al 100 km opzitten. 56 km/u is blijkbaar te hard voor de mannen, ik zie ze langzaam weer kleiner worden in mijn spiegels en even later zijn ze helemaal weg. Wow, dat zijn sterke bikkels!
In Medemblik, ik heb over de afstand van Den Oever naar Medemblik nog geen 20 minuten gedaan, drink ik weer een Espresso. De zeilers gaan allemaal onderweg naar het IJsselmeer en de brug laat telkens 10 schepen door om daarna weer te sluiten.
Ook nu ga ik weer vrij snel op weg. Ik wil uiteraard niet te laat thuis zijn en toch ook wel de schitterende dijkroute naar Enkhuizen en Hoorn rijden. Ik berg nu de schuimkap onder mijn stoel op en rij verder open, heerlijk fris. Ik heb mijn kruit een beetje verschoten en beperk de snelheid tot een 40 km/u, op het smalle fietspad op de dijk toch best wel hard. De geweldige claxon geeft me ruim baan, heerlijk. Op de dijk geniet ik van het grandioze uitzicht. Friesland ligt helder en contrastrijk aan de einder, dat zie je maar zelden. Er wordt druk gezeild, ook daarvoor zijn de condities perfect. Ik maak een foto van vuurtoren de Ven met Friesland op de achtergrond. Het laatste stuk naar Enkhuizen is de wind bijna achterlijk en de snelheid zit er goed in. Ik snel door Enkhuizen heen en ga de dijk van Enkhuizen naar Hoorn op. Dit is ook een snelle route.....mits je wel voldoende calorieën te verbranden hebt. Daar schort het nu een beetje aan. Ik rij net aan 40 km/u en het wordt wat licht in mijn hoofd. Plotseling doemt er een VW Bora op in een bocht op mijn weghelft. De man kijkt naar links en ziet me absoluut niet. Een botsing is nu heel nabij. Op een hoge dijk kun je niet uitwijken, je dondert dan 7 tot 8 meter omlaag. Ik ben te laat met de claxon en schreeuw de longen uit mijn lijf. De bestuurder schrikt zich wezenloos, maar stuurt een paar meter voor de klap naar rechts. Dat loopt goed af. Vlak voor Hoorn komt me een met twee paarden bespannen klassieke koets tegemoet. De wagenvoerder, ja zo heet dat, gebaart me te stoppen. Uiteraard doe ik dat en de man bedankt me voor mijn bereidwilligheid. Hij roept nog dat als ik stil sta de angst bij de paarden wel meevalt. Zou ik blijven rijden, dan vreest de man dat de paarden van de dijk af zullen steigeren.
Ik wil zonder onderbreking door naar Hoorn en daar even pauzeren. De bekende terrassen zijn vrijwel leeg en ik rij maar door tot de rustplaats net ten westen van Hoorn. Daar eet ik mijn laatste broodje en mijn tweede banaan. Een echtpaar wandelt langs en had me eerder met hoge snelheid zien passeren. Ze zijn verbaasd dat het een fiets is.
Op weg naar Edam-Volendam kan ik continu ruim 40 km/u fietsen. In Edam is mijn water op. Ik koop een flesje bronwater en gooi die in mijn Camelbag. Ik krijg nu tegenwind en met 150 km op de teller is het gasmuntje bijna op. Brood en bananen zijn op en ik moet nog 36 km. Altijd is er een verpakking druivensuiker aan boord en daar doe ik me tegoed aan. Bij West-Graftdijk staan enkele mensen in de sloot naast de weg te kijken. Tijdens het voorbijrijden zie ik enkele grote boerenkarpers boven water komen. De beesten paaien en maken er letterlijk een dolle boel van.
Om kwart over drie, 7 uur na vertrek en met totaal 5,5 fietsuren, heb ik de 186 km erop zitten.
Een zeldzaam mooie fietsdag.
zaterdag 3 juni 2006
Klussen, niet fietsen
Na de rit naar Haarlem voel ik vanmorgen mijn linkerachillespees licht. Het honderden malen optrekken en weer stoppen is veel zwaarder dan de dubbele afstand continue fietsen. Ik neem me dan ook voor om morgen weer een rondje Noord-Holland te gaan fietsen. Vandaag klussendag. Eerst monteer ik een nieuwe thermostaat in de huiskamer. Daarna is een oprolbare persluchtleiding aan de beurt. De normale hogedrukslang is een lastpak, kronkelt altijd de verkeerde kant op. Nu is er een trommel met daarin 8 meter hogedrukleiding waarmee ik de autobanden oppomp.
Tenslotte moet de tuin nog ontdaan worden van veel bladeren en andere troep. Het knoeien met een bladblazer vind ik leuk, beter dan bezemen.
Tenslotte pomp ik de banden van de Quest op. Tot mijn verrassing zijn ze niet teruggelopen, staan nog steeds op 6.5 bar.
Tenslotte moet de tuin nog ontdaan worden van veel bladeren en andere troep. Het knoeien met een bladblazer vind ik leuk, beter dan bezemen.
Tenslotte pomp ik de banden van de Quest op. Tot mijn verrassing zijn ze niet teruggelopen, staan nog steeds op 6.5 bar.
vrijdag 2 juni 2006
Haarlem en vastlopende Quest in schuur
Vanmiddag een ritje gemaakt naar de nieuwe winkel aan de Grote Markt in Haarlem. Het is prachtig fris fietsweer met 17 gr. C. en een lichte noordwestelijke wind. Het zonnetje schijnt en ik laat de schuimkap thuis. Direct na vertrek belandt ik al tussen horden fietsers. Dat zal de hele weg zo blijven. Ik kies er voor om niet op de rijbaan te fietsen, de auto's mogen hier 70 km/u rijden en het snelheidsverschil is me te groot. De claxon maakt overuren, maar ik bespeur telkens dat de fietsers het op grote afstand goed horen en direct omkijken. Ze hebben dan nog alle tijd om aan de kant te gaan en doen dit ook vrijwel altijd direct. Dit is m.i. een uitstekend compromis om elkaar zo min mogelijk te hinderen.
