Vanmiddag is het goed fietsweer, wel af en toe een buitje, maar dat kan de pret niet drukken. Woensdagmiddag was ik licht verbrand in mijn gezicht, daarom nu maar wat factor 60 gesmeerd.
Om half drie ben ik buiten. Het waait 3 tot 4 Bft uit het Noordwesten, de zon schijnt af en toe, het zicht is perfect. Kan ook niet anders, de lucht is afkomstig van de poolstreek.
Bij de kruising in Limmen rijdt een brommer met een ouder echtpaar voor me langs richting Uitgeest. Ik probeer hen in te halen en moet daarvoor naar het grootste voorblad schakelen. Dat lukt niet direct en ik trap een aantal keren loos in het rond. Even later lukt het wel, maar is de brommer al een eind weg. Toch zet ik de achtervolging in. Al vrij snel staat er 45 km/u op de snelheidsmeter, maar inlopen is er niet bij. Met dank aan de lichte rugwind accelereer ik door naar 50 km/u, voor winterse condities heel hard. Nu komt de brommer dichterbij. Een kilometer voor het station Uitgeest heb ik de brommer ingehaald en zie dat ze precies 46 km/u rijden. Dat is makkelijk bij te houden. In Uitgeest slaat de bromfiets af en ik kan rustig doorrijden naar Krommenie. Nu hou ik 42 km/u aan, een relatief relaxte snelheid.
Op De Woude kijk ik even bij de verbouwing van het eetcafé De Woude en drink een kop koffie bij mijn aanstaande buren.
Langs dezelfde weg fiets ik weer naar huis. Nu loop ik enkele lichte buien tegen het lijf, maar echt nat wordt ik niet.
40 km