Na het bezoek aan zoon Maarten en schoondochter Petra rijden we vandaag naar ... ? Ja waar naar toe? In ieder geval richting Afsluitdijk. Ik had een route voorbereid die in een behoorlijk rechte lijn naar de Afsluitdijk zou voeren. Kees heeft een redelijk gedetailleerde kaart en wil 'mijn route' wel rijden. Bij de eerste de beste afslag besluit Kees richting Stadskanaal te rijden, da's dus toch niet mijn route. In Stadskanaal wil Kees alsnog mijn route rijden en dus rijden we richting de Pekela's. Dat schiet niet op en met bij iedere trap een hinderlijk opspelende achillespees, wil ik niet meer kilometers maken dan nodig.
Ik stel Kees voor dat ik de kortste route in de Garmin Oregon zet en dat wij de routering daarvan zullen volgen. Kees vindt het prima en ik zet maar één waypoint, Bolsward, in de Oregon. Vervolgens routering aan en fietsen maar. We volgen nu de kortste weg en trekken ons niks meer aan van de kaart en routebordjes. Heel vaak ontbreken die ook op plaatsen waar wij moeten afslaan. We worden over werkelijk schitterende paden geleid, het ene moment donkere bossen, het andere moment open heide met Schotse hooglanders. Die blijken niet aan twee Questen gewend te zijn en slaan op de vlucht.
We rijden in no-time door Assen. Buiten Assen lijkt het erop dat de Oregon halsstarrig naar het zuidwesten wil. Na een tijdje trappen kijk ik waarom de GPS ons niet een meer westelijke koers voorschotelt. Zeker vreemd omdat op de borden al Emmeloord begint te verschijnen. In de Oregon zoom ik uit om de hele route te overzien en dan valt me op dat we plotseling eerst naar Amsterdam worden gestuurd. Ik realiseer me dat ik een keer twee maal op het scherm heb getikt en naar nu blijkt een nieuw waypoint heb aangemaakt. De route wordt nu 370 km lang en dat hebben we niet op het oog. Ik stop de navigatie en geef opnieuw alleen Bolsward in. Nu wil het systeem vanuit Hoogersmilde wel naar het westen. We passeren Noordwolde, Wolvega, Heerenveen en Joure. Marian belt en wil een rendez-vous. We rijden echter over fietspaden waar een auto, laat staan een camper, zeker nooit kan komen. De paden worden soms wat al te simpel en we lopen vast op een zandpad. In de Oregon vink ik nu aan dat we niet meer over onverharde wegen willen. Dat gebeurt vanaf dat moment ook niet meer en de rit is grandioos door alle natuurschoon. De achillespees geeft nu nauwelijks hinder meer en dat maakt het fietsen wel zo prettig.
Marian staat met de camper in Nijland, de woonplaats van Ben Wichers. Kees wil niet verder en mij trekt het fietsen in de duisternis ook niet erg. Dan is een moederschip als de Hymer van Kees en Marian wel heel comfortabel. We rijden nog enkele kilometers verder om op een simpele boerencamping, we staan er helemaal alleen, de nacht door te brengen. Moederkloek Marian zorgt weer voor heerlijk warm eten en een glas port, het leven is goed zo.
De volgende ochtend, het is nu dinsdag, komen we rustig op gang en vertrekken even na half tien. Het weer is grauw, het regent nu en dan en de wind is met Bft 4 uit het westen recht op de kop. Door het mooie Friese land slingeren we langs boerenweggetjes naar de Afsluitdijk. Direct na het vertrek moeten we een wel heel steile stalen brug beklimmen. Normaal zou ik dat wel fietsend doen, met mijn gammele linker poot doe ik het nu lopend. De Afsluitdijk stelt ons niet voor problemen. Met 32 km/u kunnen we tegen wind toch aardig vaart houden. Ik heb mijn hele bagage al in de fiets en dat is te voelen. 50 minuten later zijn we aan de overkant en drinken we thee en eten we een broodje in de camper die vlak daarvoor in Den Oever is aangekomen.
