maandag 24 oktober 2016

LEL Lelystad - Enkhuizen - Lelystad 2016


De LEL 2016 wordt een koud evenement als de weerprofeten worden geloofd. Er zal in ieder geval weinig wind zijn, wat een weelde. Als ik de Quest op nieuwe Tesla zet is het nog maar 4 graden C. Een nieuwe Tesla? Jazeker, deze heeft Autopilot aan boord. De rit over de dijk Enkhuizen - Lelystad verloopt zeer comfortabel. Jan Reus heeft het dakrek voorzien van gestroomlijnde dwarsprofielen en afgeronde voorkanten. Dat scheelt bijzonder veel in geluidshinder, er is slechts een licht suizen te horen dat pas boven 100 km/u het afrolgeluid van de banden gaat overstemmen. Ook het verbruik blijkt flink lager te zijn en is nu maar 10% hoger dan zonder dakrek en Quest op het dak.


Al om half twaalf ben ik als eerste op de parkeerplaats bij de sluizen in Lelystad. Normaal helpt Jan Geel me met het plakken van de stroomlijnkappen onder de Quest. Ik heb alle tijd en doe het klusje nu zelf. 


Hierboven een foto van de stroomlijn en afronding van het dakrek. Alle dwarsverbindingen zijn nu voorzien van een goed Nacaprofiel.


Cees Roozendaal keert de velomobielen al jaren op het keerpunt bij het aquaduct bij Enkhuizen. Cees heeft besloten nu mee te rijden. Hij moet toch een keer van me winnen. Zoals gebruikelijk kondigt Cees tevoren al aan dat er in de voorbereiding voor de race het nodige is misgegaan. Nu is dat een feestje gisteravond. Cees start na me dus ik kan me niet op hem richten zoals steeds op Texel.


Peter Coppens prepareert zijn DF.


Het VeloTilt team wil weten wat de verschillende frontale oppervlakken zijn van de diverse velomobielen. Willem Vierbergen is ook in Lelystad en wil zijn DF wel laten fotograferen. Mijn eigen Quest is nu minder geschikt om te fotograferen omdat de wielkappen er op zitten geplakt. Piet Andringa's Quest is nog maagdelijk en ook die mag op de kiek. Leonardi Datz, een Duitse velomobielrijder rekent met een speciaal programma het precieze frontale oppervlak uit. Hartelijk dank Willem en Piet voor jullie bereidwilligheid.


Ik rij een kwartiertje in en heb het in mijn fietsshirt al behoorlijk warm. Ondanks dat de buitentemperatuur maar 10 graden C. is ga ik toch met ontbloot bovenlijf de wedstrijd in. Hier te zien op de foto van Matthijs Leegwater. Ik rij in met een enkellaags zitmatje. Geen goed idee, ik voel al na een paar kilometer kramp in mijn scheenbeen. Gewoon het comfortabele dikkere drielaags matje er weer op.


Het aantal deelnemers is met 21 niet heel groot. Jaren geleden waren dat er boven de 40. De open liggers vertrekken het eerst, zij zijn het langst onderweg. De zon schijnt volop en er is minder dan 2 Bft wind. Als de snelste velomobielen zijn vertrokken mag ik aan mijn 51 km beginnen. Na de gevaarlijke oversteek en de scherpe bochten kan het gas erop. Na een tweetal minuten staat de snelheidsmeter op 62 km/u. Mijn hartslag is 154 slagen per minuut. Dat kan ik wel een tijdje volhouden maar ik weet dat het zinvoller is om de snelheid wat te temperen om op de terugweg meer vermogen over te hebben. Met 58 tot 59 km/u blijft de hartslag rond 150 slagen per minuut en dat is prima vol te houden tot aan de klim over de dijk op tweederde van de afstand.
Op het keerpunt is mijn gemiddelde snelheid bijna 56 km/u. Gerrit Tempelman zet me om, hartelijk dank Gerrit, en de knokpartij om weer op snelheid te komen gaat beginnen. Eerst de klim uit het aquaduct en dan dwars door de verzuring weer boven de 50 km/u komen is een zware opgave.
Het weggedeelte tot aan de Trintelhaven is verschrikkelijk slecht. Het kost veel moeite om boven de 50 km/u te komen. Voorbij de Trintelhaven is de weg een stuk beter en de snelheid komt weer op 53 tot 54 km/u. Even komt er wat kramp in mijn onderbenen maar door een minuut de snelheid wat te beperken verdwijnt dat weer.


Na 58 minuten en 33 seconden ben ik weer terug en finish met een gemiddelde snelheid van 52,3 km/u. Daar ben ik best tevreden mee. Vorig jaar werd ik met 48,7 km/u met zeer veel slechter weer tweede. Nu krijgen de mannen met de snelle DF fietsen en hun kwetsbare bandjes geen lekke banden en word ik in de rangschikking vijfde.


Ik ben niet uitgewoond als ik over de finish ben, een kwestie van effectief trainen. Nadat ik omgekleed ben zegt Daniel Fenn dat ik zijn DF maar eens moet proberen. Zo gezegd zo gedaan.
Helaas is de fiets, het is een gewone DF en geen XL, te klein bij de huidige afstelling voor Daniel. Het is een toer om erin en nog meer om eruit te komen. Het korte ritje dat ik maak komen mijn knieën tegen de bovenkant van de kap en dan is echt snelheid maken niet goed mogelijk. Wel is te voelen dat de DF een stuk stijver is en sneller accelereert.


De wind is nu bijna weggevallen, het is gewoon heerlijk weer.
Cees Roozendaal heeft 1,5 minuut langer over de wedstrijd gedaan. Wel moest Cees een keer flink in de remmen om te voorkomen dat ie een wandelend echtpaar ondersteboven zou rijden.


De prijsuitreiking is zoals altijd een gezellig rommeltje. Zelfs de prijzen waren vergeten. Maakt allemaal niks uit, het meedoen is veel belangrijker.


Daniel Fenn rijdt 7 seconden korter dan Ymte en wint nipt. Derde wordt de DF rijder Peter Coppens.


Op bovenstaande foto wordt debutant Rob Smolders, geelgroen shirt, de poedelprijs toegekend. Rob heeft er 2 uur en 33 minuten over gedaan en heeft overduidelijk nog potentie om sneller te worden.


Na afloop zet ik de Quest weer op de Tesla en zoef op de Autopilot weer naar De Woude. Tenslotte een woord van dank aan Gerard Arends die als altijd weer de tijdwaarneming regelt.