Vanmiddag rij ik op verzoek van Yvonne van der Stok naar Oosterblokker om de Quest van Meindert Valenteijn te bekijken.
Quest 130 is eerder van Ymte geweest en is nu te koop omdat Meindert een nieuwe Quest krijgt. Om even na half een rij ik weg van het eiland. Heerlijk weer, 19 gr. C. lichte oostenwind en volle zon. Via Driehuizen, Schermerhorn, de Mijzenpolder, Grosthuizen en Hoorn bereik ik even voor twee uur Oosterblokker.
In Hoorn gaat het twee keer bijna verkeerd. Hoewel ik bewust niet door het centrum rij, ik ken de Hoornaars tijdens feestdagen als stevige innemers, loop ik toch tegen een ploeg drinkebroers op. Ze rennen achter me aan en ik probeer te ontkomen via een oprit. De oprit is vrij steil en de snelheid te hoog. De Quest springt omhoog, gaat op twee wielen en dreigt om te slaan. Het loopt goed af. Even later rijden twee meisjes in fraaie oranje kleding met hun fiets voor me uit. Zonder boe of ba slaan ze linksaf en krijgen bijna de Quest tussen de benen.
Bij Meindert lijkt er niemand thuis terwijl ik toch precies op tijd ben. Bellen helpt niet dus dan maar even via de telefoon. Ik hoor de telefoon binnen overgaan, maar geen reactie. Ik wacht tot kwart over twee en zoek dan met de iPhone op het internet naar het telefoonnummer van Yvonne. Helaas geen vermelding in het telefoonboek. Wat nu?
Ik ga maar een eindje fietsen, het is tenslotte zeldzaam mooi weer. Ik rij door de vele dorpjes in West-Friesland en belandt in Enkhuizen. Als ik in de rij sta voor een ijsje, gaat de telefoon. Mijn vrouw vraagt waarom ik nog niet in Oosterblokker ben.
Het ijsje gaat aan mijn neus voorbij en met ruim in de 40 km/u ben ik binnen twintig minuten weer in Oosterblokker. Blijkt dat Yvonne en Meindert in de grote tuin ver achter het huis hebben gezeten.
Quest 130 is stevig gebruikt en de sporen daarvan zijn goed zichtbaar. Ik rij een stukje met de fiets en dat valt niet mee. Ondanks dat er recent nieuwe remkabels zijn gemonteerd stuurt de fiets zwaar en ook het remmen gaat heel zwaar. Voor een Erik de Noorman zoals Meindert geen probleem, voor de kleine handen van Yvonne ondoenlijk. De fiets moet echt naar Velomobiel.nl voor wat correcties.
Meindert zal de stoel in de Quest zodanig ophangen dat het hondje van Yvonne goed achter de stoel kan zitten. Daarna gaat de fiets naar Velomobiel voor een nieuwe shifter en wat andere klussen.
Yvonne gaat terug naar haar werk en Meindert en ik drinken een biertje in de grote tuin achter zijn huis. De eigen tuin staat letterlijk vol met fietsen, frames, stroomlijnen, mallen en gereedschap. Er kan gewoon niks meer bij.
Om half zes rij ik met de wind achter in minder dan een uur naar huis.
100 km
1880 km totaal
De foto is gemaakt tijdens het rondje Texel.
donderdag 30 april 2009
woensdag 29 april 2009
Rose Versand
Vanmorgen rijden mijn vriend Jan Veenis en ik naar Rose Versand Bike Town in Bocholt in Duitsland. Wat is daar nou te doen? Jan wil een nieuwe racefiets en heeft zich grondig georiënteerd op de markt in Nederland en daarbuiten. Zijn keus valt op een Rose Red Bull SL 3000.
De eerste indruk van Bike Town is indrukwekkend. Een groot gebouw van drie verdiepingen waar honderden fietsen overzichtelijk zijn opgesteld. Als de eerste indrukken zijn verwerkt verkennen we het gebouw en zijn al snel op de derde verdieping waar de racefietsen zijn te vinden. Jan wordt voor een meetwand geplaatst en met een laserinstrument worden snel de belangrijkste gegevens in de computer ingelezen. Opvallend is dat er veel Nederlanders in het gebouw lopen, nog opvallender is dat er een flink aantal adviseurs zijn die Nederlands spreken.
Na de opmetingen komt er een advies uit de computer waarbij nog persoonlijke variaties bespreekbaar zijn. Zo zullen wedstrijdrenners bijv. een 2 cm lager frame voor kiezen, toerfietsers een iets hoger frame. Ook de hoogte van het stuur en de afstand van het stuur tot het zadel worden tot op de centimeter bediscussieerd. Zadel, pedalen, kleuren en wat al niet meer worden gekozen en vastgelegd.
Ik moet er niet aan denken met een racefiets te rijden, maar voor een heel scherpe prijs wordt er een perfect afgewerkte fiets geleverd met onder meer een Ultegra groep. Daar steekt mijn XT setje ietwat schraal bij af.
Nadat de racefiets is besteld dwalen we door het gebouw en verbazen ons over de kwaliteit van de presentatie en het vakmanschap van de mensen.
Beneden staan kleding, schoenen, onderdelen, voeding en accessoires overzichtelijk uitgestald. Daar vind ik mijn hoognodige mondstukje voor de Camelbak en daarnaast hangt een bijzonder handig klemmetje waarmee de drinkslang aan mijn shirt kan worden bevestigd. Beneden is ook een windtunnel te vinden waar je je nieuw gekochte kleding kan testen. Windsnelheid, vochtigheid en temperatuur is in te stellen waardoor je uitstekend kunt beoordelen of je de goede spullen hebt gekocht.
Ligfietsers hebben hier gemiddeld niet veel te zoeken, maar de faciliteiten, ruim voldoende goed personeel en een enorme keus zijn een verademing vergeleken met veel Nederlandse winkels.
De eerste indruk van Bike Town is indrukwekkend. Een groot gebouw van drie verdiepingen waar honderden fietsen overzichtelijk zijn opgesteld. Als de eerste indrukken zijn verwerkt verkennen we het gebouw en zijn al snel op de derde verdieping waar de racefietsen zijn te vinden. Jan wordt voor een meetwand geplaatst en met een laserinstrument worden snel de belangrijkste gegevens in de computer ingelezen. Opvallend is dat er veel Nederlanders in het gebouw lopen, nog opvallender is dat er een flink aantal adviseurs zijn die Nederlands spreken.
Na de opmetingen komt er een advies uit de computer waarbij nog persoonlijke variaties bespreekbaar zijn. Zo zullen wedstrijdrenners bijv. een 2 cm lager frame voor kiezen, toerfietsers een iets hoger frame. Ook de hoogte van het stuur en de afstand van het stuur tot het zadel worden tot op de centimeter bediscussieerd. Zadel, pedalen, kleuren en wat al niet meer worden gekozen en vastgelegd.
Ik moet er niet aan denken met een racefiets te rijden, maar voor een heel scherpe prijs wordt er een perfect afgewerkte fiets geleverd met onder meer een Ultegra groep. Daar steekt mijn XT setje ietwat schraal bij af.
Nadat de racefiets is besteld dwalen we door het gebouw en verbazen ons over de kwaliteit van de presentatie en het vakmanschap van de mensen.
Beneden staan kleding, schoenen, onderdelen, voeding en accessoires overzichtelijk uitgestald. Daar vind ik mijn hoognodige mondstukje voor de Camelbak en daarnaast hangt een bijzonder handig klemmetje waarmee de drinkslang aan mijn shirt kan worden bevestigd. Beneden is ook een windtunnel te vinden waar je je nieuw gekochte kleding kan testen. Windsnelheid, vochtigheid en temperatuur is in te stellen waardoor je uitstekend kunt beoordelen of je de goede spullen hebt gekocht.
Ligfietsers hebben hier gemiddeld niet veel te zoeken, maar de faciliteiten, ruim voldoende goed personeel en een enorme keus zijn een verademing vergeleken met veel Nederlandse winkels.
zaterdag 25 april 2009
Kees' poldertocht 2
Op de picknickplaats in Marken loopt mijn Camelbak weer eens deels leeg, nu op mijn zitmatje. Ik moet echt eens een nieuw mondstukje halen. Ik leg de Quest op zijn zij om de zon de kans te geven het matje te drogen. Dat lukt inderdaad in een half uur. Ook mijn broek is weer droog, toch wel comfortabeler zo.
We pikken de dijk op langs het IJsselmeer. Er zijn veel tegenliggers waarvan er sommige niet blij zijn met onze aanwezigheid.
Ik stop even bij een weiland waar veel jonge paarden lopen. Ik probeer een aardig plaatje te schieten. Een passerende fietser roept 'zijn voor op de hamburger', kennelijk doelend op het lot wat de paarden wacht.
Sebastiaan mist me en komt terug rijden, heel attent.
Bij Durgerdam rijden we echt laag Noord-Holland binnen, Waterland. Mooi fietsen hier en met de wind bijna in de rug gaat het best wel hard. Bij Ilpendam vullen we een hele pont en rijden zo naar het Twiske. Pé rijdt voorop en neemt een kortere noordelijke route. Geen probleem, we maken kilometers genoeg.
We hebben weer een ontmoeting met ons 'moederschip', maar Kees zet snel zijn helm op en voort gaan we weer.
We rijden één keer verkeerd en de weg houdt op te bestaan. Kees kijkt verongelijkt, maar de weg is er toch echt niet :).
Via de oostzijde van Zaandam koersen we op de Zaanse Schans af. Het fietspad is opgebroken, maar de grote weg is begaanbaar. Ook hier weer horden toeristen die ons op de kiek zetten. We maken een groepsfoto en rijden Wormerland door. Op een gegeven moment moeten we de heel steile houten brug over om de weg naar Neck te bereiken. Ik had al eerder de brug fietsend genomen, nu maar weer.
We rijden via Graftdijk naar Driehuizen waar we bij Sebastiaan Talsma thuis een glas fris drinken. Kees zet zijn helm nu in recordtempo op. Ik ga naar De Woude, de rest rijdt naar Heerhugowaard.
Prachtige dag, prachtige rit, meer dan uitstekende verzorging, deze mag op de jaarkalender.
Bedankt Kees en Marian.
169 km
We pikken de dijk op langs het IJsselmeer. Er zijn veel tegenliggers waarvan er sommige niet blij zijn met onze aanwezigheid.
Ik stop even bij een weiland waar veel jonge paarden lopen. Ik probeer een aardig plaatje te schieten. Een passerende fietser roept 'zijn voor op de hamburger', kennelijk doelend op het lot wat de paarden wacht.
Sebastiaan mist me en komt terug rijden, heel attent.
Bij Durgerdam rijden we echt laag Noord-Holland binnen, Waterland. Mooi fietsen hier en met de wind bijna in de rug gaat het best wel hard. Bij Ilpendam vullen we een hele pont en rijden zo naar het Twiske. Pé rijdt voorop en neemt een kortere noordelijke route. Geen probleem, we maken kilometers genoeg.
We hebben weer een ontmoeting met ons 'moederschip', maar Kees zet snel zijn helm op en voort gaan we weer.
We rijden één keer verkeerd en de weg houdt op te bestaan. Kees kijkt verongelijkt, maar de weg is er toch echt niet :).
Via de oostzijde van Zaandam koersen we op de Zaanse Schans af. Het fietspad is opgebroken, maar de grote weg is begaanbaar. Ook hier weer horden toeristen die ons op de kiek zetten. We maken een groepsfoto en rijden Wormerland door. Op een gegeven moment moeten we de heel steile houten brug over om de weg naar Neck te bereiken. Ik had al eerder de brug fietsend genomen, nu maar weer.
We rijden via Graftdijk naar Driehuizen waar we bij Sebastiaan Talsma thuis een glas fris drinken. Kees zet zijn helm nu in recordtempo op. Ik ga naar De Woude, de rest rijdt naar Heerhugowaard.
