Fionnuala
Vanmorgen worden we ondanks het drinkgelag van gisteravond redelijk fris wakker. Het is Iers weer, het waait hard en het regent. Hans en Connie regelen nog een keer koffie en dan reizen we uit Milltown af.
We kunnen het ommetje over de Conners pas op Dingle niet maken, de tijd ontbreekt ons helaas. Daarom maken we vandaag een flinke rit naar het noorden. Eerst moeten we nog flink klimmen om bij de fam. De Groot weg te komen. Dan is het lekker afdalen naar Tralee. Door een communicatiefoutje denken we dat Marian op een heel andere weg staat. We verdwalen in het stadje. Zoals meestal brengt de Garmin uitkomst. Gewoon de nieuwe bestemming erin zetten en rijden maar. Kees rijdt voorop en leest de tekst op het kleine scherm van zijn Etrex fout af. Zo rijden we nog een keer de afrit voorbij. Het veel grotere scherm van de Oregon geeft veel meer informatie en de goede afslag komt nu snel in beeld.
We rijden naar Listowel. Het landschap is wel golvend maar niet bijster interessant. De ochtendregen is verdwenen en hoewel het zwaar bewolkt blijft regent het niet meer. Een uur later is zelfs de zon er weer bij, we treffen het gemiddeld heel goed met het weer.
In Tarbert nemen we de ferry over de Shannon. Op de veerstoep vermaken we ons met een groot aantal roeken die uit de hand eten. Het waait zo hard dat het schip veel water overneemt en de passagiers op het bovendek zelfs kletsnat worden. Helaas krijgen we de dolfijnen die hier regelmatig te zien zijn niet in beeld, de golven zijn te wild en te hoog. De Shannon is hier zo'n vier kilometer breed en de overtocht duurt 20 minuten. Via Kilrush eindigt de rit bij Spanish Point aan de Atlantische Oceaan, althans dat denk ik.
Dan zie ik Cees een vrouw drie keer zoenen. Ik weet dan nog niet wat dat betekent. Kees roept dat wij naar een kasteel gaan. De mevrouw rijdt in haar auto voorop en dan begint een onverwachte klim. Dit zou maar 2 mile duren, maar is na 10 km nog niet tot een einde gekomen. De hoogtemeter loopt maar op en ik vervloek Cees Roozendaal dat wij allemaal ons aan het eind de dag nog het lazarus moeten klimmen alleen om te voorkomen dat ie zijn tentje moet opzetten. Een uur tegen verschillende bergen optijgeren over slechte wegen tot 171 meter hoogte om te voorkomen dat ie een tentje op moeten zetten. Kielhalen moeten moeten ze die man.
Na een uur een 12 kilometer is de rit ten einde en komen we bij een ..... cottage. Cees en Ben zijn druk met mevrouw en even later zie ik de aap uit de mouw komen. Er moet als tegenprestatie voor het slapen in het huisje een berg turf van twee m3 worden verplaatst. Mooie straf voor Cees. Ik ga toch maar even helpen, uiteindelijk repareert Cees ook mijn fiets.
De mevrouw is heel aardig, blijkt Fionnuala te heten, 51 jaar te zijn en geeft les in de oude Ierse taal Gaelic. Ze haalt een fluitje en geeft een prachtige recitel. Ze is wel eenzaam en Cees moet uitleggen dat ie gelukkig is getrouwd :). Ben moet bij haar op schoot zitten en op de fluit blazen. Fionnuala speelt op de fluit, hilarische taferelen.
Vandaag 126km gereden.
woensdag 4 augustus 2010
Ierland dag 12 3 augustus Glengariff - Listry
Jan van Soest en Hans en Connie de Groot
Na een wat onrustig begin van de nacht, de Ieren in de pub boven ons leven zich aardig uit, begint de dag prachtig zonnig. De was droogt maar deels en gaat de camper in. Als de camper vol water wordt getankt loopt het binnen over, de afsluitdop van de watertank is niet waterdicht.