De laatste etappe via Middenmeer trappen we in anderhalf uur weg. Om 14.00 uur zijn we in Heerhugowaard waar dochter Wanda ons verwelkomt. Dan fiets ik nog een half uurtje door naar De Woude. Onderweg blijken mijn twee broodjes met kaas te weinig om stevig door te kunnen fietsen. Dan maar op de vetreserves. Ik weet dat ik dan niet harder kan rijden dan rond 28 km/u. Geen probleem, thuis wacht koffie met koek en daarna een heerlijk bad.
Alles overziend een heerlijke fietstocht. Borkum als bestemming zullen we niet gauw meer kiezen, ter plekke kun je nauwelijks kilometers maken en met een rederij als AG EMS wil je geen zaken meer doen. Jammer dat de achillespees op blijft spelen, niet onbekend bij deze blessure.
Een woord van dank aan Marian van Hattem is hier op zijn plaats. Het lange afstanden fietsen met op elke bestemming een warme douche, warm eten en een warm bed is een onwaarschijnlijke luxe.
Tot slot bedank ik ook Marcel van Eijk voor de prima organisatie van de tocht.
Totaal gereden tijdens het Borkumtreffen 605 kilometer.
Totaal gereden met de Quest sinds maart 6100 km.
woensdag 30 september 2009
Velomobieltreffen Borkum 4e dag
Vandaag verlaten wij Borkum om op het vasteland richting Groningen te rijden. 's Nachts is een kat over de Quest gesjouwd. De zanderige poten zijn bovenop de Quest goed te zien. Yvonne heeft een koude nacht achter de rug en eet voor zij aan boord gaat nog een bak pasta leeg. Even is het nog spannend als wij horen dat wij mogelijk niet allemaal op de veerboot passen. Om de ruimte optimaal te benutten wordt de duoquest op een vrijwel lege aanhangwagen van een Duits echtpaar gehesen. Uiteindelijk hoeft het allemaal niet, er is ruimte zat op de boot. Al met al, we hadden ook de terugreis netjes gereserveerd, prutswerk van de rederij AG EMS.
We verlaten de Eemshaven, nu de zon schijnt is het wat minder desolaat, om naar de Ligfietsgarage te rijden.
Jan Limburg wil wel even in mijn fluisterquest rijden. Ik neem tijdelijk plaats in zijn leen Strada. Als ik even onderweg ben schiet plotseling mijn linkervoet uit de SPD pedaal. Met grote snelheid ram ik met mijn achillespees tegen de vlijmscherpe rand van het voetengat. De snijdende pijn gaat me door merg en been. Dit zal me nog opbreken. Ik stop vrijwel direct en kan even niet verder. Ik moet als gevolg hiervan aansluiten bij de langzame groep. Die gaat echt langzaam, 22 tot 24 km/u. Mijn hartslag komt niet boven de 75 bpm en soms denk ik dat mijn hart afslaat :). Wel heb ik nu tijd om het landschap goed in mij op te nemen. Dat is vaak schitterend. Vermakelijk is de Jack Russel van George Dekkinga. Het hondje loopt als een razende achter zijn baasje aan. Als ie echt niet meer kan, grijpt George het dier in zijn nekvel en hijst hem in de Mango.
In Groningen arriveren wij bij de Ligfietsgarage. Er is koffie met koek, een hartelijke ontvangst. Het bedrijf oogt ruim en Arjen van Dam en Ritsart leiden ons rond.
Na de koffie, ik loop al heel moeilijk, gaan verschillende groepen naar een verschillende bestemming. De grootste groep gaat naar Dronten onderweg. Een kleinere groep gaat richting Noord-Holland. Kees en ik gaan, samen met Herbert en Michael richting Veendam. Herbert moet naar Augsburg, 850 km ver weg. Michael moet naar Bad Bentheim, dat ligt over de grens in de buurt van Enschede. Na Veendam gaan wij richting Onstwedde, de beide Duitsers gaan richting Duitse grens.
Onderweg ontmoeten wij bij een pauze een ouder echtpaar, zij met elektro-fiets, hij met een Challenge Hurricane. Een leuk gesprek volgt.