Prachtige dag, prachtige rit, meer dan uitstekende verzorging, deze mag op de jaarkalender.
Bedankt Kees en Marian.
169 km
Kees' poldertocht 1
Vandaag staat de door Kees van Hattem georganiseerde Poldertocht op het programma. Een tocht van 160 kilometer door of langs maar liefst 16 polders in laag Noord-Holland. Marian van Hattem zorgt de hele dag voor eten, drinken en fruit. Ze rijdt samen met twee vrienden de hele dag mee met de camper.
Deelnemers aan de tocht zijn Kees van Hattem, Pé Koomen, Elly en Jules Boetekees, Sebastiaan Talsma, Mark Groen, Peter Huiberts, Mark-Jan Bastian, Yvonne van der Stok en ondergetekende. Later voegt ook Hans Schoonekamp zich bij de groep die dan bestaat uit vier twee-wielige ligfietsen en zeven velomobielen. Yvonne rijdt in de Kees' Mango en gaat als een speer.
Ik rij om kwart over acht weg van het eiland om na een half uurtje bij de Waerdse Tempel de dan al complete groep te ontmoeten. Er is koffie en thee, maar om klokslag 9.00 uur dirigeert Kees de ploeg in en op de fiets. Er wordt een straf tempo aangehouden, ook tegen wind komt er 30 km/u op de teller. Ik informeer bij een paar fietsers of zij het bij kunnen benen, maar dat is geen enkel probleem.
Ik weet ongeveer welke route Kees gaat rijden, maar dat ie compleet terug naar De Woude rijdt had ik niet verwacht. Ik had ook een uurtje langer in mijn bed kunnen liggen :). Via West-Graftdijk rijden we naar Purmerend om langs de mooie Beemster Ringvaart de eerste etappeplaats Etersheim aan het IJsselmeer te bereiken. De beroemde appeltaart is weer als vanouds en met een kop koffie, dit alles gesponsord door Sebastiaan, komt de inwendige mens royaal aan zijn trekken.
In Edam denk ik dat Kees over het ophaalbruggetje zal rijden. Ik rij vooruit en krijg de groep op de foto op het bruggetje. Dit is evenwel niet de bedoeling, we moeten door Edam rijden om de volgauto niet kwijt te raken. De camper kan zeker niet over het bruggetje en via de GSM krijgt Marian instructies van Kees.
De volgende etappeplaats is Marken en dat betekent recht tegen de al aantrekkende wind optornen.
In Volendam verkiest Kees de beproeving van de dijk. De verzameling internationale toeristen hebben alleen nog maar oog voor de karavaan voor hen vreemde voertuigen. Ik slaag er in om een foto te maken waar maar liefst twaalf toeristen ons fotograferen.
Buiten Volendam komen we langs een ijssalon waar ik normaal gesproken niet langs kom zonder een ijsje te eten. Ik rij even naar voren en stop abrupt bij de ijssalon. Iedereen is met een natte vinger te lijmen en het heerlijke ijs, Kees en ik eten een 'Keessie' met advokaat, verdwijnt als sneeuw voor de zon.
In Marken is het even zoeken, een auto blokkeert onze normale passage, maar even later wordt door Marian en haar secondanten een wel heel complete picknick opgetuigd.
Als Kees zijn helm opzet is het parool: rijden.
Deelnemers aan de tocht zijn Kees van Hattem, Pé Koomen, Elly en Jules Boetekees, Sebastiaan Talsma, Mark Groen, Peter Huiberts, Mark-Jan Bastian, Yvonne van der Stok en ondergetekende. Later voegt ook Hans Schoonekamp zich bij de groep die dan bestaat uit vier twee-wielige ligfietsen en zeven velomobielen. Yvonne rijdt in de Kees' Mango en gaat als een speer.
Ik rij om kwart over acht weg van het eiland om na een half uurtje bij de Waerdse Tempel de dan al complete groep te ontmoeten. Er is koffie en thee, maar om klokslag 9.00 uur dirigeert Kees de ploeg in en op de fiets. Er wordt een straf tempo aangehouden, ook tegen wind komt er 30 km/u op de teller. Ik informeer bij een paar fietsers of zij het bij kunnen benen, maar dat is geen enkel probleem.
Ik weet ongeveer welke route Kees gaat rijden, maar dat ie compleet terug naar De Woude rijdt had ik niet verwacht. Ik had ook een uurtje langer in mijn bed kunnen liggen :). Via West-Graftdijk rijden we naar Purmerend om langs de mooie Beemster Ringvaart de eerste etappeplaats Etersheim aan het IJsselmeer te bereiken. De beroemde appeltaart is weer als vanouds en met een kop koffie, dit alles gesponsord door Sebastiaan, komt de inwendige mens royaal aan zijn trekken.
In Edam denk ik dat Kees over het ophaalbruggetje zal rijden. Ik rij vooruit en krijg de groep op de foto op het bruggetje. Dit is evenwel niet de bedoeling, we moeten door Edam rijden om de volgauto niet kwijt te raken. De camper kan zeker niet over het bruggetje en via de GSM krijgt Marian instructies van Kees.
De volgende etappeplaats is Marken en dat betekent recht tegen de al aantrekkende wind optornen.
In Volendam verkiest Kees de beproeving van de dijk. De verzameling internationale toeristen hebben alleen nog maar oog voor de karavaan voor hen vreemde voertuigen. Ik slaag er in om een foto te maken waar maar liefst twaalf toeristen ons fotograferen.
Buiten Volendam komen we langs een ijssalon waar ik normaal gesproken niet langs kom zonder een ijsje te eten. Ik rij even naar voren en stop abrupt bij de ijssalon. Iedereen is met een natte vinger te lijmen en het heerlijke ijs, Kees en ik eten een 'Keessie' met advokaat, verdwijnt als sneeuw voor de zon.
In Marken is het even zoeken, een auto blokkeert onze normale passage, maar even later wordt door Marian en haar secondanten een wel heel complete picknick opgetuigd.
Als Kees zijn helm opzet is het parool: rijden.
woensdag 22 april 2009
Rondje West-Friesland
Ik had niet gedacht dat de lange broek er weer aan te pas zou moeten komen. Vanmorgen is het nog geen 10 gr. C als ik in de Quest stap om samen met Kees een rondje West-Friesland te rijden. Dit is Kees' biotoop en ik volg hem graag op enige afstand. Ik blijf gemiddeld net buiten fluitafstand. Hé ... wat bedoel je Wim? Heel simpel, Kees fluit de hele dag ten teken dat ie het naar zijn zin heeft. En als Kees fietst heeft ie het naar zijn zin.
Kees zou zelfs op zijn verjaardag nog het liefst de hele dag in de Quest zitten. We rijden over de historische dijken benoorden Heerhugowaard richting Schagen. We passeren onbekende plaatsjes als Tolke, Valkkoog, Keinse, Poolland, Haringhuizen en noem maar op. Overal bloeien paardenbloemen in onwaarschijnlijk grote aantallen. In Schagen wil Kees beslist op koffie met taart trakteren. 'Hoezo Kees?'. 'Nou Wim, ik bèn vandaag jarig'. 'Oops, maar wordt jij dan niet thuis verwacht?'. 'Ja, maar jij wou vandaag toch fietsen?'.
Hoe dan ook, de taart is niet voorradig, de koffie is prima.
We rijden weer een stuk van de Westfriese Omringdijk en zoeken even een plaatsje om in de luwte van de dijk een broodje te eten. De natuur is overweldigend. We genieten van de kieviten die een grauwe kiekendief het leven zuur maken. In de sloot aan de voet van de dijk zwemmen talloze rietvoorntjes. De grauwe ganzen lopen al weer trots met hun nieuwe kroost rond. Mooi om te zien, minder mooi voor de boeren die er weer een groot aantal niet-betalende gras eters bij krijgen.
In Barsingerhorn stoppen we even bij de in 1934 opgeheven tramlijn van Schagen naar Ewijcksloot. Vandaar kon men met de boot naar Wieringen.
Via de oostkant van Heerhugowaard rijden we de plaats weer binnen en krijg ik bij Kees thuis de taart die ze in Schagen niet hadden.
Na drie kwartier gezelligheid en pret in huize Van Hattem, de beide dochters hebben Kees' Quest voorzien van een tekst 'REESKEES' rij ik met 40 tot 42 km/u naar huis. Dat kost me met hartslag 108 niet erg veel inspanning.
Het was al met al een rustig ritje, 100 km gereden, 260 kcal verbruikt, gemiddelde hartslag 83.
Een mooi verjaardagsritje, nogmaals van harte Kees. Bloemen had ik niet bij me, vandaar een fluitend portret met genoeg bloemen op de achtergrond.
Kees zou zelfs op zijn verjaardag nog het liefst de hele dag in de Quest zitten. We rijden over de historische dijken benoorden Heerhugowaard richting Schagen. We passeren onbekende plaatsjes als Tolke, Valkkoog, Keinse, Poolland, Haringhuizen en noem maar op. Overal bloeien paardenbloemen in onwaarschijnlijk grote aantallen. In Schagen wil Kees beslist op koffie met taart trakteren. 'Hoezo Kees?'. 'Nou Wim, ik bèn vandaag jarig'. 'Oops, maar wordt jij dan niet thuis verwacht?'. 'Ja, maar jij wou vandaag toch fietsen?'.
Hoe dan ook, de taart is niet voorradig, de koffie is prima.
We rijden weer een stuk van de Westfriese Omringdijk en zoeken even een plaatsje om in de luwte van de dijk een broodje te eten. De natuur is overweldigend. We genieten van de kieviten die een grauwe kiekendief het leven zuur maken. In de sloot aan de voet van de dijk zwemmen talloze rietvoorntjes. De grauwe ganzen lopen al weer trots met hun nieuwe kroost rond. Mooi om te zien, minder mooi voor de boeren die er weer een groot aantal niet-betalende gras eters bij krijgen.
In Barsingerhorn stoppen we even bij de in 1934 opgeheven tramlijn van Schagen naar Ewijcksloot. Vandaar kon men met de boot naar Wieringen.
Via de oostkant van Heerhugowaard rijden we de plaats weer binnen en krijg ik bij Kees thuis de taart die ze in Schagen niet hadden.
Na drie kwartier gezelligheid en pret in huize Van Hattem, de beide dochters hebben Kees' Quest voorzien van een tekst 'REESKEES' rij ik met 40 tot 42 km/u naar huis. Dat kost me met hartslag 108 niet erg veel inspanning.
Het was al met al een rustig ritje, 100 km gereden, 260 kcal verbruikt, gemiddelde hartslag 83.
Een mooi verjaardagsritje, nogmaals van harte Kees. Bloemen had ik niet bij me, vandaar een fluitend portret met genoeg bloemen op de achtergrond.
zondag 19 april 2009
Politie in burger in de fout
Vanmiddag rij ik naar Volendam op en neer. Heerlijk weer, volle zon, 15 gr. C. en noordoostelijke wind kracht 3 tot 4 Bft.
De natuur is nu volop ontwaakt. Overal bloeien de tulpen uitbundig en een paar foto's staan er snel op.
In De Rijp rij ik een stel wielrenners achterop. Eén van hen gaat rechtop zitten en grijpt naar zijn rug. Ik vraag hem naar de bekende weg 'of ie pijn in zijn rug heeft'. Hij bevestigt dit en ik roep hem toe dat ie beter een ligfiets kan kopen. Zijn maten gaan door en rijden tegen wind 34 km/u. Da's best hard, maar met de Quest kan daar natuurlijk wel een schepje bovenop. Ik zet aan en langzaam versnel ik. Twee van de vier gaan diep in de beugels en pikken aan. Dan nog maar een tandje erbij en even later rij ik 42 km/u. Dat is al heel gauw veel te veel voor de wielrenners. Ook geen eerlijke strijd natuurlijk.
