Zoals bekend gebruik ik graag de Garmin Oregon 400T GPS. De huidige systeem software versie is 3.30. Ondanks dat er een groot aantal verbeteringen in het afgelopen jaar zijn doorgevoerd, is één onderdeel achtergebleven. Het betreft hier de vertaling van de Engelse schermteksten. Hoewel veel teksten redelijk zijn vertaald, zijn veel onderdelen nog in het Engels. Zo kun je kaarten nog steeds niet 'inschakelen' of 'uitschakelen', maar moet je ze 'enablen' of disablen'. Dat is raar, maar gelukkig is daar een oplossing voor. Op http://garminoregon.wikispaces.com/OpenGTT kun je een taalbestand, in dit geval 'dutch.gtt' downloaden dat aan al die taalproblemen een eind maakt.
Al zoekende op het internet naar kaarten voor Ierland kom ik op de site:http://sites.google.com/site/talkytoasteruk/ukmaps.
Hier blijkt een prachtige gratis -OSM- kaart te downloaden die niet alleen routeerbaar is, maar ook voorzien is van hoogtelijnen. Het voordeel is duidelijk, je weet voor en tijdens de rit precies welke hoogten je voor je kiezen krijgt. Let wel goed op de aanwijzingen voor het gebruik van de kaart. Je moet namelijk deze kaart installeren die dezelfde naam heeft als een al in Oregon aanwezig bestand. Je zult een back-up moeten maken van de kaart die je verwijdert, in dit geval een iets gedetailleerdere kaart van Ierland zonder hoogteprofiel.
NB. Nu blijkt dat de kaart die ik uit de Oregon verwijderd heb, dezelfde kaart van Ierland is die ik er nu ook in heb. Echter, de kaart die nu weg is bevat ook de kaart van Engeland. Die moet er eigenlijk wel in blijven. Daarom een experiment. Als ik deze kaart er nu domweg bij zet met een iets andere naam? De kaart die er al in zit heet: GMAPSUPP.img. Ik noem de extra kaart GMAPSUPP1.img en zet hem op dezelfde plek in de map Garmin in de Oregon. En zie daar, het werkt. Ik heb nu alle kaarten die ik wil en kan blijkbaar straffeloos nog meer kaarten plaatsen, uiteraard tot de opslagruimte vol is. De opslagruimte in de Garmin Oregon 400T is volgens de fabrikant 850 Mb groot. Dat blijkt gelukkig niet te kloppen, de werkelijke grootte is maar liefst 4 Gb.
Eerder al bleek dat de hoogtelijnen kaart ook over andere kaarten kunnen worden geprojecteerd, uiteraard alleen als het over hetzelfde gebied gaat.
woensdag 25 november 2009
dinsdag 24 november 2009
In regen en wind naar Oostwoud
Vanmorgen staan plotseling, in de regen, Jan Geel en Kees van Hattem voor de deur. Ze hebben elkaar toevallig bij het viaduct over het Noord-Hollands kanaal bij West-Graftdijk ontmoet en dan is De Woude natuurlijk dichtbij. Jan is altijd sterk geïnteresseerd in techniek en wil alles weten over de warmtepomp.
Ik weet dat het straks ophoudt met regenen en dus heb ik wel zin in een eindje fietsen. Bij vertrek regent het nog licht en ik zet de plu er maar bij op. Kees en Jan rijden tussen 30 en 33 km per uur tegen de al aantrekkende wind in. Dat betekent voor mij stevig doorfietsen. Eén ding staat vast, onder de plu blijft het droog. Even later is het droog en kan de plu onderdeks.
We rijden langs de Westdijk van de Schermer om vervolgens zuidelijk van Heerhugowaard de Slingerdijk op te draaien. De wind in de rug maakt dat we makkelijk 36 km/u per uur kunnen rijden. Wij besluiten Jan naar huis te begeleiden en met de steeds hardere wind gaat dat met snelheden tot 42 km/u fluitend.
We zijn dan ook in no-time in Oostwoud waar Annie Geel ons voorziet van koffie en stroopwafels. Hebben we ook wel nodig, de wind is nu Bft 6 geworden en terug zal het een stuk harder werken worden. Dat blijkt geen loze frase, de wind doet de Quest soms flink schudden. Recht of bijna recht tegen wind rijden we rond 30 km/u. De wind buldert om mijn hoofd, stom dat ik het onvolprezen nieuwe ruitje van Eduard nog niet heb geplaatst. Ik realiseer me zelfs niet dat ik de eerdere versie van het ruitje gewoon onderin de fiets heb liggen, niet zo slim dus.
Als de wind dwars inkomt moet er soms flink opgestuurd worden. Dat is best tricky op plaatsen waar vochtige klei op de weg ligt. Vòòr zijn nu rechts een Primo Comet en links een Avocet gemonteerd, voor deze omstandigheden geen optimale configuratie.
Op de Oostdijk komt de wind vrijwel dwars in en dat vereist attent sturen. Kees slaat af naar Heerhugowaard en ik mag alleen de laatste 20 km tegen de wind opboksen. Veel auto's passeren rakelings en dat voelt niet prettig. Ik ben dan ook blij als ik het fietspad langs de Noordervaart kan opdraaien.
Het is al bijna donker als ik na 94 km de pont oprij.
Ik weet dat het straks ophoudt met regenen en dus heb ik wel zin in een eindje fietsen. Bij vertrek regent het nog licht en ik zet de plu er maar bij op. Kees en Jan rijden tussen 30 en 33 km per uur tegen de al aantrekkende wind in. Dat betekent voor mij stevig doorfietsen. Eén ding staat vast, onder de plu blijft het droog. Even later is het droog en kan de plu onderdeks.
We rijden langs de Westdijk van de Schermer om vervolgens zuidelijk van Heerhugowaard de Slingerdijk op te draaien. De wind in de rug maakt dat we makkelijk 36 km/u per uur kunnen rijden. Wij besluiten Jan naar huis te begeleiden en met de steeds hardere wind gaat dat met snelheden tot 42 km/u fluitend.
We zijn dan ook in no-time in Oostwoud waar Annie Geel ons voorziet van koffie en stroopwafels. Hebben we ook wel nodig, de wind is nu Bft 6 geworden en terug zal het een stuk harder werken worden. Dat blijkt geen loze frase, de wind doet de Quest soms flink schudden. Recht of bijna recht tegen wind rijden we rond 30 km/u. De wind buldert om mijn hoofd, stom dat ik het onvolprezen nieuwe ruitje van Eduard nog niet heb geplaatst. Ik realiseer me zelfs niet dat ik de eerdere versie van het ruitje gewoon onderin de fiets heb liggen, niet zo slim dus.
Als de wind dwars inkomt moet er soms flink opgestuurd worden. Dat is best tricky op plaatsen waar vochtige klei op de weg ligt. Vòòr zijn nu rechts een Primo Comet en links een Avocet gemonteerd, voor deze omstandigheden geen optimale configuratie.
Op de Oostdijk komt de wind vrijwel dwars in en dat vereist attent sturen. Kees slaat af naar Heerhugowaard en ik mag alleen de laatste 20 km tegen de wind opboksen. Veel auto's passeren rakelings en dat voelt niet prettig. Ik ben dan ook blij als ik het fietspad langs de Noordervaart kan opdraaien.
Het is al bijna donker als ik na 94 km de pont oprij.
zondag 22 november 2009
Hoogteprofielen route in Engeland en Ierland
Enkele lezers van mijn blog waarschuwen me goed rekening te houden met veel klimmen en dalen. Nu ben ik er wel een beetje mee vertrouwd, op de rit naar Giessen kregen we ook de nodige hellingen voor de kiezen. Maarten Sneep biedt aan het in Google Earth ontbrekende hoogteprofiel alsnog te berekenen.
Maarten schrijft:
Het duiveltje schuilt in de details. Ik heb elke 50 meter een routepunt laten uitrekenen tussen de opgegeven routepunten, en de daarbij behorende hoogte opgezocht. Dat geef een kleine 7000 punten op Newcastle - Stranreaer, en ruim 38000 voor het rondje, eh, de ronde. Vervolgens een grafiek gemaakt van de hoogte tegen de afstand. Let op: de horizontale schaal verschilt vrij sterk, dit kan de perceptie nogal beïnvloeden.
Maarten schrijft:
Het duiveltje schuilt in de details. Ik heb elke 50 meter een routepunt laten uitrekenen tussen de opgegeven routepunten, en de daarbij behorende hoogte opgezocht. Dat geef een kleine 7000 punten op Newcastle - Stranreaer, en ruim 38000 voor het rondje, eh, de ronde. Vervolgens een grafiek gemaakt van de hoogte tegen de afstand. Let op: de horizontale schaal verschilt vrij sterk, dit kan de perceptie nogal beïnvloeden.
Routeplanning en Google in Ierland
Ten behoeve van de voorbereiding van de reis naar Ierland heb ik het boekje 'De Groene Ronde van Ierland' gekocht. De auteur is Paul Benjaminse. In dit boekje staan 61 detailkaartjes van de ronde beginnend in Belfast, dan naar Sligo, Westport, Galway, Tralee en Cork om tenslotte in Dublin te eindigen. Geen complete ronde dus. Op de site van de auteur staat een verwijzing naar enkele GPX tracks van een klein deel van de route. Als je het boekje koopt krijg je van de auteur de rest van de tracks, althans, dat belooft ie. Nadat het boekje in huis is neem ik contact met hem op. Nu blijkt dat er verder geen tracks beschikbaar zijn.... Paul Benjaminse snapt dat wat ie belooft niet wordt waargemaakt en zegt toe, als ie daar een keer tijd voor kan vrijmaken, aan het digitaliseren te slaan.