Direct na het verlaten van de camping kunnen we aan de bak. We klimmen naar boven tot we op de pas 258 meter op de GPS aflezen. Ben gaat steeds voorop en om hem bij te houden moet ik hartslag 128 tot 130 trappen, prima te doen. Kees klimt wat langzamer en als ik achter Kees rij is hartslag 115 tot 118 voldoende om in zijn wiel te blijven. Kees klimt op een heel bijzondere manier. Hij trekt even hard op en rijdt even uit. Dan accelereert ie weer. Zo achter hem rijden is onprettig en ik denk dat het ook vermoeiender is dan een constante hartslag aan te houden.
Na de eerste lange klim en fraaie afdaling, arriveren we in Kenmare. Daar hebben we een afspraak met Jan van Soest, de broer van Theo. Jan rijdt ons voor naar de school waar hij lesgeeft in biologisch tuinieren.
Wij zetten de Questen op het schoolterrein en rijden met Jan naar zijn huis in Ballygriffin. Op 80.000 m2 verbouwt Jan met zijn vrouw vele soorten kruiden, bloemen en allerlei andere gewassen. Zijn vrouw maakt verschillende medicinale zalven van de meest uiteenlopende kruiden en bloemen. We mogen zelf tomaten plukken en Kees mag de monstercourgettes mee naar de camper sjouwen. Nadat we ook aardappelen gerooid hebben en een koolrabi hebben gesneden, lunchen we bij Jan thuis in zijn mooie huis. Jan is niet alleen leraar, hij is ook vaak reisleider. Hij adviseert ons bepaalde routes wel of niet te nemen, heel prettig.
Dan is het tijd voor de laatste etappe naar Killaerny.
Marian blijft in onze buurt en zij maakt de foto met de vier fietsen met de camper in de voorgrond.
De beklimming is wel 8 km lang, maar zeker niet te zwaar voor een getrainde Questrijder.
We gebruiken de parachutes bij de afdalingen zeer regelmatig, een mooi gezicht. De omstanders kijken hun ogen uit. Het landschap is betoverend mooi en iedere bocht levert weer een nieuw fraai panorama op.
Dan trap ik plotseling loos en zie even later mijn ketting niet meer. Dat is een fors probleem. Als ik stop zie ik dat de ketting helemaal verdwenen is. De ketting ligt 30 meter terug op de weg. Ik probeer Cees te bellen, maar er is geen bereik voor de GSM.
Na tien minuten wachten komt Cees terugrijden. De ketting is gebroken op de plaats van de sluitschakel die we tijdens het verkorten van de ketting plaatsten. We slagen er in de ketting weer in de Quest te krijgen. De sluitschakel is met de hand te sluiten en weer te openen. Als ik nog eens goed kijk blijkt dat de nieuwe sluitschakel wel erg veel speling heeft. Kennelijk niet het goede soort. Daarom ponst Cees de ketting weer aan elkaar, er kon nog wel een schakel uit.
De afdaling naar Killaerny is rauw en lastig. De weg is extreem bochtig en het wegdek is ronduit beroerd. de parachutes zijn wel uit, maar hoge snelheden zijn niet te realiseren.
In Killaerny staat Marian met de camper bij een Lidl. We eten wat, het is inmiddels 18.00 uur, en ontmoeten een Nederlandse mevrouw die net twee banden van haar Mercedes SLK op een roadblock heeft kapot gereden. We vragen aan haar of zij een camping weet. Dat weet ze wel, maar we mogen ook bij haar thuis op het erf staan. Dat heeft onze voorkeur. Wel moeten we nog een kilometer of 12 rijden, maar het is in de goede richting, dus doen we dat graag.
De rit naar Milltown, daar wonen Connie en Hans de Groot in een prachtig huis met een supermooi uitzicht, is nog pittig klimwerk. We zijn bijzonder welkom en hun hele huis is te onzer beschikking. We mogen douchen, de was wordt gedaan en zelfs de afwas wordt in de machine gedaan.