In Volendam rij ik op de rijbaan met 38 km/u. Er passeert een VW Tiguan net even te dicht langs me. Ik zie de bestuurder een gebaar naar zijn hoofd maken. De VW probeert even later in het dorp te parkeren en ik spreek de bestuurder aan.
'Weet u soms niet dat ik op de rijbaan mag rijden?' De man zegt dat ik dat helemaal niet mag en meldt dat ie politieman in Volendam is. Dan druk ik hem het kaartje met de uitleg in de Wegenverkeerswet in handen. Hij leest aandachtig, doet nog een laatste poging zijn blazoen schoon te vegen en zegt 'U reed ook midden op de rijbaan'. Als ik hem vertel dat het niet gebruikelijk is op de hoofdrijbaan met meerdere voertuigen naast elkaar te rijden, kijkt ie beteuterd. Zijn drie vrienden in de auto maken snerende opmerkingen 'dat ie wel weer naar de Politieschool mag'.
Op de dijk is het natuurlijk bommetje vol en bij hotel Spaander maak ik een praatje met de parkeerwacht die ik daar al jaren zie. Op mijn vraag of het nu rustiger is dan voorheen meldt ie dat dat niet het geval is. 'Ze bieden nu goedkopere arrangementen aan'. De bussen zitten toch weer vol, die slimme Volendammers zijn niet voor één gat te vangen.
Terug rij ik via Edam en geniet van het heerlijke fietsen met de wind in de rug. In De Rijp kan ik nu doorrijden, het tegenliggende verkeer moet de oost-west richting voorrang geven. Moet .... maar dat gebeurt niet. Een bestuurder blijft stug op mijn weghelft rijden. Ik rij ook stug door en moet op het laatst hard remmen. De automobilist kan ook niet verder. Ik vraag hem of ie weet dat ie aan de kant moet. 'Of jij gaat aan de kant' gromt ie. Ik mopper dat ie de verkeersregels eens moet leren, we schuiven met een paar centimeter ruimte langs elkaar en ik vervolg mijn weg.
55 km
De natuur is nu volop ontwaakt. Overal bloeien de tulpen uitbundig en een paar foto's staan er snel op.
In De Rijp rij ik een stel wielrenners achterop. Eén van hen gaat rechtop zitten en grijpt naar zijn rug. Ik vraag hem naar de bekende weg 'of ie pijn in zijn rug heeft'. Hij bevestigt dit en ik roep hem toe dat ie beter een ligfiets kan kopen. Zijn maten gaan door en rijden tegen wind 34 km/u. Da's best hard, maar met de Quest kan daar natuurlijk wel een schepje bovenop. Ik zet aan en langzaam versnel ik. Twee van de vier gaan diep in de beugels en pikken aan. Dan nog maar een tandje erbij en even later rij ik 42 km/u. Dat is al heel gauw veel te veel voor de wielrenners. Ook geen eerlijke strijd natuurlijk.
In Volendam rij ik op de rijbaan met 38 km/u. Er passeert een VW Tiguan net even te dicht langs me. Ik zie de bestuurder een gebaar naar zijn hoofd maken. De VW probeert even later in het dorp te parkeren en ik spreek de bestuurder aan.
'Weet u soms niet dat ik op de rijbaan mag rijden?' De man zegt dat ik dat helemaal niet mag en meldt dat ie politieman in Volendam is. Dan druk ik hem het kaartje met de uitleg in de Wegenverkeerswet in handen. Hij leest aandachtig, doet nog een laatste poging zijn blazoen schoon te vegen en zegt 'U reed ook midden op de rijbaan'. Als ik hem vertel dat het niet gebruikelijk is op de hoofdrijbaan met meerdere voertuigen naast elkaar te rijden, kijkt ie beteuterd. Zijn drie vrienden in de auto maken snerende opmerkingen 'dat ie wel weer naar de Politieschool mag'.
Op de dijk is het natuurlijk bommetje vol en bij hotel Spaander maak ik een praatje met de parkeerwacht die ik daar al jaren zie. Op mijn vraag of het nu rustiger is dan voorheen meldt ie dat dat niet het geval is. 'Ze bieden nu goedkopere arrangementen aan'. De bussen zitten toch weer vol, die slimme Volendammers zijn niet voor één gat te vangen.
Terug rij ik via Edam en geniet van het heerlijke fietsen met de wind in de rug. In De Rijp kan ik nu doorrijden, het tegenliggende verkeer moet de oost-west richting voorrang geven. Moet .... maar dat gebeurt niet. Een bestuurder blijft stug op mijn weghelft rijden. Ik rij ook stug door en moet op het laatst hard remmen. De automobilist kan ook niet verder. Ik vraag hem of ie weet dat ie aan de kant moet. 'Of jij gaat aan de kant' gromt ie. Ik mopper dat ie de verkeersregels eens moet leren, we schuiven met een paar centimeter ruimte langs elkaar en ik vervolg mijn weg.
55 km
zaterdag 18 april 2009
Ontwikkeling nieuwe velomobiel band
Na het positieve bezoek aan Vredestein heb ik, volgens afspraak met Vredestein, een stuk geschreven waarin ik de argumenten, technische voorwaarden en marktpotentie in beeld breng. Dit stuk staat hieronder. Ik stel me voor dat we op de Google ligfiets lijst over dit stuk discussiëren. Wil je daar een bijdrage aan leveren, kopieer dan een stuk tekst van dit artikel, geef het de subtitel die er boven staat en post het op de lijst. Zo kunnen we mogelijk met elkaar tot een nog doorwrochter verhaal komen.
Helaas is het niet mogelijk om op dit moment tweewielers hierin te betrekken. Later wil ik dat nog wel een keer doen.
Ontwikkeling van een velomobielband
Waarom een velomobielband?
Een velomobiel is een snelle driewielige ligfiets voorzien van een stroomlijn. Niet alleen velomobielen, ook trikes zijn de doelgroep voor een nieuwe velomobielband. Kenmerk van deze fietsen is dat zij in bochten niet overhellen en de banden, net als bij een auto, grotere zijdelingse krachten te verwerken krijgen dan bij een tweewielige fiets. Dit resulteert er soms in dat een hieldraad scheurt en een klapband het gevolg is. Een klapband bij een velomobiel op hoge snelheid resulteert meestal in een onbestuurbare fiets en soms letsel. Een velomobiel band moet op dit punt speciaal versterkt worden.
Eigenschappen en voorwaarden voor een velomobiel band
- radiale constructie
- opbouw van de band
- lichte loop
- maximaal 42 mm breed
- volledige slick
- anti-lek bescherming
- veiligheid
- balans grip versus slipeigenschappen
- levensduur
- montage
- marktpotentie
Radiale constructie
Alle fietsbanden worden nog steeds diagonaal geconstrueerd. Dit is misschien voor een gewone (lig)fiets goed, voor een velomobiel zeker niet. Bij een gewone (lig)fiets wordt de band redelijk gelijkmatig belast en krijgen de hieldraden, ook in bochten, geen extreme zijdelingse krachten te verwerken. Bij een velomobiel ontstaan wel sterke zijdelingse krachten waardoor de banden overmatig belast worden. Bij automobielen worden de dwarskrachten opgevangen door .... radiaalbanden. Het is niet toevallig dat ik voor een radiaalband opteer, een Quest stuurt en gedraagt zich als een auto. De nieuwe band moet volgens het radiaal principe worden gemaakt en voorzien zijn van dunne soepele wangen. Dat wil zeggen dat de grote meerderheid van het karkas moet worden gevormd door versterkingsdraden die dwars op de rijrichting staan. Dit maakt de band sterker en veiliger. Een heel groot voordeel echter is dat de band lichter loopt. Het in veren van een radiaalband kost veel minder energie dan bij een diagonaalband. Bij een diagonaal band wordt in de kruiselings liggende versterkingsdraden veel energie in wrijvingswarmte omgezet en dus verloren. Dit is al heel lang bekend.
Paul Rinkowsky, een in 1915 geboren Duitse ingenieur, is niet alleen één van de pioniers op ligfiets gebied, maar ook en vooral bekend door zijn superlicht lopende fietsbanden. Rinkowsky maakte in de zeventiger jaren banden voor de Oost-Duitse wielerploeg die opvallend goed presteerden. Rinkowsky heeft onder meer een aantal 20" banden gemaakt die een rolweerstand hadden die maar 40 tot 50% was in vergelijking met elke andere fietsband. De Rinkowsky radiaal banden hadden een stalen versterking in het rubber gevulcaniseerd, mede waardoor de rolweerstand extreem laag werd. Er staat op http://www.helsinki.fi/~tlinden/rolling.html een document online waaruit deze extreem lage rolweerstand blijkt. In de praktijk zal deze extreem lage rolweerstand niet gehaald worden. Wat het effect van het gebruik van Rinkowski banden zou zijn is in Kreuzotter.de, nu niet meer online, te berekenen. Een fietser die 150 Watt trapt in een Quest met brede slicks rijdt 39,3 km/u. Zou je dezelfde Quest uitrusten met Rinkowski radiaal banden, dan ga je met dezelfde 150 Watt maar liefst 45 km/u. De rolweerstand gaat van Cr 0,00640 naar Cr 0,00384 ofwel wordt 40% lager.
Helaas is deze Oost-Duitse bandenpionier door beperkingen achter het IJzeren Gordijn, in 1986 overleden zonder dat zijn vele vindingen commercieel konden worden benut. Schwalbe is inmiddels begonnen met de productie van radiaalbanden voor racefietsen
Opbouw van de band
Een velomobielband mag een vrij hard en smal loopvlak hebben. De banden zullen niet zoals bij een normale fiets onder helling komen te staan. Door de helling moeten banden voor tweewielige fietsen ook in de schouder en een deel van de wangen tegen insnijdingen worden beschermd. Een velomobiel band blijft rechtop en hoeft deze bescherming minder hoog te worden opgetrokken. Een smal vrij hard loopvlak zal weinig rolweerstand hebben. De schouder mag al snel overgaan in een soepele wang die dun is en door zijn radiale opbouw met weinig verlies in veert. De hieldraad en overgang naar de wang moet vrij sterk zijn omdat de zijdelingse krachten groot zijn. De band moet beslist rond zijn om de projectie op de ondergrond zo rond mogelijk te laten zijn. Ook heeft een ronde band het grootste luchtvolume, een van de belangrijkste factoren voor een lichte loop.
Lichte loop
Een velomobiel band moet lichter lopen dan de bestaande banden, anders heeft deze geen bestaansrecht. Een velomobiel weegt tussen 30 en 40 kg en heeft door zijn 3 banden een 50% grotere rolweerstand dan een twee-wielige ligfiets. Ook is de wielmaat van een velomobiel met 20" inch relatief klein. Deze factoren houden in dat, afhankelijk van de snelheid, de rolweerstand van een velomobiel tussen de 35 en 60% van de totale weerstand bedraagt.
42 mm breed
De breedte van 42 mm wordt gedicteerd door de stuuruitslag van de meeste velomobielen. Met 42 mm wordt de stuuruitslag weliswaar enigermate beperkt, maar dit is zeker acceptabel. Bredere banden zoals de Perfect Moiree 47 mm lopen goed, maar beperken de stuuruitslag te veel.
Smallere banden zijn voldoende voorhanden maar zij hebben door hun geringe luchtvolume geen lichte loop.
Volledige slick
Een velomobiel heeft, overigens net als alle andere fietsen, geen enkel voordeel van een geprofileerde band. Velomobielen zullen uitsluitend op de verharde weg rijden en nimmer als mountainbike worden gebruikt.
Een profiel levert vervorming op die weerstand oplevert die een lichte loop en optimale grip tegenwerkt. Vergelijk bijv. een 35 mm Perfect Moiree en een even brede Schwalbe Kojak. De Kojak is een volledige slick en loopt 10% lichter dan de Perfect Moiree.
