Vanmorgen rij ik naar Kees om een rondje langs de kust te fietsen. Volgens Kees is het daar koeler en dat is met 24 gr. C prettig.
Ik begin met een stevige opwarm ronde. Met 50 km/u naar het pontje Akersloot en dan hoog in de 40 naar Heerhugowaard. Als ik bij Kees aan de koffie zit, gutst het zweet in stralen van mijn gezicht en kan ik gelijk weer een laag factor 50+ smeren.
Wij rijden noordwaarts om via het Geestmer Ambacht en Schoorldam de duinen in te rijden. Het eerste stuk is een lange klim, de afdaling is ook lang en natuurlijk is het leuk om Kees zonder trappen hard voorbij te rijden :).
Na de Schoorlse duinen rijden we naar Bergen aan Zee. Het is hier alleen schelpenpaden wat de klok slaat. Kees is er gek op en durft hier onwezenlijk hard te rijden. Zijn Quest gooit zoveel stof omhoog dat ik af en toe door een wolk schelpenstof rij.
In Bergen aan Zee haast iedereen zich naar het strand. Wij zoeken het duinpad naar Egmond op en rijden nu weer in de Kennemer duinen waar de verharding uit gebakken klinkers bestaat. Na een flinke klim is de bochtige afdaling naar Het Woud met maximaal 52 km/u nogal spectaculair.
Voor ons steken drie Schotse Hooglanders over. Prachtige dieren die niks kwaads in de zin hebben, behalve .... als er kalfjes zijn. Een nietsvermoedende recreant is vorige week lang achtervolgd door een moederkoe. Dat blijkt toch wel vaker te gebeuren, reden waarom er volgend jaar geen stieren meer in het terrein worden toegelaten.
Na de prachtige duinrit slaan we op de Zeeweg in Bakkum linksaf om via Castricum, Limmen en Akersloot naar De Woude te fietsen.
72 km
dinsdag 30 juni 2009
zondag 28 juni 2009
Fortentocht 2009
Vanmorgen om half zes gaat de wekker, asociaal vroeg voor een gepensioneerde. Er is dikke mist, de overkant van de Markervaart is maar net te zien. Ik zet de Quest op zijn twee geleiders op het roeibootje en maak de boot los van de zwemvlonder. Ik maak een foto en wil de camera in de Quest terugleggen. Doordat ik wat leun op de Quest glijdt de boot onder de Quest vandaan en komt de fiets geheel en al los van de boot. Met drie wielen in het water weet ik de Quest de zwemvlonder op te hijsen. Da's niet zo slim Wim. Voortaan eerst de fiets op de rem zetten, dan pas los maken.
Ik zie Kees inmiddels vaag aan de overkant staan. Ook Sebastiaan komt even later en zij helpen de Quest van de roeiboot. Om even na half zeven rijden we weg van het eiland.
Het mist zo erg dat mijn bril geen functie heeft. Zonder bril zie ik meer.
Wij rijden met 32 tot 34 km/u richting Purmerend. Door de Beemster naderen we in rap tempo Edam Volendam. Wel moeten we even uit de fiets om een tweetal stalen buizen die over de dijk liggen te passeren. De hoeken van het plankier zijn te steil en we moeten de fietsen oppakken om krassen te voorkomen.
De mist trekt op en een plakkerige vochtigheid valt over ons heen. We worden nergens door verkeer gehinderd, alles en iedereen ligt nog vredig te slapen. Wel zijn hier en daar vissers actief. Opvallend zijn ook een aantal fazanten die niet van ons schrikken.
Via Katwoude rijden we door Monnickendam en gaan het eerste stuk bovenop de dijk rijden. Op de afslag naar Marken gaan we onder aan dijk snelheid maken. Dat lukt prima en met 36 km/u zijn we in no-time in Durgerdam en de Schellingwouder bruggen.
Hoewel Kees denkt dat we verzamelen op het Museumplein, weet ik dat dat het Centraal Station moet zijn.
Voor het CS zien we een aantal oude bekenden en even na negenen vertrekken we met 7 tweewielers en 5 velomobielen, 1 Alleweder en 4 Questen. Later zullen nog twee open liggers aanpikken en bestaat de groep uit 14 fietsers.
We volgen de route rechtsom, dus via Muiden. Op de Diemerzeedijk maak ik een foto van Sebastiaan en Kees. De mooi oranje gespoten Quest van Sebastiaan is heel fraai geworden. De route is verder bekend en gaat over vrij smalle dijken. Het tempo ligt tussen 25 en 30 km/u.
Dat is een heel ontspannen tempo, zeker voor mij. Sommige fietsers moeten dan al vrij diep in hun reserves tasten om het tempo bij te sloffen. Met een hartslag tussen 78 en 94 slagen per minuut is het in het drukkende weer bijna slaapverwekkend. Toch moeten sommige fietsers hun hart al aansporen tot 134 slagen per minuut. Twee deelnemers fietsen met een lange broek, een tikkie te warm lijkt me.
In Abcoude drinken we koffie met appeltaart, inmiddels een traditie.
Tijdens de passage van Schiphol hoor ik achter mij een landend vliegtuig aan komen suizen. Ik pak snel de Canon en maak een aardig plaatje.
In Hoofddorp houden we traditioneel halt voor een broodje en wat drinken. Het restaurant had vorig jaar zijn patatkraam gesloten, kennelijk erop speculerend dat een aantal mensen dan wel naar het restaurant zou komen. De patatkraam is weer open, het heeft ze kennelijk geld gekost.
Marcel Beekmans, en hij niet alleen, neemt een dubbele portie patat, met mayonaise en pindasaus. Een kroket kan er ook nog wel bij. Hoe krijgen ze het weg. Ik hou het bij mijn boterhammen waarvan ik er van de meegenomen zes uiteindelijk maar vier opeet. Wel smikkel ik vandaag drie heerlijke bananen weg.
Er is een country fair aan de gang en wij rijden dwars tussen alle activiteiten door. Ik sta plotseling voor het podium van een line-dance groep. De dansers vinden het prima en de sfeer is overal ontspannen.
In Hoofddorp rijden we weer tussen de schapen, altijd leuk. Er zijn nu ook koeien. Van koeien is bekend dat ze overal hun nieuwsgierige neus insteken, onderwijl kwistig kwijlend. Het jonge beest laat zich niet wegsturen en komt ook naar mijn Quest om te kijken of het een misschien wel een grote liksteen is.
In een bocht rijden drie fietsers op elkaar. John Tromp blijft op de grond liggen en dat lijkt niet OK. Hij heeft zijn stuur keihard op zijn borstbeen gehad en krijgt even geen lucht. Gelukkig valt het allemaal mee en na een snelle reparatie aan de beschermrand van zijn voortandwiel kunnen we weer verder.
Via Haarlem komen we bij het Noordzee kanaal waar pont Buitenhuis ons overzet.
Voor mij, Kees en Sebastiaan komt nu de laatste etappe. Het pontje over de Nauernase vaart is buiten bedrijf, dus we moeten een stuk omrijden. Bij De Woude nemen we afscheid van de groep die rechtsaf slaat richting Starnmeer.
Een mooie, maar wel plakkerige fietsdag.
181 km
Ik zie Kees inmiddels vaag aan de overkant staan. Ook Sebastiaan komt even later en zij helpen de Quest van de roeiboot. Om even na half zeven rijden we weg van het eiland.
Het mist zo erg dat mijn bril geen functie heeft. Zonder bril zie ik meer.