Uit reacties van fietsers die de ronde hebben gefietst blijkt dat er, onvermijdelijk, een aantal fouten in het boekje staan. Wat nog hinderlijker is dat sommige route aanduidingen in Ierland domweg niet meer aanwezig zijn of in de verkeerde richting wijzen. Verschillende fietsers rijden tientallen kilometers verkeerd en dat levert gedoe op. Reden waarom ik de hele route als track in de GPS wil hebben.
Op zoek dan maar naar tracks uit andere bronnen. Die blijken er nauwelijks te zijn. Veel fietsers rijden nog gewoon met de kaart, een behoudend volkje.
Goede raad is duur, dan maar zelf aan de slag. In Google Earth kun je een zogenaamd pad maken. Met de toetscombinatie cmd -i open je een venster en kun je de route een naam geven. Als dat venster er staat kun je de eerste routepunten op de kaart klikken. Ben je klaar, dan bewaar je de route als .kml bestand. Met de onvolprezen 'Whereabouts' van Maarten Sneep kun je .kml bestanden omzetten naar GPX bestanden. Deze GPX bestanden kun je in je GPS laden en fietsen maar.
Het digitaliseren van Ierland is soms moeilijk. Grote delen van Ierland zijn in een heel grove resolutie gekarteerd. Je kunt wegen en dorpen niet of nauwelijks waarnemen. Wel kun je zover inzoomen dat er een globaal wegen stelsel in beeld komt.
Het digitaliseren verloopt prima tot ..... ongeveer 5000 routepunten. Dan heeft Google Earth er geen zin meer in. De routelijn verdwijnt eerst en even later ook de routepunten. Google stoppen en opnieuw openen geeft geen soelaas. Het blijkt dat bij grote .kml bestanden de kans op corruptie nogal groot is. Google heeft een fraaie toolbox om dit te repareren, maar ik zie daar geen heil in. Gelukkig heb ik inmiddels 18 deelroutes bewaard en stop ik met Google Earth. De laatste grote deelroute in .kml formaat die nog niet corrupt is zet ik om naar GPX formaat en importeer deze in Garmin Roadtrip. Sommige stukken in de route ontbreken nog of hebben nog niet de verfijning die ik wil. In Google Earth maak ik die deel routes alsnog aan, dat gaat niet in Roadtrip. Wel is Roadtrip in staat om delen van een route tot één route samen te voegen, een heel mooie optie. Bij het samenvoegen ga ik één keer gigantisch in de fout. Op de route van Cashel naar Galway, kan ik het begin van de route bij Cashel niet vinden en begin dan maar in Galway. Bij het samenvoegen wordt het een rommeltje, Roadtrip wil eerst naar Galway, dan in één lijn naar Cashel en weer in één lijn terug naar Galway. De route moet dus omgekeerd worden. Dit zou in het programma Trailrunner kunnen. Is ook een optie daarin, maar het werkt niet.
Daarom klik ik de route, hij staat nu wel in beeld, er nog maar een keer in de goede volgorde in en nu werkt het samenvoegen probleemloos.
Ik zal Paul Benjaminse de complete track sturen, kan ie zijn lezers geven wat ie belooft.
Veel goed begrijpbare informatie over fietsen met een GPS, routes, tracks en programma's kun je vinden op de pagina die Maarten Sneep met wat hulp van mij heeft gemaakt. De URL vind je hier.
Uit reacties van fietsers die de ronde hebben gefietst blijkt dat er, onvermijdelijk, een aantal fouten in het boekje staan. Wat nog hinderlijker is dat sommige route aanduidingen in Ierland domweg niet meer aanwezig zijn of in de verkeerde richting wijzen. Verschillende fietsers rijden tientallen kilometers verkeerd en dat levert gedoe op. Reden waarom ik de hele route als track in de GPS wil hebben.
Op zoek dan maar naar tracks uit andere bronnen. Die blijken er nauwelijks te zijn. Veel fietsers rijden nog gewoon met de kaart, een behoudend volkje.
Goede raad is duur, dan maar zelf aan de slag. In Google Earth kun je een zogenaamd pad maken. Met de toetscombinatie cmd -i open je een venster en kun je de route een naam geven. Als dat venster er staat kun je de eerste routepunten op de kaart klikken. Ben je klaar, dan bewaar je de route als .kml bestand. Met de onvolprezen 'Whereabouts' van Maarten Sneep kun je .kml bestanden omzetten naar GPX bestanden. Deze GPX bestanden kun je in je GPS laden en fietsen maar.
Het digitaliseren van Ierland is soms moeilijk. Grote delen van Ierland zijn in een heel grove resolutie gekarteerd. Je kunt wegen en dorpen niet of nauwelijks waarnemen. Wel kun je zover inzoomen dat er een globaal wegen stelsel in beeld komt.
Het digitaliseren verloopt prima tot ..... ongeveer 5000 routepunten. Dan heeft Google Earth er geen zin meer in. De routelijn verdwijnt eerst en even later ook de routepunten. Google stoppen en opnieuw openen geeft geen soelaas. Het blijkt dat bij grote .kml bestanden de kans op corruptie nogal groot is. Google heeft een fraaie toolbox om dit te repareren, maar ik zie daar geen heil in. Gelukkig heb ik inmiddels 18 deelroutes bewaard en stop ik met Google Earth. De laatste grote deelroute in .kml formaat die nog niet corrupt is zet ik om naar GPX formaat en importeer deze in Garmin Roadtrip. Sommige stukken in de route ontbreken nog of hebben nog niet de verfijning die ik wil. In Google Earth maak ik die deel routes alsnog aan, dat gaat niet in Roadtrip. Wel is Roadtrip in staat om delen van een route tot één route samen te voegen, een heel mooie optie. Bij het samenvoegen ga ik één keer gigantisch in de fout. Op de route van Cashel naar Galway, kan ik het begin van de route bij Cashel niet vinden en begin dan maar in Galway. Bij het samenvoegen wordt het een rommeltje, Roadtrip wil eerst naar Galway, dan in één lijn naar Cashel en weer in één lijn terug naar Galway. De route moet dus omgekeerd worden. Dit zou in het programma Trailrunner kunnen. Is ook een optie daarin, maar het werkt niet.
Daarom klik ik de route, hij staat nu wel in beeld, er nog maar een keer in de goede volgorde in en nu werkt het samenvoegen probleemloos.
Ik zal Paul Benjaminse de complete track sturen, kan ie zijn lezers geven wat ie belooft.
Veel goed begrijpbare informatie over fietsen met een GPS, routes, tracks en programma's kun je vinden op de pagina die Maarten Sneep met wat hulp van mij heeft gemaakt. De URL vind je hier.
zaterdag 21 november 2009
Resultaten paraplu en mooi rondje Schermer
Het weer is subliem, de zon schijnt volop en de temperatuur heeft een voor de tweede helft van november onrealistische waarde van 15 gr. C. Het waait Bft 3 tot 4 uit het zuid-zuidoosten.
Kees heeft vanmiddag een familiefeest en kan niet te laat thuis zijn. Daarom rij ik met Kees een klein rondje Schermer. Via Driehuizen en Groot-Schermer bereiken we al vlot Schermerhorn. Het voor de wind over de schitterende dijken rijden is een feest. Eindeloos zicht over een open landschap vanaf een hoogte van 5 tot 10 meter is echt genieten. Ik maak een paar foto's en neem graag het risico dat sommige plaatjes al eens eerder hier zijn gepasseerd.
Na koffie en koek bij de familie Van Hattem ga ik richting De Woude. De wind komt nu van voren in en op de lange Westdijk kan ik mooi bekijken hoeveel de opgezette paraplu mij remt. Ik rij een tijdje zonder paraplu met hartslag 107 en rij 31 km/u. Ik pak de paraplu en zet die al rijdend op. Dat lukt redelijk goed al moet de snelheid wel een stuk verlaagd worden. Nu voer ik de snelheid weer op en stabiliseer mijn hartslag weer op 107 slagen per minuut. De snelheid wordt nu 27 km/u. Het 'verlies' door de paraplu is dus 4 km/u. Na de bocht bij het pontje Akersloot komt de wind wat meer dwars in. Ik herhaal de procedure en zie nu dat het snelheidsverlies tussen 2,5 en 3 km/u is. Voor de wind is er uiteraard nauwelijks verlies. Gemiddeld zal het verschil dus rond 2,5 km per uur bedragen. Het rijden voelt aan alsof je met te zachte banden rijdt.
Alles overziende is de paraplu prima om onverwachte buien het hoofd te bieden. Een hele dag ermee rijden kan natuurlijk wel, maar het rijdt merkbaar zwaarder. Ik weet niet hoeveel het Versatile dakje remt, lijkt me wel aardig om te weten.
Kees heeft vanmiddag een familiefeest en kan niet te laat thuis zijn. Daarom rij ik met Kees een klein rondje Schermer. Via Driehuizen en Groot-Schermer bereiken we al vlot Schermerhorn. Het voor de wind over de schitterende dijken rijden is een feest. Eindeloos zicht over een open landschap vanaf een hoogte van 5 tot 10 meter is echt genieten. Ik maak een paar foto's en neem graag het risico dat sommige plaatjes al eens eerder hier zijn gepasseerd.
