Vorig jaar september kwam ik in contact met Dick van der Vaart. Dick bleek een complete velomobiel te hebben ontworpen op basis van het tilting principe van Bram Smit. Nadat hij op de hoogte kwam van de ontwikkeling van de VeloTilt stelde hij voor om zijn expertise ten dienste van het VeloTilt project te stellen.
Dick werkt bij Alrec in Mijdrecht, één van 's werelds grootste display makers. Voor displays worden onder meer zeer grote vacuümvorm machines gebruikt. De ruit van de VeloTilt, gesponsord door Alrec, en mogelijk ook de wielkappen, zullen in vacuümvorm techniek worden gemaakt.
De vraag kwam toen op of ook een racekap in deze techniek kan worden gemaakt. Dat kan, maar .... En achter dat 'maar' zijn we langzaam maar zeker aan het komen. Voor vacuüm vormen zijn zeer solide matrijzen nodig. De eerste matrijs, een plaatje om te zien, werd bij de eerste poging om een kap te maken op een spectaculaire manier in elkaar geperst. Vacuümvormen levert een druk van 1 kg per vierkante centimeter op. Een vlak van 100 x 100 cm krijgt dus een druk van 10.000 kg te verduren. De matrijs is door Jan gerepareerd en vrijwel massief gemaakt door het vullen met een giethars. De tweede poging, afgelopen vrijdag, ging al veel beter. De matrijs bleef heel bij het vormen van PETG materiaal. Bij het vormen van 3 mm Lexan ging het weer spectaculair fout. Lexan laat zich moeilijker tot de extreme vorm uitrekken die voor een racekap nodig is. De matrijs blijkt op de gerepareerde plekken toch niet volkomen massief te zijn. Bij de derde proef met 3 mm Lexan blijft de kap wel heel, maar wil niet meer lossen.
Al met al moet er een derde matrijs worden gemaakt. Met de opgedane kennis is dit goed te doen en Jan kan in verloren uurtjes opnieuw beginnen. De transparante kap die nu op mijn Quest ligt weegt 1180 gram, enkele honderden grammen zwaarder dan een volledige carbon kap. Daar komt nog iets bij voor de fittings en het vizier. Per saldo zal, even ervan uitgaande dat de derde matrijs wel goed wordt, de kosten van een transparante kap flink omlaag gaan. Wel moeten er dan grote aantallen worden gemaakt. Denk aan aantallen van 50 tot 100 stuks. Die aantallen kunnen worden samengesteld uit verschillende kappen. Bijv. een groot aantal voor de Quest en kleinere aantallen voor Strada en Quest XS.
Vanmiddag rij ik naar Akersloot om een aantal pakjes bij het postkantoor af te leveren. Voor het eerst sinds een half jaar weer eens zonder racekap. Ik meet mijn Quest een vers minivizier aan en ga onderweg. Heel snel stopt de rit al, de rechter band staat bijna leeg. Lopend terug naar huis en een nieuwe SV7c binnenband erin.
In Akersloot aangekomen staat de Quest naast een Tesla roadster. De eigenaar zit bij de makelaar naast het postkantoor. Dat wordt natuurlijk een leuk gesprek. Kijk maar eens hoe laag zo'n Tesla roadster is. Dan kun je toch niet volhouden dat een Quest niet te zien is omdat ie zo laag is.
Tesla laat me weten dat mijn Tesla model S eind augustus zal worden afgeleverd. Het wordt een zwarte zoals op de foto. Niet de allersnelste, ik hoef niet in 4,4 seconde naar de 100 km/u. 5,9 sec vind ik ook OK :). Voor die tijd wordt er nog een flinke carport naast de garage gebouwd. Daarin komen de goede voorzieningen voor het opladen van de auto. In de model S komt het grootste accupakket van 85 KW. Hiermee kan ruim 400 kilometer op één lading worden afgelegd. Per kilometer gebruikt de auto ongeveer 200 Wattuur. Tesla zal, net als in de VS, overal in Europa 'superchargers' bouwen. Deze superchargers laden 250 km binnen een half uur. Deze laadstations zijn levenslang gratis voor gebruikers van een Tesla. De 'getankte' stroom wordt altijd met zonne-energie opgewekt.
