vrijdag 19 november 2010

Polycord met olie of Teflon?

De praktijk heeft geleerd dat 4 mm Polycord O-ringen om kettingwielen langer heel blijven dan 4 mm rubber O-ringen. 6 mm Polycord O-ringen zullen zeker nog veel langer meegaan. Hoe veel langer moet nog worden geprobeerd. Ik heb een aantal kettingwielen laten uitdraaien om 6 mm O-ringen te kunnen monteren.
Het maken van 6 mm O-ringen gaat uit de hand vrijwel niet. Het smelten van de Polycord met de soldeerbout gaat nog wel, maar het daarna goed aan elkaar passen van de stollende Polycord lukt me niet goed. Natuurlijk is daar goed gereedschap voor, maar 350 euro voor een speciale hittetang is wat veel voor een experiment. De fabrikant maar eens lief aankijken of ik zo'n tang een keer mag lenen.
Een mogelijk alternatief is nog te bezien of Polycord mogelijk door Teflon minder of niet wordt aangetast. Daarom knip ik 2 soorten Polycord, blauw en groen, en als vergelijking een rubber O-ring in kleine stukjes en doe die in twee nylon flesjes. De ene half gevuld met natte Teflon spray en de ander met de door Velomobiel.nl meegeleverde Shimano minerale olie.
Over een week zal ik de eerste keer kijken of er verschillen zijn.

Het Alligt kettingwiel zit er nu 2800 km in. De tanden zijn nog goed intact maar de rubber O-ringen worden al duidelijk ruimer in vergelijking met een nieuw exemplaar. Als het rubber te veel uitlubbert gaan de O-ringen kapot. Dan krijgen de kunststof tanden de volle belasting van de ketting te verwerken en gaan de tanden kapot.
Er is dus voldoende reden om de experimenten voort te zetten.

dinsdag 16 november 2010

Op de koffie in Den Helder

Als ik vanmorgen de Quest naar buiten rol is het maar 3 gr. C. Geen probleem, ik rij vandaag met de racekap.
Mijn fiets is van binnen drijfnat. Het blijkt dat de Camelbak na 9 jaar intensief gebruik lek is geraakt.
Eerst naar Kees van Hattem waar Jan Geel al aanwezig is. Even later komt ook Pé Koomen aan en is het viertal voor de rit naar Den Helder compleet.
Kees rijdt voorop en gaat een heel stuk noordwaarts. We rijden noordelijk van Schagen langs en bereiken het Noord-Hollands kanaal.
Bij vliegveld de Kooi zien we Ben Wiggers aan komen rijden. Ben keert en maakt van het kwartet een quintet.
In Den Helder, Kees weet de weg, lopen we vast op wegwerkzaamheden. De Questen moeten over de nu nog veel te hoge trottoir banden worden getild.
René van den Berg ontvangt ons hartelijk in zijn huisartsenpraktijk. René adviseert ons alle waardevolle spullen uit de fietsen te halen, 'anders wordt het wel voor ons gedaan'. Er is koffie met lekker appelgebak. We kletsen een tijdje over van alles en nog wat. René wil ook een racekap. Nou dat kan straks.

Het is prachtig weer met niet al te veel wind. De temperatuur wordt niet hoger dan 6 gr. C. maar met de kap op kun je in korte broek en shirt met korte mouwen comfortabel fietsen.
Ik rij voorop naar Petten. We blijven op de rijbaan en we realiseren ons dat we niet op deze N-weg mogen rijden.
Kees gaat ons voor naar de buitenkant van de zeedijk van de Hondsbosche Zeewering. Hoewel de dijk tientallen meters breed is ligt er hier en daar veel troep op. Ook grote stenen verschijnen als uit het niets voor je wielen. Pé ziet onvoldoende door zijn wat vuile vizier en ramt met zijn linkerwiel een forse steen. Hij wordt een stuk omhoog gegooid maar landt toch weer veilig.
Jan voelt een slinger in de fiets en heeft een lekke achterband.
Na de strakke dijk is het prachtige fietspad door de bossen en duinen heerlijk om te rijden.
Via Schoorl rijden we weer langs het Noord-Hollands kanaal naar Alkmaar. Bij Ranzijn aan de oostkant van Alkmaar scheiden onze wegen.
Ik neem me voor het laatste stuk naar huis rustig aan te doen. Dat lijkt wel niet te willen lukken. Er komt een meisje met een scooter voorbij waarvan ik denk wel aan te kunnen pikken. Ik geef flink gas en ben verrassend snel in haar wiel. Kennelijk veroorzaakt ze een flinke windschaduw want met 54 km/u hoef ik er niet echt hard aan te trekken. Van de viaducten af rolt de Quest uit zichzelf voorbij de scooter. Ik rij zes kilometer naast haar, ze vindt het kennelijk prima, maar let goed op haar. Plotseling duikt er een auto vlak achter ons op. Ik gooi nog maar wat extra kolen op het vuur en haal het scootermeisje in. Ondanks de lichte tegenwind komt er nu 59 km/u op de klok. Dat hou ik maar kort vol, het is tenslotte geen wedstrijd. Tot bij het viaduct bij West-Graftdijk hou ik de snelheid op 54 km/u. Allemaal met dank aan de racekap.
Prachtige rit die na 120 km weer eindigt op De Woude.
Totaal nu 9980 km.