Via Boven-Pekela bereiken we Onstwedde waar Marian ons met de camper al opwacht.
Na een lekkere douche zitten we lang bij een heerlijk kampvuur. Marian, specialiste in de Middeleeuwen, bezorgt me een schapenhuid en een warme kruik, deden ze in vervlogen eeuwen ook zo.
Maarten, de zoon van Kees en Marian laat ons de historische boerderij zien die zij gekocht hebben. Ontzettend veel werk om dit allemaal weer bewoonbaar te maken, maar het is de moeite waard. De plek is prachtig en met voldoende tijd en inzet is het te klaren. Ik probeer een paar foto's te maken. Belichtingstijd een halve seconde. De derde opname blijkt redelijk bruikbaar en geeft de oude gebinten weer. Ook Kees bij alleen het licht van het kampvuur levert een aardige foto op.
Kees en Maarten willen me het vestingstadje Boertange laten zien. Leuk natuurlijk, maar hoever is het lopen ter plekke? 'Oh, een klein stukje' zegt Maarten. Dat blijkt een understatement, ik moet enkele kilometers sjouwen met een heel pijnlijke achillespees. Daar moet ik morgen nog 150 tot 250 km mee fietsen, brrrrr. Boertange is een fraai vestingstadje dat heel mooi wordt onderhouden. Bij een etablissement op de centrale brink drinken we een portje en ik strompel achter Kees en Maarten weer naar de auto.
Marian maakt weer een heerlijke warme maaltijd en de slaap wil wel komen.
We verlaten de Eemshaven, nu de zon schijnt is het wat minder desolaat, om naar de Ligfietsgarage te rijden.
Jan Limburg wil wel even in mijn fluisterquest rijden. Ik neem tijdelijk plaats in zijn leen Strada. Als ik even onderweg ben schiet plotseling mijn linkervoet uit de SPD pedaal. Met grote snelheid ram ik met mijn achillespees tegen de vlijmscherpe rand van het voetengat. De snijdende pijn gaat me door merg en been. Dit zal me nog opbreken. Ik stop vrijwel direct en kan even niet verder. Ik moet als gevolg hiervan aansluiten bij de langzame groep. Die gaat echt langzaam, 22 tot 24 km/u. Mijn hartslag komt niet boven de 75 bpm en soms denk ik dat mijn hart afslaat :). Wel heb ik nu tijd om het landschap goed in mij op te nemen. Dat is vaak schitterend. Vermakelijk is de Jack Russel van George Dekkinga. Het hondje loopt als een razende achter zijn baasje aan. Als ie echt niet meer kan, grijpt George het dier in zijn nekvel en hijst hem in de Mango.
In Groningen arriveren wij bij de Ligfietsgarage. Er is koffie met koek, een hartelijke ontvangst. Het bedrijf oogt ruim en Arjen van Dam en Ritsart leiden ons rond.
Na de koffie, ik loop al heel moeilijk, gaan verschillende groepen naar een verschillende bestemming. De grootste groep gaat naar Dronten onderweg. Een kleinere groep gaat richting Noord-Holland. Kees en ik gaan, samen met Herbert en Michael richting Veendam. Herbert moet naar Augsburg, 850 km ver weg. Michael moet naar Bad Bentheim, dat ligt over de grens in de buurt van Enschede. Na Veendam gaan wij richting Onstwedde, de beide Duitsers gaan richting Duitse grens.
Onderweg ontmoeten wij bij een pauze een ouder echtpaar, zij met elektro-fiets, hij met een Challenge Hurricane. Een leuk gesprek volgt.
Via Boven-Pekela bereiken we Onstwedde waar Marian ons met de camper al opwacht.
Na een lekkere douche zitten we lang bij een heerlijk kampvuur. Marian, specialiste in de Middeleeuwen, bezorgt me een schapenhuid en een warme kruik, deden ze in vervlogen eeuwen ook zo.