Na koffie en koek bij de familie Van Hattem ga ik richting De Woude. De wind komt nu van voren in en op de lange Westdijk kan ik mooi bekijken hoeveel de opgezette paraplu mij remt. Ik rij een tijdje zonder paraplu met hartslag 107 en rij 31 km/u. Ik pak de paraplu en zet die al rijdend op. Dat lukt redelijk goed al moet de snelheid wel een stuk verlaagd worden. Nu voer ik de snelheid weer op en stabiliseer mijn hartslag weer op 107 slagen per minuut. De snelheid wordt nu 27 km/u. Het 'verlies' door de paraplu is dus 4 km/u. Na de bocht bij het pontje Akersloot komt de wind wat meer dwars in. Ik herhaal de procedure en zie nu dat het snelheidsverlies tussen 2,5 en 3 km/u is. Voor de wind is er uiteraard nauwelijks verlies. Gemiddeld zal het verschil dus rond 2,5 km per uur bedragen. Het rijden voelt aan alsof je met te zachte banden rijdt.
Alles overziende is de paraplu prima om onverwachte buien het hoofd te bieden. Een hele dag ermee rijden kan natuurlijk wel, maar het rijdt merkbaar zwaarder. Ik weet niet hoeveel het Versatile dakje remt, lijkt me wel aardig om te weten.
vrijdag 20 november 2009
Groene ronde van Ierland
Kees van Hattem lanceert tijdens het Velomobieltreffen in Borkum, natuurlijk onder het genot van een goede borrel, het plan om een rondtocht te maken met velomobielen rond heel Ierland. Aan die borreltafel zaten behalve Kees, ook Cees Roozendaal, Ben Wiggers en ik zei de gek. Nadat eenieder het idee thuis even in de week heeft gelegd, en belangrijker, er geen beletselen zijn, worden we steeds enthousiaster.
Plan is om met vier Questen in te schepen op de boot van IJmuiden naar Newcastle aan de oostkust van Engeland. Daar fietsen we 160 mijl, zo'n 250 km naar Stranrear aan de oostkust. Daar nemen we weer de boot om in Belfast aan ons rondje Ierland te beginnen. De hele ronde is rond 1600 kilometer lang en voert door alle mooie streken die Ierland rijk is.
Belangrijke vraag is hoe gaan we de logistiek organiseren. Natuurlijk kijken we allemaal met een schuin oog naar ..... Marian en haar onvolprezen camper. Marian houdt een tijdje de boot af, zij wil graag met een grotere camper rijden en heeft daar een groot rijbewijs voor nodig. De route gaat evenwel goeddeels over smallere wegen waar een flink motorhome niet uit de voeten kan.
Ze wil echter graag mee en stemt erin toe met de huidige camper de reis van totaal 2100 km te willen maken, hoera hoera!
We moeten alles nog bespreken, maar dat we gaan is nu zeker.
Daarom ben ik al begonnen om in Google Earth de route, zoals die wordt beschreven in het boekje 'De Groene Ronde van Ierland' van Paul Benjaminse, digitaal in de kaart te zetten. Dat gaat in grote delen van Ierland niet zo makkelijk als in onze eigen omgeving, Google heeft grote delen alleen nog heel grof gekarteerd. De route van Sligo via Dingle, Cork, Dublin tot Belfast heb ik al in GPX formaat gemaakt. Tot nu toe 4400 routepunten en dus evenzoveel muisklikken. Daar komen er zeker nog ruim 2000 bij.
Op de blogs van Kees, Cees en mij houden we jullie op de hoogte van de ontwikkelingen.
Plan is om met vier Questen in te schepen op de boot van IJmuiden naar Newcastle aan de oostkust van Engeland. Daar fietsen we 160 mijl, zo'n 250 km naar Stranrear aan de oostkust. Daar nemen we weer de boot om in Belfast aan ons rondje Ierland te beginnen. De hele ronde is rond 1600 kilometer lang en voert door alle mooie streken die Ierland rijk is.
Belangrijke vraag is hoe gaan we de logistiek organiseren. Natuurlijk kijken we allemaal met een schuin oog naar ..... Marian en haar onvolprezen camper. Marian houdt een tijdje de boot af, zij wil graag met een grotere camper rijden en heeft daar een groot rijbewijs voor nodig. De route gaat evenwel goeddeels over smallere wegen waar een flink motorhome niet uit de voeten kan.
Ze wil echter graag mee en stemt erin toe met de huidige camper de reis van totaal 2100 km te willen maken, hoera hoera!
We moeten alles nog bespreken, maar dat we gaan is nu zeker.
Daarom ben ik al begonnen om in Google Earth de route, zoals die wordt beschreven in het boekje 'De Groene Ronde van Ierland' van Paul Benjaminse, digitaal in de kaart te zetten. Dat gaat in grote delen van Ierland niet zo makkelijk als in onze eigen omgeving, Google heeft grote delen alleen nog heel grof gekarteerd. De route van Sligo via Dingle, Cork, Dublin tot Belfast heb ik al in GPX formaat gemaakt. Tot nu toe 4400 routepunten en dus evenzoveel muisklikken. Daar komen er zeker nog ruim 2000 bij.
Op de blogs van Kees, Cees en mij houden we jullie op de hoogte van de ontwikkelingen.
dinsdag 17 november 2009
Plaklens en pittige duinrit met Kees
Vanmiddag, eerst moet vanmorgen de auto naar de garage voor nieuwe remschijven en blokken, rijden Kees en ik een rondje. Zouden we eerst richting Waterland gaan, het wordt Castricum en daarna een mooie duinrit. Er is een waterig zonnetje en met 13 gr. C kan de kap onderin de Quest blijven.
Eerst even langs de opticien. Met de nieuwe plek van de GPS op het stuur komt aan het licht dat de varifocus van mijn fietsbril te laag in het glas zit. Er blijken meerdere opties te zijn om dit op te lossen. Een nieuw glas met de dichtbij afstand wat hoger in het glas. Dit lukt toch niet omdat de totale afstand waarover de varifocus van veraf naar dichtbij loopt, minimaal 14 mm moet zijn. Er is evenwel maar 9 mm hoogte in mijn bril beschikbaar. In het huidige glas kan een speciale dichtbij lens worden geboord. Dit kan makkelijk mislukken omdat mijn glas geen kunststof maar echt glas is. De beste oplossing blijkt een opplak leessegment van 1 tot 1,5 dioptrie te zijn.
Nu we toch in Castricum zijn gaan we even langs de Turkse kleermaker om het bandje van mijn pet wat te laten innemen. Ze hebben helaas geen tijd om 4 cm lengte te stikken. Ook moet de pet eerst gewassen worden. Teveel pretenties bij de Turk dus zal ik het klusje zelf klaren.
Kees is gek op de duinen en dus gaat de rit daar heen. Er zijn veel wandelaars en fietsers onderweg. We zien voor het eerst een nieuw soort grazer in de waterleiding duinen, Blackface schapen. Naast Hooglanders en Galloway runderen, is dit de derde soort van Schotse origine.
Als we naar de schapen kijken stopt een sportieve mevrouw op een step. Ze herkent Kees onmiddellijk aan zijn ReesKees Quest. Kees reageert even later wat zuur dat alleen zijn Quest was opgevallen :). Het blijkt Esther Alkemade te zijn uit Beverwijk. We hebben haar eerder met vriendin op de racefiets ontmoet in Huisduinen. Ze is met een primitieve step aan het trainen voor de Elfsteden tocht. Hard werken zo'n step, ik lees op haar hartslagmeter 164 slagen per minuut af. Dat wordt makkelijk ook 180 zegt Esther. Kees en ik maken enkele foto's die we Esther zullen toesturen. Ze blijkt op haar grote kinderstep maar liefst 20 km/u te steppen, knap hoor. Nu we stilstaan worden we aangeklampt door meerdere senioren met elektrisch ondersteunde fietsen.
In Bakkum aan Zee ligt een Schotse Hooglander rustig aan de kant van de weg te herkauwen. Ik maak een foto waarbij de flits afgaat. Het beest maalt er niet om.
In Egmond rijden we een dubbel bespannen paardenwagen achterop. De voerlieden nodigen ons uit er langs te rijden. Dat doen we nog maar even niet, te smal en te gevaarlijk. Even later lukt het makkelijker en de paarden blijven heel rustig.
In 't Woud voel ik dat de fiets nogal hobbelt. De Avocet rechtsvoor is de dader en wordt vervangen door een Primo Comet 1.50 inch. Kees draait de grote moer op de veerpoot strak aan, dat ding loopt ondanks zijn borgmoer zo nu en dan toch los.
We krijgen direct een pittige klim voor onze kiezen. Ik geef gas en probeer Kees los te rijden. Dat lukt maar net, ook Kees kan prima omhoog en durft in de bochten nog harder. Regelmatig rijden we op de smalle duinpaden ruim in de 40 km/u, soms nagestaard door verbaasd kijkende fietsers en wandelaars.
We rijden door tot de Schoorlse duinen en gaan dan richting Noord-Hollands kanaal. De wind is daar pittig tegen en de temperatuur is met 8 gr. C. een stuk gezakt. In Alkmaar nemen we afscheid en rijden ieder naar de eigen Marian.
Eerst even langs de opticien. Met de nieuwe plek van de GPS op het stuur komt aan het licht dat de varifocus van mijn fietsbril te laag in het glas zit. Er blijken meerdere opties te zijn om dit op te lossen. Een nieuw glas met de dichtbij afstand wat hoger in het glas. Dit lukt toch niet omdat de totale afstand waarover de varifocus van veraf naar dichtbij loopt, minimaal 14 mm moet zijn. Er is evenwel maar 9 mm hoogte in mijn bril beschikbaar. In het huidige glas kan een speciale dichtbij lens worden geboord. Dit kan makkelijk mislukken omdat mijn glas geen kunststof maar echt glas is. De beste oplossing blijkt een opplak leessegment van 1 tot 1,5 dioptrie te zijn.
