De zon schijnt fel op de blinkend witte sneeuw. Vanmorgen schuif ik 30 cm sneeuw van de stoffen kap van de sloep. Nu de zware sneeuwlast niet meer op de kap drukt, breekt de sloep zich met een diepe zucht los uit het ijs en een golf water loopt naast de boot over het ijs.
Kees van Hattem zien we vanmorgen niet op de koffie. Wordt Kees een watje? :). Als Mozes niet naar de berg komt, komt de berg wel naar Mozes. Ik doe de schoenverwarming aan en wikkel twee plastic zakken om mijn fietsschoenen om te voorkomen dat er sneeuw en ijs in mijn schoenplaatjes gaat zitten. In de fiets doe ik de zakken eraf, werkt uitstekend.
De fietspaden zijn redelijk tot goed sneeuw- en ijsvrij en met een gangetje van 30 tot 35 km/u rij ik de Schermer in. De schapen staan gewoon in het land en doen hun uiterste best om onder de dikke sneeuwlaag wat te eten te vinden. Het is een mooi gezicht om de beesten met hun koppen onder de sneeuwlaag te zien wroeten.
Rijdend op de Oostdijk is het beeld van Zuidschermer aan de horizon prachtig. Ik realiseer me dat ik er wel eens eerder een foto van maakte, maar deze mag er wel zijn.
De racekap maakt het rijden tot een comfortabel genoegen ondanks dat het ruim 3 graden vriest. Naast mijn hoofd ontstaat eventjes een klein beetje bevroren aanslag, maar dit beperkt het zicht niet. Langzamerhand begin ik er van overtuigd te raken dat dit het ideale vizier is.
In Heerhugowaard is de Smaragd, Kees en Marian wonen aan deze weg, nog het gladste stuk van de hele rit.
Kees is verbaasd als ie me ziet. 'Zijn de wegen dan zo goed?'. 'Ja Kees, het kan uitstekend'. Na een kop thee rij ik weer naar De Woude. De temperatuur daalt en nu is het wat meer oppassen. Het blijft prima rijden al waarschuwt Provinciale Waterstaat met zojuist geplaatste matrix borden dat de weg spiegelglad is.
Al is het maar een ritje van 34 km, iedere kilometer is het genieten geblazen. Thuis neem ik het onvermijdelijke waterballet in de garage dan ook graag voor lief.