Maarten, de zoon van Kees en Marian laat ons de historische boerderij zien die zij gekocht hebben. Ontzettend veel werk om dit allemaal weer bewoonbaar te maken, maar het is de moeite waard. De plek is prachtig en met voldoende tijd en inzet is het te klaren. Ik probeer een paar foto's te maken. Belichtingstijd een halve seconde. De derde opname blijkt redelijk bruikbaar en geeft de oude gebinten weer. Ook Kees bij alleen het licht van het kampvuur levert een aardige foto op.
Kees en Maarten willen me het vestingstadje Boertange laten zien. Leuk natuurlijk, maar hoever is het lopen ter plekke? 'Oh, een klein stukje' zegt Maarten. Dat blijkt een understatement, ik moet enkele kilometers sjouwen met een heel pijnlijke achillespees. Daar moet ik morgen nog 150 tot 250 km mee fietsen, brrrrr. Boertange is een fraai vestingstadje dat heel mooi wordt onderhouden. Bij een etablissement op de centrale brink drinken we een portje en ik strompel achter Kees en Maarten weer naar de auto.
Marian maakt weer een heerlijke warme maaltijd en de slaap wil wel komen.
velomobieltreffen Borkum 3e dag
Het ochtendgloren heeft weinig zon in de aanbieding, het is best fris. Het ontbijt is 'gründlich' Duits goed. Alles is voortreffelijk geregeld, tot en met voorzieningen om een volledig lunchpakket samen te stellen. Onder leiding van Marcel maken we een rondrit over het eiland. De rit kan nooit lang zijn, de maximale afstand kan niet meer dan 19 kilometer bedragen. Geen probleem, halverwege stoppen we voor een persfoto en dat levert altijd een paar aardige foto's op. We wandelen met een groepje naar het strand. Daar gaan een paar enthousiastelingen uit de kleren voor een duik in het koude Noordzeewater. Theo van Goor maakt in het zand een tweetal sculpturen van de duoquest en een gewone Quest. In het duin vind ik lekkere bramen die ik me goed laat smaken. Ik voel de camera van Kees in mijn rug prikken als ik tussen de bramen struiken sta. Ik praat uitgebreid met Frank van der Laan, een Questrijder die in 2004 al een groep velomobielen aan de tand voelde en de Quest de voorkeur gaf. Frank is erg geïnteresseerd in mijn pogingen om mijn fiets stiller te maken en ik praat hem bij.
Tijdens de rit naar het dorp fotografeert Eva ons vanuit de duoquest. Da's wel een stuk makkelijker dan ik mijn foto's maak. De Canon Powershot G10 is overigens voor mij wel de ideale reiscamera. Met bijna 15.000.000 pixels, een effectieve beeldstabilisatie en een eerste klas lens lukt het vrij gemakkelijk om altijd scherpe foto's te maken. Stilstaand met 1/8 seconde uit de hand of rijdend met 40 km/u, maakt allemaal niks uit. Omdat ik heel veel foto's maak met de camera niet voor het oog, gebruik ik graag de instelling 'AIAF'. Hiermee bepaalt de camera aan de hand van de beeldinhoud de scherpstelling. Dit gaat vrijwel altijd prima.
We bereiken Borkum dorp en stellen onze fietsen aan weerskanten van de weg op. De vele toeristen stellen de bekende vragen. Met name Paulus den Boer raakt niet vermoeid met uitleggen hoe alles werkt en dat onze fietsen 'nicht elektro-unterstützt' zijn.
We geraken in een restaurantje waar heerlijke koffie met appeltaart en ijs worden geserveerd. Dit voor prijzen waar in Nederland de dienster niet voor van haar stoel komt. Een stel oudere Duitsers reist alle Nederlandse en Duitse Waddeneilanden af. Vooral over Texel zijn zij slecht te spreken over het bedienend personeel in de horeca, slecht gehumeurd en weinig service. Ik moet dat helaas beamen, de Duitse horeca is veel vriendelijker, service-gerichter, beter en nog goedkoper ook. Zelfs in de jeugdherberg wordt service geboden die wij hier al lang vergeten zijn. Vlak voor de uitgifte balies dicht gaan, gaat de senior kok letterlijk alle tafels langs om te vragen of wij nog iets willen eten.
We rijden om drie uur terug naar de jeugdherberg. Langzamerhand wordt de snelheid steeds hoger, maar echt geraced wordt er niet.
Om 16.00 uur is er een discussie met twee stellingen. De uitkomsten zijn helder. Elektro ondersteuning zal niet de toekomst van de velomobiel worden en Europese bemoeienis met de velomobiel wordt niet op prijs gesteld.
Na de discussie zoeken we weer ons kroegje op. De pittige waardin heeft weer 'Erdnüsse' voor ons geregeld en een hassebassie voor het eten gaat er wel in. Buiten wordt er door enkele fietsers gepoogd nog wat energie kwijt te raken. Er is een soort skelterbaan uitgelegd met honderden autobanden. Vooral Marcel Beekmans ragt heel wat rondjes tussen de banden.
Het avondeten gaat er goed in en enkele heren van mijn kamer, waaronder ik, doen een tukkie.
Ook in de avond drinken we een goed glas en stellen vast dat veel fietsers onze uitspanning nu ook hebben gevonden.
Tijdens de rit naar het dorp fotografeert Eva ons vanuit de duoquest. Da's wel een stuk makkelijker dan ik mijn foto's maak. De Canon Powershot G10 is overigens voor mij wel de ideale reiscamera. Met bijna 15.000.000 pixels, een effectieve beeldstabilisatie en een eerste klas lens lukt het vrij gemakkelijk om altijd scherpe foto's te maken. Stilstaand met 1/8 seconde uit de hand of rijdend met 40 km/u, maakt allemaal niks uit. Omdat ik heel veel foto's maak met de camera niet voor het oog, gebruik ik graag de instelling 'AIAF'. Hiermee bepaalt de camera aan de hand van de beeldinhoud de scherpstelling. Dit gaat vrijwel altijd prima.
We bereiken Borkum dorp en stellen onze fietsen aan weerskanten van de weg op. De vele toeristen stellen de bekende vragen. Met name Paulus den Boer raakt niet vermoeid met uitleggen hoe alles werkt en dat onze fietsen 'nicht elektro-unterstützt' zijn.
We geraken in een restaurantje waar heerlijke koffie met appeltaart en ijs worden geserveerd. Dit voor prijzen waar in Nederland de dienster niet voor van haar stoel komt. Een stel oudere Duitsers reist alle Nederlandse en Duitse Waddeneilanden af. Vooral over Texel zijn zij slecht te spreken over het bedienend personeel in de horeca, slecht gehumeurd en weinig service. Ik moet dat helaas beamen, de Duitse horeca is veel vriendelijker, service-gerichter, beter en nog goedkoper ook. Zelfs in de jeugdherberg wordt service geboden die wij hier al lang vergeten zijn. Vlak voor de uitgifte balies dicht gaan, gaat de senior kok letterlijk alle tafels langs om te vragen of wij nog iets willen eten.
We rijden om drie uur terug naar de jeugdherberg. Langzamerhand wordt de snelheid steeds hoger, maar echt geraced wordt er niet.
Om 16.00 uur is er een discussie met twee stellingen. De uitkomsten zijn helder. Elektro ondersteuning zal niet de toekomst van de velomobiel worden en Europese bemoeienis met de velomobiel wordt niet op prijs gesteld.
Na de discussie zoeken we weer ons kroegje op. De pittige waardin heeft weer 'Erdnüsse' voor ons geregeld en een hassebassie voor het eten gaat er wel in. Buiten wordt er door enkele fietsers gepoogd nog wat energie kwijt te raken. Er is een soort skelterbaan uitgelegd met honderden autobanden. Vooral Marcel Beekmans ragt heel wat rondjes tussen de banden.
Het avondeten gaat er goed in en enkele heren van mijn kamer, waaronder ik, doen een tukkie.
Ook in de avond drinken we een goed glas en stellen vast dat veel fietsers onze uitspanning nu ook hebben gevonden.
Abonneren op:
Posts (Atom)