Nu we toch in Castricum zijn gaan we even langs de Turkse kleermaker om het bandje van mijn pet wat te laten innemen. Ze hebben helaas geen tijd om 4 cm lengte te stikken. Ook moet de pet eerst gewassen worden. Teveel pretenties bij de Turk dus zal ik het klusje zelf klaren.
Kees is gek op de duinen en dus gaat de rit daar heen. Er zijn veel wandelaars en fietsers onderweg. We zien voor het eerst een nieuw soort grazer in de waterleiding duinen, Blackface schapen. Naast Hooglanders en Galloway runderen, is dit de derde soort van Schotse origine.
Als we naar de schapen kijken stopt een sportieve mevrouw op een step. Ze herkent Kees onmiddellijk aan zijn ReesKees Quest. Kees reageert even later wat zuur dat alleen zijn Quest was opgevallen :). Het blijkt Esther Alkemade te zijn uit Beverwijk. We hebben haar eerder met vriendin op de racefiets ontmoet in Huisduinen. Ze is met een primitieve step aan het trainen voor de Elfsteden tocht. Hard werken zo'n step, ik lees op haar hartslagmeter 164 slagen per minuut af. Dat wordt makkelijk ook 180 zegt Esther. Kees en ik maken enkele foto's die we Esther zullen toesturen. Ze blijkt op haar grote kinderstep maar liefst 20 km/u te steppen, knap hoor. Nu we stilstaan worden we aangeklampt door meerdere senioren met elektrisch ondersteunde fietsen.
In Bakkum aan Zee ligt een Schotse Hooglander rustig aan de kant van de weg te herkauwen. Ik maak een foto waarbij de flits afgaat. Het beest maalt er niet om.
In Egmond rijden we een dubbel bespannen paardenwagen achterop. De voerlieden nodigen ons uit er langs te rijden. Dat doen we nog maar even niet, te smal en te gevaarlijk. Even later lukt het makkelijker en de paarden blijven heel rustig.
In 't Woud voel ik dat de fiets nogal hobbelt. De Avocet rechtsvoor is de dader en wordt vervangen door een Primo Comet 1.50 inch. Kees draait de grote moer op de veerpoot strak aan, dat ding loopt ondanks zijn borgmoer zo nu en dan toch los.
We krijgen direct een pittige klim voor onze kiezen. Ik geef gas en probeer Kees los te rijden. Dat lukt maar net, ook Kees kan prima omhoog en durft in de bochten nog harder. Regelmatig rijden we op de smalle duinpaden ruim in de 40 km/u, soms nagestaard door verbaasd kijkende fietsers en wandelaars.
We rijden door tot de Schoorlse duinen en gaan dan richting Noord-Hollands kanaal. De wind is daar pittig tegen en de temperatuur is met 8 gr. C. een stuk gezakt. In Alkmaar nemen we afscheid en rijden ieder naar de eigen Marian.
zondag 15 november 2009
GPS op het stuur
Tegelijk met het paraplu standaardje bedenk ik dat er nu ook een mooie mogelijkheid ontstaat om de GPS op een wel heel mooie positie, op het stuur recht voor mijn neus te plaatsen. Nu zit de GPS op de rechterwielkast en dat is bij zonnig tegenlicht een donker gat.
Op mijn verzoek maakt Kees Koopman een RVS plaatje dat onder een hoek is vastgelast aan een stukje RVS staf van 10 mm. Draait de plu makkelijk vrij rond, de GPS standaard heeft een stevige passing om ongewenste verdraaiing te voorkomen. Op het plaatje plak ik een stukje klittenband en schuif het geheel in de paraplustandaard. De GPS er op en dan maar eens kijken of dit werkt.
Het werkt perfect. Met mijn normale varifocus bril heb ik een uitstekend scherp zicht op de GPS, met de varifocus in mijn fietsbril gaat het minder makkelijk. Het dichtbij gedeelte zit daarbij erg onderin. De oplossing is een glas gelijk aan mijn huidige normale bril of mogelijk een klein leesglas in het huidige glas. Mijn optiek leverancier mag hierop zijn creativiteit botvieren.
Met een tweede plaatje, Kees wist niet of ik het plaatje in de lengte of de breedte wilde, dus maakt ie ze allebei, kan ook de iPhone dwars worden geplaatst.
De iPhone gebruik ik om met het navigatieprogramma nDrive op een onbekend adres in een plaats te komen. De meeste fietsplanners brengen je overigens wel in de juiste straat. Het mooie van dit alles is dat de bediening van rem, shifters, claxon en richtingaanwijzers, in het geheel niet wordt gehinderd.
Gaat het regenen, dan verdwijnt de GPS natuurlijk weer naar de wielkast en de plu gaat op zijn standaardje. Ik hoef er niet voor uit de fiets en de plu laat zich zelfs tijdens het rijden opzetten.
Tenslotte probeer ik of de GPS onder de schuimkap goed te zien is. Dit gaat uitstekend.
Op mijn verzoek maakt Kees Koopman een RVS plaatje dat onder een hoek is vastgelast aan een stukje RVS staf van 10 mm. Draait de plu makkelijk vrij rond, de GPS standaard heeft een stevige passing om ongewenste verdraaiing te voorkomen. Op het plaatje plak ik een stukje klittenband en schuif het geheel in de paraplustandaard. De GPS er op en dan maar eens kijken of dit werkt.
Het werkt perfect. Met mijn normale varifocus bril heb ik een uitstekend scherp zicht op de GPS, met de varifocus in mijn fietsbril gaat het minder makkelijk. Het dichtbij gedeelte zit daarbij erg onderin. De oplossing is een glas gelijk aan mijn huidige normale bril of mogelijk een klein leesglas in het huidige glas. Mijn optiek leverancier mag hierop zijn creativiteit botvieren.
Met een tweede plaatje, Kees wist niet of ik het plaatje in de lengte of de breedte wilde, dus maakt ie ze allebei, kan ook de iPhone dwars worden geplaatst.
De iPhone gebruik ik om met het navigatieprogramma nDrive op een onbekend adres in een plaats te komen. De meeste fietsplanners brengen je overigens wel in de juiste straat. Het mooie van dit alles is dat de bediening van rem, shifters, claxon en richtingaanwijzers, in het geheel niet wordt gehinderd.
Gaat het regenen, dan verdwijnt de GPS natuurlijk weer naar de wielkast en de plu gaat op zijn standaardje. Ik hoef er niet voor uit de fiets en de plu laat zich zelfs tijdens het rijden opzetten.
Tenslotte probeer ik of de GPS onder de schuimkap goed te zien is. Dit gaat uitstekend.
Paraplu in de praktijk
Vanmorgen regent het nu en dan pittig, een goed moment om de Senz mini te proberen. Gisteravond heb ik een RVS zelf tappend schroefje in het steeltje van de plu gemaakt waaraan ik een nylon veiligheidskoordje bevestig. Het schroefje is nodig om de hoogte van de plu boven het instapgat te bepalen. Dit kan ik later nog veranderen.
Het pluutje kan vrij ronddraaien.
Eerste vraag is, kan ik met openstaande plu in de fiets klimmen. Het antwoord is ja, de plu draait bij stilstand met de langere en dus zwaardere achterkant naar de zijkant van de fiets en maakt het instapgat vrijwel helemaal vrij. Aan de achterkant van de plu zit een reepje stof met een klittenbandje om de plu in zijn hoesje te kunnen opsluiten. Nu is dit bandje prima om tijdens stilstand de plu boven het instapgat te houden.
Werkt het wel? Ja zeker. Ik vertrek met tegenwind in een gemiddelde regenbui. Er komt geen regen in het instapgat. Wel krijg ik wat heel kleine druppeltjes in mijn gezicht, stuifwater dat ontstaat door het uiteen vallen van grote druppels op de voorkant van de kap van de Quest. Het is een prachtig gezicht zo snel als de plu zijn goede positie zoekt, da's echt binnen twee seconden gebeurd. Dit is goed te zien omdat het logo aan de voorzijde van de binnenkant staat afgedrukt. Als de wind dwars inkomt richt de plu zich naar de schijnbare wind, precies wat ik wil. Ook kun je de plu een stukje naar de wind neigen door de stuurstang iets te kantelen.
De snelheid lijdt wel onder het pluutje. Ik moet dat nog precies bepalen, maar ik schat dat het bij Bft 3 tot 4 tegen wind 3 km per uur snelheidsverlies oplevert. Voor de wind en met achterlijke wind is er uiteraard nauwelijks of geen snelheidsverlies.
Het zicht onder de plu is, op het steeltje na, geheel vrij. Het is best knus onder het pluutje, zeker als je weet dat een deel van de regen die nu op het koepeltje van de plu tikt anders in je gezicht terecht was gekomen.
Volgende vraag is, kan de plu ook in de winter worden gebruikt als de schuimkap erop staat. Ook dat kan, al moet er een gat in de schuimkap worden gemaakt. Dit gat kan zonder gebruik van de plu met een stukje soepel neopreen waterdicht worden afgedekt.
Een laatste mogelijkheid die de plu standaard oplevert is de montage van een GPS letterlijk vlak voor je neus. Foto's hiervan in een volgende post.
Het pluutje kan vrij ronddraaien.
Eerste vraag is, kan ik met openstaande plu in de fiets klimmen. Het antwoord is ja, de plu draait bij stilstand met de langere en dus zwaardere achterkant naar de zijkant van de fiets en maakt het instapgat vrijwel helemaal vrij. Aan de achterkant van de plu zit een reepje stof met een klittenbandje om de plu in zijn hoesje te kunnen opsluiten. Nu is dit bandje prima om tijdens stilstand de plu boven het instapgat te houden.