Wij rijden met 32 tot 34 km/u richting Purmerend. Door de Beemster naderen we in rap tempo Edam Volendam. Wel moeten we even uit de fiets om een tweetal stalen buizen die over de dijk liggen te passeren. De hoeken van het plankier zijn te steil en we moeten de fietsen oppakken om krassen te voorkomen.
De mist trekt op en een plakkerige vochtigheid valt over ons heen. We worden nergens door verkeer gehinderd, alles en iedereen ligt nog vredig te slapen. Wel zijn hier en daar vissers actief. Opvallend zijn ook een aantal fazanten die niet van ons schrikken.
Via Katwoude rijden we door Monnickendam en gaan het eerste stuk bovenop de dijk rijden. Op de afslag naar Marken gaan we onder aan dijk snelheid maken. Dat lukt prima en met 36 km/u zijn we in no-time in Durgerdam en de Schellingwouder bruggen.
Hoewel Kees denkt dat we verzamelen op het Museumplein, weet ik dat dat het Centraal Station moet zijn.
Voor het CS zien we een aantal oude bekenden en even na negenen vertrekken we met 7 tweewielers en 5 velomobielen, 1 Alleweder en 4 Questen. Later zullen nog twee open liggers aanpikken en bestaat de groep uit 14 fietsers.
We volgen de route rechtsom, dus via Muiden. Op de Diemerzeedijk maak ik een foto van Sebastiaan en Kees. De mooi oranje gespoten Quest van Sebastiaan is heel fraai geworden. De route is verder bekend en gaat over vrij smalle dijken. Het tempo ligt tussen 25 en 30 km/u.
Dat is een heel ontspannen tempo, zeker voor mij. Sommige fietsers moeten dan al vrij diep in hun reserves tasten om het tempo bij te sloffen. Met een hartslag tussen 78 en 94 slagen per minuut is het in het drukkende weer bijna slaapverwekkend. Toch moeten sommige fietsers hun hart al aansporen tot 134 slagen per minuut. Twee deelnemers fietsen met een lange broek, een tikkie te warm lijkt me.
In Abcoude drinken we koffie met appeltaart, inmiddels een traditie.
Tijdens de passage van Schiphol hoor ik achter mij een landend vliegtuig aan komen suizen. Ik pak snel de Canon en maak een aardig plaatje.
In Hoofddorp houden we traditioneel halt voor een broodje en wat drinken. Het restaurant had vorig jaar zijn patatkraam gesloten, kennelijk erop speculerend dat een aantal mensen dan wel naar het restaurant zou komen. De patatkraam is weer open, het heeft ze kennelijk geld gekost.
Marcel Beekmans, en hij niet alleen, neemt een dubbele portie patat, met mayonaise en pindasaus. Een kroket kan er ook nog wel bij. Hoe krijgen ze het weg. Ik hou het bij mijn boterhammen waarvan ik er van de meegenomen zes uiteindelijk maar vier opeet. Wel smikkel ik vandaag drie heerlijke bananen weg.
Er is een country fair aan de gang en wij rijden dwars tussen alle activiteiten door. Ik sta plotseling voor het podium van een line-dance groep. De dansers vinden het prima en de sfeer is overal ontspannen.
In Hoofddorp rijden we weer tussen de schapen, altijd leuk. Er zijn nu ook koeien. Van koeien is bekend dat ze overal hun nieuwsgierige neus insteken, onderwijl kwistig kwijlend. Het jonge beest laat zich niet wegsturen en komt ook naar mijn Quest om te kijken of het een misschien wel een grote liksteen is.
In een bocht rijden drie fietsers op elkaar. John Tromp blijft op de grond liggen en dat lijkt niet OK. Hij heeft zijn stuur keihard op zijn borstbeen gehad en krijgt even geen lucht. Gelukkig valt het allemaal mee en na een snelle reparatie aan de beschermrand van zijn voortandwiel kunnen we weer verder.
Via Haarlem komen we bij het Noordzee kanaal waar pont Buitenhuis ons overzet.
Voor mij, Kees en Sebastiaan komt nu de laatste etappe. Het pontje over de Nauernase vaart is buiten bedrijf, dus we moeten een stuk omrijden. Bij De Woude nemen we afscheid van de groep die rechtsaf slaat richting Starnmeer.
Een mooie, maar wel plakkerige fietsdag.
181 km
dinsdag 23 juni 2009
Schakelen en allium
Kees komt vanmorgen en zal mijn achter derailleur iets bijstellen. Zaterdag was de ketting er achter afgelopen en zat achter het grote blad. Het behoeft maar een kleine correctie. Tijdens het fietsen op de blokken blijkt dat alles goed loopt. De ophanging van de rechterwiel poot is losgelopen en deze wordt vastgezet.
Terwijl ik me omkleed sluit Kees vriendschap met een postduif. De vogel eet uit zijn hand. De postduif is afgekomen op de voerplek van onze mussen. Mussen zul je denken, zijn die er nog? Nou bij ons zijn er vele tientallen en het is een genoegen de kleine vogeltjes gade te slaan.
Ik wil een kwijtgeraakt Beta ratel sleuteltje vervangen en wij gaan op weg naar Castricum. Harry Schoenmaker heeft het sleuteltje niet in voorraad en zal het voor me bestellen.
Daarna rijden we de duinen in en nemen nu een mooie route midden door de duinen. In Egmond verlaten we de duinen en rijden terug naar Bakkum-Noord. Onderweg komen we langs een werkelijk schitterend perceel vol met alliums, sieruien. Ik maak een paar foto's en verbaas me over de prachtige details in de bloem van de ui. Recht tegenover de alliums is enkele jaren geleden een stuk duin afgegraven en is een natte biotoop gecreëerd. We zien er konijnen rondhuppelen en ook de konikspaarden zijn met veulens van de partij.
We rijden langs mijn geboortehuis aan de Heereweg in Bakkum-Noord. Ook het ouderlijk huis aan de Bleumerweg en de vroegere tuin van mijn vader, Sint Bavo's Hofstede, blijken nog altijd een rustgevend oord te zijn. Ik praat even met mevrouw Borst die in de boerderij naast mijn vaders' voormalige tuin woont. Eigenlijk heet de boerderij Sint Bavo's Hofstede. Mijn vader zei altijd 'we gaan naar de 'brave hofstee'. Mevrouw Borst herkent me moeizaam, maar weet wel dat ik degene moet zijn die bij de politie heeft gewerkt. Via de Achterlaan bereiken we de Heereweg weer.
Ik sprint met 44 km/u omhoog naar het treinviaduct, dat gaat aardig goed.
Via Limmen rijden we naar het pontje in Akersloot waar een leerling wordt geleerd met de pont om te gaan. Hier scheiden onze wegen.
50 km.
Terwijl ik me omkleed sluit Kees vriendschap met een postduif. De vogel eet uit zijn hand. De postduif is afgekomen op de voerplek van onze mussen. Mussen zul je denken, zijn die er nog? Nou bij ons zijn er vele tientallen en het is een genoegen de kleine vogeltjes gade te slaan.
Ik wil een kwijtgeraakt Beta ratel sleuteltje vervangen en wij gaan op weg naar Castricum. Harry Schoenmaker heeft het sleuteltje niet in voorraad en zal het voor me bestellen.
Daarna rijden we de duinen in en nemen nu een mooie route midden door de duinen. In Egmond verlaten we de duinen en rijden terug naar Bakkum-Noord. Onderweg komen we langs een werkelijk schitterend perceel vol met alliums, sieruien. Ik maak een paar foto's en verbaas me over de prachtige details in de bloem van de ui. Recht tegenover de alliums is enkele jaren geleden een stuk duin afgegraven en is een natte biotoop gecreëerd. We zien er konijnen rondhuppelen en ook de konikspaarden zijn met veulens van de partij.
