Vanmorgen is het waterkoud, 6 gr. C en hier en daar hangen forse buien. Deze zijn door het heldere weer van grote afstand te zien. Boven Alkmaar hangt een van deze buien en ja ... daar ga ik naar toe. Even later klettert de regen op de racekap. Door de lage temperatuur en hoge luchtvochtigheid beslaat het vizier van de racekap sneller. Ik kleef de deflector voor het eerst dit jaar weer achter het vizier. Ik beperk de luchtsnelheid binnen de kap verder door de schuimrubber strip achter in de kap te plakken. Ik lijk wel een watje, maar wie zijn gemak niet zoekt is een luiaard.
Voorbij Alkmaar komt de zon weer in beeld. De wind is Bft 4 en heb ik in de rug. Heel comfortabel, met hartslag 106 en 43 km/u heb ik niks te mopperen. Dat zal straks anders worden. Ik ben zo snel in Den Helder dat ik nog niet wil stoppen. Bij het Amstelmeer eet ik een broodje, knus in de fiets en onder de kap. Tot nu toe heb ik op fietspaden gereden. Na Den Oever zijn er geen fietspaden meer en wordt de Quest blootgesteld aan door boeren verontreinigde wegen. Nou tart ik natuurlijk de goden door daar met een Furious Fred zonder anti-lek door heen te baggeren, letterlijk baggeren. Even later begint de Quest de kenmerkende eigenschappen van een lekke achterband te vertonen. De snelheid gaat eruit en de fiets begint te dweilen.
Vrijdag kocht ik bij Van den Berg Surf een fleece gevoerd licht windjack met 50% uit verkoop korting. Dit jack komt nu al van pas. De Quest op zijn kant en de band en binnenband gaat eraf. Mijn god, wat een verschrikkelijke smeerboel is dat. De nieuwe band, ook weer een Furious Fred ligt er vlot om en ik ga gauw weer in mijn warme huisje op wielen. De wind is flink aangetrokken en ik zie nieuwe buien aan de einder verschijnen. Doorrijden is het parool. Medemblik passeer ik aan de westkant en direct daarna rij ik in de Wieringermeer. Weer rij ik kilometers door de prut. Ik hoop dat ik geen lekke band meer krijg want dan wordt het plakken.
In de Wieringermeer is de lucht vol met vogels. Veel meeuwen en kouwen, maar ook nog veel kieviten kunnen kennelijk hun kostje nog bij elkaar scharrelen. Via de Langereis passeer ik de oostkant van Heerhugowaard. Dan op naar Ursem en Schermerhorn. Hier krijgen de banden hun laatste beproeving van de dag. Ook hier is het weer glijden over brokken natte en soms platgereden klei. Voor me sproeit een boer de weg kletsnat om later de klei er af te schrapen.
Na 132 comfortabele kilometers ben ik weer thuis. Als ik de Quest nu bekijk schrik ik van de gigantische bende op de mooie Quest. Niet alleen de onderkant, ook de bovenkant is nu niet om aan te zien. Morgen de fiets maar eens onder de douche zetten.