maandag 15 november 2010

Racekap vordert

Vanmiddag rijden Kees en ik naar Hoorn om bij Jan Reus wat spullen af te leveren voor het maken van de racekap. In de Schermer worden wij ingehaald door een Volvo 740. Ondanks dat er meer dan voldoende ruimte is raakt de bestuurder met de linker wielen in de zachte berm. Een seconde later, de automobilist stuurt kennelijk sterk naar rechts, vliegt de auto met een enorme slinger weer de weg op. Na nog een paar kleinere slingeringen heeft de auto de rechte koers weer te pakken. Ik weet direct weer waarom ik een auto met aandrijving op de vier wielen heb. Niet dat ik de auto nog vaak gebruik, ik rij nu precies twee maal meer kilometers met de fiets dan met de auto. Heeft wel tot gevolg dat de remklauwen vastrotten en de rubbers van de wielophanging verdrogen en scheuren.

Kees heeft er zin in en met rond 36 km/u zijn we snel in Hoorn.
De afzonderlijke mallen voor kap en afdekking mangat zijn klaar. Hoewel het al spiegelglad oogt moeten de laatste ongerechtigheden nog met waterproof schuurpapier worden verwijderd. Dan gaan de mallen meerdere keren in het lossingsmiddel en kan de eerste kap worden geproduceerd. Deze zal geheel in carbon worden gemaakt en geen aero-dynamische verstoringen meer opleveren. Zelfs de klittenbanden worden uitsluitend aan de binnenkant bevestigd.

Op de terugweg nemen Kees en ik afscheid bij Avenhorn. De Mijzenpolder is het domein van vele duizenden kieviten, tureluurs en meeuwen. Vooral kieviten vliegen er in immense aantallen. Ik probeer een paar foto's te maken, maar zie dat de kleine vogels vrij ver weg zijn. Een man op een mountainbike staat de vogels ook te fotograferen. We praten even over de vogels en over de Quest. Hij is al jaren aan het nadenken om er een aan te schaffen. Ik adviseer hem geen proefrit te maken, dan is ie verkocht :).

Een kleine aanpassing aan de huidige racekap pakt bijzonder goed uit. Besloeg de racekap bij zware inspanning nogal eens, een simpel stukje Lexan, in hoogte verstelbaar bevestigd aan de binnenkant van de racekap, lost dit probleem geheel en al op. Er is een luchtspleet van ongeveer 1 cm breed. Bijkomend voordeel is dat de lichaamsswarmte die je zelf produceert nu ook niet meer neerslaat op de binnen voorzijde van het vizier. Ook je eigen adem slaat niet meer neer op het belangrijkste deel van je vizier. Wel beslaat het stukje Lexan zelf natuurlijk en komen er een paar druppels vanaf, een bewijs dat het werkt.

zondag 14 november 2010

Nieuw deelbaar ontwerp as kettingwiel

Zoals bekend ben ik uitgebreid aan het experimenteren met kettingwielen en kettingtandwielen. Doel is een stille Quest en een langdurige ongestoorde werking. Na de experimenten met de standaard gemonteerde 3,5 mm rubber O-ringen is gebleken dat deze ringen na 100 tot 300 kilometer door aantasting door de olie gaan uitzetten en snel daarna breken. De ketting loopt dan over de hardere kunststof van het kettingwiel en begint te ratelen. Met het hoofd in de wind en veel windgeruis om de oren valt het lawaai te verdragen. Heb je nog een standaard kettingbuis om de trekkende ketting, dan zit je sowieso in het lawaai en valt het geratel ook minder op.
Ik wil hier nogmaals duidelijk maken, het is mogelijk om in een geruisloze Quest te rijden. Meer dan het suizen van de banden en de wind boven 30 km/u hoef je echt niet te horen. Zoek je rust in de Quest dan monteer je een vizier op de rand van het instapgat. Dan wordt het inderdaad een stuk stiller in de Quest tot ….. de O-ring van het kettingwiel kapot gaat.
Na de standaard rubber O-ringen kwamen Dupont Viton O-ringen in beeld. Ook deze betere kwaliteit rubber ringen losten snel op door de olie.
Polycord, een neopreen waarvan ik veel verwachtte, blijkt een stuk langer mee te gaan, maar ergens tussen 1000 en 1500 kilometer is ook deze O-ring aan het eind van zijn latijn. Betekent voor de veelfietsers elke maand het vervangen van de O-ring. De meeste fietsers doen dat niet en blijven in het lawaai zitten. Recent heeft Velomobiel.nl enkele kettingwielen voorzien van een diepere groef. Hierin kunnen 6 mm dikke Polycord ringen worden gemonteerd. Deze zouden meerdere duizenden kilometers mee moeten gaan. Ervaringen hiermee later.

