Zondagmorgen vertrekken we na een goed ontbijt uit Wetzlar. We krijgen een lunchpakket mee en er kunnen voldoende broodjes worden gesmeerd. De dag begint als alle dagen, koud en mistig. Mijn fietsbril blijft maar beslaan en leg ik maar naast me neer. Mijn gewone bril is iets eerder helder, maar zonder bril kan ik veraf goed zien. Alleen bij hoge snelheden wordt het lastig, mijn ene venster op de wereld is dan snel in tranen en dan wordt het dubbel mistig.
Met de kleding is het ook schipperen. Ik begin meestal met een lange fietsbroek en een hemd met lange mouwen. De schuimkap is niet mijn grootste vriend, als het even kan ligt ie achter me. Naarmate de zon mee gaat doen gaat de lange broek snel uit.
Onderweg hebben we veel belangstelling van dorpelingen en andere fietsers. De vragen zijn altijd of er een motor in zit en hoe snel 'das Gerät' kan.
Paulus - elektronica is alles - de Boer experimenteert steeds met zijn remparachutes. Zij draaien nogal eens door elkaar en ik slaag er niet in om een goede foto te maken. Zoals gezegd, Paulus is gek op elektronische spulletjes. Die vreten natuurlijk allemaal stroom en daarom heeft Paulus een mooi zoemend opladertje mee waarin steeds horden 1.5 V celletjes worden opgeladen. Helaas doet zijn remlicht het steeds maar niet. Die elektronica ook :(.
Sommige klimmen zijn zo steil dat niet iedereen fietsend omhoog komt. Lopen gaat niet veel langzamer en kost veel minder energie. Je kunt als fietser ook een sterkere zwager meenemen. Joop vindt zo een enkele keer een handje aan de kuiprand van Peter de Rond. Die kan het kennelijk met zijn zwager goed vinden want hij heeft er hartslag 160 voor over om Joop op te duwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten