




Het fietsen gaat uiterst moeizaam. Bij iedere pauzeplaats moet ik uit de broek en de kramp en aandrang is soms hevig. Gelukkig krijg ik van Johan van Benthem diarree remmers die het een beetje draaglijk houden.
Een uiterst vervelend bijverschijnsel is dat ik niet goed mee kan klimmen. Mijn hartslag wil niet boven 120 tot 123 slagen per minuut komen. De groep rijdt bij mij weg en wacht boven op me. Ik eet onderweg wel wat, maar met diarree is duidelijk dat dat eten niet in de bloedbaan komt. Ik voel me onprettig, en dat is een understatement, als ik in mijn eentje de hele klim naar 742 meter hoogte naar Winterberg moet zien te volbrengen. Uiteindelijk kom ik boven en de groep begrijpt dat ik even moet bijkomen.
Jan van Steeg blijkt een soort acrobaat te zijn. Als een kikker duikt ie in zijn fiets om een ketting opnieuw om te leggen of iets aan zijn derailleur bij te stellen.
De diarree remmers werken in de middag wat beter en ik kan weer goed meefietsen.
Hoewel de grootste afdalingen achter de rug zijn, zitten er toch nog een paar hele snelle tussen.
Dan slaat mijn hart bijna over. Ik zie dat Beekie met een veel te hoge snelheid op een haakse kruising en voorrangsweg afdendert. Beekie kan de bocht niet nemen en rijdt rechtdoor de voorrangsweg over. Een automobilist kan een ramp voorkomen door stevig te remmen. Beekie heeft voor de tweede keer alle geluk van zijn leven. Hij racet de kruising over en kan uitrijden op een toevallig aanwezige inrit van een fabriek. Beekie zal even later geschrokken zeggen dat zijn remmen niet goed werkten.
Het rijden langs het spoortracé is heerlijk. Zonder meetrappen kom ik tot 57 km/u.
In Sorpesee zijn we anderhalf uur eerder dan de tweede groep. We zitten bij elkaar op een terras in de laatste warme zonnestralen. Wel moet ik meerdere keren naar het toilet. Het avondeten in een 'Imbiss' op de belendende camping bestaat uit zes gerechten waar zonder uitzondering het woord 'Speck' niet ontbreekt. Ik hou het op een half bordje frites en wat salade.
136 km
5e dag
Ik overweeg de nacht in het toiletgebouw door te brengen, maar zie er toch vanaf. Ik hoef er gelukkig maar één keer uit.
In de ochtend wordt alle resterende brood en beleg bijeen gelegd zodat iedereen kan ontbijten. Het regent als we vertrekken en dat blijft het de hele dag doen. Het tempo is hoog en de beklimmingen zijn overzichtelijk. Ik zie niet veel van de omgeving en wil maar één ding, naar huis. Al om half vier zijn we in Winterswijk waar we niet uitstappen maar direct door rijden naar Varsseveld.
Frank geeft gas en met 40 km/u wordt de kleinere groep in tweeën gesplitst. Even later komen ze toch weer bij en zijn we blij als we bij de fam. Cornelese zijn. Een droog onderkomen, droge kleren en warme koffie zijn heerlijk. Frank haalt Chinees en ik kan me niet beheersen en eet mee. Ik laad de Quest op de Foldycar en rij naar het westen. Niet lang daarna moet ik stoppen en daal neer achter de vangrail.
Alles overziende, weer een mooie rit die jammer genoeg twee compleet verregende dagen telde. Jammer is ook dat de diarree het plezier in het fietsen gedurende de terugreis heeft vertroebeld. Hebben de meeste deelnemers aan de tocht naar Giessen rond 2 kg gewicht verloren, ik noteer een gewichtsafname van 3 kg. Dat is nog meer dan na de 2300 km naar Ierland.
168 km