Het vervangen van een kettingwiel vind ik een vervelend klusje. Je moet er eerst aan denken vóór te schakelen naar het middenblad en achter op één van de kleinste bladen. Daarmee heeft de ketting weinig spanning. Het losschroeven van de beide inbusboutjes is niet zo'n probleem, het monteren wel. Als je armen van het formaat Ymte of Theo van Andel hebt is het goed te doen, maar die armen heb ik niet. Betekent dat ik het asje zo goed mogelijk positioneer en met een doek en een gewicht op zijn plaats hou. Dat gaat nogal eens mis en dan springt het asje met kettingwiel door de Quest.
Kan dat nou niet anders? Jazeker, dat kan.
Ik bedenk een constructie uit twee delen met daartussen een ingekort asje. Het belangrijkste onderdeel is een open klapbaar huis waarin het asje met kettingwiel wordt neergelegd en naar rechts in de rechter ashouder schuift. Zit het asje goed in het ronde lagerhuis aan de rechterkant, dan klap ik de ashouder dicht. Zou de as niet goed zitten, dan kan het scharnier niet dicht. Automatisch wordt de as hiermee in de juiste positie gefixeerd. Met één M5 inbusboutje wordt de as vastgeklemd. De constructie is erop berekend 750 kg trekkracht te kunnen weerstaan.
De beide helften worden éénmalig vastgeschroefd op dezelfde plaats als normaal. Wil ik een ander kettingwiel plaatsen, dan hoef ik binnen in de fiets maar één M5 inbusboutje los te draaien, het ashoudertje open te klappen en kan ik het kettingwiel verwisselen. Ik hoef niet meer omslachtig onder de fiets te klooien en mijn armen zijn nu niet meer te kort. De constructie voorziet erin dat het kettingwiel ongeveer 16 mm over het asje kan glijden. Het wieltje zoekt zo de optimale positie in de kettinglijn.
De nieuwe tweedelige constructie, het prototype is uit RVS en voorzien van zoveel mogelijk gaten om gewicht te besparen, weegt 76 gram. Het definitieve ontwerp wordt vervaardigd uit aluminium en weegt inclusief RVS asje 36 gram. Dat is maar 12 gram meer dan het originele asje van Velomobiel.nl
Het ashoudertje, een kunststukje in metaal, wordt volledig met een CNC gestuurde freesmachine vervaardigd.

dinsdag 9 november 2010

Quest met dode hoek spiegel

Steeds vaker, vooral bij regen en lage temperaturen, kies ik er voor om de racekap te gebruiken. Het heel makkelijk bereiken en vasthouden van hoge snelheden speelt ook een rol. Een nadeel is dat het zicht, met name schuin naar achter duidelijk minder is. De spiegels geven een goed beeld wat er achter je gebeurt, maar in de beruchte dode hoek is de waarneming zonder meer onvoldoende. Ook andere velomobilisten geven aan dat als ze naar links willen uitwijken, ze dit soms een beetje op de gok doen. Het is vooral prettig om snel te kunnen wisselen tussen rijbaan en fietspad. Omdat ik nu niet schuin achter me kan kijken blijf ik meestal maar op het fietspad.
Is er een dode hoek spiegel voor de Quest te koop? Natuurlijk niet. Eerder kocht ik een rond dode hoek spiegeltje voor een auto. Dat verkleinde ik voor gebruik tijdens races.
Vanmiddag rij ik naar Otomax in Alkmaar. Hun website ziet er goed uit, al valt me wel op dat hun 'nieuws' uit 2007 dateert. Op de Stationsweg rij ik op en neer en vind geen Otomax. De stations fietsenmaker vertelt me dat Otomax al twee jaar geleden na een brand is vertrokken. Waarom die website nog steeds in de lucht is, is me een raadsel.
Via Limmen, ik ga nog even langs Kroone Liefting, rij ik door naar Beverwijk. Otosam heeft het goede dode hoek spiegeltje.
Langs het Noordzee kanaal heb ik weer profijt van de racekap. Constant 43 km/u vraagt een hartslag van 120 tot 122 slagen per minuut. Even later geef ik gas langs de Markervaart en is hartslag 147 voldoende om tegen wind 50 km/u te rijden.
Thuis zaag ik het ronde spiegeltje in twee stukken en plak de helft met secondelijm op de bovenkant van de standaard linker spiegel. Direct is duidelijk dat de dode hoek niet meer bestaat. Alles links achter, tot vrijwel naast me, is goed zichtbaar.
In de garage maak ik een foto en zie dat het er een behoorlijke troep is. Daarom vervaag ik het voor jullie maar wat. Morgen maak ik buiten wel een paar aanvullende foto's.

