

Ik knip een deflector en probeer dezelfde hoek te bereiken als die van het vizier. Met klittenband bevestig ik het kleine viziertje.
Een rondje Noord-Holland zit er niet meer in, mijn oude schoonvader verwacht ons vanmiddag.
Na de middag rij ik naar Volendam. Tegen wind, ik merk daar, behalve windgeruis, nog maar weinig van, werkt het vizier voortreffelijk. De deflector voorkomt het beslaan volledig. Alleen als ik stil sta wil het vizier licht beslaan. Even een paar centimeter omhoog zetten en na een paar meter is alles weer glashelder.
Het rijdt heerlijk zo, totaal geen last van de snijdende wind, alleen een fris zuchtje langs mijn hoofd. De gehoopte eerdere vermenging van koude en warme lucht lijkt te werken. In Volendam lopen toch nog wat mensen op de dijk. Via Edam ga ik langs de IJsselmeerdijk naar Hoorn. Ik vermaak me prima, ik stroop zelfs de mouwen van mijn dunne lange onderhemd op, al zorgt de kou er wel voor dat ik voor 43 km/u hartslag 130 nodig heb. Dat is 7 tot 8 slagen meer dan bij een 10 graden hogere temperatuur. Vlak voor Hoorn sla ik linksaf naar Scharwoude en Grosthuizen. Ook voor de wind doet het vizier zijn werk uitstekend. Wel moet het soms enkele centimeters omhoog gezet worden als de wind achterin de racekap slaat.
Een ingecalculeerd effect is wel dat er meer reflecties in het vizier te zien zijn. Ik zal kijken in hoeverre ik dat ga aanpakken.
Na Avenhorn rij ik via de Mijzenpolder naar Schermerhorn en via Driehuizen naar De Woude.
Het nieuwe vizier bevalt prima, al moet een langduriger testperiode daarover definitief uitsluitsel geven.
100 km