Anti-lek bescherming
Er moet een redelijke anti-lek bescherming aanwezig zijn. Maar dit mag de lichte loop van de band niet te negatief beïnvloeden. Door de enkelzijdige wielophanging is het verwisselen van een band heel gemakkelijk. Een rock-solid anti-lek bescherming doet de lichte loop teniet en is daarom geen eis. Velomobielen kunnen ook makkelijk één of meer reservebanden meenemen. In de praktijk wordt een voorband met licht opgepompte binnenband in de velomobiel meegenomen. Ook wordt in de regel een normale fietspomp, zij het van kunststof, meegenomen.
De Avocet Fasgrip heeft door zijn harde loopvlak een zeer goede lekbescherming. In deze band zijn zelfs na 12.000 km nog nauwelijks insnijdingen te zien.
Veiligheid
Een velomobiel band moet veilig zijn. De huidige banden zijn zonder uitzondering bedoeld voor gebruik op twee-wielige fietsen. De specifieke eigenschappen van een velomobiel houden in dat de zijdelingse krachten in de huidige banden onvoldoende worden opgevangen. Dit resulteert erin dat soms hieldraden breken met een klapband tot gevolg. Sterkere hieldraden en een goede krachtoverbrenging vanuit de hiel naar de wangen moeten deze grotere krachten opvangen.
Balans grip en slipeigenschappen
Er moet een goede balans zijn tussen grip en slipeigenschappen. Een zachte loopvlak compound geeft veel grip, maar heeft als bezwaar dat de band snel slijt. Veel grip, iets dat voor tweewielers een voorwaarde is, kan voor een velomobiel juist verkeerd uitpakken. Te snel insturen voor een bocht kan een velomobiel op twee wielen doen rijden of zelfs laten omslaan. Iets minder grip zou de velomobiel, vlak voor het omslaan, bij voorkeur over de voorwielen, laten slippen. Dit is een minder gevaarlijke situatie dan omslaan, zeker als dat op een moment gebeurt dat een lantaarnpaal of ander straatmeubilair in de weg staat. Er zijn diverse zeer ernstige ongevallen bekend als gevolg van omslaande velomobielen. De achterband moet juist weer veel grip hebben om de velomobiel bij een slip weer snel in het rechte spoor te krijgen. Het omslaan van een velomobiel gebeurt in fracties van een seconde. De categorie rijders die dit voelt aankomen is klein. Het begin van een slip is makkelijker waar te nemen en kan eenvoudig gecorrigeerd worden door de snelheid iets te verlagen of mee te sturen in de richting van de slip.
Ter vergelijking kiezen we als vertrekpunt de Avocet Fasgrip, een band die zoals bekend licht loopt, precies de goede diameter heeft en zeker 15.000 kilometer meegaat. De loopvlak compound is hard waarmee de lange levensduur is verklaard. De grip bij nat weer is redelijk tot goed, maar in ieder geval minder dan van bijv de Perfect Moiree. Toch blijken vele fietsers ook in de winter voor de Avocet Fasgrip te kiezen. Ze slippen liever dan op twee wielen te rijden of om te slaan.
Een Avocet Fasgrip band op de voorwielen is uitstekend, op het achterwiel juist niet.
Levensduur van de band
Voorbanden van een velomobiel slijten gemiddeld sneller dan van een twee-wielige fiets. Dit wordt veroorzaakt doordat de banden bij een velomobiel grotere zijdelingse krachten moeten verwerken. Ook heeft de sporing van een velomobiel veel invloed. Dit speelt niet bij een tweewieler. Achterbanden gaan wel tot tweemaal zo lang mee.
De Avocet Fasgrip gaat op een velomobiel 15.000 km mee. Dit is voor een nieuw te ontwikkelen velomobiel band geen eis. 8000 tot 10.000 km is voldoende.
Montage
Een nieuwe velomobiel band moet met de hand kunnen worden omgelegd. Als voorbeeld kunnen de huidige brede Perfect Moirees dienen, die leggen goed om. Velomobielen worden veelal het hele jaar door gebruikt. Ook in de winter, als alles stugger is, moeten de banden eenvoudig kunnen worden verwisseld.
Marktpotentie
Wel moet de marktpotentie worden bekeken, alleen Nederland is natuurlijk te klein. Met de uitbreiding van de productie van Quest en Mango, de start van de bouw van Questen in de VS en de mogelijkheid deze banden te gaan leveren aan niet-velomobielen als bijv. trikes, moet dit kunnen lukken.
Behalve eerste montage, rijden er inmiddels duizenden velomobielen en trikes rond die zo nu en dan nieuwe banden nodig zullen hebben.
Onderstaand een lijst van fabrikanten van velomobielen en trikes die twee of zelfs drie wielen van 20" inch hebben.
Velomobielen
Velomobiel.nl, Quest
Sinner, Mango
WAW
Flevobike, Versatile
Leiba, Classic en Brise
Birkenstock, Butterfly
Aerorider, Sport
Sunrider
Go-one
Cab-Bike
Leitra
Alligt, Alleweder
Tripendo
Dutch Speed Bicycles
Greenspeed
Tri-Sled, Avatar
Eigen bouw velomobielen
Trikes
Challenge
Ice
Hase
Greenspeed
Windscheeta
Terratrike
Stein trikes
Scootertrikes
Optima
Tempelman, Flevotrike
Antro Tech
Catrike
Whike (zeilfiets)
Fast FWD (kanteltrike)
Gforce trikes
HP Velotechniek
Flyke vliegtrike
Steintrikes, Subotica en Serbia
Eigen bouw trikes
Een groot aantal kleine initiatieven heb ik niet opgenomen. De aantallen blijven zo klein dat het voor een bandenfabrikant niet zinvol is.
Helaas is het niet mogelijk om op dit moment tweewielers hierin te betrekken. Later wil ik dat nog wel een keer doen.
Ontwikkeling van een velomobielband
Waarom een velomobielband?
Een velomobiel is een snelle driewielige ligfiets voorzien van een stroomlijn. Niet alleen velomobielen, ook trikes zijn de doelgroep voor een nieuwe velomobielband. Kenmerk van deze fietsen is dat zij in bochten niet overhellen en de banden, net als bij een auto, grotere zijdelingse krachten te verwerken krijgen dan bij een tweewielige fiets. Dit resulteert er soms in dat een hieldraad scheurt en een klapband het gevolg is. Een klapband bij een velomobiel op hoge snelheid resulteert meestal in een onbestuurbare fiets en soms letsel. Een velomobiel band moet op dit punt speciaal versterkt worden.
Eigenschappen en voorwaarden voor een velomobiel band
- radiale constructie
- opbouw van de band
- lichte loop
- maximaal 42 mm breed
- volledige slick
- anti-lek bescherming
- veiligheid
- balans grip versus slipeigenschappen
- levensduur
- montage
- marktpotentie
Radiale constructie
Alle fietsbanden worden nog steeds diagonaal geconstrueerd. Dit is misschien voor een gewone (lig)fiets goed, voor een velomobiel zeker niet. Bij een gewone (lig)fiets wordt de band redelijk gelijkmatig belast en krijgen de hieldraden, ook in bochten, geen extreme zijdelingse krachten te verwerken. Bij een velomobiel ontstaan wel sterke zijdelingse krachten waardoor de banden overmatig belast worden. Bij automobielen worden de dwarskrachten opgevangen door .... radiaalbanden. Het is niet toevallig dat ik voor een radiaalband opteer, een Quest stuurt en gedraagt zich als een auto. De nieuwe band moet volgens het radiaal principe worden gemaakt en voorzien zijn van dunne soepele wangen. Dat wil zeggen dat de grote meerderheid van het karkas moet worden gevormd door versterkingsdraden die dwars op de rijrichting staan. Dit maakt de band sterker en veiliger. Een heel groot voordeel echter is dat de band lichter loopt. Het in veren van een radiaalband kost veel minder energie dan bij een diagonaalband. Bij een diagonaal band wordt in de kruiselings liggende versterkingsdraden veel energie in wrijvingswarmte omgezet en dus verloren. Dit is al heel lang bekend.
Paul Rinkowsky, een in 1915 geboren Duitse ingenieur, is niet alleen één van de pioniers op ligfiets gebied, maar ook en vooral bekend door zijn superlicht lopende fietsbanden. Rinkowsky maakte in de zeventiger jaren banden voor de Oost-Duitse wielerploeg die opvallend goed presteerden. Rinkowsky heeft onder meer een aantal 20" banden gemaakt die een rolweerstand hadden die maar 40 tot 50% was in vergelijking met elke andere fietsband. De Rinkowsky radiaal banden hadden een stalen versterking in het rubber gevulcaniseerd, mede waardoor de rolweerstand extreem laag werd. Er staat op http://www.helsinki.fi/~tlinden/rolling.html een document online waaruit deze extreem lage rolweerstand blijkt. In de praktijk zal deze extreem lage rolweerstand niet gehaald worden. Wat het effect van het gebruik van Rinkowski banden zou zijn is in Kreuzotter.de, nu niet meer online, te berekenen. Een fietser die 150 Watt trapt in een Quest met brede slicks rijdt 39,3 km/u. Zou je dezelfde Quest uitrusten met Rinkowski radiaal banden, dan ga je met dezelfde 150 Watt maar liefst 45 km/u. De rolweerstand gaat van Cr 0,00640 naar Cr 0,00384 ofwel wordt 40% lager.
Helaas is deze Oost-Duitse bandenpionier door beperkingen achter het IJzeren Gordijn, in 1986 overleden zonder dat zijn vele vindingen commercieel konden worden benut. Schwalbe is inmiddels begonnen met de productie van radiaalbanden voor racefietsen
Opbouw van de band
Een velomobielband mag een vrij hard en smal loopvlak hebben. De banden zullen niet zoals bij een normale fiets onder helling komen te staan. Door de helling moeten banden voor tweewielige fietsen ook in de schouder en een deel van de wangen tegen insnijdingen worden beschermd. Een velomobiel band blijft rechtop en hoeft deze bescherming minder hoog te worden opgetrokken. Een smal vrij hard loopvlak zal weinig rolweerstand hebben. De schouder mag al snel overgaan in een soepele wang die dun is en door zijn radiale opbouw met weinig verlies in veert. De hieldraad en overgang naar de wang moet vrij sterk zijn omdat de zijdelingse krachten groot zijn. De band moet beslist rond zijn om de projectie op de ondergrond zo rond mogelijk te laten zijn. Ook heeft een ronde band het grootste luchtvolume, een van de belangrijkste factoren voor een lichte loop.
Lichte loop
Een velomobiel band moet lichter lopen dan de bestaande banden, anders heeft deze geen bestaansrecht. Een velomobiel weegt tussen 30 en 40 kg en heeft door zijn 3 banden een 50% grotere rolweerstand dan een twee-wielige ligfiets. Ook is de wielmaat van een velomobiel met 20" inch relatief klein. Deze factoren houden in dat, afhankelijk van de snelheid, de rolweerstand van een velomobiel tussen de 35 en 60% van de totale weerstand bedraagt.
42 mm breed
De breedte van 42 mm wordt gedicteerd door de stuuruitslag van de meeste velomobielen. Met 42 mm wordt de stuuruitslag weliswaar enigermate beperkt, maar dit is zeker acceptabel. Bredere banden zoals de Perfect Moiree 47 mm lopen goed, maar beperken de stuuruitslag te veel.
Smallere banden zijn voldoende voorhanden maar zij hebben door hun geringe luchtvolume geen lichte loop.
Volledige slick
Een velomobiel heeft, overigens net als alle andere fietsen, geen enkel voordeel van een geprofileerde band. Velomobielen zullen uitsluitend op de verharde weg rijden en nimmer als mountainbike worden gebruikt.