Vandaag voor het eerst onderweg met korte fietsbroek en shirt met korte mouwen. Wel met de racekap erop, het waait Bft 5 en 80 km daar tegenin fietsen gaat met de racekap wel zo prettig.
Het zal vandaag 17 tot 20 graden worden, heerlijk. Het wintervet, zo'n 3 kg, moet weer rond het middel verdwijnen. Lange ritten zijn daartoe uitstekend geschikt.
De eerste etappe gaat traditioneel naar Den Helder. Met de wind achter is het prettig rijden met 48 km/u. De hartslag blijft daarbij rond 125 slagen per minuut, prima. Het landschap is nog kaal. De enige kleur wordt gemaakt door vroege narcissen. Ik stop even voor een plaatje. Even daarvoor haalde ik een echtpaar in. Zij stoppen en kijken vol verbazing naar de Quest. 'Zit daar een elektromotor in' is de vraag. Zij kunnen werkelijk niet geloven dat er zo snel gereden kan worden zonder motor. Het snelheidsverschil is ook wel heel groot. Zij rijden 15 km/u met hun elektrische fietsen. De ondersteuning is voor de wind uitgeschakeld, zij moeten straks tegen wind terug naar hun woonplaats Tuitjenhorn en dan moet de accu het natuurlijk nog wel doen.
Ik laat het benzinestation rechts liggen en koers direct naar Den Oever. Met de wind schuin achter is 43 km/u nog steeds makkelijk te rijden. Dat zal straks wel anders worden. In Den Oever eet ik een broodje in de fiets en stuur de Quest even later tegen wind de open Wieringermeer in. Dat is inderdaad andere koffie. Met hartslag 130 komt er niet meer dan 37 - 38 km/u op het telwerk van de SRM. Gewoon doortrappen en met lekkere muziek op de koptelefoon is de afstand naar Medemblik zo weggetrapt.
Onderweg krijg ik een tegenligger in beeld. Het is een rode Quest met witte top. Dat kan maar één man zijn, George Krug. We kletsen wat bij en vervolgen ieder onze weg. Ik drink een espresso bij Kwikkel. Een oudere fietser vindt het maar een heel geklim om in en uit de Quest te komen. 'Niks voor gepensioneerden' meldt ie :).
In de relatieve luwte van de zuidelijke Wieringermeer dijk komt de snelheid er weer lekker in. Gedurende de hele rit rijden overal slierten motorrijders. Ook zij zijn gek op de slingerende dijkjes.
Voor de gebruikers van een deelbare toer/racekap is nu een mooi carbon deksel in de maak. Een volgende stap is dit deksel afsluitbaar te maken. Dat kan met een slotje dat ook wel voor kasten wordt gebruikt.
Die mogelijkheid hebben gebruikers van het schuimdekseltje op de grote schuimkap niet. Dat is soms best lastig. Iedereen die zijn Quest met het kleine dekseltje afsluit en later terugkomt zal soms zien dat het deksel is verschoven of soms zelfs in de fiets ligt. Er hebben dus onverlaten aan je fiets gezeten.
Wat voor het mooie carbon afsluitdeksel kan, kan ook met de schuimkap. Het slotje wordt aangepast met een carbon profieltje om onder de rand van het instapgat te komen. Het deksel zelf wordt verstevigd met enkele stukjes carbon. En werkt het? Jazeker, de kap sluit mooi af. Is het geheel bomproof? Met rukken en trekken kan de schuimdeksel natuurlijk alsnog worden geopend. De kans erop is nu zeer veel kleiner.
Iedereen kan dit met wat handigheid zelf doen. Als er voldoende belangstelling is, wil ik het complete setje wel maken. De uitvoering zal dan nog wat solider zijn.
Vanmiddag komen Bram Smit en Arnold Ligtvoet, beiden van het VeloTilt team, voor het eerst naar de nieuwe werkplaats in Enkhuizen. Bram heeft een voorvork met 203 mm schijfrem voor de nieuwe fiets mee. De enkelzijdige ophanging van het wiel bemoeilijkt de kettingloop. We komen samen tot de conclusie dat de vork onder het balhoofd gedeeld moet worden en in een omgekeerde T-vorm zou kunnen worden gemaakt. De ketting kan dan mooi vlak langs de framebuis lopen. Bram ziet dat wel zitten en kan weer aan het werk. Bram neemt een nieuwe Rohloff mee om de aandrijving te completeren.