Werkt het wel? Ja zeker. Ik vertrek met tegenwind in een gemiddelde regenbui. Er komt geen regen in het instapgat. Wel krijg ik wat heel kleine druppeltjes in mijn gezicht, stuifwater dat ontstaat door het uiteen vallen van grote druppels op de voorkant van de kap van de Quest. Het is een prachtig gezicht zo snel als de plu zijn goede positie zoekt, da's echt binnen twee seconden gebeurd. Dit is goed te zien omdat het logo aan de voorzijde van de binnenkant staat afgedrukt. Als de wind dwars inkomt richt de plu zich naar de schijnbare wind, precies wat ik wil. Ook kun je de plu een stukje naar de wind neigen door de stuurstang iets te kantelen.
De snelheid lijdt wel onder het pluutje. Ik moet dat nog precies bepalen, maar ik schat dat het bij Bft 3 tot 4 tegen wind 3 km per uur snelheidsverlies oplevert. Voor de wind en met achterlijke wind is er uiteraard nauwelijks of geen snelheidsverlies.
Het zicht onder de plu is, op het steeltje na, geheel vrij. Het is best knus onder het pluutje, zeker als je weet dat een deel van de regen die nu op het koepeltje van de plu tikt anders in je gezicht terecht was gekomen.
Volgende vraag is, kan de plu ook in de winter worden gebruikt als de schuimkap erop staat. Ook dat kan, al moet er een gat in de schuimkap worden gemaakt. Dit gat kan zonder gebruik van de plu met een stukje soepel neopreen waterdicht worden afgedekt.
Een laatste mogelijkheid die de plu standaard oplevert is de montage van een GPS letterlijk vlak voor je neus. Foto's hiervan in een volgende post.
zaterdag 14 november 2009
Paraplustandaard klaar
Vanmiddag kan ik het paraplustandaardje ophalen. Er staat een dikke bries van tussen 5 en 6 Bft met waarschuwingen voor zware windstoten tot 8 Bft. Het ziet er evenwel niet angstig uit buiten, de zon komt er zelfs bij. Ik moet naar Winkel waar Kees Koopman woont. Hij heeft een eerste versie van het standaardje klaar. Dat heeft best nog wat voeten in de aarde gehad. Eerst moet Kees een buigmal maken om het RVS pijpje van 8 mm te buigen. Vervolgens moet hij een 'Quest stuur' maken om het op te passen.
Ik rij voor de wind naar het noorden. Dat is nu wel een feestje. Op het mooie asfalt van de Westdijk kan ik continu 47 km/u rijden met hartslag 120. Terug zal dat heel anders worden, daarover straks. Ik volg nu eens de route van de planner van de Fietsersbond. Deze geeft aan dat ik oostelijk van Heerhugowaard, de Berkmeer en de Langereis zal rijden. Eén keer vraag ik me af of de planner me echt over een matig grintpad wil hebben. Dit is inderdaad een grintpad in het Park van Luna, dat even later aansluit op het wel mooie fietspad langs de Oosttangent. De route is redelijk snel, al houdt het grintpad de snelheid beperkt tot 25 km/u.
34 kilometer en een uur en vier minuten later sta ik bij Kees in de achtertuin. Hij laat me het kleine standaardje zien, feitelijk een klem met daarop een onder een hoek aangelast pijpje. Op het eind van het pijpje een verdikking om de 10 mm dikke paraplu steel in te zetten.
Na een kleine aanpassing past het standaardje mooi onder het klemmetje van de bediening van claxon en richtingaanwijzers. De klem kan zonder gereedschap worden gemonteerd.
Ik zet de ijzerzaag in de aluminium steel van de plu en hou even later de dikke knop in mijn hand.
Even passen in de Quest toont aan dat de plu iets te rechtop staat. Een beetje bijbuigen en de plu staat nu precies goed boven mijn hoofd. Kees heeft op mijn verzoek ook nog een in het pijpje in te hangen RVS plaatje gemaakt waarom een GPS of telefoon kan worden bevestigd.
Ik ga niet met de plu op naar huis. Het waait inmiddels Bft 6 en ik rij daar nu met 36 km/u tegenin. De windkracht waarmee ik het pluutje zou belasten is Bft 9. De grotere Senz kan dit wel aan, de Mini vindt dat niet lekker.
Terug blijf ik langs de Provinciale weg naar Heerhugowaard rijden. Dit rijdt drie kilometer om, maar rijdt toch prettiger.
Bij Heerhugowaard krijg ik een lekke band maar binnen vijf minuten ben ik weer onderweg. Toch maar eens de meer winterharde brede Primo's erom leggen.
Op hetzelfde stuk waar ik op de heenweg 47 km/u reed, rij ik nu met dezelfde hartslag 38 km/u. Dat scheelt een slok op een borrel. Niet zo gek als je bedenkt dat ik op de heenweg de wind ongeveer dood reed, terwijl ik nu Bft 6 voor mijn kiezen krijg. Scheelt totaal 10 Bft.
Morgen maak ik wat foto's van de plu, eerst nog even iets knutselen om te voorkomen dat de plu door de lift van de wind uit zijn bevestiging wordt getild.
Wel kan ik al constateren dat ik van het nieuwe mechanisme totaal geen hinder heb.
Ik rij voor de wind naar het noorden. Dat is nu wel een feestje. Op het mooie asfalt van de Westdijk kan ik continu 47 km/u rijden met hartslag 120. Terug zal dat heel anders worden, daarover straks. Ik volg nu eens de route van de planner van de Fietsersbond. Deze geeft aan dat ik oostelijk van Heerhugowaard, de Berkmeer en de Langereis zal rijden. Eén keer vraag ik me af of de planner me echt over een matig grintpad wil hebben. Dit is inderdaad een grintpad in het Park van Luna, dat even later aansluit op het wel mooie fietspad langs de Oosttangent. De route is redelijk snel, al houdt het grintpad de snelheid beperkt tot 25 km/u.
34 kilometer en een uur en vier minuten later sta ik bij Kees in de achtertuin. Hij laat me het kleine standaardje zien, feitelijk een klem met daarop een onder een hoek aangelast pijpje. Op het eind van het pijpje een verdikking om de 10 mm dikke paraplu steel in te zetten.
Na een kleine aanpassing past het standaardje mooi onder het klemmetje van de bediening van claxon en richtingaanwijzers. De klem kan zonder gereedschap worden gemonteerd.
Ik zet de ijzerzaag in de aluminium steel van de plu en hou even later de dikke knop in mijn hand.
Even passen in de Quest toont aan dat de plu iets te rechtop staat. Een beetje bijbuigen en de plu staat nu precies goed boven mijn hoofd. Kees heeft op mijn verzoek ook nog een in het pijpje in te hangen RVS plaatje gemaakt waarom een GPS of telefoon kan worden bevestigd.
Ik ga niet met de plu op naar huis. Het waait inmiddels Bft 6 en ik rij daar nu met 36 km/u tegenin. De windkracht waarmee ik het pluutje zou belasten is Bft 9. De grotere Senz kan dit wel aan, de Mini vindt dat niet lekker.
Terug blijf ik langs de Provinciale weg naar Heerhugowaard rijden. Dit rijdt drie kilometer om, maar rijdt toch prettiger.
Bij Heerhugowaard krijg ik een lekke band maar binnen vijf minuten ben ik weer onderweg. Toch maar eens de meer winterharde brede Primo's erom leggen.
Op hetzelfde stuk waar ik op de heenweg 47 km/u reed, rij ik nu met dezelfde hartslag 38 km/u. Dat scheelt een slok op een borrel. Niet zo gek als je bedenkt dat ik op de heenweg de wind ongeveer dood reed, terwijl ik nu Bft 6 voor mijn kiezen krijg. Scheelt totaal 10 Bft.
Morgen maak ik wat foto's van de plu, eerst nog even iets knutselen om te voorkomen dat de plu door de lift van de wind uit zijn bevestiging wordt getild.
Wel kan ik al constateren dat ik van het nieuwe mechanisme totaal geen hinder heb.
woensdag 11 november 2009
312 km rond IJsselmeer in de regen
Majoor Kees heeft vandaag uitgezocht om een rondje IJsselmeer te rijden. 14 dagen geleden had Weeronline deze dag een 8 gegeven. Dat weerberichten nogal eens veranderen is vandaag weer bewezen, we hebben 12 uur in de regen gefietst. Majoor Kees verwijt Weeronline onbetrouwbaarheid, maar de weercijfers voor vandaag zijn met 4 wel degelijk betrouwbaar en natuurlijk niet rooskleurig.
Om kwart over zeven, het is dan nog redelijk droog, meld ik me bij de fam. Van Hattem in Heerhugowaard. Marian heeft de camper al voor de deur staan en ook Kees staat al in de startblokken. Eerst naar Burgerbrug waar we Yvonne ophalen. Ze heeft last van haar knie, meisje waar begin je aan, helemaal als je weet dat ook de hond Astra van 10 kg de hele dag meerijdt.
Het begint afwisselend te miezeren en echt te regenen, mijn god, waar zijn we aan begonnen.
Via Anna Paulowna bereiken we Den Oever. Daar staat al een Quest. Deze is van Marcel Prins die al uit Friesland is gekomen. Marcel wil 'zijn helden' wel eens in levende lijve zien. Hij heeft een lekke achterband. Dat begint al snel. Natte, liever gezegd half natte wegcondities, zijn moordend voor de banden. Scherpe steentjes, glas en metaaldeeltjes kleven aan de band en werken zich met elke omwenteling dieper in het loopvlak. Gelukkig is het nu zo nat dat het risico daarop minder groot is.