Een profiel levert vervorming op die weerstand oplevert die een lichte loop en optimale grip tegenwerkt. Vergelijk bijv. een 35 mm Perfect Moiree en een even brede Schwalbe Kojak. De Kojak is een volledige slick en loopt 10% lichter dan de Perfect Moiree.
Anti-lek bescherming
Er moet een redelijke anti-lek bescherming aanwezig zijn. Maar dit mag de lichte loop van de band niet te negatief beïnvloeden. Door de enkelzijdige wielophanging is het verwisselen van een band heel gemakkelijk. Een rock-solid anti-lek bescherming doet de lichte loop teniet en is daarom geen eis. Velomobielen kunnen ook makkelijk één of meer reservebanden meenemen. In de praktijk wordt een voorband met licht opgepompte binnenband in de velomobiel meegenomen. Ook wordt in de regel een normale fietspomp, zij het van kunststof, meegenomen.
De Avocet Fasgrip heeft door zijn harde loopvlak een zeer goede lekbescherming. In deze band zijn zelfs na 12.000 km nog nauwelijks insnijdingen te zien.
Veiligheid
Een velomobiel band moet veilig zijn. De huidige banden zijn zonder uitzondering bedoeld voor gebruik op twee-wielige fietsen. De specifieke eigenschappen van een velomobiel houden in dat de zijdelingse krachten in de huidige banden onvoldoende worden opgevangen. Dit resulteert erin dat soms hieldraden breken met een klapband tot gevolg. Sterkere hieldraden en een goede krachtoverbrenging vanuit de hiel naar de wangen moeten deze grotere krachten opvangen.
Balans grip en slipeigenschappen
Er moet een goede balans zijn tussen grip en slipeigenschappen. Een zachte loopvlak compound geeft veel grip, maar heeft als bezwaar dat de band snel slijt. Veel grip, iets dat voor tweewielers een voorwaarde is, kan voor een velomobiel juist verkeerd uitpakken. Te snel insturen voor een bocht kan een velomobiel op twee wielen doen rijden of zelfs laten omslaan. Iets minder grip zou de velomobiel, vlak voor het omslaan, bij voorkeur over de voorwielen, laten slippen. Dit is een minder gevaarlijke situatie dan omslaan, zeker als dat op een moment gebeurt dat een lantaarnpaal of ander straatmeubilair in de weg staat. Er zijn diverse zeer ernstige ongevallen bekend als gevolg van omslaande velomobielen. De achterband moet juist weer veel grip hebben om de velomobiel bij een slip weer snel in het rechte spoor te krijgen. Het omslaan van een velomobiel gebeurt in fracties van een seconde. De categorie rijders die dit voelt aankomen is klein. Het begin van een slip is makkelijker waar te nemen en kan eenvoudig gecorrigeerd worden door de snelheid iets te verlagen of mee te sturen in de richting van de slip.
Ter vergelijking kiezen we als vertrekpunt de Avocet Fasgrip, een band die zoals bekend licht loopt, precies de goede diameter heeft en zeker 15.000 kilometer meegaat. De loopvlak compound is hard waarmee de lange levensduur is verklaard. De grip bij nat weer is redelijk tot goed, maar in ieder geval minder dan van bijv de Perfect Moiree. Toch blijken vele fietsers ook in de winter voor de Avocet Fasgrip te kiezen. Ze slippen liever dan op twee wielen te rijden of om te slaan.
Een Avocet Fasgrip band op de voorwielen is uitstekend, op het achterwiel juist niet.
Levensduur van de band
Voorbanden van een velomobiel slijten gemiddeld sneller dan van een twee-wielige fiets. Dit wordt veroorzaakt doordat de banden bij een velomobiel grotere zijdelingse krachten moeten verwerken. Ook heeft de sporing van een velomobiel veel invloed. Dit speelt niet bij een tweewieler. Achterbanden gaan wel tot tweemaal zo lang mee.
De Avocet Fasgrip gaat op een velomobiel 15.000 km mee. Dit is voor een nieuw te ontwikkelen velomobiel band geen eis. 8000 tot 10.000 km is voldoende.
Montage
Een nieuwe velomobiel band moet met de hand kunnen worden omgelegd. Als voorbeeld kunnen de huidige brede Perfect Moirees dienen, die leggen goed om. Velomobielen worden veelal het hele jaar door gebruikt. Ook in de winter, als alles stugger is, moeten de banden eenvoudig kunnen worden verwisseld.
Marktpotentie
Wel moet de marktpotentie worden bekeken, alleen Nederland is natuurlijk te klein. Met de uitbreiding van de productie van Quest en Mango, de start van de bouw van Questen in de VS en de mogelijkheid deze banden te gaan leveren aan niet-velomobielen als bijv. trikes, moet dit kunnen lukken.
Behalve eerste montage, rijden er inmiddels duizenden velomobielen en trikes rond die zo nu en dan nieuwe banden nodig zullen hebben.
Onderstaand een lijst van fabrikanten van velomobielen en trikes die twee of zelfs drie wielen van 20" inch hebben.
Velomobielen
Velomobiel.nl, Quest
Sinner, Mango
WAW
Flevobike, Versatile
Leiba, Classic en Brise
Birkenstock, Butterfly
Aerorider, Sport
Sunrider
Go-one
Cab-Bike
Leitra
Alligt, Alleweder
Tripendo
Dutch Speed Bicycles
Greenspeed
Tri-Sled, Avatar
Eigen bouw velomobielen
Trikes
Challenge
Ice
Hase
Greenspeed
Windscheeta
Terratrike
Stein trikes
Scootertrikes
Optima
Tempelman, Flevotrike
Antro Tech
Catrike
Whike (zeilfiets)
Fast FWD (kanteltrike)
Gforce trikes
HP Velotechniek
Flyke vliegtrike
Steintrikes, Subotica en Serbia
Eigen bouw trikes
Een groot aantal kleine initiatieven heb ik niet opgenomen. De aantallen blijven zo klein dat het voor een bandenfabrikant niet zinvol is.
Labels:
Velomobielband
donderdag 16 april 2009
Vredestein positief
Vanmiddag om half twee ben ik in Enschede bij Vredestein. Doel is de mogelijkheden te bespreken een velomobielband te ontwikkelen. Een dergelijke band moet licht lopen, maximaal 42 mm breed zijn en een volledige slick zijn. Een anti-lek bescherming moet aanwezig zijn maar mag de lichte loop van de band niet te negatief beïnvloeden. Uiteraard moet de band ook veilig zijn. Er moet een goede balans zijn tussen grip en slipeigenschappen. Een zachte loopvlak compound geeft veel grip, maar heeft als bezwaar dat de band snel slijt. Veel grip, iets dat voor tweewielers een voorwaarde is, kan voor een velomobiel juist verkeerd uitpakken. Te snel insturen voor een bocht kan een velomobiel doen omslaan. Iets minder grip zou de velomobiel, vlak voor het omslaan, bij voorkeur over de voorwielen, laten slippen. Dit is een minder gevaarlijke situatie dan omslaan, zeker als dat op een moment gebeurt dat een lantaarnpaal of ander straatmeubilair in de weg staat. Kees van Malssen, onze voorzitter van de NVHPV, weet hier alles van. De achterband moet juist weer veel grip hebben om de fiets bij een slip weer snel in het rechte spoor te krijgen.
Diagonaal
Coen Bosch en Harry Peppelman, respectievelijk area sales manager en product manager van Vredestein Two Wheel Tires ontvangen mij hartelijk. We bespreken de mogelijkheden om een band specifiek voor velomobielen te ontwikkelen. We doen dit aan de hand een van een groot aantal banden die ik meegenomen heb. Vertrekpunt is de Avocet Fasgrip, een band die zoals bekend heel licht loopt, precies de goede diameter heeft en zeker 15.000 kilometer meegaat. De loopvlak compound is hard waarmee de lange levensduur is verklaard. De grip is evenwel te gering, voor mooiweer rijders als ik geen probleem, voor winterharde doorrijders zou dit beter moeten zijn.
Er passeren veel zaken de revue. Ook de vraag waarom onze fietsbanden nog steeds diagonaal worden geconstrueerd. Dit is misschien voor een gewone (lig)fiets goed, voor een velomobiel zeker niet. Bij een gewone (lig)fiets wordt de band redelijk gelijkmatig belast en krijgen de hieldraden, ook in bochten, geen extreme zijdelingse krachten te verwerken. Bij een velomobiel ontstaan wel sterke zijdelingse krachten waardoor de banden overmatig belast worden. Tom Hospes maakte dit afgelopen week mee toen de hieldraad van zijn Perfect Moiree afscheurde en een klapband ontstond. Bij Vredestein is dit natuurlijk bekend en niet alleen bij Vredestein. Bij automobielen worden de dwarskrachten opgevangen door .... radiaalbanden. Het is niet toevallig dat ik voor een radiaalband opteer, een Quest stuurt en gedraagt zich als een auto. De nieuwe band moet volgens het radiaal principe worden gemaakt. Dat wil zeggen dat de grote meerderheid van het karkas moet worden gevormd door draden die dwars op de rijrichting staan. Dit maakt de band sterker en veiliger. Een heel groot voordeel echter is dat de band lichter loopt. Dit is al heel lang bekend.
Radiaal
Paul Rinkowsky, een in 1915 geboren Duitse ingenieur, is niet alleen één van de pioniers op ligfiets gebied, maar ook en vooral bekend door zijn superlicht lopende fietsbanden. Rinkowsky maakte in de zeventiger jaren banden voor de Oost-Duitse wielerploeg die opvallend goed presteerden. In hoeverre dit aan de banden of aan doping lag, is de vraag. Vast staat dat Rinkowsky onder meer een aantal 20" banden heeft gemaakt die een rolweerstand hadden die maar 40 tot 50% was in vergelijking met elke andere fietsband. De Rinkowsky radiaal banden hadden een stalen versterking in het rubber gevulcaniseerd, mede waardoor de rolweerstand extreem laag werd. Er staat hier een document online waaruit deze extreem lage rolweerstand blijkt. Uiteraard zal in de praktijk deze extreem lage rolweerstand niet gehaald worden. Wat het effect van het gebruik van Rinkowski banden zou zijn is in Kreuzotter.de, nu niet meer online, te berekenen. Uitgaande van een fietser die 150 Watt trapt rij je in een Quest met brede slicks 39,3 km/u. Zou je dezelfde Quest uitrusten met Rinkowski banden, dan ga je met dezelfde 150 Watt maar liefst 45 km/u. De rolweerstand gaat van Cr 0,00640 naar Cr 0,00384 ofwel 40% lager.
Helaas is deze Oost-Duitse bandenpionier door beperkingen achter het IJzeren Gordijn, in 1986 overleden zonder dat zijn vele vindingen commercieel konden worden benut. Schwalbe is inmiddels begonnen met de productie van - smalle - radiaalbanden.
Terug naar Vredestein. Zien zij wat in mijn idee om een echte velomobiel band te ontwikkelen? Mijn beide gesprekspartners wel. Wel moet de marktpotentie worden bekeken, alleen Nederland is natuurlijk te klein. Met de uitbreiding van de productie van Quest en Mango, de start van de bouw van Questen in de VS en de mogelijkheid deze banden te gaan leveren aan niet-velomobielen als bijv. trikes, moet dit kunnen lukken.
Wij spreken af dat ik een stuk schrijf ter ondersteuning van de aanvraag. Hierin worden de argumenten genoemd en technische specificaties opgesteld. Ik zal een aantal banden leveren die als referentie zullen dienen. Vredestein gaat dit intern bespreken en uiterlijk in oktober zullen zij een besluit nemen. Bij groen licht wordt er een matrijs gemaakt en een eerste proefserie van 50 banden vervaardigd. Een mogelijk eerste productie run zal minimaal 1000 banden omvatten.
Bosch en Peppelman zien er wel brood in. Met die laatste woorden neem ik afscheid en rij met een goed gevoel naar huis.