We worden uitgenodigd voor een kop koffie of een biertje. Dat wordt allebei. Dan hebben we samen een fantastische avond waar, geheel naar Nederlands-Ierse traditie de drank niet onder de kurk blijft. Hans gaat normaal om half twaalf naar bed, zijn bedrijf Kerry Drain Services start morgenvroeg weer om 8.00 uur, maar blijft tot half één op. Dan wordt het tijd om de kooi maar eens op te zoeken.
Weer een prachtige ervaring, nu niet met Ieren maar met zeer gastvrije Nederlanders.
Na een wat onrustig begin van de nacht, de Ieren in de pub boven ons leven zich aardig uit, begint de dag prachtig zonnig. De was droogt maar deels en gaat de camper in. Als de camper vol water wordt getankt loopt het binnen over, de afsluitdop van de watertank is niet waterdicht.
Direct na het verlaten van de camping kunnen we aan de bak. We klimmen naar boven tot we op de pas 258 meter op de GPS aflezen. Ben gaat steeds voorop en om hem bij te houden moet ik hartslag 128 tot 130 trappen, prima te doen. Kees klimt wat langzamer en als ik achter Kees rij is hartslag 115 tot 118 voldoende om in zijn wiel te blijven. Kees klimt op een heel bijzondere manier. Hij trekt even hard op en rijdt even uit. Dan accelereert ie weer. Zo achter hem rijden is onprettig en ik denk dat het ook vermoeiender is dan een constante hartslag aan te houden.
Na de eerste lange klim en fraaie afdaling, arriveren we in Kenmare. Daar hebben we een afspraak met Jan van Soest, de broer van Theo. Jan rijdt ons voor naar de school waar hij lesgeeft in biologisch tuinieren.
Wij zetten de Questen op het schoolterrein en rijden met Jan naar zijn huis in Ballygriffin. Op 80.000 m2 verbouwt Jan met zijn vrouw vele soorten kruiden, bloemen en allerlei andere gewassen. Zijn vrouw maakt verschillende medicinale zalven van de meest uiteenlopende kruiden en bloemen. We mogen zelf tomaten plukken en Kees mag de monstercourgettes mee naar de camper sjouwen. Nadat we ook aardappelen gerooid hebben en een koolrabi hebben gesneden, lunchen we bij Jan thuis in zijn mooie huis. Jan is niet alleen leraar, hij is ook vaak reisleider. Hij adviseert ons bepaalde routes wel of niet te nemen, heel prettig.
Dan is het tijd voor de laatste etappe naar Killaerny.
Marian blijft in onze buurt en zij maakt de foto met de vier fietsen met de camper in de voorgrond.
De beklimming is wel 8 km lang, maar zeker niet te zwaar voor een getrainde Questrijder.
We gebruiken de parachutes bij de afdalingen zeer regelmatig, een mooi gezicht. De omstanders kijken hun ogen uit. Het landschap is betoverend mooi en iedere bocht levert weer een nieuw fraai panorama op.
Dan trap ik plotseling loos en zie even later mijn ketting niet meer. Dat is een fors probleem. Als ik stop zie ik dat de ketting helemaal verdwenen is. De ketting ligt 30 meter terug op de weg. Ik probeer Cees te bellen, maar er is geen bereik voor de GSM.
Na tien minuten wachten komt Cees terugrijden. De ketting is gebroken op de plaats van de sluitschakel die we tijdens het verkorten van de ketting plaatsten. We slagen er in de ketting weer in de Quest te krijgen. De sluitschakel is met de hand te sluiten en weer te openen. Als ik nog eens goed kijk blijkt dat de nieuwe sluitschakel wel erg veel speling heeft. Kennelijk niet het goede soort. Daarom ponst Cees de ketting weer aan elkaar, er kon nog wel een schakel uit.
De afdaling naar Killaerny is rauw en lastig. De weg is extreem bochtig en het wegdek is ronduit beroerd. de parachutes zijn wel uit, maar hoge snelheden zijn niet te realiseren.