We rijden langs mijn geboortehuis aan de Heereweg in Bakkum-Noord. Ook het ouderlijk huis aan de Bleumerweg en de vroegere tuin van mijn vader, Sint Bavo's Hofstede, blijken nog altijd een rustgevend oord te zijn. Ik praat even met mevrouw Borst die in de boerderij naast mijn vaders' voormalige tuin woont. Eigenlijk heet de boerderij Sint Bavo's Hofstede. Mijn vader zei altijd 'we gaan naar de 'brave hofstee'. Mevrouw Borst herkent me moeizaam, maar weet wel dat ik degene moet zijn die bij de politie heeft gewerkt. Via de Achterlaan bereiken we de Heereweg weer.
Ik sprint met 44 km/u omhoog naar het treinviaduct, dat gaat aardig goed.
Via Limmen rijden we naar het pontje in Akersloot waar een leerling wordt geleerd met de pont om te gaan. Hier scheiden onze wegen.
50 km.
zondag 21 juni 2009
Rondje Noord-Holland en spierpijn
Afgelopen dinsdag heeft mijn fysiotherapeut mij een reeks oefeningen laten doen die de dagen erna een onwaarschijnlijke spierpijn tot gevolg hebben. Trap op of af, een kwelling. Zelfs vandaag, ik rij het door Kees van Hattem georganiseerde rondje Noord-Holland mee, weet de spierpijn van geen wijken.
Om 9.00 belt Kees waar ik blijf. Kees is niet op het afgesproken punt, de parkeerplaats voor De Woude. Hij is op de parkeerplaats bij de Woudhaven, toch een ander parkeerterrein hoor Kees :).
Kees komt alsnog naar de De Woude en kan gelijk de pont op. Mijn ketting is er achter afgelopen en da's een kolfje naar Kees' hand. Wel op tijd en op de goede plaats is Henk Katee. Henk is in december 2006 bij mij thuis geweest om naar mijn Quest te kijken. Via een gebruikte Mango heeft ie nu sinds een half jaar zijn eigen Quest.
Om half tien rijden we gedrieën richting Spijkerboor. Marian, Kees' vrouw, rijdt met de camper achter ons aan.
Het rijdt prima, de wind komt uit het noord-westen en is dus gemiddeld achter met een kracht van Bft 4. Dat is prettig voor de geplaagde spieren. Ik heb de lange broek en een shirt met lange mouwen aan.
Via Schermerhorn, Langereis en de contreien van Dirk Scheringa, Opmeer en Spanbroek, zijn we rond het middaguur in Medemblik. Bij het gemaal Lely heeft Marian het met de inwendige mens goed voor. Allerlei soorten broodjes, naar wens zelfs soep, maken dat het in de camper comfortabel toeven is.
Er komen twee wielrenners langs die roepen dat wij een klompenclub zijn. We staan op het punt te vertrekken en we zijn er op gebrand om de beide heren een 'poepie te laten ruiken'. Dat lukt natuurlijk en met 48 km/u ram ik er langs 'fietsen mannen!'.
Die 48 km/u moet ik even later bezuren. Ik blijf vanaf nu maar in de staart van het pelotonnetje.
Jan Geel, eigenaar van museum De Baan in Oostwoud, voegt zich bij de groep en we rijden nu met 4 velomobielen richting Den Oever. Over het haventerrein rijden we naar de zeedijk en rijden we een stuk buitendijks. Dan vervolgen we onze weg over het voormalige eiland Wieringen. Het landschap golft hier behoorlijk en de vele houtwallen geven beschutting tegen de tegenwind die we nu hebben.
De route naar het vliegveld De Kooy is recht tegen wind. Dankzij het mooie asfalt op de Balgzandweg houden we toch 32 km/u aan.
Zuid van Den Helder verzamelen we weer tegenover de Mac Donalds. Ook nu weer brood, fruit en lekker drinken. Ik krijg zelfs slaap, maar Kees blaast weer op de vertrektrompet en de frisse zeewind brengt me weer bij de les. De wind komt nu ongeveer dwars in en de snelheid ligt tussen de 32 en 34 km/u. Dit is met name voor Jan Geel, 68 jaar en met een vrij zware eigenbouw velomobiel, wel ongeveer het maximum.
Henk gaat door naar Heiloo en Beverwijk en neemt afscheid van ons.
Kees heeft een favoriete doorsteek van Koedijk naar Heerhugowaard door Alkmaar-Noord. Dit is een heel vervelend stuk met honderd bochten, slecht wegdek en kruisend verkeer. Ook Jan Geel vindt het een slecht stuk. Voortaan maar doorrijden tot in Alkmaar Kees, dat gaat vele malen sneller.
Op het parkeerterrein voor De Woude eindigt voor mij de rit, de teller staat op 148 km. Kees gaat terug naar Heerhugowaard en Jan Geel gaat op weg naar Oostwoud.
Om 9.00 belt Kees waar ik blijf. Kees is niet op het afgesproken punt, de parkeerplaats voor De Woude. Hij is op de parkeerplaats bij de Woudhaven, toch een ander parkeerterrein hoor Kees :).
Kees komt alsnog naar de De Woude en kan gelijk de pont op. Mijn ketting is er achter afgelopen en da's een kolfje naar Kees' hand. Wel op tijd en op de goede plaats is Henk Katee. Henk is in december 2006 bij mij thuis geweest om naar mijn Quest te kijken. Via een gebruikte Mango heeft ie nu sinds een half jaar zijn eigen Quest.
Om half tien rijden we gedrieën richting Spijkerboor. Marian, Kees' vrouw, rijdt met de camper achter ons aan.
Het rijdt prima, de wind komt uit het noord-westen en is dus gemiddeld achter met een kracht van Bft 4. Dat is prettig voor de geplaagde spieren. Ik heb de lange broek en een shirt met lange mouwen aan.
Via Schermerhorn, Langereis en de contreien van Dirk Scheringa, Opmeer en Spanbroek, zijn we rond het middaguur in Medemblik. Bij het gemaal Lely heeft Marian het met de inwendige mens goed voor. Allerlei soorten broodjes, naar wens zelfs soep, maken dat het in de camper comfortabel toeven is.
Er komen twee wielrenners langs die roepen dat wij een klompenclub zijn. We staan op het punt te vertrekken en we zijn er op gebrand om de beide heren een 'poepie te laten ruiken'. Dat lukt natuurlijk en met 48 km/u ram ik er langs 'fietsen mannen!'.
Die 48 km/u moet ik even later bezuren. Ik blijf vanaf nu maar in de staart van het pelotonnetje.
Jan Geel, eigenaar van museum De Baan in Oostwoud, voegt zich bij de groep en we rijden nu met 4 velomobielen richting Den Oever. Over het haventerrein rijden we naar de zeedijk en rijden we een stuk buitendijks. Dan vervolgen we onze weg over het voormalige eiland Wieringen. Het landschap golft hier behoorlijk en de vele houtwallen geven beschutting tegen de tegenwind die we nu hebben.
De route naar het vliegveld De Kooy is recht tegen wind. Dankzij het mooie asfalt op de Balgzandweg houden we toch 32 km/u aan.