Jan heeft de VeloTilt plug gespoten in witte grondverf. Wow wat ziet dat er gaaf uit. Er moet nog flink wat geplamuurd en geschuurd worden, maar het ziet er zo al prachtig uit. We zetten even de witte Quest van Jan naast het witte model. Heel goed zijn zo de verschillende visies van de ontwerpers te zien.
Na het lamineren met glasvezel en epoxy, is het nu de beurt aan plamuren en schuren. Eerst is er een zware metalen voet gelast. Hierdoor blijft de plug mooi overeind staan en kan er overal goed aan gewerkt worden.
Na de eerste plamuurlaag is de schuimplug gedroogd en geschuurd. Dat ziet er al heel wat fraaier uit. Morgen wordt de volgende laag plamuur aangebracht en ook deze zal weer glad worden geschuurd. Er wordt om en om steeds met verschillende kleuren plamuur gewerkt. Zo kun je goed zien waar je in een vorige laag aan het schuren ben.
Inmiddels is de spuitcabine helemaal klaar. Ook een compleet verfmengsysteem met computer is geïnstalleerd. Er kunnen nu 18.000 kleuren worden gemengd. Velomobielonderdelen.nl is het enige velomobiel gerelateerde bedrijf in Nederland dat over deze faciliteiten beschikt.
Vandaag komt de schuimplug van de VeloTilt naar Enkhuizen. Als ik arriveer ligt de boreling al op de grond in de werkplaats. Wat een klein ding als je 'm naast de witte Quest van Jan ziet staan. Naast elkaar staande kun je zien dat de zit in de VeloTilt zo'n 10 cm hoger is dan in de Quest.
De relatief kwetsbare schuimplug is nu voorzien van twee lagen glasvezel en epoxy. Het geheel is nu keihard en kan de komende weken mooi glad gemaakt worden.
De twee mensen die hier vooral aan gaan werken zijn Jeroen Koeleman en Sigurd van Starkenburg. Jeroen Koeleman studeert aan de Haagse Hoge School Delft en heeft veel ervaring met composieten. Vorig jaar werd ik ongemerkt door Jeroen op Texel tijdens de tijdrit verslagen. Hij reed toen in zijn zelf ontworpen en geproduceerde carbon monocoque tweewieler.
Sigurd van Starkenburg is werkvoorbereider op de composietafdeling van Rondal. Rondal maakt onder meer 6o meter lange carbon masten voor de miljoenenjachten van Royal Huisman Shipyard.
David Wielemaker, de ontwerper van de Velox1, Velox2 en de VeloTilt, laat ons in de nieuwste ontwerptekeningen zien op welke manier diverse versterkingen in de VeloTilt moeten worden aangebracht. Ook de versterkingen t.b.v. de vierpunts gordels worden nauwkeurig aangegeven.
David heeft nog meer interessante zaken meegenomen. Hebben onder meer te maken met de veiligheid van velomobielen, ook de bestaande. Daarover later meer.
Wat ik wel kan aankondigen is dat David voor de Quest wielkappen gaat ontwerpen. Helaas niet klaar voor de komende CycleVision, maar volgend jaar zeker wel.
De weergave van foto's in vrijwel alle blogs was voorheen voorzien van een thumbnail balkje onderin. Dit heet de Lightbox. Daarmee kon je makkelijk door alle foto's heen klikken. Sinds kort is dat niet meer mogelijk en krijg je steeds één paginavullende foto in beeld. Wil je de volgende zien dan moet je terugklikken, in het bericht naar de volgende foto scrollen en deze foto aanklikken. Dat is een heel oncomfortabele situatie.
Blogger meldt niks over problemen. Op deze site staat evenwel een oplossing voor het probleem.
Het komt erop neer dat je in Blogger naar je sjabloon moet schakelen. Dan moet klikken op 'Edit HTML' en een stukje code moet plakken. Dit stukje code staat in rood hieronder en moet ergens worden geplakt tussen </body> en </html> helemaal aan het eind van het script.