zondag 7 november 2010

Paard gooit berijdster af

Kees schrijft op zijn blog dat ie vanmorgen om 10.00 uur vertrekt voor òf een ritje Waterland òf een ritje door de duinen. Ik reageer met de opmerking dat als ie langs De Woude komt ik wel een stuk wil meetrappen. Geen reactie tot .... vanmorgen om 10.00 uur Kees en Sebastiaan voor de deur staan. Kees kon niet tot 10.00 uur wachten en halverwege ontmoeten hij en Sebastiaan elkaar.
Via Wormerveer en Krommenie rijden we naar Uitgeest. Kees wil een stuk hard rijden en trekt door tot 42 km/u. Ja Kees, dat is een uitnodiging die wij graag aannemen. Even later haalt een brommer ons in. Even aanpikken, maar harder dan 45 km/u gaat ie niet. Dan maar erlangs en met 52 km/u zet ik de brommer op afstand. Als ik me laat afzakken komt de brommer rijder naast me rijden. Het blijkt een mevrouw te zijn en ze roept dat ik wel 45 km/u rij. Nee hoor mevrouw, het was ruim 50.
Aan het eind van de zeeweg gaan we rechtsaf de duinen in. Kees raakt van de weg en ik hoor enig polyesterplaatwerk over de stenen schrapen. Ik ben afgeleid en op dat moment zoeft een rood-witte paal rakelings langs me, totaal niet gezien.
Vlak voor Egmond aan Zee denderen enkele paarden van het duin omlaag. Precies op het moment dat ik me afvraag of dat wel goed gaat, strekt een groot wit paard de beide voorbenen en staat stil. Met een grote boog vliegt de amazone uit het zadel en valt hard op de grond. Ze staat niet meer op en huilt van de pijn in haar rug.
Haar begeleidster komt aanrijden en begint ook te huilen. Ze is totaal in paniek en schreeuwt dat ze niet weet wat ze doen moet.
De schimmel loopt weg en Kees slaagt er in het dier te pakken te krijgen en vast te binden aan een lantaarnpaal. Het dier is zo wild dat het zijn halster kapot trekt en er weer vandoor gaat.
Ik bel 112 en meld dat een op hol geslagen paard richting Egmond aan de Hoef gaat. De telefonist van 112 is daar niet zo in geïnteresseerd en vraagt hoe het met meisje is. Dat gaat wel redelijk en ik denk niet dat er een ambulance hoeft te komen. Als de receptioniste meldt dat slachtoffers van ongevallen hun situatie niet goed inschatten, geef ik mijn GSM aan Stephanie, zo heet het lieve kind. Dan besluit 112 politie en ambulancemotor te sturen.
Politie is er snel, de dokter rijdt te ver door. Als Stephanie is onderzocht denkt de dokter dat het goed is afgelopen.
Haar vader komt even later met de auto en sluit zijn dochter in de armen. Inmiddels is het paard gevangen en naar een manege gebracht.
Al met al heeft het wel drie kwartier geduurd en het plan om naar Schoorl te rijden zit er niet meer in. Kees en Sebastiaan gaan naar Alkmaar, ik besluit om via Heiloo naar De Woude te rijden.
47 km.

NB. De laatste twee foto's heb ik per ongeluk gemaakt op 3200 ASA. De Canon Powershot G10 schakelt dan terug naar 1200 x 1600 pixels. Dit levert natuurlijk niet de gewenste kwaliteit op.

maandag 1 november 2010

Volendam - Ilpendam

Na de koffie rijden Kees en ik naar Volendam voor een boodschap. Het achterwiel schraapt bij het aanzetten en in de bocht tegen de Lexan strip. Aan de andere kant van het water de Quest maar even op zijn kant gelegd en de strip iets verplaatst. Dat helpt een beetje, in ieder geval hoor ik tijdens het rechtuit rijden geen geschraap meer.
Het is heiig en er is weinig wind. Ik weet Kees te verleiden flink gang te maken. In ieder geval rijden we regelmatig 36 tot 38 km/u tegen de lichte tegenwind. Kees volgt goed maar geeft even later wel aan dat ie ook maar eens moet gaan plakken om de Quest sneller te maken.
In Volendam loop ik voor een aanpassing aan een armband voor Marian de juwelier binnen. Kees praat met de ijscoman. De nodige rechtse termen, ik durf ze hier niet te herhalen, vliegen letterlijk over straat. De ijscoman vertelt een verhaal over 'één hongerige andersdenkende is moeiteloos te eten te geven, merkt niemand wat van. Maar als er teveel komen, gaat het niet meer. En dat is nou aan de hand', vervolgt de 70-jarige donkerharige ijscoman. Wie die 'anderen' zijn is uit de conversatie wel op te maken. Het is geen geheim dat veel Volendammers er zo over denken. Daarbij hebben ze ook nog eens het hart op de tong.
Als het armbandje is gemaakt, prima en snelle service van juwelier Schilder-Vlugt, wil Kees via Ilpendam rijden. Het is maar een graad of 8 en ik trek mijn oranje hesje erbij aan. De snelheid blijft er met 36 tot 40 km/u lekker in als Kees voorop rijdt.
Via Ilpendam en Purmerend zijn we na 64 km weer in De Woude.

