vrijdag 27 juli 2018

34 graden hitte en rijden met racekap naar Jan Geel


Vandaag, donderdag 26 juli, wordt één van de heetste dagen van het jaar. En wat gaat Wim doen?
80 km fietsen in de Quest ... met racekap. Gekkenwerk? Nou dat valt erg mee.

In ons huis wordt het nooit warmer dan 24 tot 25 graden C. De warmtepomp stuurt koud water door de vloerverwarming en dat is heerlijk. Eerst een paar klusjes aan de Quest doen. Ook de garage is heerlijk koel, daar doet dezelfde koeling zijn werk.


Ik hoor al een tijdje toenemend lawaai onder mijn stoel. Daar zit maar één verdacht onderdeel, het kettingtandwiel. Als ik de twee boutjes van de deelbare ashouder los draai is direct duidelijk wat er aan de hand is. De metalen tandkrans zit niet meer vast in het kunststof van het tandwiel. Oudere versies van het Alligt kettingtandwiel hebben soms onvoldoende houvast voor het metalen tandkransje. De huidige kettingtandwielen zijn robuuster en komt dit euvel niet meer voor.


Ik heb een flink aantal meer of minder gebruikte kettingtandwielen in een doos. Daar zit een vrijwel nieuwe tussen met de goede SKF E2 lagers. Die zit er in een minuut in en ik rij even ter controle. Tik, tik, tik, tik is het enige dat ik hoor. En dan herinner me dat een klant dit tandwiel eerder terug stuurde.
Ik vervang ook dit defecte exemplaar door een versie met kunststof tanden en goedkope Chinese lagertjes. Man, wat een rust. Werkelijk totaal stil, een verademing. Natuurlijk zal me dit 0,1 km per uur snelheid kosten, maar ik rij geen wedstrijden meer.


Ik heb al een tijdje last van een pijnlijke onderarm op de plek waar de armsteun zit. Als ik het steuntje eraf haal blijkt dat het schuimrubber tegen de binnenkant van de fiets heel ruw en scherp te zijn geworden. Een stukje fleece en een paar druppeltjes secondelijm brengen het comfort weer terug. Let wel goed op als je het zelf een keer doet. Secondelijm reageert op schuimrubber met een enorme warmteontwikkeling. Het fleece doekje dus niet met de onbeschermde hand aandrukken.

Om 14.00 uur, de thermometer geeft 34 graden Celsius aan, ga ik op weg naar Oostwoud. Jan Geel is vandaag uit het ziekenhuis gekomen en hij vindt het leuk als ik even langskom. De racekap gaat er natuurlijk op, ik rij namelijk al vele jaren nooit meer zonder. Als ik stil sta wordt het gauw heel heet in de fiets. Dan leg ik de kap op de neus. Zo gauw ik rij de kap erop en dat gaat perfect. Het vizier 8 cm open zorgt voor een continue sterke luchtstroom in mijn gezicht. Ook het Nacaduct doet prima zijn werk, de lucht op hals en borst richten. Ik blijf zelf geheel uit de zon en dat is heel comfortabel. Ik neem me voor om niet te hard te rijden. Tegen wind is 35 km/u een prima snelheid.

Als ik na ruim een uur bij Jan Geel in Oostwoud arriveer ben ik nauwelijks bezweet en ik hoef mijn reserve fietsshirt dan ook niet aan. Jan is zoals bekend hard aangereden door een taxibusje. Daarbij is nogal wat schade aangericht aan zijn lijf. Daaronder ook een gebroken sleutelbeen. De artsen dachten dat het wel zelf zou helen, maar dat blijkt niet te lukken. Jan moest dus alsnog het ziekenhuis in om het sleutelbeen met een plaatje echt vast te zetten.

Jan laat me zijn nieuwe groene Quest zien, een echt mooie fiets van een jaar jong. Helaas duurt het nog wel een paar weken voor hij de fiets in gebruik kan nemen.

Na een paar koppen koffie klim ik weer in de Quest en rij met de wind deels achter huiswaarts. Om dezelfde mate van koeling te krijgen moet de snelheid wat hoger zijn. Geen probleem, met 38 tot 42 km/u rij ik zonder veel moeite naar De Woude. Daar is het inmiddels 35 graden Celsius. Al met al uitstekend te doen. De meer dan 10 graden lagere temperatuur in huis is wel een forse overgang. Maar ... wel heel prettig.