Diagonaal
Coen Bosch en Harry Peppelman, respectievelijk area sales manager en product manager van Vredestein Two Wheel Tires ontvangen mij hartelijk. We bespreken de mogelijkheden om een band specifiek voor velomobielen te ontwikkelen. We doen dit aan de hand een van een groot aantal banden die ik meegenomen heb. Vertrekpunt is de Avocet Fasgrip, een band die zoals bekend heel licht loopt, precies de goede diameter heeft en zeker 15.000 kilometer meegaat. De loopvlak compound is hard waarmee de lange levensduur is verklaard. De grip is evenwel te gering, voor mooiweer rijders als ik geen probleem, voor winterharde doorrijders zou dit beter moeten zijn.
Er passeren veel zaken de revue. Ook de vraag waarom onze fietsbanden nog steeds diagonaal worden geconstrueerd. Dit is misschien voor een gewone (lig)fiets goed, voor een velomobiel zeker niet. Bij een gewone (lig)fiets wordt de band redelijk gelijkmatig belast en krijgen de hieldraden, ook in bochten, geen extreme zijdelingse krachten te verwerken. Bij een velomobiel ontstaan wel sterke zijdelingse krachten waardoor de banden overmatig belast worden. Tom Hospes maakte dit afgelopen week mee toen de hieldraad van zijn Perfect Moiree afscheurde en een klapband ontstond. Bij Vredestein is dit natuurlijk bekend en niet alleen bij Vredestein. Bij automobielen worden de dwarskrachten opgevangen door .... radiaalbanden. Het is niet toevallig dat ik voor een radiaalband opteer, een Quest stuurt en gedraagt zich als een auto. De nieuwe band moet volgens het radiaal principe worden gemaakt. Dat wil zeggen dat de grote meerderheid van het karkas moet worden gevormd door draden die dwars op de rijrichting staan. Dit maakt de band sterker en veiliger. Een heel groot voordeel echter is dat de band lichter loopt. Dit is al heel lang bekend.
Radiaal
Paul Rinkowsky, een in 1915 geboren Duitse ingenieur, is niet alleen één van de pioniers op ligfiets gebied, maar ook en vooral bekend door zijn superlicht lopende fietsbanden. Rinkowsky maakte in de zeventiger jaren banden voor de Oost-Duitse wielerploeg die opvallend goed presteerden. In hoeverre dit aan de banden of aan doping lag, is de vraag. Vast staat dat Rinkowsky onder meer een aantal 20" banden heeft gemaakt die een rolweerstand hadden die maar 40 tot 50% was in vergelijking met elke andere fietsband. De Rinkowsky radiaal banden hadden een stalen versterking in het rubber gevulcaniseerd, mede waardoor de rolweerstand extreem laag werd. Er staat hier een document online waaruit deze extreem lage rolweerstand blijkt. Uiteraard zal in de praktijk deze extreem lage rolweerstand niet gehaald worden. Wat het effect van het gebruik van Rinkowski banden zou zijn is in Kreuzotter.de, nu niet meer online, te berekenen. Uitgaande van een fietser die 150 Watt trapt rij je in een Quest met brede slicks 39,3 km/u. Zou je dezelfde Quest uitrusten met Rinkowski banden, dan ga je met dezelfde 150 Watt maar liefst 45 km/u. De rolweerstand gaat van Cr 0,00640 naar Cr 0,00384 ofwel 40% lager.
Helaas is deze Oost-Duitse bandenpionier door beperkingen achter het IJzeren Gordijn, in 1986 overleden zonder dat zijn vele vindingen commercieel konden worden benut. Schwalbe is inmiddels begonnen met de productie van - smalle - radiaalbanden.
Terug naar Vredestein. Zien zij wat in mijn idee om een echte velomobiel band te ontwikkelen? Mijn beide gesprekspartners wel. Wel moet de marktpotentie worden bekeken, alleen Nederland is natuurlijk te klein. Met de uitbreiding van de productie van Quest en Mango, de start van de bouw van Questen in de VS en de mogelijkheid deze banden te gaan leveren aan niet-velomobielen als bijv. trikes, moet dit kunnen lukken.
Wij spreken af dat ik een stuk schrijf ter ondersteuning van de aanvraag. Hierin worden de argumenten genoemd en technische specificaties opgesteld. Ik zal een aantal banden leveren die als referentie zullen dienen. Vredestein gaat dit intern bespreken en uiterlijk in oktober zullen zij een besluit nemen. Bij groen licht wordt er een matrijs gemaakt en een eerste proefserie van 50 banden vervaardigd. Een mogelijk eerste productie run zal minimaal 1000 banden omvatten.
Bosch en Peppelman zien er wel brood in. Met die laatste woorden neem ik afscheid en rij met een goed gevoel naar huis.
Overleg met Vredestein over Quest band
Vandaag ga ik naar Enschede om met mensen van Vredestein te overleggen over een nieuw te ontwikkelen 20" band voor de Quest. Ik vind het jammer dat goede voorbanden voor de Quest feitelijk niet meer te koop zijn. Wat vind ik goede voorbanden voor de Quest? Allereerst de Avocet Fasgrip, maar ook de Primo Comet 1.75 is een comfortabele lichtlopende band. Helaas worden deze 42 mm brede banden niet meer gemaakt.
Er zijn meerdere merken met een 35 mm brede band. Deze banden hebben een klein luchtvolume, lopen als gevolg daarvan niet mooi licht en zijn ook niet erg comfortabel. Meerdere merken hebben daarboven wel een 47 mm of een 50 mm, maar die beperken de stuuruitslag in een Quest te veel.
Mijn doel is een slick band te laten ontwikkelen die 42 mm breed is, zeer dunne wangen en een relatief hard loopvlak heeft.
De Avocet Fasgrip gaat 15.000 km mee en is dus heel slijtvast. Dit is wel prettig, maar beperkt de grip bij nat weer.
Wordt vervolgd.
Er zijn meerdere merken met een 35 mm brede band. Deze banden hebben een klein luchtvolume, lopen als gevolg daarvan niet mooi licht en zijn ook niet erg comfortabel. Meerdere merken hebben daarboven wel een 47 mm of een 50 mm, maar die beperken de stuuruitslag in een Quest te veel.
Mijn doel is een slick band te laten ontwikkelen die 42 mm breed is, zeer dunne wangen en een relatief hard loopvlak heeft.
De Avocet Fasgrip gaat 15.000 km mee en is dus heel slijtvast. Dit is wel prettig, maar beperkt de grip bij nat weer.
Wordt vervolgd.
zondag 12 april 2009
Verkennen voor poldertocht 25 april
Kees wil vanochtend een deel van de op 25 april te houden Polders tocht verkennen. Of ik mee wil? Jazeker, alleen moet ik vroeg in de middag thuis zijn om een stukje te varen met de familie.
Het eerste stuk gaat richting Purmerend en Ilpendam. Dan rechtsaf naar Het Twiske. Ik schat een passage langs een paaltje niet goed in en raak van de weg. Dat wordt een stukje cross-country door de blubber van het laag liggende Twiske. Het fietspad is verder heel fraai en zal straks door de deelnemers gewaardeerd worden. Een wegopbreking, belegd met rijplaten hindert de passage enigermate, maar dat zal over drie weken wel opgelost zijn.
We praten even met een tweetal skeelers die bijzonder in de Quest geïnteresseerd zijn. We eten een broodje en gaan door naar de Zaanse Schans. Daar ziet het zwart van de toeristen, veelal van Aziatische komaf. Die hebben allemaal een camera in de hand en switchen razendsnel van mosterdmolen naar Quest, heel vermakelijk. Zelfs Japanners die op een hoge omloop van een molen staan, draaien zich razendsnel om om ons te vereeuwigen. Kees toetert tientallen toeristen aan de kant, ik maak een paar foto's van enkele van de tientallen ons fotograferende toeristen.
Via het mooie Wormer polderlandschap bereiken we een wel heel steile houten brug. Kees stapt uit, ik schakel op het kleinste blad voor en het grootste achter en klim als een berggeit omhoog. Dat gaat prima, omlaag echter moet ik toch de fiets uit omdat er een bijna onneembare bocht is gecreëerd.
Via Neck en Spijkerboor ben ik redelijk op tijd thuis, althans volgens mij. Mijn vrouw belt en heeft een andere visie :).
61 km, totaal nu 1.400 km
Het eerste stuk gaat richting Purmerend en Ilpendam. Dan rechtsaf naar Het Twiske. Ik schat een passage langs een paaltje niet goed in en raak van de weg. Dat wordt een stukje cross-country door de blubber van het laag liggende Twiske. Het fietspad is verder heel fraai en zal straks door de deelnemers gewaardeerd worden. Een wegopbreking, belegd met rijplaten hindert de passage enigermate, maar dat zal over drie weken wel opgelost zijn.
We praten even met een tweetal skeelers die bijzonder in de Quest geïnteresseerd zijn. We eten een broodje en gaan door naar de Zaanse Schans. Daar ziet het zwart van de toeristen, veelal van Aziatische komaf. Die hebben allemaal een camera in de hand en switchen razendsnel van mosterdmolen naar Quest, heel vermakelijk. Zelfs Japanners die op een hoge omloop van een molen staan, draaien zich razendsnel om om ons te vereeuwigen. Kees toetert tientallen toeristen aan de kant, ik maak een paar foto's van enkele van de tientallen ons fotograferende toeristen.
Via het mooie Wormer polderlandschap bereiken we een wel heel steile houten brug. Kees stapt uit, ik schakel op het kleinste blad voor en het grootste achter en klim als een berggeit omhoog. Dat gaat prima, omlaag echter moet ik toch de fiets uit omdat er een bijna onneembare bocht is gecreëerd.
Via Neck en Spijkerboor ben ik redelijk op tijd thuis, althans volgens mij. Mijn vrouw belt en heeft een andere visie :).
61 km, totaal nu 1.400 km
vrijdag 10 april 2009
Rondje Texel
Vandaag rijdt de "Twisker ligfietsclub' zijn eerste lustrum rit naar Texel. Vorig jaar was ik er niet bij door een mogelijk probleem met de achterbrug, nu ben ik wel van de partij. Om kwart voor zeven zie ik Eduard Botter aan de overkant van de Markervaart staan. Hij is om kwart over drie vertrokken uit Wateringen, zeg maar Hoek van Holland. Als mijn dagteller op 0 staat, heeft Eduard er al 110 km op zitten. Samen rijden we naar Heerhugowaard waar een klein smaldeel velomobielen voor Kees van Hattems huis staat. Na de koffie rijden we door het prachtige midden Noord-Holland naar Twisk waar de hele groep zich ten huize van de fam. Leegwater verzamelt.
Ook hier koffie en heerlijke roomsoesjes. Matthijs roept op tot vertrek, de boot in Den Helder wacht niet. Met 13 velomobielen gaan we op weg. Via Middenmeer en de Haukes bereiken we vlot de Waddenzee dijk. Fotograaf John Oud maakt foto's, vrijwel zeker voor het Noord-Hollands Dagblad.
Twee minuten voor elf komen we bij de boot aan. Net op tijd voor de twee minuten later vertrekkende veerboot.
Op de boot maken we kennis met Yvonne, de enige vrouwelijke deelnemer. Zij rijdt op een twee-wielige Baron, maar gezien haar interesse in alles wat Quest heet zie ik haar daar nog wel een keer in rijden.
We rijden het eiland linksom, dat wil zeggen eerst langs de Waddenzee dijk om na de vuurtoren door de duinen van de Noordzeekust weer zuidwaarts te rijden. De wind is de hele weg al in de rug en dat levert heel lui ligfietsen op. Bij 30 km/u met hartslag 85 is toch wel erg met twee vingers in de neus. We houden natuurlijk rekening met Chris, hij is onderweg met de Alleweder van Kees en heeft heel wat minder kilometers in de benen dan de meeste andere deelnemers. 30 km/u met een Alleweder is flink aanpoten.