Alles lijkt al eens uitgevonden

Op recumbentblog een posting vorige maand van een nieuwe Tri-sled velomobiel. Maar ..... die kennen we toch al jaren? De nieuweling lijkt sprekend op de C-Alleweder of Limit die, net als de Quest, Mango en Strada door Allert Jacobs is ontworpen.
Een goede foto van de Limit vond ik op
http://versatile.web-log.nl/versatile/limit_en_alleweder/
Alle wielen zijn 20 inch, de verhoudingen zijn vrijwel hetzelfde, de bollingen liggen bijna overal gelijk, zelfs de tunnel achter het hoofd lijkt zo overgenomen te zijn van de C-Alleweder. De Rotovelo, zo heet de nieuwe velomobiel van de Australiërs heeft hooguit een iets lagere neus. Oordeel zelf.

zondag 31 oktober 2010

Snelheid verslavend

Na de LEL laat ik de aero-dynamische voorzieningen goeddeels zitten. Wel haal ik het idioot ogende staartje eraf, evenals de strip om het achterwiel en de stroomlijning van de bult achter de derailleur. Nadat de fiets door Jan Reus mooi is gerepareerd maak ik wat boodschappenritjes. Met een lichte rugwind haal ik vrij gemakkelijk 60 km/u op het fraaie fietspad van Krommenie naar Uitgeest. Daarvoor is hartslag 153 nodig, een frequentie die ik zeker meer dan een uur kan volhouden. Wel heb ik de racekap erop.
Gisteren rij ik met Rob Kaag een rondje via Purmerend, Oosthuizen en Schermerhorn. Weer valt me op hoe makkelijk de Quest hoge snelheden rijdt. Als ik met zijwind 42 km/u rij, Rob moet dan pittig werken om me bij te houden, geeft de hartslagmeter niet meer dan 112 aan. Voor de wind op de Oostdijk van de Beemster heb ik voor 40 km/u maar hartslag 100 nodig.
Tegen wind gaat het ook zeer veel makkelijker en een stuk sneller dan normaal. Thuis kan ik de verleiding om het achterwiel weer van zijn Lexan strip te voorzien niet weerstaan. Zelfs het stroomlijnen van de bult achter de derailleur, ik doe dit nu met een heel snel verwijderbaar stukje Lycra, neem ik ook maar even mee.
Als laatste maak ik een nieuw stukje Lycra onder het rechter voetengat. Ik hou de lengte van de opening beperkt tot 32 cm, de rek in de Lycra laat de rechtervoet er makkelijk door om te flintstonen.
Warm en droog en op de koop toe zo'n 3 tot 4 km/u snelheidswinst rond de 40 km/u zijn voor mij duidelijke redenen om de aero-dynamische aanpassingen in ere te houden.

vrijdag 29 oktober 2010

Nogmaals missing link

Vandaag stuurt KMC mij twee sets non-reusable sluitschakels. Op de foto is het de goudkleurige. Opvallend is het bobbeltje aan de binnenzijde van het grote gat. Dit is het feitelijke slotje waardoor deze schakel niet zonder speciaal gereedschap is te openen.
Ik meet met een digitale schuifmaat allereerst de diameter van de groef in de pen. Die is bij alle schakels 2,54 mm.
Vervolgens meet ik de afstand van de vernauwing van het grote gat naar het kleine gat, de zitting van de pen.
Bij de KMC CL566R, degene die in Ierland losschoot, is de vernauwing overal 2,66 mm terwijl er geen insnoering is. Het is dus onmogelijk dat deze sluitschakel vast kan gaan zitten, er blijft altijd 0,12 mm speling. Bij de Sunrace, de BBB en de goudkleurige KMC non-reusable is er wel een insnoering waarbij er geen speling tussen de groef in de pen en de vernauwing is. Daardoor hoor je een klikje als je deze schakels sluit.
De KMC non-reusable sluitschakel heeft helaas geen type aanduiding of nummer.