Pé Koomen is er inmiddels ook en rijdt mee. Met vijf Questen, Marcel, Kees, Pé, Yvonne en ondergetekende, rijden we na de koffie met koek, de Afsluitdijk op. We hebben afgesproken het tempo rond 32 km/u te houden, we moeten nog een heel eind. Dit soort afspraken houdt normaal gesproken geen stand, ook nu niet. Er wordt soms flink harder gereden.
Net voor Kornwerderzand zien we een wit stipje aankomen. Het is de Mango van Ben Wiggers, hij zal ook een stuk meerijden.
Ben begroet ons met de woorden 'mooi Iers weertje'. Ben rijdt samen met Kees van Hattem, Cees Rozendaal en ik komende zomer een rondje Ierland.
Pé rijdt voorop. Hoewel ik de route in de GPS heb, weet Pé soms nog een iets kortere route. Niet gek als je weet dat zijn dochter in Oudemirdum woont en Pé daar heel regelmatig heen rijdt. Het Friese land is vlak en verlaten. De regen maakt het wat somber. Vlak voor Oudemirdum is een bejaardenhuis. De oudjes steken regelmatig de weg over, een uniek waarschuwingsbord staat aan de kant van de weg. Ik minder snelheid en maak een foto. Ik hoor wat gemopper achter me dat ik zo plotseling langzaam rij.
Bij Pé's dochter in Oudemirdum staat de camper al opgesteld. We eten een lekker broodje en komen wat bij, nat maakt toch koud. Na Oudemirdum rijden we het mooie Gaasterland door. Overal zijn mooie landgoederen te zien, hier 'states' geheten. Het hoger liggende Gaasterland is een mooi startpunt om met flinke snelheid richting Lemmer te koersen. Pé sleurt voorop en regelmatig zie ik snelheden van 36 tot 38 km per uur op de klok komen.
Na Lemmer, hier haakt Ben af, gaat het op Emmeloord aan. De planner van de Fietsersbord wil de dijk aanhouden en door Urk rijden. Pé geeft de voorkeur aan de route door Emmeloord. Die plaats is best groot en het oponthoud door verkeerslichten en voorrangssituaties is redelijk groot. We stoppen even om de twee accuutjes in de Garmin Oregon te vervangen. Na Nagele volgt een ruw stuk weg richting de Ketelbrug. Ik denk de volgende keer liever de Fietsersbond te volgen en langs Urk te rijden.
De klim tegen de Ketelburg is pittig. Rijden op het vlakke gaat nog makkelijk, tijdens het klimmen merk je dat er toch al een flink aantal kilometers in de benen zitten. Na de brug stoppen we even bij de losplaats voor wat sanitaire bezigheden. Ook moet de hond Astra een stukje lopen.
Marcel gaat naar Dronten om een nieuwe accu te halen, hij zal ook zeker meer dan 300 km rijden. Een aardig stuk fietsen om een accuutje op te halen. Wij vervolgen onze weg nu langs de buitenkant van de dijk, een prima parcours. Ook nu blijft het flink regenen en ik beperk het fotograferen tot een enkel plaatje. Direct zit de lens vol waterdruppels en dat is op de foto goed te zien.
In Lelystad staat Marian weer met de camper, nu onder de brug. Warme thee en lekkere koek gaan er uitstekend in. Bij het vertrek weet Kees precies onder een spleet in de brug te rijden en krijgt een koude douche. Gelukkig wordt zijn haar niet nat :).
We zien in het westen dat het opklaart. Wij gaan evenwel noordwaarts en daar regent het nog steeds flink. Op de dijk houden we het tempo op 30 tot 32 km/u, we hebben nu tegenwind.
Na een korte laatste stop op het eind van de dijk in Enkhuizen, rijdt Pé nog een stuk mee. Hij kent deze route natuurlijk uitstekend, al moet gezegd dat de planner van Fietsersbord een vrijwel identieke route naar Burgerbrug heeft uitgerekend.
Als Pé afzwaait naar Middenmeer, gaat Yvonne voorop rijden, ook voor haar is het een thuiswedstrijd. Ze heeft al lang geen last meer van haar knie, het urenlange regelmatige rijden heeft haar goed gedaan. Op het mooi vlakke asfalt rijdt ze 32 tot 34 km/u, in het donker en in de regen. Ik klamp me vast aan haar achterlicht, door de tegemoet komende auto's wordt ik compleet verblind en moet mijn bril afzetten. Kees zijn we inmiddels kwijt geraakt, hij ziet zonder bril niks en blijft maar wissen. Als we even stoppen is Kees er snel weer bij en gaan door de stikdonkere nacht richting Burgerbrug. Nog één keer moeten we even rustig aan doen om Kees erbij te houden. Nu blijkt weer wat een geweldige lamp de SuperNova E3 is. Veel, geweldig veel licht, met een patroon dat ook de berm goed verlicht. Ik doe enkele keren mijn lamp uit terwijl de lampen van Yvonne en Kees nog branden. We rijden van het ene op andere moment in een zwart gat. Zelfs als mijn accu vrijwel leeg is en het achterlicht het al niet meer doet, blijft de E3 alles fantastisch verlichten. Bij Kees komt de lamp zeker op zijn verlanglijstje.
Wel moet je opletten de lamp niet te hoog te richten, tegenliggers kunnen er echt niet inkijken. Bijna thuis komt een motorrijder dreigend op me af en stopt zelfs voor me. De man scheldt tegen me en ik maak mijn excuses.
Na een kop koffie bij Yvonne thuis, we hadden haar vriend Guus beloofd haar weer thuis te brengen, gaat de laatste etappe als op vleugels. Met tegen de veertig, toegegeven voor de wind, gaat het langs het Noord-Hollands kanaal heel snel naar Alkmaar. Kees gaat nog een stukje mee en bij Tuincentrum Ranzijn scheiden onze wegen na een natte maar fantastische dag fietsen.
Ik had gerekend op enkele lekke banden. Ik heb drie reserve voorbanden, waaronder twee Primo Comets, en binnenbanden aan boord, gelukkig niet nodig gehad. Het verwisselen van een band in regen en wind is niet zo aantrekkelijk, hoe snel we dit inmiddels ook kunnen.
Na 312 km, zonder enig fysiek probleem, ben ik moe maar heel voldaan weer thuis. Ik prijs me gelukkig dat ik op 62-jarige leeftijd zonder enig probleem dit soort activiteiten nog kan uitvoeren.
De Garmin Oregon heeft de hele dag met continue licht aan uitstekend gewerkt. Na 8 uur is het eerste setje accu's leeg en de tweede set gaat erin. Die heeft bij thuiskomt nog 40% lading over. Een tip, als je een dergelijke lange route plant krijg je zo'n 5200 routepunten. Daar kan de GPS niks mee, die kan maximaal 500 routepunten behappen. Je kan de route natuurlijk opknippen in allemaal deelroutes, maar dat is wel een gedoe. Als je echter het gpx bestand 'active log' noemt slikt de GPS de route wel en krijg je een prachtig nauwkeurige route voorgeschoteld.
Het gele routeplaatje laat de route zien zoals de planner van de Fietserbord die uitrekent en de track die we werkelijk gereden hebben. Het laatste stuk van Burgerbrug zijn we niet via Heerhugowaard maar rechtstreeks naar Alkmaar gereden. Voor het lange afstand fietsen met GPS is de planner fantastisch en is een compliment voor de vrijwilligers van de Fietsersbond meer dan op zijn plaats.
Om kwart over zeven, het is dan nog redelijk droog, meld ik me bij de fam. Van Hattem in Heerhugowaard. Marian heeft de camper al voor de deur staan en ook Kees staat al in de startblokken. Eerst naar Burgerbrug waar we Yvonne ophalen. Ze heeft last van haar knie, meisje waar begin je aan, helemaal als je weet dat ook de hond Astra van 10 kg de hele dag meerijdt.
Het begint afwisselend te miezeren en echt te regenen, mijn god, waar zijn we aan begonnen.
Via Anna Paulowna bereiken we Den Oever. Daar staat al een Quest. Deze is van Marcel Prins die al uit Friesland is gekomen. Marcel wil 'zijn helden' wel eens in levende lijve zien. Hij heeft een lekke achterband. Dat begint al snel. Natte, liever gezegd half natte wegcondities, zijn moordend voor de banden. Scherpe steentjes, glas en metaaldeeltjes kleven aan de band en werken zich met elke omwenteling dieper in het loopvlak. Gelukkig is het nu zo nat dat het risico daarop minder groot is.
Pé Koomen is er inmiddels ook en rijdt mee. Met vijf Questen, Marcel, Kees, Pé, Yvonne en ondergetekende, rijden we na de koffie met koek, de Afsluitdijk op. We hebben afgesproken het tempo rond 32 km/u te houden, we moeten nog een heel eind. Dit soort afspraken houdt normaal gesproken geen stand, ook nu niet. Er wordt soms flink harder gereden.
Net voor Kornwerderzand zien we een wit stipje aankomen. Het is de Mango van Ben Wiggers, hij zal ook een stuk meerijden.
Ben begroet ons met de woorden 'mooi Iers weertje'. Ben rijdt samen met Kees van Hattem, Cees Rozendaal en ik komende zomer een rondje Ierland.