Zuid van Den Helder verzamelen we weer tegenover de Mac Donalds. Ook nu weer brood, fruit en lekker drinken. Ik krijg zelfs slaap, maar Kees blaast weer op de vertrektrompet en de frisse zeewind brengt me weer bij de les. De wind komt nu ongeveer dwars in en de snelheid ligt tussen de 32 en 34 km/u. Dit is met name voor Jan Geel, 68 jaar en met een vrij zware eigenbouw velomobiel, wel ongeveer het maximum.
Henk gaat door naar Heiloo en Beverwijk en neemt afscheid van ons.
Kees heeft een favoriete doorsteek van Koedijk naar Heerhugowaard door Alkmaar-Noord. Dit is een heel vervelend stuk met honderd bochten, slecht wegdek en kruisend verkeer. Ook Jan Geel vindt het een slecht stuk. Voortaan maar doorrijden tot in Alkmaar Kees, dat gaat vele malen sneller.
Op het parkeerterrein voor De Woude eindigt voor mij de rit, de teller staat op 148 km. Kees gaat terug naar Heerhugowaard en Jan Geel gaat op weg naar Oostwoud.
dinsdag 16 juni 2009
Bezoek aan Flevobike en rijden op GoCycle
Voor een test kreeg ik via Velomobiel.nl een tweetal GoCycle banden van Flevobike. Met Johan Vrielink had ik vorige week een gesprek over lagers, banden en nog veel meer. Voldoende reden om vanochtend naar Dronten te rijden.
In Dronten ontvangt Johan me bijzonder vriendelijk. Later komt ook André er bij. We praten over banden en lagers. Johan leidt mij enthousiast rond in het smetteloos ogende bedrijf. Steeds weer blijkt de inventiviteit van de mensen van Flevobike. Al heel vroeg hadden zij een geïntegreerd CAD/CAM systeem met gekoppelde 4-assige CNC freesmachine. Veel ontwikkelingswerk voor grote fietsmerken nemen zij voor hun rekening. Ook hebben zij een zeer grote rol gehad in de ontwikkeling van de GoCycle, reden waarom er enkele van die fietsen bij Flevobike in gebruik zijn. Uiteraard valt de grote mal op waarin de onderbak voor de Versatile wordt gemaakt, een milieuvriendelijk proces met een minimale hoeveelheid afvalstoffen.
Hun belangrijkste product is momenteel de Greenmachine, een wondertje van vernuft. Met een ongelooflijk oog voor detail wordt er aan deze fiets gewerkt. Zo wordt er bijvoorbeeld met laser uit schuimplastic een gecompliceerd kabelgeleiding systeem gemaakt. Eerst worden uit massief aluminium met de CNC frees veel onderdelen gefreesd. Zijn de onderdelen perfect, dan wordt de productie overgeheveld naar het spuitgieten in magnesium, thixomoulding geheten.
Het onderwerp lagers komt uiteraard ook aan bod. In de achterbrug van de Greenmachine zitten enkele moeilijk bereikbare voor corrosie gevoelige lagers. Daar is natuurlijk wel een goede oplossing voor :).
Voor ik vertrek, het is dan al enkele uren later, mag ik even op de GoCycle van André rijden. Een heel bijzondere ervaring. De GoCycle is zeker 10 kg lichter dan de lichtste normale elektrische fiets. Het fietst heel sportief en de elektrische hulp maakt het vooral bij tegenwind en bergop heel comfortabel.
Helaas is er geen vervanging beschikbaar van de door mij kapot gereden GoCycle band.
Ik neem afscheid van een stel gedreven inventieve techneuten die de zaak ook organisatorisch heel goed op orde hebben.
Even ga ik nog langs bij Velomobiel.nl voor een rol gele tape voor Kees en een reserve spiegeltje.
Onderweg hoor ik een enorme klap onder de auto. De auto blijft goed sturen en ik rij door. 50 km verder hoor ik nog een keer een dreun, maar ook nu is weer niks te voelen. Thuisgekomen, de rechter voorband schuurt nu steeds in de wielkast, blijkt de voortrein acht centimeter lager te zijn geworden. Dat zal wel een gebroken voorveer zijn.
Update 17 juni. Vanmiddag is de Audi door een auto-ambulance opgehaald. Inderdaad is de rechter voorveer dwars door midden gebroken. Gelukkig hebben de uitstekende stukken van de veer de band niet geraakt. De veren, ze worden bij voorkeur beide tegelijk vervangen zijn pas eind volgende week leverbaar.
In Dronten ontvangt Johan me bijzonder vriendelijk. Later komt ook André er bij. We praten over banden en lagers. Johan leidt mij enthousiast rond in het smetteloos ogende bedrijf. Steeds weer blijkt de inventiviteit van de mensen van Flevobike. Al heel vroeg hadden zij een geïntegreerd CAD/CAM systeem met gekoppelde 4-assige CNC freesmachine. Veel ontwikkelingswerk voor grote fietsmerken nemen zij voor hun rekening. Ook hebben zij een zeer grote rol gehad in de ontwikkeling van de GoCycle, reden waarom er enkele van die fietsen bij Flevobike in gebruik zijn. Uiteraard valt de grote mal op waarin de onderbak voor de Versatile wordt gemaakt, een milieuvriendelijk proces met een minimale hoeveelheid afvalstoffen.
Hun belangrijkste product is momenteel de Greenmachine, een wondertje van vernuft. Met een ongelooflijk oog voor detail wordt er aan deze fiets gewerkt. Zo wordt er bijvoorbeeld met laser uit schuimplastic een gecompliceerd kabelgeleiding systeem gemaakt. Eerst worden uit massief aluminium met de CNC frees veel onderdelen gefreesd. Zijn de onderdelen perfect, dan wordt de productie overgeheveld naar het spuitgieten in magnesium, thixomoulding geheten.
Het onderwerp lagers komt uiteraard ook aan bod. In de achterbrug van de Greenmachine zitten enkele moeilijk bereikbare voor corrosie gevoelige lagers. Daar is natuurlijk wel een goede oplossing voor :).
Voor ik vertrek, het is dan al enkele uren later, mag ik even op de GoCycle van André rijden. Een heel bijzondere ervaring. De GoCycle is zeker 10 kg lichter dan de lichtste normale elektrische fiets. Het fietst heel sportief en de elektrische hulp maakt het vooral bij tegenwind en bergop heel comfortabel.
Helaas is er geen vervanging beschikbaar van de door mij kapot gereden GoCycle band.
Ik neem afscheid van een stel gedreven inventieve techneuten die de zaak ook organisatorisch heel goed op orde hebben.
Even ga ik nog langs bij Velomobiel.nl voor een rol gele tape voor Kees en een reserve spiegeltje.
Onderweg hoor ik een enorme klap onder de auto. De auto blijft goed sturen en ik rij door. 50 km verder hoor ik nog een keer een dreun, maar ook nu is weer niks te voelen. Thuisgekomen, de rechter voorband schuurt nu steeds in de wielkast, blijkt de voortrein acht centimeter lager te zijn geworden. Dat zal wel een gebroken voorveer zijn.
Update 17 juni. Vanmiddag is de Audi door een auto-ambulance opgehaald. Inderdaad is de rechter voorveer dwars door midden gebroken. Gelukkig hebben de uitstekende stukken van de veer de band niet geraakt. De veren, ze worden bij voorkeur beide tegelijk vervangen zijn pas eind volgende week leverbaar.
Bandentest 20" GoCycle banden
Zowel via deze blog als off-line wordt me gevraagd naar mijn bevindingen met de GoCycle banden. Heel belangrijk is het niet, de GoCycle fiets is pas in augustus te koop en banden zijn al helemaal niet te krijgen. Toch wil ik jullie informeren over deze band. Ik heb de banden er nu drie weken omliggen en ik kan zeggen dat de banden bijzonder comfortabel zijn en duidelijk sneller aanvoelen dan de Avocets. Maar hoeveel sneller zijn ze? Tijd voor een test.