Het probleem is hiermee opgelost.
Mogelijk dat Blogger te zijner tijd zelf een oplossing bedenkt.
Als de nieuwe code dan in de weg zit, is deze makkelijk weer weg te halen.
Het TU Delft team van de Velox1 heeft met veel enthousiasme de schuimplug van de VeloTilt in de glasvezel en epoxy gezet. Dat werk is klaar en David Wielemaker, de ontwerper van de VeloTilt, zal de plug komende vrijdag naar Enkhuizen transporteren.
Daar zal door Jan Reus, met hulp van twee composietdeskundigen, ik zal ze later aan jullie voorstellen, de plug spiegelglad maken. Als de plug helemaal perfect is zullen er mallen van gemaakt worden. Pas daarna kan de eerste romp van de VeloTilt worden gemaakt.
Betekent voor komende vrijdag dat ik niet mee rij met het rondje Texel. Ik kan niet makkelijk op twee plaatsen tegelijk zijn. Ik wens alle deelnemers aan het rondje Texel een fijne rit.
ROC ter Aa in Helmond doet ook dit jaar weer mee met de Shell Eco Marathon. Vorig jaar reden zij 433 km op een liter GTL, uit aardgas gemaakte dieselolie. Dit jaar moeten er liefst nog meer kilometers worden afgelegd. Op alle fronten wordt de Quest geoptimaliseerd. De luchtweerstand kan lager worden als de rijder dieper in de fiets zit. Het frontaal oppervlak kan dan lager worden.
Eén van de mogelijkheden is het onthoofden van de Quest. Die klus is door velomobielonderdelen.nl uitgevoerd. De voorkant van de top wordt met een Lexan ruit doorzichtig.
Eerst wordt de tunnel in zijn geheel van de top afgezaagd. Er wordt een nieuw spantenraam gemaakt en daarop wordt schuim gelegd. Dan wordt het geheel gelamineerd met carbon en geplamuurd en gespoten. Als laatste laag wordt er blanke lak over gespoten. Dank zij de nieuwe verfmengcomputer kunnen er nu 18.000 kleuren worden gemengd.
Een standaard carbon deksel van de toer/racekap wordt ontdaan van zijn opstaande randje. De hele binnenkant krijgt een laagje schuim en een laagje carbon. Hiermee wordt voldaan aan één van de veiligheidseisen dat het geheel voldoende sterk moet zijn.
Om voldoende licht in de fiets te krijgen worden er tien grote gaten in de kap geboord. In drie keer worden deze gaten volgegoten met epoxy. Tenslotte mogen we er reclame voor velomobielonderdelen.nl op zetten. Voor een goede passing op de instaprand van de Quest moet er nog een rubber profiel op worden geplakt.
Al met al een mooi project.
Veel eigenaren van een carbon toer/racekap gebruiken deze veelzijdige kap intensief. De meeste rijders gebruiken de losse liggende deksel bij gunstiger weersomstandigheden ook vaak zonder hoed. Met een keur aan Lexan vizieren gebruiken ze de deksel zelfs tot temperaturen tot boven de 30℃ . Cees Roozendaal rijdt zelfs, al vallen de mussen van de hitte van het dak, altijd met de toer/racekap, met of zonder hoed. Geen zonne-instraling en regelbare ventilatie door de deksel iets boven de rand van het instapgat te fixeren, levert een snelle en comfortabele combinatie op. Voor slecht weer ligt het grote vizier en de deelbare hoed van de kap achterin de velomobiel.
Een veelgevraagd accessoire is een afsluitbare deksel van de liggende carbon deksel. Die komt eraan.
Wel moeten we nog even op zoek naar een geschikt knevelslotje om de deksel afsluitbaar te maken. De bedoeling is dat het afsluitdekseltje met een lip aan de voorkant onder de liggende deksel wordt geklemd. Met een slotje dat aangrijpt onder de rand van het instapgat moet het geheel worden afgesloten.
Als het dekseltje leverbaar wordt, meld ik dat hier.
Het najaar, de winter en een groot deel van het voorjaar rij ik met een van de toer/race kappen.
Goed zicht, comfortabel en snel.