Pé rijdt voorop. Hoewel ik de route in de GPS heb, weet Pé soms nog een iets kortere route. Niet gek als je weet dat zijn dochter in Oudemirdum woont en Pé daar heel regelmatig heen rijdt. Het Friese land is vlak en verlaten. De regen maakt het wat somber. Vlak voor Oudemirdum is een bejaardenhuis. De oudjes steken regelmatig de weg over, een uniek waarschuwingsbord staat aan de kant van de weg. Ik minder snelheid en maak een foto. Ik hoor wat gemopper achter me dat ik zo plotseling langzaam rij.
Bij Pé's dochter in Oudemirdum staat de camper al opgesteld. We eten een lekker broodje en komen wat bij, nat maakt toch koud. Na Oudemirdum rijden we het mooie Gaasterland door. Overal zijn mooie landgoederen te zien, hier 'states' geheten. Het hoger liggende Gaasterland is een mooi startpunt om met flinke snelheid richting Lemmer te koersen. Pé sleurt voorop en regelmatig zie ik snelheden van 36 tot 38 km per uur op de klok komen.
Na Lemmer, hier haakt Ben af, gaat het op Emmeloord aan. De planner van de Fietsersbord wil de dijk aanhouden en door Urk rijden. Pé geeft de voorkeur aan de route door Emmeloord. Die plaats is best groot en het oponthoud door verkeerslichten en voorrangssituaties is redelijk groot. We stoppen even om de twee accuutjes in de Garmin Oregon te vervangen. Na Nagele volgt een ruw stuk weg richting de Ketelbrug. Ik denk de volgende keer liever de Fietsersbond te volgen en langs Urk te rijden.
De klim tegen de Ketelburg is pittig. Rijden op het vlakke gaat nog makkelijk, tijdens het klimmen merk je dat er toch al een flink aantal kilometers in de benen zitten. Na de brug stoppen we even bij de losplaats voor wat sanitaire bezigheden. Ook moet de hond Astra een stukje lopen.
Marcel gaat naar Dronten om een nieuwe accu te halen, hij zal ook zeker meer dan 300 km rijden. Een aardig stuk fietsen om een accuutje op te halen. Wij vervolgen onze weg nu langs de buitenkant van de dijk, een prima parcours. Ook nu blijft het flink regenen en ik beperk het fotograferen tot een enkel plaatje. Direct zit de lens vol waterdruppels en dat is op de foto goed te zien.
In Lelystad staat Marian weer met de camper, nu onder de brug. Warme thee en lekkere koek gaan er uitstekend in. Bij het vertrek weet Kees precies onder een spleet in de brug te rijden en krijgt een koude douche. Gelukkig wordt zijn haar niet nat :).
We zien in het westen dat het opklaart. Wij gaan evenwel noordwaarts en daar regent het nog steeds flink. Op de dijk houden we het tempo op 30 tot 32 km/u, we hebben nu tegenwind.
Na een korte laatste stop op het eind van de dijk in Enkhuizen, rijdt Pé nog een stuk mee. Hij kent deze route natuurlijk uitstekend, al moet gezegd dat de planner van Fietsersbord een vrijwel identieke route naar Burgerbrug heeft uitgerekend.
Als Pé afzwaait naar Middenmeer, gaat Yvonne voorop rijden, ook voor haar is het een thuiswedstrijd. Ze heeft al lang geen last meer van haar knie, het urenlange regelmatige rijden heeft haar goed gedaan. Op het mooi vlakke asfalt rijdt ze 32 tot 34 km/u, in het donker en in de regen. Ik klamp me vast aan haar achterlicht, door de tegemoet komende auto's wordt ik compleet verblind en moet mijn bril afzetten. Kees zijn we inmiddels kwijt geraakt, hij ziet zonder bril niks en blijft maar wissen. Als we even stoppen is Kees er snel weer bij en gaan door de stikdonkere nacht richting Burgerbrug. Nog één keer moeten we even rustig aan doen om Kees erbij te houden. Nu blijkt weer wat een geweldige lamp de SuperNova E3 is. Veel, geweldig veel licht, met een patroon dat ook de berm goed verlicht. Ik doe enkele keren mijn lamp uit terwijl de lampen van Yvonne en Kees nog branden. We rijden van het ene op andere moment in een zwart gat. Zelfs als mijn accu vrijwel leeg is en het achterlicht het al niet meer doet, blijft de E3 alles fantastisch verlichten. Bij Kees komt de lamp zeker op zijn verlanglijstje.
Wel moet je opletten de lamp niet te hoog te richten, tegenliggers kunnen er echt niet inkijken. Bijna thuis komt een motorrijder dreigend op me af en stopt zelfs voor me. De man scheldt tegen me en ik maak mijn excuses.
Na een kop koffie bij Yvonne thuis, we hadden haar vriend Guus beloofd haar weer thuis te brengen, gaat de laatste etappe als op vleugels. Met tegen de veertig, toegegeven voor de wind, gaat het langs het Noord-Hollands kanaal heel snel naar Alkmaar. Kees gaat nog een stukje mee en bij Tuincentrum Ranzijn scheiden onze wegen na een natte maar fantastische dag fietsen.
Ik had gerekend op enkele lekke banden. Ik heb drie reserve voorbanden, waaronder twee Primo Comets, en binnenbanden aan boord, gelukkig niet nodig gehad. Het verwisselen van een band in regen en wind is niet zo aantrekkelijk, hoe snel we dit inmiddels ook kunnen.
Na 312 km, zonder enig fysiek probleem, ben ik moe maar heel voldaan weer thuis. Ik prijs me gelukkig dat ik op 62-jarige leeftijd zonder enig probleem dit soort activiteiten nog kan uitvoeren.
De Garmin Oregon heeft de hele dag met continue licht aan uitstekend gewerkt. Na 8 uur is het eerste setje accu's leeg en de tweede set gaat erin. Die heeft bij thuiskomt nog 40% lading over. Een tip, als je een dergelijke lange route plant krijg je zo'n 5200 routepunten. Daar kan de GPS niks mee, die kan maximaal 500 routepunten behappen. Je kan de route natuurlijk opknippen in allemaal deelroutes, maar dat is wel een gedoe. Als je echter het gpx bestand 'active log' noemt slikt de GPS de route wel en krijg je een prachtig nauwkeurige route voorgeschoteld.
Het gele routeplaatje laat de route zien zoals de planner van de Fietserbord die uitrekent en de track die we werkelijk gereden hebben. Het laatste stuk van Burgerbrug zijn we niet via Heerhugowaard maar rechtstreeks naar Alkmaar gereden. Voor het lange afstand fietsen met GPS is de planner fantastisch en is een compliment voor de vrijwilligers van de Fietsersbond meer dan op zijn plaats.
maandag 9 november 2009
Band plakken, een tip
Heb jij ook wel eens dat als je een band plakt, de plek rond het lek opschuurt, de solutie erop smeert en dan.... niet meer goed kan zien waar het lek zit? Ik wel. Daarom markeer ik het lek met een blauwe watervaste viltstift. Op de foto is het goed te zien. Nu weet ik altijd precies waar het lek zit, ook al zie ik het onder de opgedroogde solutie al lang niet meer. Ik durf inmiddels zelfs met de viltstift een puntje te zetten op het lek.
zondag 8 november 2009
In de mist op de koffie op Wieringen
Vanmorgen om 8 uur zit ik de fiets om met Kees, Juf Katje en Sebastiaan koffie te gaan drinken bij Cees Roozendaal in Hypolytushoef. Het is 2 gr. C en de mist is zo dicht dat ik de overkant van de Markervaart niet kan zien.
Mijn nieuwe Botter schermpje doet het nu een stuk minder en wordt drijfnat, zowel aan de binnenkant als de buitenkant. Er valt vrijwel niks meer door te zien. Niet zo verwonderlijk, alles beslaat en enigermate droge lucht om het schermpje te ontwasemen is er domweg niet. De beide spiegels druipen ook van het water en laten elke halve minuut een grote druppel vallen.
In Heerhugowaard blijkt ook Jan Geel aanwezig te zijn.
Na de koffie rijden we de mist in. Juf Katje heeft al snel moeite met het tempo. Bij 29 km per uur is zij aan haar tax. Zij zegt een hartslag te hebben van ruim in de 150. Mijn hartslag is dan 89, Juf Katje is vandaag niet in goede doen. Wel rijdt zij met de Mango van Kees terwijl de mannen allemaal in een Quest rijden. Van de vijf heren hebben er drie een Mango gehad en zijn natuurlijk niet voor niks in de Quest gaan rijden.
Bij het begin van de West-Friese Zeedijk rij ik links voor lek. Na vijf minuten sluit ik weer aan. Het landschap is nu ietwat spookachtig, de dijkweg is wel goed te zien, de dieper liggende polder nauwelijks.
Soms weet de zon even zijn gezicht te laten zien, om even later weer in de mist te verdwijnen. Juf Katje houdt het voor gezien en gaat terug naar Heerhugowaard. Daarna loopt het tempo op naar 34 tot 36 per uur. Voor Kees mag het iets rustiger, maar hij komt dapper mee. Ik heb de indruk dat wij een beetje zigzaggend noordwaarts rijden, we willen niet te vroeg op Wieringen zijn.
Om elf uur zijn wij bij Cees Roozendaal thuis. We worden gastvrij onthaald door Cees en Anita, de beide kinderen, de oudste zoon ligt nog te maffen, en de Labrador retriever. We laten ons de monsterlijk grote Wieringer Jodenkoeken uitstekend smakend, het pakje brood kan nog in de tas blijven.
