Foto: Eckard Boot
Met de Quest op de auto ben ik in een uur in Den Helder. Er varen twee veerboten dus is er een halfuur dienst. Jeroen Koeleman staat op het parkeerterrein voor de veerboot te sleutelen aan zijn fiets die dan nog op het dak staat. Dat sleutelen gaat even later, letterlijk tot een minuut voor de start, nog door.
Vandaag zullen we zien of de serieuze HIT training vruchten zal afwerpen. Jan Reus plakt de verschillende stroomlijnonderdelen onder de Quest. Om 13.04 uur mag ik als negende fietser van start. Ik neem me voor niet steeds op de SRM te letten. Mijn ervaring leert dat als ik dat wel doe, ik voorzichtiger met mijn krachten omspring en niet maximaal snel ga.
Na de start gaat de snelheid heel snel naar boven de 60 km/u. Binnen anderhalve minuut staat de snelheidsmeter op 65 km/u. Mijn hartslag blijft continue boven 155 slagen per minuut en tipt regelmatig aan 160 slagen. Langzaam accelereer ik door naar een snelheid tussen 65 en 68 km/u. De hoogste snelheid is 70,5 km/u. Jeroen Koeleman met de snelle tweewielige stroomlijn haalt me langzaam in. Ook Ymte komt rustig voorbij terwijl ik al bijna bij het keerpunt ben. Vorig jaar kwam Ymte al halverwege het eerste stuk met grote snelheid voorbij. Het gaat dus veel harder dan vorig jaar. De meeste voor mij gestarte deelnemers heb ik voor het keerpunt al ingehaald, ook de sterke één minuut voor mij gestarte Sjaak Bloemberg.
Op het keerpunt word ik door Martin Merkelbag snel omgezet en kan de retourrit worden aangevangen. Het is nu tegen wind en het begint licht te regenen. Het weer op gang komen na de vrijwel volledige stilstand is heel moeilijk. Het duurt ruim 2 minuten voor ik de maximum snelheid van 59 km/u haal. Ook Jeroen heeft het moeilijk, ik loop zelfs op hem in. Omdat ie al 30 seconden op mij is ingelopen heeft het geen zin hem te passeren, als ik dat al zou kunnen. Het is nu echt doorbijten en de snelheid daalt verder naar 54 km/u. Gelukkig weet ik even later weer 57 km/u op de speedometer te krijgen.
Op dat moment, halverwege de retourrit, hoor ik een knal en veel lawaai. Eén van de stroomlijnkappen schuurt over de grond en is het einde race. Als ik mezelf van de dichtgeplakte racekap heb ontdaan en uitstap zie ik snel dat linksvoor lek is. Een auto van de organisatie stopt achter me en de bezorgde bemanning informeert of het goed met me gaat. Zij kregen gerapporteerd dat ik gecrasht zou zijn. Zij zullen de bezemwagen bellen. Die komt ook snel. Vlak daarvoor zijn de Questrijders Georg Krug en Martin Merkelbag die het keren hebben verzorgd, op weg naar de start, ook naast me gestopt. Doortastend krijg ik van George een warme sweater en Martin verwisselt snel de voorband. Gedrieën rijden we naar de finish waar ik 47 minuten na de start arriveer. Georg en Martin bedankt voor de hulp.
Het niet halen van de finish is het gevolg van een gok. Ik schreef eerder dat ik de Michelin radiaal band aan de binnenzijde had gerepareerd met een plakker voor een binnenband. Precies op die eerder beschadigde plaats, hebben de koordlagen het begeven.
Natuurlijk is het jammer dat ik de finish niet in recordtijd heb bereikt. Thuis lees ik de SRM uit en dat stemt tot grote tevredenheid. Over de hele race, inclusief stop halverwege, trap ik 232,7 Watt. Het eerste stuk tot aan het keerpunt heb ik zelfs 244,6 Watt geleverd. Dat is maar liefst 37,6 Watt meer dan tijdens de uurs-race op de RDW baan. Zelfs tijdens de zware retourrit lever ik tot aan de lekke band 229,1 Watt, ook nog altijd 22,1 Watt meer dan tijdens de uurs-race. De gemiddelde snelheid over het eerste deel komt uit op 63,35 km/u. Het tweede deel op 53,9 km/u. De gemiddelde hartslag is steevast 155 slagen per minuut, 6 slagen meer dan tijdens de uurs-race. De cadans is een voor mij comfortabele 83 tot 85 omwentelingen per minuut. Dit komt door de grotere wielomtrek van de Super Moto achterband.
De HIT, of High Intensity Training, heeft zijn vruchten meer dan afgeworpen.
De eerste drie finishers zijn Ymte Sybrandy, Jeroen Koeleman en ... Cees Roozendaal. Mannen gefeliciteerd. De volledige uitslag: