Dublin
Vanmorgen is het eerst wasdag. Vier de bergen op zwetende kerels produceren heel wat wasgoed.
Cees Roozendaal is al vaker in Dublin geweest en gaat niet mee. Kees, Ben, Marian en ik nemen een taxi naar het station van Bray. Vandaar is het 40 km naar het centrum van Dublin. We komen weer langs de afgrijselijk steile klim en praten wat met een Nederlands stel dat ook met vakantie is.
In Dublin is het oergezellig. In de hoofd winkelstraat zijn veel straatartiesten bezig. Poppenspelers, zandsculpturisten, bellenblazers en vooral veel muzikanten fleuren de boel op. Grote aantallen sandwichborden dragers proberen klanten naar de zijstraten te lokken.
We drinken koffie en wandelen naar enkele bezienswaardigheden. Voor de lunch belanden we in de wereldberoemde Templebar. Drie verdiepingen hoog waar vanaf twee uur 's middags de live artiesten echt goed spelen. Op een bordje staat dat er maximaal 600 personen in mogen. Dat blijkt elke dag met voeten te worden getreden, er zijn soms wel 1000 mensen binnen.
De lunch is uitstekend al wordt ons teveel berekend. Na wat heen en weer praten komen de teveel betaalde penningen weer terug. Al met al wat rommelig, zo moeten we zelf opnoemen wat we geconsumeerd hebben.
De gemiddelde Ierse jonge vrouw is niet mooi, veelal te dik, draagt een te kort rokje en heeft kort zwart geverfd haar. De sfeer in de stad is ontspannen, prettig voor de vele toeristen. Als we even bij enkele fietstaxi's staan te kijken, die dingen wegen wel 150 kg, vragen de bestuurders waarom wij belangstelling hebben voor hun fietsen. We leggen uit dat we proberen rondom Ierland te fietsen. Ze zijn stomverbaasd als zij een foto van de Quest zien.
We wandelen de buitenwijken in op zoek naar een verloopstekker en verlengsnoer. We komen op een marktje terecht waar de groente spotgoedkoop is. De verse vis ligt er zonder ijs terwijl volop vliegen op de vissen landen. Ook worden er volop producten verkocht die al maanden over hun uiterste houdbaarheidsdatum heen zijn. Die zouden in Nederland nog niet de voedselbank halen, hier is het gewoon handelswaar. Dat er op elke vijf meter een winkeltje is dat simkaarten unlocked, verbaast ons niet. De kleinste 'shop' meet 0,75 x 2,00 meter, er kan zelfs geen Quest in staan.
Op de camping probeer ik mijn blog bij te werken. Dat valt niet mee, wifi heeft hier amper bereik. De eigenaar van de camping geeft zijn wachtwoord en inlogcode. Zijn draadloze internet wordt door de Mac niet herkend. De eigenaar van de camping is zo vriendelijk om ons in zijn huis de Windows computer te laten gebruiken. Omdat ik van Windows niet veel snap gaat Marian mee. In een uurtje staan weer vijf dagen Ierland online.
Morgen wordt een zware dag, we rijden dan door Wicklow Mountains waar we klimmen tot 400 meter hoog. We volgen de route met de klok mee, terwijl de auteur van het reisboek adviseert om de route tegen de klok in te rijden.