woensdag 21 augustus 2013

Wielstroomlijnkap en nieuwe racekap



Vanmorgen is het rustig fietsweer, 21 gr. C en een zonnetje. Feestelijk weer om een ritje naar Enkhuizen te maken. Na één uur en 20 minuten staan er ruim 46 kilometer op de teller en sta ik voor de werkplaats. Jan legt de laatste hand aan de plug voor de nieuwe racekap. Wat wordt dit een fraai geheel. De foto's spreken voor zich. De plug moet nog een kleine aanpassing krijgen en kan dan in de zwarte aflak worden gespoten. Na deze stap kan de mal worden gemaakt en kunnen de eerste kappen van de nieuwe generatie worden gemaakt. 

Eerst maar eens de wielstroomlijnkap passen. De vorige keer was ie duidelijk te krap. Nadat Jan de kap had doorgezaagd heeft ie met schuim de kap van binnen verbreed. De kap is ook langer gemaakt om het juiste profiel te handhaven. De Quest gaat op z'n kant en we passen de kap over de dikke Super Moto. Dat lijkt meteen goed. Onbelast loopt ie precies overal aan maar kan het wiel wel draaien. Als Jan in de fiets gaat zitten zakt het wiel teveel naar binnen. Dat is een kwestie van de demper meer luchtdruk geven. Voor wedstrijden op gladde asfaltwegen moet er zo weinig mogelijk beweging in het achterwiel zitten. Ook de uiteindelijke hoogte boven het wegdek kan met meer of minder indraaien van de 8 mm bouten van de Risse Astro 5 demper precies worden ingesteld. Dat komt helemaal goed.

Op de rit naar huis doe ik mijn HIT (High Intensity Training) oefening. Bij de tweede training in de Schermer komt de SRM tot 850 Watt. Gemiddeld over 20 seconden ruim boven de 700 Watt. Direct na deze exercitie voel ik mijn rechterknie en bovendijbeen protesteren. Het kan dus ook teveel van het goede worden. Ik laat de derde oefening achterwege en constateer dat het onprettige gevoel in mijn rechterbeen snel vermindert.

Volgende postings:
-Rudolf Kooistra maakt Mango bijna net zo snel als een Quest
-Jan Geel komt achter het raadsel van de Franse tilting Mosquito velomobiel