Op zaterdag 3 september 2016 is het heel mooi raceweer op het fraaie Texel. 21 graden C. en Bft 3 uit het westen is ronduit perfect. Mijn voorbereidingen zijn ook prima. Mijn dagelijkse training heeft een historisch laag lichaamsgewicht tot gevolg. Van een podiumplaats stel ik me niks voor. Er staan nu 4 DF's en een Milan aan de start. Maakt niks uit, als ik Cees Roozendaal maar achter me hou.
Naast Ymte is ook de snelle Benny de Weerd met zijn DF van de partij. Hij komt laat aan en begint aan een bandenwissel. Dat gaat niet goed en tot twee keer raken de binnenbanden lek. Uiteindelijk kan ie zelfs niet starten.
Voor de start is het gezellig. Alle 11 deelnemende velomobielrijders zijn op hetzelfde plekje achter de grote hoofdtent neergestreken. Jan Geel helpt me zoals altijd met het onder fiets plakken van de stroomlijnkappen. De staart heb ik er thuis al opgeplakt.
Harry Lieben is ook van de partij. Hij heeft de superlichte en snelle Michelin Nuna blauw gemonteerd. Zelf heb ik nog snellere Michelin radiaal omgelegd. Of dat een goede beslissing is daarover straks meer.
Benny sleutelt voort en verwisselt band na band. Zoals gezegd helaas voor niks.
Even na 13.00 is de start. Alleen Benny en Ymte starten na me, alle anderen voor me.
Als ik mag vertrekken is de wind in de rug en dan versnelt het makkelijk. Al heel snel rij ik 61 km/u en nog weer even later staat er 65 km/u op de snelheidsmeter. Na de grote flauwe bocht komt de wind van linksachter binnen en de snelheid blijft vrij lang op 65 km/u. Mijn hartslag stabiliseert op 151 slagen per minuut en het voelt prima zo. Heel langzaam komt de voor mij gestarte Clement Pilette wat dichterbij. Na 9 km koersen komt Ymte me voorbij. Hij moet zeker 70 km/u rijden.
Na 14 km rijden zie ik alle deelnemers zo'n 500 meter voor me min of meer gelijk bij het keerpunt aankomen. Ik heb dus goede zaken gedaan.
Maar dan ... 'disaster strikes'. Met een onmiskenbaar fluitend geluid geeft mijn linker voorband de geest. Ik druk mijn stopwatch in op 14 minuten en 10 seconden. Met nog 300 meter te gaan voor het keerpunt heb ik mijn aller snelste halve race ooit afgelegd. Gemiddeld ruim boven 60 km/u.
Maar ja, wat heb je daaraan. Het is nog een heel gedoe om mezelf uit de fiets te bevrijden. De kap is rondom dichtgeplakt met hockeytape. En dat is taai spul. Gelukkig is mijn duimnagel groot en sterk en weet ik de tape kapot te snijden. Na een paar minuten komt George Krug van het keerpunt naar me toegereden en halen we de kapotte Michelin van de velg. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Zonder bandenlichters lukt het zeker niet. Gelukkig heeft George die ook mee en wordt er een F-lite geplaatst. George, dank voor je hulp.
Ik leg het laatste stukje naar het keerpunt af, wordt gekeerd en ga op weg naar de finish. Helemaal tot het gaatje ga ik niet meer. Het rijdt ook niet lekker meer. Een F-lite is nogal wat hoger dan een Michelin band en schuin rijden is zonder meer vervelend.
Na totaal 42.24 minuten kom ik over de finish. Het is nog verwonderlijk dat er een snelheid van 40,33 km/u uitkomt.
Met dank aan Cees Roozendaal voor de bovenstaande uitslag.