Vanmorgen komt Kees op De Woude aanrijden terwijl een grote telekraan op een ponton de verrotte sluisdeuren van het antieke sluisje in onze tuin aan het hijsen is. Daarvoor nog even een moeilijk moment. De ponton blijkt te groot om de sluis te bereiken. één van onze mooie roeiboot steigers ligt in de weg. Het verzoek is of één van deze roeiboot steigers mag worden gedemonteerd om het ponton dichterbij de sluis te krijgen. Ik besluit het goed te vinden en onze mooie steiger ligt na een uur gedemonteerd op ons erf. Het hijsen van de deuren is een spectaculair gezicht.
Kees monteert op mijn fiets een 57-tands tandwiel ter vervanging van een 53-tands exemplaar. Op snelheden boven de 50 km/u vind ik de trapfrequentie te hoog en loopt mijn hartslag te snel op. Een 65-tands tandwiel kan er helaas niet op, de poot van de derailleur is te kort.
Terwijl Kees aan het sleutelen is zie ik dat de wind vrijwel wegvalt, eindelijk kans om een test te doen met de GoCycle banden.
Als het tandwiel is geplaatst is het best nog een klus om de derailleur goed te laten werken, maar het lukt Kees toch.
Ik laad de pomp, het meetlint en de krijtjes in en samen rijden we naar de uitrol locatie. Ik geef flink gas en bereik onderaan het talud van het viaduct een snelheid van 56 km/u. Met het grote tandwiel blijkt deze snelheid goed vol te houden, al moet wel gezegd worden dat de heel lichte wind wel in de rug is.
We hebben moeite om de startlocatie te vinden. De plek, een groen gespoten streep, vinden we uiteindelijk en blijkt zich wel heel laag op de helling te bevinden. Ik maak een aantal runs met de GoCycle banden, maar eerst pomp ik ze op tot precies 5 bar. Drie runs eindigen na resp. 102, 102,20 en 103,15 meter. Daarna legt Kees de Avocets er op en pomp ik deze op tot 6 bar. Onmiddellijk valt het mindere comfort op en de uitrolafstanden zijn wel heel veel korter. De drie runs eindigen na resp. 80,30, 81,55 en 83,50 meter.
Gemiddeld komen de GoCycles tot 102,45 meter, de Avocets tot 81,80 meter. Dit is een verschil van maar liefst 25,3 %.
Dit maakt de GoCycle banden tot verreweg de lichtst lopende band die ik tot dusver hebt getest.
Vanaf heden dus nog alleen maar GoCycle banden? Helaas niet. Ze zijn nog niet verkrijgbaar, maar ook technisch zijn er nogal wat bezwaren. De band blijkt heel kwetsbaar, tijdens de demontage blijkt één band ernstig beschadigd en kan als afgeschreven worden beschouwd. De compound van de wangen is zo zacht dat het regelmatig aanlopen in de wielkast de vliesdunne rubber laag razend snel wegslijt. Ik kan niet goed inschatten wat de risico's van het wel heel makkelijk omleggen van deze banden zijn. De band valt letterlijk over de velg heen en laat zich moeilijk rond monteren.
Een telefoontje van Vredestein houdt een heel duidelijke waarschuwing in, deze band is niet geschikt voor velomobielen.
Wel is de band een mooi opstapje voor een gesprek over de ontwikkeling van een wél voor velomobielen geschikte band.
Ik rij na de tests met Kees mee naar Heerhugowaard. Terug naar De Woude, de Avocets liggen er nu om, is het moeilijk om 50 km/u per uur aan te houden. Ja, die GoCycles zijn toch merkbaar sneller.
Vanmorgen komt Kees op De Woude aanrijden terwijl een grote telekraan op een ponton de verrotte sluisdeuren van het antieke sluisje in onze tuin aan het hijsen is. Daarvoor nog even een moeilijk moment. De ponton blijkt te groot om de sluis te bereiken. één van onze mooie roeiboot steigers ligt in de weg. Het verzoek is of één van deze roeiboot steigers mag worden gedemonteerd om het ponton dichterbij de sluis te krijgen. Ik besluit het goed te vinden en onze mooie steiger ligt na een uur gedemonteerd op ons erf. Het hijsen van de deuren is een spectaculair gezicht.
Kees monteert op mijn fiets een 57-tands tandwiel ter vervanging van een 53-tands exemplaar. Op snelheden boven de 50 km/u vind ik de trapfrequentie te hoog en loopt mijn hartslag te snel op. Een 65-tands tandwiel kan er helaas niet op, de poot van de derailleur is te kort.
Terwijl Kees aan het sleutelen is zie ik dat de wind vrijwel wegvalt, eindelijk kans om een test te doen met de GoCycle banden.
Als het tandwiel is geplaatst is het best nog een klus om de derailleur goed te laten werken, maar het lukt Kees toch.
Ik laad de pomp, het meetlint en de krijtjes in en samen rijden we naar de uitrol locatie. Ik geef flink gas en bereik onderaan het talud van het viaduct een snelheid van 56 km/u. Met het grote tandwiel blijkt deze snelheid goed vol te houden, al moet wel gezegd worden dat de heel lichte wind wel in de rug is.
We hebben moeite om de startlocatie te vinden. De plek, een groen gespoten streep, vinden we uiteindelijk en blijkt zich wel heel laag op de helling te bevinden. Ik maak een aantal runs met de GoCycle banden, maar eerst pomp ik ze op tot precies 5 bar. Drie runs eindigen na resp. 102, 102,20 en 103,15 meter. Daarna legt Kees de Avocets er op en pomp ik deze op tot 6 bar. Onmiddellijk valt het mindere comfort op en de uitrolafstanden zijn wel heel veel korter. De drie runs eindigen na resp. 80,30, 81,55 en 83,50 meter.
Gemiddeld komen de GoCycles tot 102,45 meter, de Avocets tot 81,80 meter. Dit is een verschil van maar liefst 25,3 %.
Dit maakt de GoCycle banden tot verreweg de lichtst lopende band die ik tot dusver hebt getest.
Vanaf heden dus nog alleen maar GoCycle banden? Helaas niet. Ze zijn nog niet verkrijgbaar, maar ook technisch zijn er nogal wat bezwaren. De band blijkt heel kwetsbaar, tijdens de demontage blijkt één band ernstig beschadigd en kan als afgeschreven worden beschouwd. De compound van de wangen is zo zacht dat het regelmatig aanlopen in de wielkast de vliesdunne rubber laag razend snel wegslijt. Ik kan niet goed inschatten wat de risico's van het wel heel makkelijk omleggen van deze banden zijn. De band valt letterlijk over de velg heen en laat zich moeilijk rond monteren.
Een telefoontje van Vredestein houdt een heel duidelijke waarschuwing in, deze band is niet geschikt voor velomobielen.
Wel is de band een mooi opstapje voor een gesprek over de ontwikkeling van een wél voor velomobielen geschikte band.
Ik rij na de tests met Kees mee naar Heerhugowaard. Terug naar De Woude, de Avocets liggen er nu om, is het moeilijk om 50 km/u per uur aan te houden. Ja, die GoCycles zijn toch merkbaar sneller.
