Gisteren feitelijk een rustdag ingelast. Als je ouder wordt is het verstandig niet elke dag maximaal te presteren. Gisteravond heb ik de goot in het nachtleger van de Quest nog vastgekit met siliconenkit. De Quest loopt nu weer vrijwel uit zichzelf naar buiten.
Vanmorgen om 7.20 uur opgestaan om een rondje Noord-Holland te fietsen. Vanmiddag wil ik met mijn vrouw nog even naar mijn schoonouders. Daar moet je niet om vijf uur aankomen. Om 8.15 uur ben ik buiten en zet de schuimkap erop. Tot aan Den Helder heb ik een frisse wind van 4 Bft pal tegen en dat is met een temperatuur van 10 gr. C. niet zo comfortabel. Ik hou de snelheid beperkt tot 32 km/u om eerst maar eens lekker warm te draaien. Vooral de knieën moeten eerst met een wat hogere rotatiesnelheid opwarmen. In Heiloo en Alkmaar staan de verkeerslichten nog op oranje knipperen. Uiteraard neem ik de rijbaan en sjees in minder dan 25 minuten naar het noorden van Alkmaar. Het slechte fietspad langs het Noord-Hollands kanaal moet ik weer voor lief nemen. Dat wordt gelukkig even later veel beter. Het hele stuk naar Den Helder is stik in de wind, de vlaggen staan strak aan de vlaggenmasten en de bomen buigen door onder de windbelasting. Bij hartslag 112 rij ik 32 km/u bij 120 35 km/u. Ik varieer de snelheid daartussen. Al om 9.45 uur ben ik bij het Total benzinestation bij de Kooy. In meer dan een banaan heb ik nog geen trek. Ik heb maar 3 sneetjes brood mee, ik had beter gisteren een nieuw broodje kunnen bakken. Anderzijds is het ook wel goed om de vetverbranding wat te stimuleren. Ik zal de hele dag tegen de hongerklop aanrijden.
De route naar Den Oever, het is inmiddels zonnig geworden, heb ik de wind achterlijk en de snelheid loopt op tot 45 km/u, goed vol te houden met hartslag 130. Ik stop even om een foto te maken van een veld wilde margrieten, heel fraai. Het fietsen gaat heerlijk en alles voelt perfect aan. Dat kan wat worden als ik van Den Oever naar Medemblik voor de wind krijg.
De havenmeester in Den Oever is wel in voor een praatje. Als voorzitter van het bestuur van de Jachthaven Zwaansmeerpolder in Uitgeest, ken ik de problemen van een havenmeester maar al te goed. Ik eet een broodje, een banaan en ik drink wat Ice-tea.
Snel ga ik weer op weg naar Medemblik. Op dit stuk kan ik wat 'verdienen'. Ik trek geleidelijk op naar 50 km/u en dat gaat heel makkelijk. Hartslag nu 145, prima en lang vol te houden. In de verte ontwaar ik een groepje wielrenners. Ook zij hebben voor de wind en de gang er goed in. Ik geef wat extra gas en met 52 km/u passeer ik met een behoorlijk snelheidsverschil de groep. Ik hou de snelheid nu op 51 tot 52 km/u en kan ook dat continu volhouden, zij het dat de hartslag nu op 154 zit. Na 10 minuten zie ik weer een groot peloton wielrenners voor me. Ik haal ze in, al is het snelheidsverschil maar een kilometer of 8. Ik hou de snelheid op 52 km/u en kijk even in mijn spiegels. Wat?..... nee toch. Vier wielrenners sprinten uit het peloton en proberen mij in te halen.... harder dan 52 km/u! Dit heb ik niet eerder meegemaakt. Ik zie ze heel langzaam dichterbij komen. Steeds zie ik een andere kleur in mijn spiegels, de mannen wisselen elke 20 seconden van koppositie. Dat kan ik natuurlijk niet op me laten zitten. Ik versnel verder tot 56 km/u en kijk wat er achter me gebeurt. Ik heb nu een hartslag van 161 en harder kan ik echt niet, tenslotte heb ik er al 100 km opzitten. 56 km/u is blijkbaar te hard voor de mannen, ik zie ze langzaam weer kleiner worden in mijn spiegels en even later zijn ze helemaal weg. Wow, dat zijn sterke bikkels!