Voor de pont bij Velsen wachten zeer veel fietsers. Ik heb het niet zo voorzien op de vele trappers die op de pont langs de Quest naar voren trachten te komen. Ik vraag aan de pontbaas of ik op het autodek mag. Het mag niet en ik moet uitklikken en achteruit 'flintstonen' om weer op het smalle fietsdek te komen. Op dat moment ziet de pontbaas de redelijkheid van mijn verzoek, er is geen enkele auto, wel in en ik mag alsnog op het autodek. Dat levert nog meer bekijks op, maar OK.
Via Driehuis en Santpoort rij ik Haarlem binnen. Hier rij ik beurtelings op het fietspad en op de rijbaan en het schiet behoorlijk op. Even later fiets ik de Grote Markt op en zet de Quest voor de deur van Apple Centre Grote Markt. GSM en tasje met waardevolle spullen neem ik mee naar binnen en ontmoet de verraste collega's. Na een kwartiertje weer in de Quest en over de Grote Markt op weg. Enkele dames houden me aan de praat, de bekende vragen, en even later laveer ik tussen de betonnen bollen naar de Kruisstraat.
Ik neem globaal dezelfde weg terug en ook nu vraag ik aan - een andere - pontbaas of ik op het autodek mag. Hij zegt 'als je jezelf groot genoeg vindt, ga je gang'. Nou dat vind ik, dus ik sta weer als enige op het autodek. Een grote groep jonge meiden vindt de Quest heel 'cool' en ze willen allemaal met me op de foto.
Als de pont is afgemeerd en de klep omlaag is, fiets ik snel onder de slagboom door en hoor gegil van de meisjes. Ze denken kennelijk dat ik er niet onderdoor kan.
Half zes ben ik thuis en voel het honderden malen optrekken en weer afremmen in de benen.
De nieuwe Quest glijdt niet lekker de schuur in. De grotere spoorbreedte laat de banden sterk wringen in de glijgoten. Ik moet de fiets vrij stevig naar binnen drukken en ik moet hem er aan de voetengaten uittrekken. Da's niet conform de ontwerpfilosofie. Ik probeer met een grote schroevendraaier één goot van de tegels los te wrikken, kansloos. Met een breekijzer lukt het wel. Dan probeer ik of de Quest op twee goten naar binnen wil. Dit lukt niet, ondanks dat het stuur precies in het midden staat. Ik leg de net losgewrikte goot weer neer en .... de Quest glijdt als een heet mes door de boter naar binnen. Ik zal bekijken of dit zo kan blijven of dat ik de goot weer vastzet op de door de Quest zelf bepaalde nieuwe positie.
Voor de pont bij Velsen wachten zeer veel fietsers. Ik heb het niet zo voorzien op de vele trappers die op de pont langs de Quest naar voren trachten te komen. Ik vraag aan de pontbaas of ik op het autodek mag. Het mag niet en ik moet uitklikken en achteruit 'flintstonen' om weer op het smalle fietsdek te komen. Op dat moment ziet de pontbaas de redelijkheid van mijn verzoek, er is geen enkele auto, wel in en ik mag alsnog op het autodek. Dat levert nog meer bekijks op, maar OK.
Via Driehuis en Santpoort rij ik Haarlem binnen. Hier rij ik beurtelings op het fietspad en op de rijbaan en het schiet behoorlijk op. Even later fiets ik de Grote Markt op en zet de Quest voor de deur van Apple Centre Grote Markt. GSM en tasje met waardevolle spullen neem ik mee naar binnen en ontmoet de verraste collega's. Na een kwartiertje weer in de Quest en over de Grote Markt op weg. Enkele dames houden me aan de praat, de bekende vragen, en even later laveer ik tussen de betonnen bollen naar de Kruisstraat.
Ik neem globaal dezelfde weg terug en ook nu vraag ik aan - een andere - pontbaas of ik op het autodek mag. Hij zegt 'als je jezelf groot genoeg vindt, ga je gang'. Nou dat vind ik, dus ik sta weer als enige op het autodek. Een grote groep jonge meiden vindt de Quest heel 'cool' en ze willen allemaal met me op de foto.
Als de pont is afgemeerd en de klep omlaag is, fiets ik snel onder de slagboom door en hoor gegil van de meisjes. Ze denken kennelijk dat ik er niet onderdoor kan.
Half zes ben ik thuis en voel het honderden malen optrekken en weer afremmen in de benen.
De nieuwe Quest glijdt niet lekker de schuur in. De grotere spoorbreedte laat de banden sterk wringen in de glijgoten. Ik moet de fiets vrij stevig naar binnen drukken en ik moet hem er aan de voetengaten uittrekken. Da's niet conform de ontwerpfilosofie. Ik probeer met een grote schroevendraaier één goot van de tegels los te wrikken, kansloos. Met een breekijzer lukt het wel. Dan probeer ik of de Quest op twee goten naar binnen wil. Dit lukt niet, ondanks dat het stuur precies in het midden staat. Ik leg de net losgewrikte goot weer neer en .... de Quest glijdt als een heet mes door de boter naar binnen. Ik zal bekijken of dit zo kan blijven of dat ik de goot weer vastzet op de door de Quest zelf bepaalde nieuwe positie.