zaterdag 1 september 2012

Weer derde bij Tijdrit Texel

Vanmorgen rij ik op tijd naar Texel. Met de Quest op de auto blijven de kosten van de overtocht beperkt tot 35 euro, met de aanhanger bijna het dubbele. De voetengaten worden afgeplakt met Lycra en de wielstroomlijnkappen plak ik op zijn plaats. Rob Kaag helpt me daarbij. Ik maak de spieren wat los door een kwartiertje in te rijden op de Tacx trainer. Jan Geel houdt in de gaten of de rollen niet te heet worden. Als de Quest recht op de trainer staat worden de rollen niet meer dan handwarm.
Cees Roozendaal is laat en moet zijn Quest nog helemaal leegmaken om maximaal licht aan de wedstrijd te beginnen.

Er zijn verschillende supporters aangekomen. George Krug, Kees van Hattem, Rob Kaag, Jan Geel en André Dronkers zijn van de partij. De eerste drie gaan naar het keerpunt om de velomobielen om te zetten. Mannen bedankt!

Om 3 minuten over één mag ik starten. Cees Roozendaal, mijn eeuwige opponent, vertrekt een halve minuut eerder. Als ik naar de startlijn rij merk ik dat mijn achterband tegen de stroomlijnkap aanloopt. Het maakt veel lawaai. Ik hoop er maar het beste van, maar lekker is het niet. De eerste helft van de rit gaat noordwaarts en is voor de wind. Deze is ongeveer 4 Bft en dat maakt hoge snelheden mogelijk. Met nogal wat moeite kom ik boven de zestig km per uur. 63 km/u is het maximum dat ik haal. Ik had evenwel meer verwacht. Een kleinere racekap en snellere banden zou dit mogelijk moeten maken. Toch lukt het niet. Twijfel over de aanlopende achterband maken het tussen de oren niet beter. Ik krijg Cees dan ook voorlopig niet te pakken. Wel komt Ymte, hij startte een halve minuut na mij, met een redelijk snelheidsverschil voorbij.

Het omzetten op het keerpunt door Rob verloopt snel en ik kan weer op weg. Nu wordt het doorbijten, Bft 4 tegen is heel andere koffie dan Bft 4 mee. Ik krijg de snelheid op maximaal 54 km/u en dat zakt langzaam tot 51 à 52 km/u. Langzaam haal ik Cees in. Hij rijdt rond de 50 km/u en ik kruip achter hem. Mijn hartslag is steeds rond 160 geweest en daalt nu tot 154.
Als ik Cees kan bijhouden, en nu reken ik me rijk, word ik waarschijnlijk tweede. Daarmee zal ik bedrogen uitkomen. Ik heb domweg niet in de gaten dat Jeroen Koeleman, voor mij gestart, is weggereden. Jeroen versloeg ik op CycleVision redelijk gemakkelijk. Hij heeft enkele belangrijke verbeteringen aan zijn volledig gestroomlijnde tweewieler aangebracht en is nu een stuk sneller.

Enkele kilometers voor de finish haal ik Cees toch in en ga de laatste kilometers in met 53 km/u op de snelheidsmeter.
Op de finish blijk ik 53,8 km/u gemiddeld te hebben gereden, 1,8 km/u minder dan vorig jaar. De wind stond weliswaar niet gunstig, ook Ymte kon zijn eerdere record niet verbeteren, maar ik denk dat de aanlopende band de hoofddader is. Toch mag ik met de derde prijs weer op het podium plaatsnemen. Einduitslag: 1. Ymte Sybrandy, 2. Jeroen Koeleman, 3. Wim Schermer, 4. Cees Roozendaal.

Als ik de Quest weer op de auto zet hoor ik geschreeuw en krakend carbon. Een juist finishende wielrenner wordt door een collega in de wielen gereden en maakt een harde smak op het asfalt. Het ziet er ernstig uit, maar na tien minuten staat de ongelukkige valler toch weer overeind.

Na de prijsuitreiking bedank ik Dirk Vinke van de organisatie. Hij meldt me en passent dat het volgend jaar wederom niet zeker is of de ligfietsers welkom zijn. De organisatie krijgt steeds meer aanmeldingen en moet meer en meer renners teleurstellen. Als er geen ligfietsers zijn kunnen er meer normale wielrenners deelnemen. Daarnaast was ie onaangenaam getroffen door het niet afzeggen en niet verschijnen van meerdere ligfietsers. Ik kon gelukkig weerleggen dat het om ziek geworden deelnemers gaat waarvan het niet meedoen aan de starter is gemeldt.