In Medemblik, ik heb over de afstand van Den Oever naar Medemblik nog geen 20 minuten gedaan, drink ik weer een Espresso. De zeilers gaan allemaal onderweg naar het IJsselmeer en de brug laat telkens 10 schepen door om daarna weer te sluiten.
Ook nu ga ik weer vrij snel op weg. Ik wil uiteraard niet te laat thuis zijn en toch ook wel de schitterende dijkroute naar Enkhuizen en Hoorn rijden. Ik berg nu de schuimkap onder mijn stoel op en rij verder open, heerlijk fris. Ik heb mijn kruit een beetje verschoten en beperk de snelheid tot een 40 km/u, op het smalle fietspad op de dijk toch best wel hard. De geweldige claxon geeft me ruim baan, heerlijk. Op de dijk geniet ik van het grandioze uitzicht. Friesland ligt helder en contrastrijk aan de einder, dat zie je maar zelden. Er wordt druk gezeild, ook daarvoor zijn de condities perfect. Ik maak een foto van vuurtoren de Ven met Friesland op de achtergrond. Het laatste stuk naar Enkhuizen is de wind bijna achterlijk en de snelheid zit er goed in. Ik snel door Enkhuizen heen en ga de dijk van Enkhuizen naar Hoorn op. Dit is ook een snelle route.....mits je wel voldoende calorieën te verbranden hebt. Daar schort het nu een beetje aan. Ik rij net aan 40 km/u en het wordt wat licht in mijn hoofd. Plotseling doemt er een VW Bora op in een bocht op mijn weghelft. De man kijkt naar links en ziet me absoluut niet. Een botsing is nu heel nabij. Op een hoge dijk kun je niet uitwijken, je dondert dan 7 tot 8 meter omlaag. Ik ben te laat met de claxon en schreeuw de longen uit mijn lijf. De bestuurder schrikt zich wezenloos, maar stuurt een paar meter voor de klap naar rechts. Dat loopt goed af. Vlak voor Hoorn komt me een met twee paarden bespannen klassieke koets tegemoet. De wagenvoerder, ja zo heet dat, gebaart me te stoppen. Uiteraard doe ik dat en de man bedankt me voor mijn bereidwilligheid. Hij roept nog dat als ik stil sta de angst bij de paarden wel meevalt. Zou ik blijven rijden, dan vreest de man dat de paarden van de dijk af zullen steigeren.
Ik wil zonder onderbreking door naar Hoorn en daar even pauzeren. De bekende terrassen zijn vrijwel leeg en ik rij maar door tot de rustplaats net ten westen van Hoorn. Daar eet ik mijn laatste broodje en mijn tweede banaan. Een echtpaar wandelt langs en had me eerder met hoge snelheid zien passeren. Ze zijn verbaasd dat het een fiets is.
Op weg naar Edam-Volendam kan ik continu ruim 40 km/u fietsen. In Edam is mijn water op. Ik koop een flesje bronwater en gooi die in mijn Camelbag. Ik krijg nu tegenwind en met 150 km op de teller is het gasmuntje bijna op. Brood en bananen zijn op en ik moet nog 36 km. Altijd is er een verpakking druivensuiker aan boord en daar doe ik me tegoed aan. Bij West-Graftdijk staan enkele mensen in de sloot naast de weg te kijken. Tijdens het voorbijrijden zie ik enkele grote boerenkarpers boven water komen. De beesten paaien en maken er letterlijk een dolle boel van.
Om kwart over drie, 7 uur na vertrek en met totaal 5,5 fietsuren, heb ik de 186 km erop zitten.
Een zeldzaam mooie fietsdag.