Bij de foto
De linker sluitschakel is de KMC re-usable missing link CL566R. De middelste goudkleurige schakel is de KMC non-reusable. De rechter schakel is de BBB Smartlink II BCH -09.

donderdag 28 oktober 2010

SKS Air X-press .... met drukmeter

Het zal de meeste lezers van deze blog vermoedelijk niet interesseren dat ik een fietspomp heb gekocht. Toch is deze posting weloverwogen. Bij elke Quest of Strada wordt een pomp meegeleverd. Deze pomp doet wat ie doen moet, pompen. Helaas weet je niet hoeveel druk er in de banden komt, er zit geen drukmeter op. Om gewicht te besparen had ik deze standaard pomp meegenomen naar Giessen. Beide voorbanden gingen lek en de pomp werd ingezet.
Op het gevoel, één keer van mij, één keer van Allert, hebben wij de banden op druk gezet.
Op de terugweg van Giessen ging ik niet meer zo hard van de heuvels omlaag als op de heenweg. Kees van de Wetering, hij constateerde het zelf, ging net zo hard als ik. Ook dweilde de Quest op rotondes naar de buitenzijde van de bocht. Thuisgekomen de SKS Rennkompressor aangesloten en wat blijkt? Er zit minder dan 3 bar druk in beide voorbanden. Dit toont aan dat je op het gevoel niet kunt bepalen hoeveel bar druk er in je banden zit. Het resultaat is vrijwel altijd - veel - te weinig druk in de banden. Dit vergroot het risico op snakebites en een slechtere wegligging.
Daarom is deze posting naar mijn mening nuttig. Ik kocht online een SKS Air X-press, een mooi uitgevoerde kunststof pomp met drukmeter en een goede ventielkop voor alle ventielen. De laagste prijs is 21 euro, al is er een online winkel die er 58,95 euro voor vraagt. Die laatste zal er niet veel verkopen. De pomp weegt 780 gram, 120 gram zwaarder dan de bekende maar veel minder fraaie Halfords pomp.

Reparatie meer dan geslaagd

Vanmiddag rij ik met gemengde gevoelens naar Hoorn. Het deels repareren van een polyester schade is niet onzichtbaar te doen. De gelcoat van de fiets is vrij makkelijk te repareren. Maar het daarna weer op de juiste kleur krijgen is vrijwel altijd een brug te ver. Dit komt omdat hiervoor lak moet worden opgespoten die daarna moet worden gepoetst. Omdat de resultaten vaak tegenvallen kiezen veel fietsers ervoor de fiets dan maar helemaal over te spuiten. Dat is meestal heel fraai, maar de fiets weegt wel weer een kilo zwaarder. Daarnaast vergoedt de verzekering bij een kleine gelcoat schade niet het geheel overspuiten.
Jan Reus, de dader van de aanrijding :), werkt dag in dag uit met polyester en carbon reparaties bij Stefan van den Berg Windsurfing in Hoorn. Als Jan mij toezegt dat als ik niet tevreden ben met zijn reparatie hij de kosten van een reparatie door Velomobiel.nl alsnog voor zijn rekening zal nemen, is er niks meer tegen om hem de kans te geven. Overigens laat ook Ymte van Velomobiel.nl mij weten dat een onzichtbare gedeeltelijke gelcoat reparatie van een Quest meestal niet lukt. In Hoorn blijkt er van de schade vrijwel niets meer te zien. Jan heeft als bonus het uitklapbare tiloog van een nieuw laagje oranje verf voorzien. Ook de rest van de Quest is gepoetst en alles ziet er spic en span uit. Jan laat me de hele winkel zien. Behalve een enorme voorraad windsurf- en snowboard spullen hebben ze ook prima gereedschap in huis om al die spullen goed te onderhouden en te repareren.

Jan laat me de nieuwe negatieve mallen van de racekap zien. Zelfs een voorziening met twee paspennen zal een perfecte aansluiting op het instapgat, zonder rubberrand, garanderen.
Jan, bedankt voor dit vakwerk!

PS. Jan laat me vanavond weten dat hij enkele stappen van het reparatieproces op zijn blog heeft gezet. De liefhebbers kijken even op Jan's blog
Ook het opnieuw oranje kleuren van het tiloog is door Jan op zijn blog beschreven. Dat gebeurt nogal wat grondiger en met een veel mooier resultaat dan ik het zelf deed. Kijk op Jan's blog om te zien hoe hij dit heeft gedaan.

