zondag 6 september 2009

NK tijdrijden 2009

Vanmorgen brengt Michel Hoogzaad de Foldy Car terug die afgelopen nacht is gebruikt om de Quest van Marcel Beekmans naar Hoenderloo te vervoeren. De kentekenplaat van mijn auto gaat erop en .... die van Michel eraf. Ik bewaar jouw plaat wel hoor Michel.
Gisteren olie ik de ketting en doe dit met de Quest op zijn zij liggend. Kennelijk niet in de goede versnelling, want de ketting loopt er voor en achter van af. Met wat gepruts krijg ik de ketting weer op de tandwielen. Dat er iets niet in orde is merk ik dan nog niet. Ook de lichtlopende GoCycle banden gaan er weer om. Dit lukt maar net, ik moet het pakket waarin Hans Wessels ze me terugstuurt vrijdagmiddag zelf bij DPD in Amsterdam ophalen. 'Ze konden mijn adres niet vinden'. Onzin natuurlijk, ze willen de paar euro voor de pont niet betalen. Dat de klant er vervolgens 65 kilometer voor moet rijden interesseert ze bij DPD geen moer.
Rond het middaguur haal ik Jan Veenis, een zeilvriend, in Heerhugowaard op. We zijn ruim op tijd voor de boot van 13.00 uur.
In Oudeschild lijkt het wel een velomobielen evenement, zoveel zijn er.
Ik haal startnummer 183 op en ga een stukje inrijden. Ik doe dit zonder racekap en met een normaal wielrenshirt over mijn onderhemd. Voor de wedstrijd trek ik die spullen wel uit om zo koel mogelijk te blijven in de fiets. Al gauw merk ik dat het schakelen niet goed verloopt. De eerste versnelling is niet te schakelen en bij 38 km/u draai ik al wel heel veel omwentelingen.
Snel terug naar de start. Kees constateert direct dat de hoogst te schakelen versnelling blad zeven is. Ymte is bereid even te kijken en constateert na het verwijderen van het derailleurkapje dat de derailleurkabel is geknikt en het metalen potje uit het geleidebusje is geschoten. Ymte buigt de kabel een beetje bij en schuift het potje weer in het busje. Nu kan elke versnelling weer geschakeld worden.
Als een haas naar de start waar ik veel te laat aankom. Ik sta nog niet stil of de starter roept 'nog 15 seconden'. Mijn computer kan ik niet meer resetten en mijn dubbele hemd heb ik nog aan. Da's geen goed gesternte om onder te vertrekken.
De eerste kilometers gaan evenwel prima. Met de wind schuin achter kan ik tot 57 km/u doortrekken en dit best een tijdje volhouden. Ik wordt al snel tamelijk warm en mopper dat ik mijn veel te warme shirt nog aan heb. Dan krijg ik ook nog onmin met mijn derailleur. Het ding schakelt soms op terwijl ik niks doe. Een ander moment schakelt ie terug als ik het niet verwacht. Daar moet nog even naar gekeken worden. Als ik halverwege het eerste deel ben rijdt Ymte me voorbij met een groot verschil in snelheid. Hij is twee minuten later gestart en is nu al bij me! Op tweederde van de afstand worden de fietsers naar de top van de dijk gedirigeerd. Daar wordt de Quest door de nog steeds doorstaande wind met een kracht van 6 Bft, die ook nog eens dwars inkomt, flink door elkaar geschud. Mijn hartslag is steeds tussen 158 en 160 en ik raak niet buiten adem.
Op het keerpunt wordt de Quest bij de kont gepakt en razendsnel gekeerd. Een duwtje in de rug en de terugreis kan beginnen. Cees Roozendaal nadert nu ook het keerpunt. Dat geeft de burger moed, want Cees is een minuut later gestart en heeft me in elk geval nog niet ingehaald.
Het tweede deel is moeilijker dan de heenweg. Ik drijf van het zweet en zet het vizier, ten koste van 1,5 km snelheid, op een flinke kier.
Op 5 kilometer voor de finish slaat de kramp in mijn rechterkuit helaas weer toe. De snelheid moet ik laten zakken tot 43 km/u. Cees Roozendaal heeft me zonder de afstand te verkleinen steeds in het vizier gehad. Nu ruikt ie zijn kans en met wat ie zelf zegt 'een bijna dood ervaring', haalt ie me vlak voor de finish in. Ik passeer de finish met maar 39 km/u en vrees dat ik mijn doel om boven de 50 km/u gemiddeld uit te komen, niet zal halen. Dat klopt inderdaad met een gemiddelde 48,40 km/u.
Bij de finish is de kramp in mijn hele onderbeen zo heftig dat er van uitrijden niks komt en ik zelfs de Quest nog niet uit kan stappen. Even later is alle leed geleden en is er totaal niks meer van de kramp te voelen. Zou het toch het kuitvlies zijn dat de bloedtoevoer na een half uur maximaal presteren afknijpt?. Daar is wel een oplossing voor, het 'klieven' van het kuitvlies. Vraag is wel of ik dit soort strapatsen op mijn 62 ste nog moet uithalen voor een paar wedstrijdjes per jaar.
Na de wedstrijd is het gezellig en feliciteer ik Ymte met zijn overwinning en recordgemiddelde van bijna 62 km/u. Guus van Schoot wordt tweede en Eduard Botter wordt derde. Bij de ligfietsen met staartpunt is Bob Vroegh de snelste.
Na de snelle en efficiënt georganiseerde prijsuitreiking halen we de boot van 18.00 uur. We blijven lekker in de auto zitten en ben ik al snel in dromenland.