vrijdag 22 oktober 2010

Hoe maak je een Quest sneller?

Een Quest is een prachtige fiets voor alledaags gebruik. Met weinig inspanning bereik je al snel behoorlijk hoge snelheden. Een alledaagse fiets moet snel zijn, makkelijk over drempels rijden, een behoorlijke stuuruitslag hebben, voldoende ventilatie bieden en makkelijk in- en uitstappen mogelijk maken. Ook moeten lekke banden liefst snel en makkelijk kunnen worden verwisseld.
Dat levert noodzakelijk compromissen op die de snelheid enigermate beperken. Alles dat de luchtstroom verstoort levert extra weerstand op. Tijdens wedstrijden wil ik graag nog harder fietsen. Daarom ben ik als volkomen leek op aero-dynamisch gebied aan de slag gegaan om waar mogelijk de luchtstroom beter te geleiden waardoor de luchtstroom aan blijft liggen en niet gaat wervelen.

Welke maatregelen heb ik getroffen?
1. De ruimte om alle wielen beperken door Lexan strippen
2. De bult achter de derailleur 'glad' strijken
3. De voetengaten goeddeels dichtmaken
4. De staart stroomlijnen
5. Kleine uitstekende onderdelen afplakken
6. Racekap gebruiken


1. De ruimte om alle wielen beperken door Lexan strippen
In de wielkasten ontstaat veel turbulentie. Met behulp van karton heb ik modellen gemaakt van de ruimte rond de wielen. Waar de wind niet kan komen zal ie minder wervelen. Daarna heb ik deze modellen in Lexan uitgeknipt zodat ze meerdere keren te gebruiken zijn. Met PVC tape plak ik de strippen onder de romp. Eerder al had ik ook aan de binnenzijde van de voorwielen wieldoekjes laten monteren.

2. De bult achter de derailleur 'glad' strijken
De afscherming van de derailleur eindigt in een ronde vorm, niet ideaal waar het op stroomlijn aankomt. Met een kartonnetje dat in de juiste vorm wordt geknipt overbrug ik de afstand tussen de bult en de romp zo'n 25 cm verder. Met PVC tape maak ik het kartonnetje enigszins weerbestendig. Nadeel is wel dat het kapje er niet af kan zonder de stroomlijn te verwijderen.

3. De voetengaten goeddeels dichtmaken
De voetengaten leveren vermoedelijk het leeuwendeel van de weerstand onder de fiets op. Vorige winter ben ik begonnen met het aanbrengen van gestroomlijnde halve bollen aan de voorzijde van de voetengaten. Uiteraard deed ik dit om de kou uit de fiets te houden. Mijn gevoel was dat het ook enige snelheidswinst opleverde. De volgende stap is de voetengaten helemaal dicht te maken.
Jan Reus brengt me op het idee om hiervoor Lycra te gebruiken. Lycra is een enorm rekbare stof, tot wel 5 tot 6 keer zijn normale afmeting. Lycra laat zich slecht plakken met PVC tape. Daarom voorzie ik de Lycra aan weerszijden van ducktape en sla er nieten doorheen. Dan kan de Lycra onder spanning onder de fiets worden geplakt.

Deze oplossing blijkt uitstekend te werken. Er is geen verstoring van de luchtstroom meer, zelfs niet als de hakken van de voeten de Lycra naar onderen duwen. Tijdens het trappen merk ik er dan ook niks van. Wel heb ik de hak van de schoenen en Lycra aan de binnenkant van een paar laagjes droge Teflon spray voorzien.
Op de mooie foto van Marloes Dries is te zien hoe mijn hak de Lycra naar beneden duwt.

4. De staart stroomlijnen
Vast staat dat de wind het liefst een op nul uitlopende stroomlijn volgt. De staart van de Quest loopt om begrijpelijke redenen niet in een scherpe punt uit. Waar moet je anders een achterlicht en handgreep aanbrengen? Toch wil ik voor wedstrijden ook die verstoring van de stroomlijn aanpakken. Met twee plaatjes 0,75 mm Lexan pruts ik een stroomlijn in elkaar. Ziet er totaal niet uit, maar daar gaat het nu even niet om.

5. Kleine uitstekende onderdelen afplakken
Alle kleine beetjes helpen. Spiegels eraf, als ik maar hard genoeg rij komen er toch niet veel deelnemers voorbij :). Ook de claxon, voorlamp en zelfs de uitstekende LEDs voor de richtingaanwijzers krijgen een stukje tape.

6. Racekap gebruiken
De racekap gebruik ik al enkele jaren, dus de snelheidswinst daarvan is al ingecalculeerd. Op dit moment worden de mallen vervaardigd om te komen tot een veel beter passende racekap. Ook worden de mogelijkheden onderzocht om deze kap voor andere fietsers te produceren.

Wat heeft het opgeleverd?
Dat is niet eenduidig te bepalen. Tijdens de tijdrit op Texel reed ik 53,2 km/u gemiddeld, 4 km/u harder dan het jaar daarvoor.
Tijdens de LEL, Lelystad - Enkhuizen - Lelystad, reed ik gemiddeld 51,5 km/u, dus zelfs 5,5 km/u harder dan vorig jaar. Belangrijk is de conditie en uithoudingsvermogen. Die zal dit jaar beter zijn geweest dan vorig jaar. 8500 km in een half jaar waarbij 2300 km in Ierland met 16.400 hoogtemeters hebben zeker tot resultaat dat mijn conditie beter is. Met een wat betere conditie alleen rij je geen 4 tot 5,5 km/u harder. Ik schat dat de betere conditie 1 tot 2 km/u zal opleveren. Betekent dat de aero-dynamische verbeteringen goed zullen zijn voor rond 3 tot 3,5 km/u.
Al met al een forse snelheidswinst. Aan de andere kant is het klaarmaken van de Quest voor een wedstrijd zo wel een tijdrovende klus. Dat kan anders en daarvoor zijn de eerste stappen al gezet. Met twee collega-fietsers, ingewijden kennen ze natuurlijk wel, ben ik bezig om de succesvolle voorzieningen te optimaliseren en snel (de)monteerbaar te maken op de fiets. Zo moet het mogelijk worden om binnen enkele minuten de standaard Quest om te toveren tot een nog snellere wedstrijdfiets.