Cees rijdt een stuk met ons mee via Den Oever. Bij de zeedijk vlak voor Den Oever brandt de zon een gat in de wolken en dat levert een aardige foto op. Aan ons volgende ravitaillering adres, Pé Koomen en Tiny in Middenmeer, heeft Kees al telefonisch de 'bestelling' opgegeven :). Pé en Tiny hebben thee, koffie en fris al in de aanslag en we praten .... over velomobielen. Ook de prima planner van de Fietsersbond komt ter sprake.
We stappen op en Cees Roozendaal gaat ons voor. Met lef rijdt hij langs een versperring wegens werkzaamheden om na 50 meter echt niet meer verder te kunnen. Bij de afslag naar Medemblik gaan Cees en Jan linksaf, wij rijden rechtdoor. In Heerhugowaard slaan Sebastiaan en Kees ook linksaf, ik rij alleen door naar De Woude. Al een tijdje zie ik dat mijn hartslag niet meer correspondeert met de daarbij normaal horende snelheden. Ik probeer met snel heen en weer te sturen te ontdekken op één van de voorbanden misschien weer lek is. Dit is niet het geval. Als mijn hartslag 120 slagen per minuut is en de snelheid nog steeds terugloopt richting 30 km/u is het voor mij wel duidelijk, de dikke slof om het achterwiel loopt leeg. Eenmaal uit de fiets blijkt dit direct, de Perfect Moiree is vrijwel leeg. Het is wel veilig dat de fiets zo lang uitstekend bestuurbaar blijft.
De Perfect Moiree gaat er met de hand redelijk makkelijk af, de Marathon Racer vouwband niet makkelijk erom. Ondanks het gebruik van montagevloeistof blijft de band hobbelen. Het is alleen maar een thuiskomer, dus ik laat het maar zo.
De mist is inmiddels weer dichter geworden en ik zie met moeite onze boerderij aan de overkant van het water.
Frisse rit met weinig zicht. Dinsdag, er staat een rondje IJsselmeer gepland, moet het echt beter weer zijn, anders denk ik niet dat ik ruim 300 km ga fietsen.
146 km
Mijn nieuwe Botter schermpje doet het nu een stuk minder en wordt drijfnat, zowel aan de binnenkant als de buitenkant. Er valt vrijwel niks meer door te zien. Niet zo verwonderlijk, alles beslaat en enigermate droge lucht om het schermpje te ontwasemen is er domweg niet. De beide spiegels druipen ook van het water en laten elke halve minuut een grote druppel vallen.
In Heerhugowaard blijkt ook Jan Geel aanwezig te zijn.
Na de koffie rijden we de mist in. Juf Katje heeft al snel moeite met het tempo. Bij 29 km per uur is zij aan haar tax. Zij zegt een hartslag te hebben van ruim in de 150. Mijn hartslag is dan 89, Juf Katje is vandaag niet in goede doen. Wel rijdt zij met de Mango van Kees terwijl de mannen allemaal in een Quest rijden. Van de vijf heren hebben er drie een Mango gehad en zijn natuurlijk niet voor niks in de Quest gaan rijden.
Bij het begin van de West-Friese Zeedijk rij ik links voor lek. Na vijf minuten sluit ik weer aan. Het landschap is nu ietwat spookachtig, de dijkweg is wel goed te zien, de dieper liggende polder nauwelijks.
Soms weet de zon even zijn gezicht te laten zien, om even later weer in de mist te verdwijnen. Juf Katje houdt het voor gezien en gaat terug naar Heerhugowaard. Daarna loopt het tempo op naar 34 tot 36 per uur. Voor Kees mag het iets rustiger, maar hij komt dapper mee. Ik heb de indruk dat wij een beetje zigzaggend noordwaarts rijden, we willen niet te vroeg op Wieringen zijn.
Om elf uur zijn wij bij Cees Roozendaal thuis. We worden gastvrij onthaald door Cees en Anita, de beide kinderen, de oudste zoon ligt nog te maffen, en de Labrador retriever. We laten ons de monsterlijk grote Wieringer Jodenkoeken uitstekend smakend, het pakje brood kan nog in de tas blijven.
Cees rijdt een stuk met ons mee via Den Oever. Bij de zeedijk vlak voor Den Oever brandt de zon een gat in de wolken en dat levert een aardige foto op. Aan ons volgende ravitaillering adres, Pé Koomen en Tiny in Middenmeer, heeft Kees al telefonisch de 'bestelling' opgegeven :). Pé en Tiny hebben thee, koffie en fris al in de aanslag en we praten .... over velomobielen. Ook de prima planner van de Fietsersbond komt ter sprake.
We stappen op en Cees Roozendaal gaat ons voor. Met lef rijdt hij langs een versperring wegens werkzaamheden om na 50 meter echt niet meer verder te kunnen. Bij de afslag naar Medemblik gaan Cees en Jan linksaf, wij rijden rechtdoor. In Heerhugowaard slaan Sebastiaan en Kees ook linksaf, ik rij alleen door naar De Woude. Al een tijdje zie ik dat mijn hartslag niet meer correspondeert met de daarbij normaal horende snelheden. Ik probeer met snel heen en weer te sturen te ontdekken op één van de voorbanden misschien weer lek is. Dit is niet het geval. Als mijn hartslag 120 slagen per minuut is en de snelheid nog steeds terugloopt richting 30 km/u is het voor mij wel duidelijk, de dikke slof om het achterwiel loopt leeg. Eenmaal uit de fiets blijkt dit direct, de Perfect Moiree is vrijwel leeg. Het is wel veilig dat de fiets zo lang uitstekend bestuurbaar blijft.
De Perfect Moiree gaat er met de hand redelijk makkelijk af, de Marathon Racer vouwband niet makkelijk erom. Ondanks het gebruik van montagevloeistof blijft de band hobbelen. Het is alleen maar een thuiskomer, dus ik laat het maar zo.
De mist is inmiddels weer dichter geworden en ik zie met moeite onze boerderij aan de overkant van het water.
Frisse rit met weinig zicht. Dinsdag, er staat een rondje IJsselmeer gepland, moet het echt beter weer zijn, anders denk ik niet dat ik ruim 300 km ga fietsen.
146 km
vrijdag 6 november 2009
Bandenleed en afwerking til oog
Vanmorgen rij ik naar Castricum voor een boodschap. Ook om het nieuwe windschermpje te proberen. Bij Wormerveer wordt al een jaar aan de weg geklungeld. Met opzet heb ik het over geklungel, het duurt eeuwig en de weg ligt continue open. Fietsen kunnen er vaak maar net langs, met velomobielen wordt al helemaal geen rekening gehouden.
Vandaag moet er weer over een stuk weg gereden worden waar alleen de grove onderlaag ligt. Grote gaten vol met water maken het een enorme modderpoel. Linksom of rechtsom, de fietsers moeten er doorheen. Ik ben nog niet van het slechte stuk weg af of ik voel dat het zwaarder rijdt. Nog even proberen of het asfalt gehaald kan worden, maar kansloos. Het wiel loopt zelfs vast.
Als de Quest op zijn kant ligt blijkt de binnenband niet meer in de buitenband te zitten maar helemaal om de as gewikkeld te zijn. Het ventiel zit nog op zijn plek maar is zelfs op het dikste gedeelte krom getrokken.
Gelukkig zit er op de Leatherman een scherp mes en met nogal wat moeite snij ik de binnenband aan stukken. Naast me stopt een fietser die ook al een lekke band heeft. Na een kwartier zijn alle stukken verwijderd en een reserve binnen- en buitenband gaan erop. Op 6 bar schrik ik van een enorme klap en blijkt de binnenband gescheurd te zijn. Niet goed gecontroleerd of deze wel netjes gemonteerd zat. Nog maar eens proberen met een nieuwe binnenband, dat gaat gelukkig goed.
Het zwarte til oog moest nog een kleurtje krijgen. Dat lukt met de oranje lakstift redelijk goed. Wel realiseer ik me nu dat ik beter eerst een witte of lichtgrijze onderlaag had moeten aanbrengen. Nu blijft de gitzwarte ABS er nog een beetje door heen schijnen.
Al met al ben ik er heel tevreden mee.
Vandaag moet er weer over een stuk weg gereden worden waar alleen de grove onderlaag ligt. Grote gaten vol met water maken het een enorme modderpoel. Linksom of rechtsom, de fietsers moeten er doorheen. Ik ben nog niet van het slechte stuk weg af of ik voel dat het zwaarder rijdt. Nog even proberen of het asfalt gehaald kan worden, maar kansloos. Het wiel loopt zelfs vast.
Als de Quest op zijn kant ligt blijkt de binnenband niet meer in de buitenband te zitten maar helemaal om de as gewikkeld te zijn. Het ventiel zit nog op zijn plek maar is zelfs op het dikste gedeelte krom getrokken.
Gelukkig zit er op de Leatherman een scherp mes en met nogal wat moeite snij ik de binnenband aan stukken. Naast me stopt een fietser die ook al een lekke band heeft. Na een kwartier zijn alle stukken verwijderd en een reserve binnen- en buitenband gaan erop. Op 6 bar schrik ik van een enorme klap en blijkt de binnenband gescheurd te zijn. Niet goed gecontroleerd of deze wel netjes gemonteerd zat. Nog maar eens proberen met een nieuwe binnenband, dat gaat gelukkig goed.
Het zwarte til oog moest nog een kleurtje krijgen. Dat lukt met de oranje lakstift redelijk goed. Wel realiseer ik me nu dat ik beter eerst een witte of lichtgrijze onderlaag had moeten aanbrengen. Nu blijft de gitzwarte ABS er nog een beetje door heen schijnen.
Al met al ben ik er heel tevreden mee.
Abonneren op:
Posts (Atom)