De Quest heb ik verder geprepareerd met een aangepaste Risse Astro 5 schokbreker. De demper zelf is niks aan veranderd, wel heb ik de draadeinden een stuk afgezaagd om de fiets aan de achterkant lager te krijgen. Dit verkleint het frontaal oppervlak iets en de bodem van de Quest blijft vlakker. De demper pomp ik met 7 bar ruim 2 bar harder op dan normaal. De vering en demping worden uiteraard veel stugger, maar de Super Moto vangt oneffenheden in het wegdek aanvullend goed op.
Maar Cees, tsja ... dat is wel een dilemma. Cees hou ik al een aantal jaren in wedstrijden net achter me, maar als ik hem van de snelste racekap voorzie, kan dat zomaar veranderen. Zelf rij ik vandaag met de nieuw ontwikkelde racekap in stemmig naturel carbon.
Mijn superlichte kap met Nacaduct heb ik wel mee. Cees rijdt ook met de nieuwste versie van de wielstroomlijnkappen van Jan van Steeg. Dat wordt spannend. Nou Cees, vooruit dan maar :)
Vorig jaar viel ik uit met een lekke band. Op basis van die slechte tijd moet ik nu als tweede starten.
Eerst maar eens een stukje proefrijden met alle stroomlijnkappen erop. Ondanks dat ik ze minutieus heb aangebracht, loopt het linkervoorwiel aan. Hoe is dat nu mogelijk? Ik heb nog ruim een kwartier voor de start en als ik uit de fiets ben loopt alles riant vrij. Jules Boetekees denkt dat de band bij het inveren tegen de stroomlijnkap aanloopt. Met de schaar knip ik wat van de stroomlijnkap af en is het aanlopen verholpen.
Voor mij start een tweewielige ligfietser. Om één over één mag ik van start. De wind komt van links en is met Bft 2 tot 3 zwak. De eerste ligfietser heb ik binnen een minuut al gepasseerd en dan ... ben ik helemaal alleen. Ik accelereer geleidelijk tot 60 km/u en zie dat mijn hartslag op 150 slagen per minuut staat. Meteen volgas kan niet, ik heb niet goed kunnen inrijden. Na twee minuten stabiliseert de snelheid zich tussen 61 en 62 km/u. Alleen tegen verhogingen komt de snelheid nog daaronder.
De eerste 14,5 kilometer is binnen 15 minuten afgelegd. Op het keerpunt wordt ik door een vriendelijke toeschouwer omgezet. Na het keerpunt zie ik de concurrenten nog op een behoorlijke afstand. Dat geeft de burger moed. Nu komt de wind iets voorlijker in en dat remt toch wat af.
Nu kan ik steeds 58 tot 59 km/u vasthouden. Sporadisch zie ik nog 60 km/u op de teller verschijnen.
Iets over de helft van de terugweg komt Jeroen Koeleman met zijn snelle tweewielige stroomlijn voorbij. Tot aan de finish komt er geen andere deelnemer langszij.
Bij de finish zie ik dat Ymte heeft gewonnen, Jeroen tweede is, Cees Roozendaal derde en ik vierde.
Dat Cees me te snel af is verbaast me. Een snelle racekap scheelt misschien 1 tot 1,5 km/u in vergelijking met zijn deelbare hogere toerkap.
Als ik even later weer op het uitslagenscherm kijk blijken de resultaten te zijn gecorrigeerd.
Cees is vierde geworden. Hij heeft 56,1 km/u gereden en is dus vlak achter me geëindigd. Cees is enthousiast over mijn racekap en zegt dat ie zijn huidige kap te koop zal aanbieden.
Eduard Botter, normaal gesproken een geduchte tegenstander, had een aflopende ketting en gaf op.
Swanette Tempelman, rijdend in de snelle Strada DF, had haar dag niet en werd laatste velomobielrijder. Ze rijdt dan altijd nog 51 km/u, een snelheid waarmee je 8 jaar geleden nog op het podium zou staan.
Tevreden rij ik huiswaarts. De oudjes doen het nog goed :)
Met dank aan Ronald Timmer voor de foto tijdens de rit.
Ook dank aan Jules Boetekees voor de beeldvullende foto tijdens de rit en de groepsfoto voor de start.