Kees wil ons graag op de buitenkant van de zeedijk laten rijden, tot .... het hek dicht is. Omkeren en verder nog maar eens proberen. Dat lukt en iedereen geniet van de weidsheid van de Waddenzee. De rode vuurtoren van de Cocksdorp is al van kilometers afstand te zien, met recht een baken.
In het restaurant bij de vuurtoren gaat de voortreffelijke appelgebak er goed in, hartelijk dank Matthijs en Nico. Na nog een tweede kop koffie stelt de groep zich op voor een foto met de vuurtoren op de achtergrond. Ik geef mijn camera aan een aardige meneer, zo sta ik er zelf ook een keer op.
Het wordt warmer en warmer, ondanks de nu voelbare tegenwind. Daarom gaat de lange broek voor het eerst dit jaar uit en komen de witte melkflessen in beeld. Het tempo daalt nu behoorlijk en we hebben alle tijd om de vele fietsers rustig te passeren. Ik wacht in Den Hoorn op een paar achterblijvers. Er komt geen sterveling en een inwoonster wijst me erop dat een aantal collega's door het dorp zijn gereden en al lang uit beeld zijn. Het gas er dus even op en snel ben ik bij de veerhaven.
Er is ijs voor alle 14 fietsers, natuurlijk ook voor Yvonne. Die is echter met de Quest van Kees aan het proefrijden en als ze terugkomt is het ijsje wel heel vloeibaar geworden. Yvonne vindt het heerlijk en zit helemaal onder het ijs. Ik haal maar een emmertje sop en iedereen die dat wil kan de handen afspoelen.
Op de boot zie ik dat het schip 23 km/u vaart, best hard.
Om half vijf staan we weer op het vaste land. Omdat Eduard nog naar Wateringen wil fietsen, gaat hij langs het Noord-Hollands kanaal richting Alkmaar. 'Of ik mee wil' vraagt Eduard, wetend dat ik de weg hier goed ken. Prima, dan kan er ook stevig doorgereden worden. Sebastiaan Talsma, ook een notoire doorrijder, voegt zich bij ons. We nemen afscheid van de groep en tegen de stevige wind in rijden we met 35 tot 38 km/u langs het kanaal. 'Gaat het niet te hard Eduard?' 'Nee hoor Wim, er mag nog wel een tandje bij'. Door Alkmaar bereiken we wederom het Noord-Hollands kanaal, nu aan de oostkant.
Sebastiaan slaat linksaf richting Driehuizen, Eduard en ik gaan door naar De Woude. Dat tandje erbij krijgt Eduard en met 42 km/u bereiken we al om tien voor zes, in één uur een twintig minuten, De Woude.
Eduard wil graag doorrijden en nadat ik hem nog wat uitleg over de route naar pont Buitenhuis heb gegeven, gaat ie de laatste 110 van de totaal 400 km vandaag, volmaken.
Een schitterende fietsdag met schitterend weer is ten einde.
Een uitgebreide fotoserie staat op:
http://picasaweb.google.com/wimschermer/RondjeTexel1042009?feat=directlink
190 km.
PS. De foto's van John Oud zijn inderdaad in het Noord-Hollands gepubliceerd. Onze pontbaas Dirk zal me de krant bezorgen.
Ook hier koffie en heerlijke roomsoesjes. Matthijs roept op tot vertrek, de boot in Den Helder wacht niet. Met 13 velomobielen gaan we op weg. Via Middenmeer en de Haukes bereiken we vlot de Waddenzee dijk. Fotograaf John Oud maakt foto's, vrijwel zeker voor het Noord-Hollands Dagblad.
Twee minuten voor elf komen we bij de boot aan. Net op tijd voor de twee minuten later vertrekkende veerboot.
Op de boot maken we kennis met Yvonne, de enige vrouwelijke deelnemer. Zij rijdt op een twee-wielige Baron, maar gezien haar interesse in alles wat Quest heet zie ik haar daar nog wel een keer in rijden.
We rijden het eiland linksom, dat wil zeggen eerst langs de Waddenzee dijk om na de vuurtoren door de duinen van de Noordzeekust weer zuidwaarts te rijden. De wind is de hele weg al in de rug en dat levert heel lui ligfietsen op. Bij 30 km/u met hartslag 85 is toch wel erg met twee vingers in de neus. We houden natuurlijk rekening met Chris, hij is onderweg met de Alleweder van Kees en heeft heel wat minder kilometers in de benen dan de meeste andere deelnemers. 30 km/u met een Alleweder is flink aanpoten.
Kees wil ons graag op de buitenkant van de zeedijk laten rijden, tot .... het hek dicht is. Omkeren en verder nog maar eens proberen. Dat lukt en iedereen geniet van de weidsheid van de Waddenzee. De rode vuurtoren van de Cocksdorp is al van kilometers afstand te zien, met recht een baken.
In het restaurant bij de vuurtoren gaat de voortreffelijke appelgebak er goed in, hartelijk dank Matthijs en Nico. Na nog een tweede kop koffie stelt de groep zich op voor een foto met de vuurtoren op de achtergrond. Ik geef mijn camera aan een aardige meneer, zo sta ik er zelf ook een keer op.
Het wordt warmer en warmer, ondanks de nu voelbare tegenwind. Daarom gaat de lange broek voor het eerst dit jaar uit en komen de witte melkflessen in beeld. Het tempo daalt nu behoorlijk en we hebben alle tijd om de vele fietsers rustig te passeren. Ik wacht in Den Hoorn op een paar achterblijvers. Er komt geen sterveling en een inwoonster wijst me erop dat een aantal collega's door het dorp zijn gereden en al lang uit beeld zijn. Het gas er dus even op en snel ben ik bij de veerhaven.
Er is ijs voor alle 14 fietsers, natuurlijk ook voor Yvonne. Die is echter met de Quest van Kees aan het proefrijden en als ze terugkomt is het ijsje wel heel vloeibaar geworden. Yvonne vindt het heerlijk en zit helemaal onder het ijs. Ik haal maar een emmertje sop en iedereen die dat wil kan de handen afspoelen.
Op de boot zie ik dat het schip 23 km/u vaart, best hard.
Om half vijf staan we weer op het vaste land. Omdat Eduard nog naar Wateringen wil fietsen, gaat hij langs het Noord-Hollands kanaal richting Alkmaar. 'Of ik mee wil' vraagt Eduard, wetend dat ik de weg hier goed ken. Prima, dan kan er ook stevig doorgereden worden. Sebastiaan Talsma, ook een notoire doorrijder, voegt zich bij ons. We nemen afscheid van de groep en tegen de stevige wind in rijden we met 35 tot 38 km/u langs het kanaal. 'Gaat het niet te hard Eduard?' 'Nee hoor Wim, er mag nog wel een tandje bij'. Door Alkmaar bereiken we wederom het Noord-Hollands kanaal, nu aan de oostkant.
Sebastiaan slaat linksaf richting Driehuizen, Eduard en ik gaan door naar De Woude. Dat tandje erbij krijgt Eduard en met 42 km/u bereiken we al om tien voor zes, in één uur een twintig minuten, De Woude.
Eduard wil graag doorrijden en nadat ik hem nog wat uitleg over de route naar pont Buitenhuis heb gegeven, gaat ie de laatste 110 van de totaal 400 km vandaag, volmaken.
Een schitterende fietsdag met schitterend weer is ten einde.
Een uitgebreide fotoserie staat op:
http://picasaweb.google.com/wimschermer/RondjeTexel1042009?feat=directlink
190 km.
PS. De foto's van John Oud zijn inderdaad in het Noord-Hollands gepubliceerd. Onze pontbaas Dirk zal me de krant bezorgen.
dinsdag 7 april 2009
Rondje Schermer, SPD schoenplaatjes en sloep
Vanmorgen is Kees even bij ons. Normaal zou ik met hem een stuk gaan fietsen. Nu even niet, er moet thuis een en ander gebeuren. Nu Marian een versleten heup blijkt te hebben komen er wat meer huishoudelijke taken mijn kant op.
Toch rij ik in de namiddag een rondje Schermer. Het is 12 gr. C en het waait Bft 4 uit het zuidwesten. Volgens buienradar.nl moet ik net tussen de buien door kunnen laveren.
Voor ik vertrek zet ik nieuwe SPD plaatjes onder mijn SIDI schoenen. De huidige exemplaren klikken nog wel in, maar dat gaat steeds moeizamer. Dit is een gevolg van de slijtage van de plaatjes. De schuine kant van de plaatjes dat het inklik mechanisme van de pedaal tijdens het inklikken verplaatst, is bijna vlakgesleten. Het inklikken moet met steeds meer kracht gebeuren, niet comfortabel. Op de foto is de slijtage van het rechter plaatje heel goed te zien.
De nieuwe plaatjes, links op de foto, brengen het inklik comfort weer op het goede niveau.
Tijdens het rijden valt me sterk op dat de natuur ver achter loopt. Normaal komt het riet al omhoog, nu nog helemaal niet. Daarom zie je overal watervogels bezig met hun nest, nu nog even zonder enige beschutting of camouflage.
Wel staan er langs de oever van de Schermer ringvaart hier en daar mooie boterbloemen, een paar plaatjes waard. De foto's zijn niet Bas Dekker waardig, kan met deze wind ook niet, maar wel aardig.
NB. Volgens Jan Baan uit Oostwoud zijn het geen boterbloemen, maar winterakonieten. Jan bedankt voor de tip.
Er is een 'bedreiging' voor het fietsen in huize Schermer bijgekomen, een heuse sloep. Met enkele mooie eigen steigers voor de deur is het wel heel fijn om met een eigen sloep te kunnen varen. Marian zal niet gauw meefietsen, meevaren kan ze nu wel en dat is prachtig. Het is een Antaris 630 lounge sloep geworden.
Toch rij ik in de namiddag een rondje Schermer. Het is 12 gr. C en het waait Bft 4 uit het zuidwesten. Volgens buienradar.nl moet ik net tussen de buien door kunnen laveren.
Voor ik vertrek zet ik nieuwe SPD plaatjes onder mijn SIDI schoenen. De huidige exemplaren klikken nog wel in, maar dat gaat steeds moeizamer. Dit is een gevolg van de slijtage van de plaatjes. De schuine kant van de plaatjes dat het inklik mechanisme van de pedaal tijdens het inklikken verplaatst, is bijna vlakgesleten. Het inklikken moet met steeds meer kracht gebeuren, niet comfortabel. Op de foto is de slijtage van het rechter plaatje heel goed te zien.
De nieuwe plaatjes, links op de foto, brengen het inklik comfort weer op het goede niveau.
Tijdens het rijden valt me sterk op dat de natuur ver achter loopt. Normaal komt het riet al omhoog, nu nog helemaal niet. Daarom zie je overal watervogels bezig met hun nest, nu nog even zonder enige beschutting of camouflage.
Wel staan er langs de oever van de Schermer ringvaart hier en daar mooie boterbloemen, een paar plaatjes waard. De foto's zijn niet Bas Dekker waardig, kan met deze wind ook niet, maar wel aardig.
NB. Volgens Jan Baan uit Oostwoud zijn het geen boterbloemen, maar winterakonieten. Jan bedankt voor de tip.
Er is een 'bedreiging' voor het fietsen in huize Schermer bijgekomen, een heuse sloep. Met enkele mooie eigen steigers voor de deur is het wel heel fijn om met een eigen sloep te kunnen varen. Marian zal niet gauw meefietsen, meevaren kan ze nu wel en dat is prachtig. Het is een Antaris 630 lounge sloep geworden.
vrijdag 3 april 2009
Duin en strandwalroute
Vanmiddag moet ik voor 15.00 uur een boodschap doen. Kees komt langs om zogenaamde Poolse koeken te bezorgen. Poolse koeken zijn calorieën bommen die Marian, Kees' vrouw, bakt als noodrantsoen voor onderweg. Ingeseald blijft de heerlijke koek maanden goed. De koeken bewaar ik in een grote kunststof doos in de garage. Tot .... ik in de gaten krijg dat de koek als vanzelf verdwijnt. Wat blijkt, mijn vrouw Marian, vindt ze ook heerlijk.
