Jan Geel heeft matig geslapen. De ruisende zee heeft hem wakker gehouden. Het weer is weer fantastisch. Vandaag gaan we, een idee van Cees, waarover straks meer, een route rijden langs onder meer het Kielerkanaal.
Voor degenen die op school niet opgelet hebben, dit kanaal heet ook Noordoostzeekanaal. Het loopt dwars door Noord-Duitsland van Kiel naar Brunsbüttel.
Eerst rijden we langs de Eckerförde Bucht. Het uitzicht is mediterraan. Een fris blauwe zee, golvend graan op de velden en de zon hoog aan de hemel, maakt het rijden geweldig. Het landschap is glooiend maar soms zit er een kuitenbijter tussen. Het klimmen gaan nooit hoger dan 60 meter. Ik kan het steeds met mijn middenblad af.
Naarmate we Kiel naderen wordt het drukker. We kiezen er voor om de brug over het Kielerkanaal te nemen en op de zuidelijke oever te fietsen. Open Fietsmap belooft daar een fietspad. Er is echter geen echt fietspad. We keren om op een industrieterrein en zoeken een alternatief. Dat blijkt even later een gravel pad te zijn dat zo steil is dat we omhoog moeten lopen. Dan staan we voor hekjes waar we precies door kunnen. Na een tijd op het ruwe pad te hebben gereden komen we op iets wat op een fietspad lijkt, voor tweewielers wel te verstaan. Het pad bestaat uit betonplaten van een halve meter breed, dan een strook gras en weer een rij betonplaten van een halve meter breed. Kedengedeng, kendengedeng, kilometers lang. Jan krijgt last van zijn nek en wil graag een andere route. Dat duurt wel even en levert in Kiel een flinke omweg op. Dan gaat het een tijd goed, we rijden niet meer langs het kanaal.
We nemen het veer en rijden nu op de noordelijke oever. Mooi breed asfalt, het kan dus wel.
Echter, drie kilometer verder verandert het wegdek in één keer weer in een karrenpad. Dit is nog veel beroerder dan de betonplaten. Hier maken we Jan niet blij mee, maar teruggaan levert een enorme omweg op. Na kilometers hobbelen, de fietsen en de banden krijgen het zwaar te verduren, komen we weer op iets dat asfalt heet.
Dan zijn we in Sehestedt waar Jan met de camper een plekje heeft gezocht. Verschillende belangstellenden komen de Questen bekijken. We drinken koffie met een heerlijk taartje en genieten van het uitzicht op de flinke zeeschepen die vlak voor ons passeren. We mogen hier wel 24 uur staan, maar voorzieningen zijn er niet.
Daarom rijden we het veer op, geen wachttijd voor fietsen :). Jan moet met de camper wel aansluiten in een drie kilometer lange file.
Het is nog maar een 20 kilometer naar Langewedel waar we aan de Brahmsee een goede plek vinden om te overnachten. Jan heeft sperzieboontjes, verse sla, aardappelen en een prima karbonade op het menu, heerlijk.
Inmiddels bekijken we allemaal hoe onze banden deze martelgang hebben doorstaan. Tot onze grote verbazing hebben de banden geen krimp gegeven. Zelfs de experimentele Schwalbe banden waar ik mee onderweg ben zijn onbeschadigd.
Resumerend kan gesteld worden dat de Duitsers liever in hun Mercedes, Audi of BMW zitten. Enige vorm van fietsinfrastructuur is er niet. Aan de andere kant moet gezegd dat de Duitsers veel respect voor ons hebben. Al moeten ze een kwartier achter ons blijven, dat doen ze zonder mokken. Ze halen pas in als dat over de weghelft voor het tegemoet komend verkeer heel riant kan.
110 km, totaal nu 1204 km.