In Killaerny staat Marian met de camper bij een Lidl. We eten wat, het is inmiddels 18.00 uur, en ontmoeten een Nederlandse mevrouw die net twee banden van haar Mercedes SLK op een roadblock heeft kapot gereden. We vragen aan haar of zij een camping weet. Dat weet ze wel, maar we mogen ook bij haar thuis op het erf staan. Dat heeft onze voorkeur. Wel moeten we nog een kilometer of 12 rijden, maar het is in de goede richting, dus doen we dat graag.
De rit naar Milltown, daar wonen Connie en Hans de Groot in een prachtig huis met een supermooi uitzicht, is nog pittig klimwerk. We zijn bijzonder welkom en hun hele huis is te onzer beschikking. We mogen douchen, de was wordt gedaan en zelfs de afwas wordt in de machine gedaan.
We worden uitgenodigd voor een kop koffie of een biertje. Dat wordt allebei. Dan hebben we samen een fantastische avond waar, geheel naar Nederlands-Ierse traditie de drank niet onder de kurk blijft. Hans gaat normaal om half twaalf naar bed, zijn bedrijf Kerry Drain Services start morgenvroeg weer om 8.00 uur, maar blijft tot half één op. Dan wordt het tijd om de kooi maar eens op te zoeken.
Weer een prachtige ervaring, nu niet met Ieren maar met zeer gastvrije Nederlanders.
Labels:
Ierland
Ierland dag 11 2 augustus Bandon - Glengariff
Bantry verste plaats op de route
De ochtendstond heeft goud in de mond. Het zonnetje schijnt en de was aan lijn droogt redelijk snel. De broeders en zusters van de kerkgemeente zijn voor 10.00 uur al weer present. Ook de echtgenote van Finbarr geeft acte de presence. Gisteren raakte ik twee schroefjes uit mijn rechterpedaal kwijt. Nog even en het pedaal valt uit elkaar. Cees haalt een schroefje uit de linkerpedaal en maakt daarmee de rechter pedaal weer tijdelijk bruikbaar.
Vanmorgen vervangen we de beide pedalen door een set nieuwe. Dit allemaal op het tapijt voor de kansel in de kerk. Comfortabeler kan je niet aan een Quest sleutelen. Tegen elf uur zijn we startklaar en worden we door de broeders en zusters uitgewuifd. Finnbar rijdt ons achterna en laat ons midden op de rijbaan met zijn vieren naast elkaar voor het bord Bandon poseren. Klachten van Ierse automobilisten wuift ie met een veelzeggend handgebaar weg.
Dan zijn we weer onder elkaar. De rit naar Bantry, het verste punt van onze reis rond Ierland, is 60 km lang.
Het fietst heerlijk door het glooiende landschap. Marian is al in Bantry waar we op een havenhoofdje wat rondkijken naar het mooie panorama. Aan de baai met uitzicht op zee ligt het grote kerkhof van Bantry, met afstand het kerkhof met het mooiste uitzicht, al zullen de doden er weinig van merken.
Na Bantry beginnen we noordwaarts te rijden. Stevig klimmen is al meteen het parool. Ook steile afdalingen zijn aan de orde. Kees gooit zijn parachutes uit, al is de afdaling maar 48 meter. Ik zie die hoogte op het scherm van de Garmin, heel prettig. Ook kan ik de daalsnelheid in meters per seconde aflezen. Klimmen gaat gemiddeld met 0,1 tot 0,2 meter per seconde. Dalen kan wel tot 0,7 meter per seconde. De eindsnelheid ligt dan meestal tegen de negentig kilometer per uur.
De automobilisten passeren ons steeds op ruime afstand, heel prettig. We worden weer duizenden keren gefotografeerd. Veel mensen vragen ons of wij voor 'charity' rijden. Wij hebben zoveel bekijks dat dat inderdaad een mogelijkheid zou zijn.