woensdag 27 oktober 2010

Niet fietsen, wel fotograferen

De Quest is nu in reparatie bij Jan Reus van Stefan van den Berg in Hoorn. Op de grote oranje sticker na, die komt bij Velomobiel.nl vandaan, is de reparatie klaar. Niet fietsen dus, maar alle tijd om o.m. het weer in de gaten te houden. Vanachter de beide 3 meter hoge en 1,5 meter brede glazen darsdeuren zie ik een prachtige regenboog zich ontwikkelen. Zelfs een vage tweede regenboog erboven wordt zichtbaar. Met de Canon Powershot G10 maak ik in staand formaat 4 opnamen die elkaar royaal overlappen, gewoon uit de hand. Met het Mac programma Calico maak ik een panorama. Dat gaat geheel automatisch, meer dan de vier opnamen in een venster slepen en op een knop drukken is het niet. Er ontstaat een tiff foto van in dit geval 22 Mb. In iPhoto snij ik de foto bij en zet hem om naar JPG. Het resultaat staat hiernaast.

zaterdag 23 oktober 2010

Bike Motion, Limar helm, KMC, Sunrace, BBB missing link

Vanmorgen rijden Kees van Hattem, Cees Roozendaal, Jan Geel, Matthijs Leegwater en ik naar Bike Motion in Utrecht. We worden hartelijk verwelkomd door Harry Peppelman van Vredestein en laten ons de koffie met koek goed smaken. Dan struinen we vrij systematisch de beurs af. Mijn God wat een fietsen, heel veel van hetzelfde. Fietsen van 575 tot ver over de 10.000 euro. Beide fietsen, de Colnago op de foto kost ruim 12.000 euro, zien er goed uit. Opvallende mensen zijn natuurlijk Jan Jansen en Johan Musseeuw die ieder een grote stand hebben.
Opvallend lichte en compacte helmen zien we wij Limar. Wat te denken van een helm van 160 gram die in een velomobiel en zelfs onder een racekap gedragen kan worden. Hier vind je de helm.
Op de stand van SKS zien we de SKS Air Xpress, een kunststof pomp met manometer van net boven de 20 euro. Mooi licht van gewicht en een stuk beter uitgevoerd dan de bekende Halfords pomp. Maximum druk 8 bar, dus voor vrijwel alle brede velomobielbanden ruim voldoende.
Natuurlijk ga ik langs KMC, zij komen niet af met de non-reusable missing link sluitschakel. Allereerst biedt Chris Bakker van KMC zijn verontschuldigingen aan voor het ongemak van de losgeraakte missing link in Ierland. KMC blijkt wel degelijk een non-reusable missing link te hebben. Ik zie nu voor het eerst wat het verschil is tussen een re-usable en een non-reusable sluitschakel. Dat verschil is een heel klein knobbeltje dat als een slotje fungeert. Bakker zal me een paar setjes opsturen. Ook zullen deze schakels worden geblisterd en op de site komen.
Als we even bij Sturmey Archer zijn zie ik dat zij sluitschakels voeren van Sunrace. Ik krijg twee setjes mee om te proberen.
Ook BBB, we krijgen hier ook koffie, geeft een setje sluitschakels mee voor een proefneming.
Bij Continental hebben we een prettig gesprek met Kees Jan Blankestein, de product manager fietsbanden. Wij krijgen de toezegging alle banden te ontvangen die wij denken nodig te hebben voor een test.
Bij de stand van Elan is het een drukte van belang. Hans van Vugt heeft even tijd voor me. Hij vertelt dat Schwalbe mij volgende maand in Apeldoorn iets wil laten zien en wil spreken over ... de nieuwe velomobielband. Ook enkele andere belangwekkende ontwikkelingen passeren de revue. Daarover later.

Thuis probeer ik de BBB en Sunrace sluitschakels. Beide sluitschakels klikken met een duidelijke klik vast en laten zich met de hand niet meer losmaken. Met een gewone telefoontang lukt het wel. Hoewel beide sluitschakels formeel re-usable zijn, gaan ze niet zo makkelijk los. Deze sluitschakels zijn in elk geval geschikt voor gebruik in een velomobiel.
Het betreft de BBB Smartlink II BCH -09 en de Sunrace CNQ09. Laat dus de KMC CL566R links liggen, die is echt niet geschikt voor een velomobiel.
Uiteraard zal ik t.z.t. na ontvangst van de KMC non-reusable sluitschakel daarover schrijven. Vast staat dat deze sluitschakel alleen met een speciale tang, de KMC missing link remover (€ 9,95) te openen is.

vrijdag 22 oktober 2010

Hoe maak je een Quest sneller?

Een Quest is een prachtige fiets voor alledaags gebruik. Met weinig inspanning bereik je al snel behoorlijk hoge snelheden. Een alledaagse fiets moet snel zijn, makkelijk over drempels rijden, een behoorlijke stuuruitslag hebben, voldoende ventilatie bieden en makkelijk in- en uitstappen mogelijk maken. Ook moeten lekke banden liefst snel en makkelijk kunnen worden verwisseld.
Dat levert noodzakelijk compromissen op die de snelheid enigermate beperken. Alles dat de luchtstroom verstoort levert extra weerstand op. Tijdens wedstrijden wil ik graag nog harder fietsen. Daarom ben ik als volkomen leek op aero-dynamisch gebied aan de slag gegaan om waar mogelijk de luchtstroom beter te geleiden waardoor de luchtstroom aan blijft liggen en niet gaat wervelen.