Bij redelijk goed weer rij ik heel graag ook met de losse carbon deksel van de toer/racekap. Veel ruimte voor je gezicht en, in tegenstelling tot de benauwde schuimkap, een heel goede ventilatie. Een nadeel van de carbon deksel is dat zijwind soms te makkelijk om mijn hals en nek waait. Een aangepast vizier voorkomt dit goeddeels. Vanmiddag maak ik een mal uit sterk maar dun karton. Het laat zich makkelijk knippen maar is toch stabiel. Na wat passen en meten knip ik de helft van het kartonnen vizier. Nu wordt deze mal overgetrokken op een nieuw stuk karton. De andere helft van het vizier teken ik af door de helft te keren en de tweede helft over trekken. Nadat de complete omtrek op het karton staat wordt het hele model uitgeknipt. Vervolgens vouw ik het model dubbel om te zien of geheel mooi symmetrisch is. De laatste stap is de kartonnen mal overtrekken op 0,75 mm dik Lexan en wordt het geheel netjes uitgeknipt.
Er is nu een soort grote boemerang ontstaan. Op de lippen een stukje klittenband en het geheel kan na het verwijderen van de schutfolie op de carbon deksel worden gezet. 'The proof of the pudding is in the eating' zeggen de Engelsen treffend. Het is snijdend koud met 2℃ en een 6 Bft harde oostelijke wind. Geen weer om eens een lekker eind te fietsen. Dat was ik ook niet van plan, maar een stukje rijden om het vizier te beproeven moet lukken. Het resultaat is prima. Met niet meer dan een shirt met lange mouwen stel ik vast dat de wind goeddeels over me heen waait. Ik ga daar de komende periode een aantal ritten mee rijden.
Een tweede groter vizier had ik eerder gemaakt. Deze enorm grote lap Lexan, afmetingen 25 x 82 cm, houdt veel wind effectief uit het instapgat. Ook regen zal heel veel minder hinderlijk zijn. Ik reed er gisteren met temperaturen rond het vriespunt zonder schuimkap en dat werkt prima. De snelheid blijft er prima in. Aero-dynamisch lijkt het grotere formaat geen nadeel. Tijdens het in- en uitstappen is het handig om het vizier even van zijn onderste klittenband te halen. Mijn voeten kunnen er dan makkelijk langs. Bij goed zicht is er via de spiegels goed achteruit te kijken door het Lexan heen. Met slechter zicht is dat wat minder.
Vrijdagavond om 19.00 uur presenteert een nieuw team van de TU Delft en de Universiteit van Amsterdam het ontwerp van de nieuwe Velox3. Ik zit erbij en zie dat het nieuwe team een glasheldere presentatie in elkaar heeft gezet. De verschillende disciplines leggen hun specialisme uit. Teamchef Wouter Lion laat zijn aerodynamische specialisten aan het woord. Dan de ontwerpers van de aandrijving, de bandenspecialist en de bewegingswetenschappers in de dop van de UVA.
De nieuwe romp is een doorontwikkeling van de Velox1 en Velox2. Het team heeft, op papier althans, nog een kleine verbetering in de aerodynamische vorm weten te vinden. Vooral de luchtstroom in de fiets heeft veel aandacht gekregen. Inmiddels weten we dat betere resultaten op papier nog geen wereldrecord breekt. De K-drive is verlaten voor een conventionele aandrijving met korte 155 cranks. Tot mijn verbazing komt er een planetair tandwielstelsel in om te voorkomen dat er een enorm groot tandwiel voorin komt. Op mijn vraag wat dit voor rendementsverlies oplevert blijven de jongelui het antwoord schuldig. Ik denk dat ze daar nog maar eens aan moeten meten. Vier continue meedraaiende tandwielen kosten naar mijn mening onnodig veel energie. Ook moet er aan het achterwiel nog steeds een derailleur worden gebruikt.
Mogelijk dat een Rohloff naaf, in de elfde versnelling is de aandrijving direct, een betere oplossing zou zijn.
We krijgen uitgebreid uitleg over het lamineren van de romp. Als voorbeeld is het kant en klare toegangsluik meegenomen. Ik vind dat een heel zwaar onderdeel. Er wordt o.m. gebruik gemaakt van kurk, vlas en ... polyesterhars. Dat zijn geen producten die je bij een recordfiets zou verwachten.