We rijden via Wormerveer naar Castricum. Het is kostelijk weer, 18 gr. C., onbewolkt en bijna geen wind. Als de brug over de Knollendammervaart open staat trek ik mijn shirt met lange mouwen uit en voor het eerst kan het hemd met korte mouwen aan. Daar doe ik het voor.
In Castricum moet ik een paar adressen bezoeken en kom wel heel veel bekenden tegen. Nu vallen wij met twee Questen nogal op, maar vanmiddag is het prime-time. Het ritje door de duinen gisteren is ons goed bevallen. Wij scoren ieder een jaarkaart bij Landschap Noord-Holland voor het bezoeken van de Kennemer duinen en gaan meteen weer een stukje die kant op. Langs Kijk-uit fietsen we naar het zweefvliegterrein. Plotseling dringt een vreselijke stank onze neusgaten binnen, onmiskenbaar van aalscholvers. Even kijken in de vogelobservatie hut het 'Boetje van onze Kees'. Dat zal wel een andere Kees zijn dan onze Kees van Hattem.
De aalscholvers vliegen af en aan terwijl er ook een groot aantal op het nest zitten. Aalscholvers nestelen bij voorkeur in bomen, maar doordat hun uitwerpselen zo zuur zijn gaan die bomen dood en moeten ze uiteindelijk op de grond nestelen. Op een tweetal kleine eilandjes lukt dit prima.
Even later rijdt Kees lek. De Avocet is al heel dun en de lucht ontsnapt sissend. De band is behoorlijk beschadigd en kan de vuilcontainer in. Weer ontmoet ik een oud-buurjongen, heel leuk. Ook komt een echtpaar langs dat ons vraagt of wij gisteren op de Hondsbossche zeewering reden. Ja inderdaad, dat waren wij ook.
Kees rijdt voorop en rijdt via 'Keulen en Aken'. Ik vraag wat ie aan het doen is. 'We rijden de Duin en strandwalroute en die komt bij de pont in Akersloot uit, Wim'. Goed Kees, met dit weer kan het fietsen niet lang genoeg duren.
50 km
We rijden via Wormerveer naar Castricum. Het is kostelijk weer, 18 gr. C., onbewolkt en bijna geen wind. Als de brug over de Knollendammervaart open staat trek ik mijn shirt met lange mouwen uit en voor het eerst kan het hemd met korte mouwen aan. Daar doe ik het voor.
In Castricum moet ik een paar adressen bezoeken en kom wel heel veel bekenden tegen. Nu vallen wij met twee Questen nogal op, maar vanmiddag is het prime-time. Het ritje door de duinen gisteren is ons goed bevallen. Wij scoren ieder een jaarkaart bij Landschap Noord-Holland voor het bezoeken van de Kennemer duinen en gaan meteen weer een stukje die kant op. Langs Kijk-uit fietsen we naar het zweefvliegterrein. Plotseling dringt een vreselijke stank onze neusgaten binnen, onmiskenbaar van aalscholvers. Even kijken in de vogelobservatie hut het 'Boetje van onze Kees'. Dat zal wel een andere Kees zijn dan onze Kees van Hattem.
De aalscholvers vliegen af en aan terwijl er ook een groot aantal op het nest zitten. Aalscholvers nestelen bij voorkeur in bomen, maar doordat hun uitwerpselen zo zuur zijn gaan die bomen dood en moeten ze uiteindelijk op de grond nestelen. Op een tweetal kleine eilandjes lukt dit prima.
Even later rijdt Kees lek. De Avocet is al heel dun en de lucht ontsnapt sissend. De band is behoorlijk beschadigd en kan de vuilcontainer in. Weer ontmoet ik een oud-buurjongen, heel leuk. Ook komt een echtpaar langs dat ons vraagt of wij gisteren op de Hondsbossche zeewering reden. Ja inderdaad, dat waren wij ook.
Kees rijdt voorop en rijdt via 'Keulen en Aken'. Ik vraag wat ie aan het doen is. 'We rijden de Duin en strandwalroute en die komt bij de pont in Akersloot uit, Wim'. Goed Kees, met dit weer kan het fietsen niet lang genoeg duren.
50 km
donderdag 2 april 2009
Rondje Noord-Hollandse duinen
De pont is vanmorgen in onderhoud dus heb ik de keus de Quest zelf over te roeien of vroeg het bed uit en de Quest voordat het onderhoud begint aan de overkant van de Markervaart te parkeren. Ik kies voor het laatste. Het is met 6 gr. C. nog behoorlijk fris. Het zal vandaag 18 gr. C. worden, maar de korte broek blijft nog wel thuis. De wind is stevig met Bft 4 uit het noordoosten. Kees en ik spreken af bij het pontje in Akersloot. Voor de wind rijdt het heerlijk naar de duinen van Bakkum aan Zee. Een toegangskaarten automaat vinden we niet, dus dan maar in overtreding het duingebied in.
We zien geen man in een groen pak, wel Schotse hooglanders. Eén dier rent achter Kees aan en ik rij achter het fors gehoornde rund aan. Het mooie dier heeft geen kwaad in de zin en laat me rustig passeren.
Bij de kaarten automaat spreken we twee dames. Dat wordt natuurlijk een zeer geanimeerd gesprek :). Wij komen zelfs op een dermate goede voet dat de leeftijden ter sprake komen. Nou, de dames schatten ons goed in. Ze vinden Kees wat jonger. Ik zet mijn pet af, maar mijn haardos maakt kennelijk onvoldoende indruk. 'U bent wel 60 hé'.
Direct nadat wij bij gasterij Het Woud de duinen zijn ingereden, stuiten we op een aantal Konikpaarden. Leuk voor een plaatje. Door de mooie duinen bereiken we al snel Bergen aan Zee. De eigenaar van deze duinen is Staatsbosbeheer. Nu geen stenen verharding meer, schelpen en nog eens schelpen is het parool. Eén keer maakt de Quest een uitstapje naar rechts. De Perfect Moiree 54 doet het hier prima en soms dalen we af met snelheden van tegen de 40 km/u.
Ik heb de doorbraak van de duinen, de Kerf genaamd, ten noorden van Bergen aan zee nog nooit gezien. Kees past op de fietsen, even later snap ik waarom, het is nog een hele klim naar het uitkijkpunt :).
Bij Hargen aan Zee willen we koffie drinken, kansloos, de tent is nog gesloten. We besluiten over de Hondsbossche zeewering te rijden. Op de zeedijk staat de grote 'wesp', een onderzoek voertuig van Rijkswaterstaat waar we moeiteloos onder door rijden.
We klimmen de dijk over en passeren het Reactor centrum bij Petten.
Plotseling lijkt het of de weg ophoudt. Met een flinke gang rij ik over een korte heuvel en zie daarna niks meer. De weg maakt een bijna haakse bocht en met kunst- en vliegwerk voorkom ik dat de Quest een duinwandeling gaat maken.
We drinken koffie met appelgebak vlakbij Callantsoog. We zijn nu noordelijk genoeg en slaan rechtsaf richting Noord-Hollands kanaal.
De bollenvelden beginnen al wel wat te kleuren, maar de echt uitbundige kleurenpracht zal pas over een paar weken te zien zijn. Wij hebben de stevige wind nu schuin achter en dat fietst wel heel prettig. Door de Geestermerambacht koersen we op Heerhugowaard aan. Daar ontmoet ik voor het eerst Chris op het opleidingsinstituut waar ook Matthijs Leegwater werkt.
Chris heeft heel goede herinneringen aan de jazz avonden die hij 25 jaar geleden op ons eiland meemaakte.
Ik drink thee bij Kees en Marian thuis waar Sebastiaan Talsma ook nog even langskomt. We praten nog even na over de afloop van de niet doorgegane koop van de Quest van Pierre Wichers.
Pierre heeft na enige aandrang de toegezegde betaling alsnog gedaan, reden waarom ik mijn relaas op deze weblog heb verwijderd.
De laatste 17 km naar De Woude gaan met 44 tot 48 km per uur, doordat de wind schuin van achter komt hoef ik me niet eens uit te sloven. De hartslagmeter piekt op 122.
Na 102 kilometer sta ik voldaan weer op het eiland.
We zien geen man in een groen pak, wel Schotse hooglanders. Eén dier rent achter Kees aan en ik rij achter het fors gehoornde rund aan. Het mooie dier heeft geen kwaad in de zin en laat me rustig passeren.
Bij de kaarten automaat spreken we twee dames. Dat wordt natuurlijk een zeer geanimeerd gesprek :). Wij komen zelfs op een dermate goede voet dat de leeftijden ter sprake komen. Nou, de dames schatten ons goed in. Ze vinden Kees wat jonger. Ik zet mijn pet af, maar mijn haardos maakt kennelijk onvoldoende indruk. 'U bent wel 60 hé'.
Direct nadat wij bij gasterij Het Woud de duinen zijn ingereden, stuiten we op een aantal Konikpaarden. Leuk voor een plaatje. Door de mooie duinen bereiken we al snel Bergen aan Zee. De eigenaar van deze duinen is Staatsbosbeheer. Nu geen stenen verharding meer, schelpen en nog eens schelpen is het parool. Eén keer maakt de Quest een uitstapje naar rechts. De Perfect Moiree 54 doet het hier prima en soms dalen we af met snelheden van tegen de 40 km/u.
Ik heb de doorbraak van de duinen, de Kerf genaamd, ten noorden van Bergen aan zee nog nooit gezien. Kees past op de fietsen, even later snap ik waarom, het is nog een hele klim naar het uitkijkpunt :).
Bij Hargen aan Zee willen we koffie drinken, kansloos, de tent is nog gesloten. We besluiten over de Hondsbossche zeewering te rijden. Op de zeedijk staat de grote 'wesp', een onderzoek voertuig van Rijkswaterstaat waar we moeiteloos onder door rijden.
We klimmen de dijk over en passeren het Reactor centrum bij Petten.
Plotseling lijkt het of de weg ophoudt. Met een flinke gang rij ik over een korte heuvel en zie daarna niks meer. De weg maakt een bijna haakse bocht en met kunst- en vliegwerk voorkom ik dat de Quest een duinwandeling gaat maken.
We drinken koffie met appelgebak vlakbij Callantsoog. We zijn nu noordelijk genoeg en slaan rechtsaf richting Noord-Hollands kanaal.
De bollenvelden beginnen al wel wat te kleuren, maar de echt uitbundige kleurenpracht zal pas over een paar weken te zien zijn. Wij hebben de stevige wind nu schuin achter en dat fietst wel heel prettig. Door de Geestermerambacht koersen we op Heerhugowaard aan. Daar ontmoet ik voor het eerst Chris op het opleidingsinstituut waar ook Matthijs Leegwater werkt.
Chris heeft heel goede herinneringen aan de jazz avonden die hij 25 jaar geleden op ons eiland meemaakte.
Ik drink thee bij Kees en Marian thuis waar Sebastiaan Talsma ook nog even langskomt. We praten nog even na over de afloop van de niet doorgegane koop van de Quest van Pierre Wichers.
Pierre heeft na enige aandrang de toegezegde betaling alsnog gedaan, reden waarom ik mijn relaas op deze weblog heb verwijderd.
De laatste 17 km naar De Woude gaan met 44 tot 48 km per uur, doordat de wind schuin van achter komt hoef ik me niet eens uit te sloven. De hartslagmeter piekt op 122.
Na 102 kilometer sta ik voldaan weer op het eiland.
Abonneren op:
Posts (Atom)