Labels:
bandentest
donderdag 11 juni 2009
Recalcitrante jeugd, gewicht Quest en Panasonic FX37
Vanmiddag maak ik een trainingsrondje rond de Schermer. Even na drie uur word ik al geconfronteerd met groepen naar huis rijdende scholieren. Ze vinden het nodig om met zijn vijven naast elkaar letterlijk de hele wegbreedte in beslag te nemen. Toeteren helpt wel, maar ze gaan pas heel laat aan de kant. Even later staat een volgend groepje op de weg stil. Ik toeter op grote afstand, maar dit groepje heeft geen zin om aan de kant te gaan. Vlakbij gekomen gaat men toch aan de kant, maar één van de jochies, ouder dan 11 jaar is ie niet, wijst met zijn wijsvinger naar zijn voorhoofd. Tijdens het passeren schreeuw ik het rotjoch een verwensing toe.
Vanavond belt Peter de Rond. Hij heeft zijn nieuwe Quest gekregen en heeft deze gewogen op zijn werk. Tot zijn schrik komt er 39 kg op de geijkte schaal. Vraag aan mij, wat weegt mijn Quest? Ik pak mijn digitale weegschaal erbij en meet de hoogte van deze schaal. De 6,5 cm hoogte leg ik in de vorm van enkele stukken hout onder één van de voorwielen en het achterwiel.
Achtereenvolgens geeft de schaal voor het linkervoorwiel 12,4 kg, voor het rechtervoorwiel 13,3 kg en voor het achterwiel 10,9 kg. Totaal dus 36,6 kg inclusief schuimkap, Ventisitmat en twee spiegels. Het totaalgewicht van de fiets zonder de drie buitenbanden is 35,3 kg.
Peters' Quest weegt 39 kg met drie Vredestein Perfect Moirees. Deze banden wegen samen 2,2 kg en dus weegt Peters' fiets in precies vergelijkbare uitvoering 36,8 kg. Dit is dus 1,5 kg zwaarder. Dit terwijl Peter een witte fiets heeft die tussen 0,5 en 1 kg lichter zou moeten zijn omdat de gele kleurlaag ontbreekt.
Vandaag arriveert een heel klein maar dapper fotocameraatje, een Panasonic FX37. De Canon Powershot G10 is perfect in de Quest, maar voor in de jaszak toch een tikkie te bonkig. De G10 moet ik de komende 6 weken missen omdat ie naar Canon moet voor het verhelpen van een fabrieksfout. Zo lang wil ik niet zonder camera zitten en met de wens om een heel compact 22 mm dun hoogwaardig cameraatje erbij te hebben is de FX37 nu toegevoegd aan het camerapark van G10 en Nikon D700.
Vanavond belt Peter de Rond. Hij heeft zijn nieuwe Quest gekregen en heeft deze gewogen op zijn werk. Tot zijn schrik komt er 39 kg op de geijkte schaal. Vraag aan mij, wat weegt mijn Quest? Ik pak mijn digitale weegschaal erbij en meet de hoogte van deze schaal. De 6,5 cm hoogte leg ik in de vorm van enkele stukken hout onder één van de voorwielen en het achterwiel.
Achtereenvolgens geeft de schaal voor het linkervoorwiel 12,4 kg, voor het rechtervoorwiel 13,3 kg en voor het achterwiel 10,9 kg. Totaal dus 36,6 kg inclusief schuimkap, Ventisitmat en twee spiegels. Het totaalgewicht van de fiets zonder de drie buitenbanden is 35,3 kg.
Peters' Quest weegt 39 kg met drie Vredestein Perfect Moirees. Deze banden wegen samen 2,2 kg en dus weegt Peters' fiets in precies vergelijkbare uitvoering 36,8 kg. Dit is dus 1,5 kg zwaarder. Dit terwijl Peter een witte fiets heeft die tussen 0,5 en 1 kg lichter zou moeten zijn omdat de gele kleurlaag ontbreekt.
Vandaag arriveert een heel klein maar dapper fotocameraatje, een Panasonic FX37. De Canon Powershot G10 is perfect in de Quest, maar voor in de jaszak toch een tikkie te bonkig. De G10 moet ik de komende 6 weken missen omdat ie naar Canon moet voor het verhelpen van een fabrieksfout. Zo lang wil ik niet zonder camera zitten en met de wens om een heel compact 22 mm dun hoogwaardig cameraatje erbij te hebben is de FX37 nu toegevoegd aan het camerapark van G10 en Nikon D700.
maandag 8 juni 2009
Duinrit en zwemmende camera
Vanmiddag rijden Kees en ik een rondje Kennemerduinen. Het weer is uitstekend, glashelder, westelijke wind Bft 3 tot 4 en een heerlijke fietstemperatuur van 18 gr. C. Weer valt de lichte loop van de Gocycle en Super Moto banden op. Kees heeft zijn fiets geschoeid met nieuwe Kojaks, 35 mm voor en 50 mm achter. Geen slechte keus, maar dat het beter kan zal later blijken.
Eerst rijden we naar pont Buitenhuizen. Ze hebben hier heerlijk softijs. Ondanks dat ik mijn Quest bijna het etablissement binnenrij, is Kees niet te vermurwen. Hij roept dat ie nog niet aan zijn lunch toe is en die lunch zal niet uit softijs bestaan :(.
De pont brengt ons snel over het Noordzee kanaal en op de zuidelijke oever maken we lekker snelheid. Het gaat, tegen wind, gemakkelijk boven de 40 km/u.
Op de kop van de haven eten we een broodje en zet ik de drinktuit van de bidon om. Dat had ik beter kunnen laten. De fles begint te spuiten en de Canon camera die er naast in zijn ibiliet bakje ligt, verzuipt letterlijk in de zoete energiedrank. Een kwestie van verkeerde zuinigheid, als ik de fles niet helemaal leeg drink bewaar ik het restant en vul dit later aan. Dan is er natuurlijk risico van bederf en dat uit zich in een gistende en onder druk staande drinkfles. Met papieren zakdoekjes probeer ik te redden wat er te redden valt. Alles kleeft, ook mijn handschoenen zijn doornat.
Via de sluizen rijden we noordwaarts naar de Kennemer duinen. Ik rij een afslag voorbij en moet 'flintstonen' om de afslag alsnog te nemen. Direct staan er drie nordic walkende dames naast me en ontspint zich de gebruikelijke conversatie. Kees is al doorgereden en wacht ongeduldig op me. Hij maakt er zelfs een leuke foto van.
Over de klinkerbestrating is het prima rijden met de grote sloffen. De snelheid blijft steeds rond de 30 km/u en dat is ruim twee maal zo snel als de reguliere recreatie fietsers.
Bij een plaspauze zie ik heel veel kleine bosviooltjes. Ik probeer een macro foto te maken van een ongeveer 1 cm klein bloemetje. Dat lijkt te lukken, maar thuis blijkt de scherpte net een centimeter te ver naar achter te liggen. Dit is eigenlijk meer het domein van Bas Dekker, die kan dit veel en veel beter. Misschien ga ik nog een keer terug met de Nikon reflex.
In Egmond aan Zee komt een eind aan de duinrit en zoeken we het comfortabeler asfalt richting Heiloo op.
Ik wil kijken of de switch van Kees naar Schwalbe banden goed uitpakt. We stoppen even na het viaduct over de A9 en vertrekken vrijwel direct na elkaar voor een uitrolproef. Het resultaat is verbijsterend. Ik loop maar liefst 180 meter verder weg dan Kees. Dit ondanks het feit dat ik voor het passeren van een fietser even door de berm moet rijden.
Na het pontje in Akersloot rij ik nog even ruim 50 km/u en ben na 70 heerlijke kilometers weer thuis.
