zondag 2 juli 2006

Fortentocht 250 km per paraplu

Vanmorgen om kwart over zes gaat de wekker. De fortentocht, een 190 km lange rit langs de stelling van Amsterdam, staat vandaag op het programma. Om half acht is de Quest volgeladen met 8 sneetjes brood, 3 bananen, 3 flessen AA drank en 2 liter water in de Camelbag. Ik neem een reserveshirt, een shirt met lange mouwen en reserve sokken mee. De weersverwachting is volle zon, 29 gr. C en een zwakke tot matige wind uit het oosten.
De pont in Zaandam ligt aan de overkant en zorgt er voor dat ik me op het laatste stuk naar het Centraal Station geen pech meer kan veroorloven. Om enkele minuten voor 9.00 uur arriveer ik voor het CS. Een hele ploeg ligfietsers, 14 man en één vrouw, is al present. Bert Gazendam roept direct 'waar is je parasol?'. Ik tover het pluutje tevoorschijn en schroef hem in zijn houder. Eerst gelach, maar bij nadere beschouwing vinden ze het wel een vondst. In ieder geval blijft ie erop en omdat het parasolletje links is gemonteerd heb ik er de hele ochtend plezier van. Het beschermt me effectief tegen verbranding en het fietsen met dit warme weer is met alleen de wind en geen zon in het gezicht ronduit heerlijk. Tot ongeveer 32 km per uur blijft ie mooi staan. Boven de 35 km/u wil ie omslaan. Kan ik natuurlijk voorkomen met een lijntje naar één van de spiegels, maar tijdens deze tocht ligt de snelheid tussen de 24 en 30 km/u, behoorlijk relaxed dus.
De Fortenroute is een lange fietstocht van 190 km langs de Stelling van Amsterdam. De route loopt merendeels over eeuwenoude dijkjes en wordt door ons 'rechtsom' gereden.
Mark-Jan Bastian is de voorrijder en het tempo is aanvankelijk 28 km/u. Dat is niet voor iedereen haalbaar en ik moet als laatste rijder soms naar voren om het tempo wat te drukken. Ik vind het prettig om achteraan te rijden, ik kan dan wat extra afstand houden om de weg voor me te kunnen zien. Kans dat de groep me 'ontsnapt' is niet groot, daar is het tempo echt te laag voor.
De eerste stop is Abcoude waar al zeker honderd wielrenners aan de koffie zitten. Een Quest is niet alleen een heel snelle fiets, je kan er ook heel veel in meenemen. Ik heb voor vandaag dan ook een complete koeltas met enkele koellichamen in de vorm van een gelvloeistof in de tas. De al wat oververhitte Leonie Berkhout leg ik een koelelement op de schouders. Kreten van genoegen zijn mijn deel. Even later gaat de koelgel weer in de tas om de appeltjes en de frisdrank te koelen.
Bert en Leonie haken af om te gaan zwemmen. De groep gaat weer op weg om in westelijke richting een lange etappe te maken naar de volgende rustplek in Hoofddorp. Het tempo is voor enkele rijders te hoog en gestopt wordt er nauwelijks. Niet erg, als je stilstaat wordt het warm, als je rijdt is het heerlijk. Bert meldt in Aalsmeer dat ie zich niet helemaal goed voelt en hij is er niet helemaal gerust op. Ook hij haakt af en gaat naar huis.
Na Aalsmeer gaat mijn pluutje eraf, de zon komt nu van rechtsachter en dan heb ik er geen bescherming meer van. Mogelijk dat een tweede bevestigingsbeugel aan de rechterkant een zinvolle optie is.
In Hoofddorp stoppen we bij de erkend goede friteskraam 'Papa' en doen ons tegoed aan een frietje speciaal. De boterhammen blijven 'onderdeks'. De Camelbag wordt door de vriendelijke bediening weer gevuld met 2 liter fris drinkwater en we gaan onderweg voor de derde etappe die via Haarlem, pont Buitenhuis, Uitgeest, De Woude naar Spijkerboor voert. De wind krijgen we nu tegen, normaal niet prettig, nu zeer welkom. De snelheid lijdt er wel onder en de groep valt een beetje uit elkaar. Bij de pont over de Knollendammervaart blijkt dat de techniek een beetje kapot is. Uiteindelijk gaat een deel van de groep met de pont over. Indachtig het vorig jaar, de plaatselijke jeugd is weer massaal op de pont aanwezig, heb ik geen zin in een waterballet. Ik rij samen met Arnold Ligtvoet een stuk om en vermijd zo het inderdaad opgevoerde waterballet. Vlak voor het eiland De Woude, mijn beoogd nieuwe woonstek, slaan we rechtsaf richting Spijkerboor. Bij het pontje moeten we in twee vaarten over, de Quest is dan een onhandig ding. Bijna twee uur eerder dan vorig jaar leggen we aan bij het restaurant aan de overkant van de pont. Ieder jaar weer lachen, de bediening is, evenals de clientele, zacht gezegd een beetje ordinair en als Arnold een uitsmijter met wat frietjes bestelt, slaat de dienster stijl achterover en haar blikken vragen aan de overige aanwezigen of het met Arnold wel helemaal goed is. Arnold, volgend jaar maar iets anders?
Met twee biertjes en een grote sateh-fritesschotel, ik krijg lang alles niet op, is de herstart wat minder vanzelfsprekend. De dijken in dit deel van Noord-Holland bieden een schitterend zicht op de prachtige boerderijen en weelderige landerijen. Via Volendam en Monnickendam gaan we op weg naar het laatste kleine plaatsje op onze route, Durgerdam. Ben Wiggers verbaast zich er over dat er de hele dag geen enkel pechgeval heeft plaatsgevonden, zelfs geen lekke band. Tot.... bij Monnickendam het fietspad plotseling ophoudt. De tweewielers maken een slalom tegen het dijklichaam en belanden weer op de gebaande weg. Ben denkt met zijn Alleweder diezelfde truc uit te halen. Zonder succes, op de steile helling slaat Ben met Alleweder en al om en schuift omlaag. Het komt goed af en met een paar kleine krassen op de Alleweder blijft de schade beperkt.
De finale is het mooist. Het rijden bovenop de dijk naar Durgerdam is fantastisch. Wel hebben de gewone liggers wat last van de vele muggen, in de Quest heb ik geen last. De Quest buigt de luchtstroom zodanig af dat ik muggen wel zie maar ze allemaal vlak over me heen zie flitsen.
Na Durgerdam volgen nog de Schellingwouder bruggen. De eerste brug gaat vlak voor ons open en dat geeft wat rust. Na de tweede brug scheiden onze wegen. Ik rij met Eric en de Van de Hulstjes naar het Centraal Station, Arnold en Mark-Jan gaan rechtdoor richting Amstelveen. Na het station rijdt alleen Eric nog mee. Ter hoogte van de Westpoort gaat hij richting Haarlem en rij ik alleen naar de pont bij Zaandam. Ik kan lekker even doortrappen en al gauw staat er 41 km/u op de teller. Dat doe ik nog een keer op het stuk van Zaandam naar Westzaan. Daarna vind ik het welletjes en peddel rustig naar huis. De zon gaat schitterend rood onder en ik maak nog een foto.
Ik ben om 22.20 uur thuis, met net geen 250 km op de teller. Een fantastische versie van de Fortentocht. Ik heb geen moment last gehad van de warmte en fysiek geen enkel probleem gehad.
250 km.