We zoeken een camping in de buurt van Bantry om de was die in Bandon nog niet droog was opnieuw aan de lijn te hangen. De camping is comfortabel, al was het maar dat de douches prima zijn. Wel zijn er drommen opgroeiend grut die onze fietsen maar wat 'cute' vinden. Ben legt ze uitgebreid alles uit, een investering in tijd die zich wel terug zal verdienen.
We hebben telefonisch contact met Jan, de broer van Theo van Soest. We hebben een grote doos met koffie voor hem mee. Morgen gaan we die in Kenmare overhandigen.
Na de heerlijke rijstmaaltijd gaan we nog een pint Guinness en Lager drinken in de kroeg bij de camping. Kees komt niet meer bij van het lachen als ie aan een local vertelt van onze fietsen in de kerk. De reactie van de man is zo prachtig dat we Kees bij moeten brengen.
De ochtendstond heeft goud in de mond. Het zonnetje schijnt en de was aan lijn droogt redelijk snel. De broeders en zusters van de kerkgemeente zijn voor 10.00 uur al weer present. Ook de echtgenote van Finbarr geeft acte de presence. Gisteren raakte ik twee schroefjes uit mijn rechterpedaal kwijt. Nog even en het pedaal valt uit elkaar. Cees haalt een schroefje uit de linkerpedaal en maakt daarmee de rechter pedaal weer tijdelijk bruikbaar.
Vanmorgen vervangen we de beide pedalen door een set nieuwe. Dit allemaal op het tapijt voor de kansel in de kerk. Comfortabeler kan je niet aan een Quest sleutelen. Tegen elf uur zijn we startklaar en worden we door de broeders en zusters uitgewuifd. Finnbar rijdt ons achterna en laat ons midden op de rijbaan met zijn vieren naast elkaar voor het bord Bandon poseren. Klachten van Ierse automobilisten wuift ie met een veelzeggend handgebaar weg.
Dan zijn we weer onder elkaar. De rit naar Bantry, het verste punt van onze reis rond Ierland, is 60 km lang.
Het fietst heerlijk door het glooiende landschap. Marian is al in Bantry waar we op een havenhoofdje wat rondkijken naar het mooie panorama. Aan de baai met uitzicht op zee ligt het grote kerkhof van Bantry, met afstand het kerkhof met het mooiste uitzicht, al zullen de doden er weinig van merken.
Na Bantry beginnen we noordwaarts te rijden. Stevig klimmen is al meteen het parool. Ook steile afdalingen zijn aan de orde. Kees gooit zijn parachutes uit, al is de afdaling maar 48 meter. Ik zie die hoogte op het scherm van de Garmin, heel prettig. Ook kan ik de daalsnelheid in meters per seconde aflezen. Klimmen gaat gemiddeld met 0,1 tot 0,2 meter per seconde. Dalen kan wel tot 0,7 meter per seconde. De eindsnelheid ligt dan meestal tegen de negentig kilometer per uur.
De automobilisten passeren ons steeds op ruime afstand, heel prettig. We worden weer duizenden keren gefotografeerd. Veel mensen vragen ons of wij voor 'charity' rijden. Wij hebben zoveel bekijks dat dat inderdaad een mogelijkheid zou zijn.
We zoeken een camping in de buurt van Bantry om de was die in Bandon nog niet droog was opnieuw aan de lijn te hangen. De camping is comfortabel, al was het maar dat de douches prima zijn. Wel zijn er drommen opgroeiend grut die onze fietsen maar wat 'cute' vinden. Ben legt ze uitgebreid alles uit, een investering in tijd die zich wel terug zal verdienen.
We hebben telefonisch contact met Jan, de broer van Theo van Soest. We hebben een grote doos met koffie voor hem mee. Morgen gaan we die in Kenmare overhandigen.
Na de heerlijke rijstmaaltijd gaan we nog een pint Guinness en Lager drinken in de kroeg bij de camping. Kees komt niet meer bij van het lachen als ie aan een local vertelt van onze fietsen in de kerk. De reactie van de man is zo prachtig dat we Kees bij moeten brengen.
Labels:
Ierland
Abonneren op:
Posts (Atom)