Eerst rijden we naar pont Buitenhuizen. Ze hebben hier heerlijk softijs. Ondanks dat ik mijn Quest bijna het etablissement binnenrij, is Kees niet te vermurwen. Hij roept dat ie nog niet aan zijn lunch toe is en die lunch zal niet uit softijs bestaan :(.
De pont brengt ons snel over het Noordzee kanaal en op de zuidelijke oever maken we lekker snelheid. Het gaat, tegen wind, gemakkelijk boven de 40 km/u.
Op de kop van de haven eten we een broodje en zet ik de drinktuit van de bidon om. Dat had ik beter kunnen laten. De fles begint te spuiten en de Canon camera die er naast in zijn ibiliet bakje ligt, verzuipt letterlijk in de zoete energiedrank. Een kwestie van verkeerde zuinigheid, als ik de fles niet helemaal leeg drink bewaar ik het restant en vul dit later aan. Dan is er natuurlijk risico van bederf en dat uit zich in een gistende en onder druk staande drinkfles. Met papieren zakdoekjes probeer ik te redden wat er te redden valt. Alles kleeft, ook mijn handschoenen zijn doornat.
Via de sluizen rijden we noordwaarts naar de Kennemer duinen. Ik rij een afslag voorbij en moet 'flintstonen' om de afslag alsnog te nemen. Direct staan er drie nordic walkende dames naast me en ontspint zich de gebruikelijke conversatie. Kees is al doorgereden en wacht ongeduldig op me. Hij maakt er zelfs een leuke foto van.
Over de klinkerbestrating is het prima rijden met de grote sloffen. De snelheid blijft steeds rond de 30 km/u en dat is ruim twee maal zo snel als de reguliere recreatie fietsers.
Bij een plaspauze zie ik heel veel kleine bosviooltjes. Ik probeer een macro foto te maken van een ongeveer 1 cm klein bloemetje. Dat lijkt te lukken, maar thuis blijkt de scherpte net een centimeter te ver naar achter te liggen. Dit is eigenlijk meer het domein van Bas Dekker, die kan dit veel en veel beter. Misschien ga ik nog een keer terug met de Nikon reflex.
In Egmond aan Zee komt een eind aan de duinrit en zoeken we het comfortabeler asfalt richting Heiloo op.
Ik wil kijken of de switch van Kees naar Schwalbe banden goed uitpakt. We stoppen even na het viaduct over de A9 en vertrekken vrijwel direct na elkaar voor een uitrolproef. Het resultaat is verbijsterend. Ik loop maar liefst 180 meter verder weg dan Kees. Dit ondanks het feit dat ik voor het passeren van een fietser even door de berm moet rijden.
Na het pontje in Akersloot rij ik nog even ruim 50 km/u en ben na 70 heerlijke kilometers weer thuis.
vrijdag 5 juni 2009
62 km/u
Vanmiddag fiets ik voor wat boodschappen naar Akersloot, Castricum en Wormerveer. Het is tamelijk koud, 12 gr. C, het is vrij zwaar bewolkt en er valt af en toe een spatje regen. Ik heb de lange broek en een shirt met lange mouwen en het mouwloze hesje aan, een goede keus.
Via het pontje Akersloot ben ik snel in Castricum. Hier en daar weer veel bekijks, veel boodschappen worden er met een Quest niet gedaan. Op de terugweg via Wormerveer probeer ik weer om een maximum snelheid te bereiken. Het beste kan dit op het fietspad naast de spoorlijn tussen Uitgeest en Krommenie.
De wind waait met een goede Bft 4, gemiddeld 25 km/u. Dat betekent dat ik tot die snelheid de wind mee heb, dan de wind 'dood' rij en daarna alsnog tegen heb. Een kleine helling na een duiker helpt me om de snelheid op te voeren.
Ik ga niet direct voluit, dan ben ik te snel buiten adem, maar voer de snelheid geleidelijk op. Tot ruim in de 50 km/u gaat het makkelijk, bij 58 km/u wordt de trapfrequentie voor mij eigenlijk te hoog. Ik heb het standaard 53-tands blad als grootste tandwiel voor. Op het laatste stuk, ik ben dan al vlak bij het tankstation De Krokodil, ga ik voluit en lees 62 km/u af op de meter. De hartslagmeter geeft dan 158 slagen per minuut aan.
Al met al niet slecht, zeker niet omdat ik zonder schuimkap fiets, met de beide spiegels erop en met lange broek en shirt met lange mouwen. Met de racekap moet het nog wel enkele kilometers per uur sneller kunnen. Dat zal met een zwaarder verzet zeker wel lukken, al is het wel een gedoe om alleen voor CycleVision een groter voorblad te laten monteren.
Via het pontje Akersloot ben ik snel in Castricum. Hier en daar weer veel bekijks, veel boodschappen worden er met een Quest niet gedaan. Op de terugweg via Wormerveer probeer ik weer om een maximum snelheid te bereiken. Het beste kan dit op het fietspad naast de spoorlijn tussen Uitgeest en Krommenie.
De wind waait met een goede Bft 4, gemiddeld 25 km/u. Dat betekent dat ik tot die snelheid de wind mee heb, dan de wind 'dood' rij en daarna alsnog tegen heb. Een kleine helling na een duiker helpt me om de snelheid op te voeren.
Ik ga niet direct voluit, dan ben ik te snel buiten adem, maar voer de snelheid geleidelijk op. Tot ruim in de 50 km/u gaat het makkelijk, bij 58 km/u wordt de trapfrequentie voor mij eigenlijk te hoog. Ik heb het standaard 53-tands blad als grootste tandwiel voor. Op het laatste stuk, ik ben dan al vlak bij het tankstation De Krokodil, ga ik voluit en lees 62 km/u af op de meter. De hartslagmeter geeft dan 158 slagen per minuut aan.
Al met al niet slecht, zeker niet omdat ik zonder schuimkap fiets, met de beide spiegels erop en met lange broek en shirt met lange mouwen. Met de racekap moet het nog wel enkele kilometers per uur sneller kunnen. Dat zal met een zwaarder verzet zeker wel lukken, al is het wel een gedoe om alleen voor CycleVision een groter voorblad te laten monteren.
dinsdag 2 juni 2009
Marken en Super Moto
Gisteren heb ik op het grasveld voor de stolp de Vredestein Perfect Moiree verwisseld voor de Schwalbe Super Moto. Kees komt na zijn rondje IJsselmeer verslag uitbrengen en de beide Quests krijgen van de vele passerende recreanten veel belangstelling.
De Perfect Moiree heeft de hele winter uitstekend dienst gedaan zonder lek te gaan. De Super Moto is een super brede band die heel licht loopt, maar wel enkele beperkingen kent. Zo is enige anti-lekbescherming afwezig, het is feitelijk een strandband. De band is ook niet geschikt voor fietsers die 'stumpen', d.w.z. onregelmatig trappen. De Super Moto is, zeker bij lagere bandenspanningen, gevoelig voor waggelen van de achterkant. Op 4,5 bar, eigenlijk te veel van het goede, heb ik er geen last van.
Tegen de middag rijden Kees en ik langs de dijk van het Noord-Hollands kanaal naar Purmerend. Het is glashelder zonnig weer met een pittige 5 Bft uit het noord-oosten. In vlagen van 60 km/u wordt de Quest af en toe wat van zijn rechte lijn gedwongen, gevaarlijk wordt het nooit.
In Purmerend zou volgens Kees vandaag, derde Pinksterdag, de geitenmarkt worden gehouden. Wij vragen aan een autochtoon waar de markt is. Die is er niet meer, nadat Zaankanters tijdens die markt speciaal kwamen om te 'zuipen en te kleunen'.