Toegegeven, het gewicht van de fiets speelt in Battle Mountain geen grote rol, maar het moet wel op gang worden gebracht. De adviserende rol van sponsor NPSP zou ik nog eens kritisch onder de loep nemen.
De keuze voor 20" wielen en Michelin radiaal banden is zeker uitstekend. Ze zijn wel iets breder dan standaard racefietsbanden, maar zo lopen zoveel lichter dat dit zeker winst gaat opleveren. Zeker als de banden tubeless gemonteerd worden.
Wielstroomlijnkappen hebben tot doel om verstoring van de windstroom rond wielgaten en banden te verminderen. Volledige kappen leveren bij 50 km/u rond 1,5 km/u snelheidswinst op. Dat is niet om over naar huis te schrijven. Alleen het nauwkeurig afplakken van de wielgaten met Lexan leveren zeker hetzelfde resultaat op. Het waarom is niet helemaal duidelijk, maar drie factoren spelen zeker een rol. Allereerst wordt het frontaal oppervlak vergroot en wordt ook het omspoeld oppervlak vergroot. Als laatste oorzaak is waarschijnlijk compressie tussen de twee brede wielkappen een negatieve factor.
Jan Geel, een van de meest innovatieve Questrijders die ons land rijk is, heeft ervaren dat de snelheid met het rijden met maar één wielkast geen snelheidsvermindering tot gevolg had in vergelijking met het rijden met twee wielkappen.
Jan gooit het nu over een andere boeg, gedeeltelijke wielkappen. Op de foto's is goed te zien hoe hij het opgelost heeft. In feite zorgt Jan voor een goede aanstroming van de banden en het over de wielgaten geleiden van de wind. Hij lost het probleem van de compressie op door de smalle stroomlijn voor de banden. In feite wordt het frontaal oppervlak niet groter.
Deze wielstroomlijnen verzamelen ook nauwelijks modder.
Volgens Jan is de Quest met deze combinatie, let ook even op het achterwiel, sneller dan volledige wielkappen.
De beschikbaarheid van 25 mm zelfklevend klittenband is een groot succes. Vele tientallen meters zijn al geleverd. Een goede reden om het programma uit te breiden.
Allereerst met zwart 50 mm zelfklevend haakjesband. Dit is ideaal om op de wielkasten te plakken. Een strook van boven naar beneden maakt het mogelijk om eenvoudig GPS, GSM, drinkslang en wat al niet meer op te bevestigen. Al tien jaar lang is de eerste handeling bij een nieuwe Quest het bevestigen van een strook 50 mm breed haakjes klittenband op de rechter wielkast. In 50 mm zwart zelfklevend is er nu ook lusjesband. Lusjesband gebruik je achterop de GPS, GSM en al die spullen die je wil bevestigen op de wielkast. Haakjes en lusjesband wordt in een set in gelijke lengten van 1 meter geleverd en vind je hier.
Rubber anti-slip stukken
De anti-slip stukken op de tunnel waren tot nu toe van 8 mm EVA schuimrubber. Nieuw in het programma is dat deze anti-slip stukken nu van 4 mm volrubber zijn. Er zit een duidelijk profiel op dat uitstekende anti-slip eigenschappen heeft. De anti-slip rubbers zijn al in de goede vorm geknipt en kunnen eenvoudig met Bison-tix of Bisonkit worden vastgelijmd.
De antislip rubbers vind je hier in de webwinkel.
Carbon en epoxy
Alle toer/racekappen worden gemaakt van TenCate carbonweefsel en Wilsor lamineerepoxy. Deze combinatie levert buitengewoon sterke laminaten op die niet breken. De gevreesde naalden zul je met deze laminaten niet zien, ook niet als het laminaat kapot gaat.
Voor degenen die zelf met epoxy en carbonweefsel aan de gang willen zijn er nu kleinverpakkingen van zowel epoxy/harder als carbon- en glasweefsel. De Wilsor epoxy is leverbaar in verpakkingen met harder van 300, 700 en 1400 gram.
Epoxy en carbonweefsel vind je in de webwinkel.