Wij rijden voor de wind naar Ilpendam. Nu er rondom maximaal grote sloffen liggen is de rolweerstand heel laag. Wat te denken van vele kilometers lang 32 km/u rijden met hartslag 82.
In Ilpendam is de weg richting Marken versperd en we rijden door tot Watergang. We maken een ommetje door het rustieke dorpje en stoppen even bij een mooi plekje voor een foto. Daar praten we even met Maurits Schmidt, een voormalige Parool journalist die een goede vriend blijkt te zijn van onze eilandbewoner Wouter Klootwijk.
Via Broek in Waterland komen we in Monnickendam. We zetten de fietsen op de brug naast het terras van een restaurant tegenover de Waegh. De dienstdoende dienster heeft liever dat wij de fietsen bij het gesloten Waegh restaurant zetten. Dat levert even later een aardig plaatje op.
Met een smoesje 'mag ik mijn dieetbrood hier opeten' genieten we van een prima espresso en mijn eigen gevulde spijsbrood :). Dan gaat het richting Marken, uiteraard bovenop de dijk. Een wielrenner haalt ons in, iets dat ook Kees niet kan verdragen. We pakken hem even later terug en hebben de smaak van snelheid te pakken. Pal tegen wind houden we de snelheid boven de 40 km/u. In het kader van enige intervaltraining doe ik een 'maximaal test'. Ik bereik maximaal 50 km/u en dat is tegen een dikke Bft 5 prima. We rijden Marken binnen en ik draai naar links het dorp in. Ik haal de bocht niet. Kees wel, hij rijdt me zelfs binnendoor voorbij. Dit is de prijs voor een lichtlopende comfortabele band. We kijken even op het havenhoofd en zien een oude zeilkotter binnenlopen.
Marken is het keerpunt en we vervolgen de rit naar Volendam.
Op de terugweg probeer ik weer een maximaal test te doen. Helaas staan er vier fietsers op het fietspad en moet ik mijn poging onderbreken. De fietsers staren vol ongeloof naar de langsrazende Quest. Nogmaals probeer ik een maximale snelheid te bereiken. Meer dan 59,5 km/u komt er niet op de teller als ik weer moet afremmen voor een stel fietsers.
Jullie raden het al, in Volendam komen we weer niet langs 'Willem Honingh, ijssalon sedert 1932. Kees neemt een 'Wimmie', ik een 'Keessie'.
Ik moet om 18.00 uur bij de fysiotherapeut zijn, dus tijd om door de Beemster huiswaarts te gaan. Bovenop het viaduct bij West-Graftdijk nemen Kees en ik afscheid van elkaar.
Heerlijke tocht van 85 km.
Om 18.00 uur ben ik bij de fysiotherapeut. Bert Lemstra had me beloofd dat het 'niet leuk' zal worden. Dit is een understatement. De massage is grondig, maar bij tijd en wijle ook pijnlijk. Er blijken tijdens de ultrasone scan weliswaar geen fysiek aantoonbare problemen in mijn kuit aanwezig te zijn, maar op twee aanhechtingsplaatsen van spieren en pezen zijn wel degelijk 'pijnpunten' aanwezig.
De Perfect Moiree heeft de hele winter uitstekend dienst gedaan zonder lek te gaan. De Super Moto is een super brede band die heel licht loopt, maar wel enkele beperkingen kent. Zo is enige anti-lekbescherming afwezig, het is feitelijk een strandband. De band is ook niet geschikt voor fietsers die 'stumpen', d.w.z. onregelmatig trappen. De Super Moto is, zeker bij lagere bandenspanningen, gevoelig voor waggelen van de achterkant. Op 4,5 bar, eigenlijk te veel van het goede, heb ik er geen last van.
Tegen de middag rijden Kees en ik langs de dijk van het Noord-Hollands kanaal naar Purmerend. Het is glashelder zonnig weer met een pittige 5 Bft uit het noord-oosten. In vlagen van 60 km/u wordt de Quest af en toe wat van zijn rechte lijn gedwongen, gevaarlijk wordt het nooit.
In Purmerend zou volgens Kees vandaag, derde Pinksterdag, de geitenmarkt worden gehouden. Wij vragen aan een autochtoon waar de markt is. Die is er niet meer, nadat Zaankanters tijdens die markt speciaal kwamen om te 'zuipen en te kleunen'.
Wij rijden voor de wind naar Ilpendam. Nu er rondom maximaal grote sloffen liggen is de rolweerstand heel laag. Wat te denken van vele kilometers lang 32 km/u rijden met hartslag 82.
In Ilpendam is de weg richting Marken versperd en we rijden door tot Watergang. We maken een ommetje door het rustieke dorpje en stoppen even bij een mooi plekje voor een foto. Daar praten we even met Maurits Schmidt, een voormalige Parool journalist die een goede vriend blijkt te zijn van onze eilandbewoner Wouter Klootwijk.
Via Broek in Waterland komen we in Monnickendam. We zetten de fietsen op de brug naast het terras van een restaurant tegenover de Waegh. De dienstdoende dienster heeft liever dat wij de fietsen bij het gesloten Waegh restaurant zetten. Dat levert even later een aardig plaatje op.
Met een smoesje 'mag ik mijn dieetbrood hier opeten' genieten we van een prima espresso en mijn eigen gevulde spijsbrood :). Dan gaat het richting Marken, uiteraard bovenop de dijk. Een wielrenner haalt ons in, iets dat ook Kees niet kan verdragen. We pakken hem even later terug en hebben de smaak van snelheid te pakken. Pal tegen wind houden we de snelheid boven de 40 km/u. In het kader van enige intervaltraining doe ik een 'maximaal test'. Ik bereik maximaal 50 km/u en dat is tegen een dikke Bft 5 prima. We rijden Marken binnen en ik draai naar links het dorp in. Ik haal de bocht niet. Kees wel, hij rijdt me zelfs binnendoor voorbij. Dit is de prijs voor een lichtlopende comfortabele band. We kijken even op het havenhoofd en zien een oude zeilkotter binnenlopen.
Marken is het keerpunt en we vervolgen de rit naar Volendam.
Op de terugweg probeer ik weer een maximaal test te doen. Helaas staan er vier fietsers op het fietspad en moet ik mijn poging onderbreken. De fietsers staren vol ongeloof naar de langsrazende Quest. Nogmaals probeer ik een maximale snelheid te bereiken. Meer dan 59,5 km/u komt er niet op de teller als ik weer moet afremmen voor een stel fietsers.
Jullie raden het al, in Volendam komen we weer niet langs 'Willem Honingh, ijssalon sedert 1932. Kees neemt een 'Wimmie', ik een 'Keessie'.
Ik moet om 18.00 uur bij de fysiotherapeut zijn, dus tijd om door de Beemster huiswaarts te gaan. Bovenop het viaduct bij West-Graftdijk nemen Kees en ik afscheid van elkaar.
Heerlijke tocht van 85 km.
Om 18.00 uur ben ik bij de fysiotherapeut. Bert Lemstra had me beloofd dat het 'niet leuk' zal worden. Dit is een understatement. De massage is grondig, maar bij tijd en wijle ook pijnlijk. Er blijken tijdens de ultrasone scan weliswaar geen fysiek aantoonbare problemen in mijn kuit aanwezig te zijn, maar op twee aanhechtingsplaatsen van spieren en pezen zijn wel degelijk 'pijnpunten' aanwezig.
Abonneren op:
Posts (Atom)