Welke maatregelen heb ik getroffen?
1. De ruimte om alle wielen beperken door Lexan strippen
2. De bult achter de derailleur 'glad' strijken
3. De voetengaten goeddeels dichtmaken
4. De staart stroomlijnen
5. Kleine uitstekende onderdelen afplakken
6. Racekap gebruiken


1. De ruimte om alle wielen beperken door Lexan strippen
In de wielkasten ontstaat veel turbulentie. Met behulp van karton heb ik modellen gemaakt van de ruimte rond de wielen. Waar de wind niet kan komen zal ie minder wervelen. Daarna heb ik deze modellen in Lexan uitgeknipt zodat ze meerdere keren te gebruiken zijn. Met PVC tape plak ik de strippen onder de romp. Eerder al had ik ook aan de binnenzijde van de voorwielen wieldoekjes laten monteren.

2. De bult achter de derailleur 'glad' strijken
De afscherming van de derailleur eindigt in een ronde vorm, niet ideaal waar het op stroomlijn aankomt. Met een kartonnetje dat in de juiste vorm wordt geknipt overbrug ik de afstand tussen de bult en de romp zo'n 25 cm verder. Met PVC tape maak ik het kartonnetje enigszins weerbestendig. Nadeel is wel dat het kapje er niet af kan zonder de stroomlijn te verwijderen.

3. De voetengaten goeddeels dichtmaken
De voetengaten leveren vermoedelijk het leeuwendeel van de weerstand onder de fiets op. Vorige winter ben ik begonnen met het aanbrengen van gestroomlijnde halve bollen aan de voorzijde van de voetengaten. Uiteraard deed ik dit om de kou uit de fiets te houden. Mijn gevoel was dat het ook enige snelheidswinst opleverde. De volgende stap is de voetengaten helemaal dicht te maken.
Jan Reus brengt me op het idee om hiervoor Lycra te gebruiken. Lycra is een enorm rekbare stof, tot wel 5 tot 6 keer zijn normale afmeting. Lycra laat zich slecht plakken met PVC tape. Daarom voorzie ik de Lycra aan weerszijden van ducktape en sla er nieten doorheen. Dan kan de Lycra onder spanning onder de fiets worden geplakt.

Deze oplossing blijkt uitstekend te werken. Er is geen verstoring van de luchtstroom meer, zelfs niet als de hakken van de voeten de Lycra naar onderen duwen. Tijdens het trappen merk ik er dan ook niks van. Wel heb ik de hak van de schoenen en Lycra aan de binnenkant van een paar laagjes droge Teflon spray voorzien.
Op de mooie foto van Marloes Dries is te zien hoe mijn hak de Lycra naar beneden duwt.

4. De staart stroomlijnen
Vast staat dat de wind het liefst een op nul uitlopende stroomlijn volgt. De staart van de Quest loopt om begrijpelijke redenen niet in een scherpe punt uit. Waar moet je anders een achterlicht en handgreep aanbrengen? Toch wil ik voor wedstrijden ook die verstoring van de stroomlijn aanpakken. Met twee plaatjes 0,75 mm Lexan pruts ik een stroomlijn in elkaar. Ziet er totaal niet uit, maar daar gaat het nu even niet om.

5. Kleine uitstekende onderdelen afplakken
Alle kleine beetjes helpen. Spiegels eraf, als ik maar hard genoeg rij komen er toch niet veel deelnemers voorbij :). Ook de claxon, voorlamp en zelfs de uitstekende LEDs voor de richtingaanwijzers krijgen een stukje tape.

6. Racekap gebruiken
De racekap gebruik ik al enkele jaren, dus de snelheidswinst daarvan is al ingecalculeerd. Op dit moment worden de mallen vervaardigd om te komen tot een veel beter passende racekap. Ook worden de mogelijkheden onderzocht om deze kap voor andere fietsers te produceren.

Wat heeft het opgeleverd?
Dat is niet eenduidig te bepalen. Tijdens de tijdrit op Texel reed ik 53,2 km/u gemiddeld, 4 km/u harder dan het jaar daarvoor.
Tijdens de LEL, Lelystad - Enkhuizen - Lelystad, reed ik gemiddeld 51,5 km/u, dus zelfs 5,5 km/u harder dan vorig jaar. Belangrijk is de conditie en uithoudingsvermogen. Die zal dit jaar beter zijn geweest dan vorig jaar. 8500 km in een half jaar waarbij 2300 km in Ierland met 16.400 hoogtemeters hebben zeker tot resultaat dat mijn conditie beter is. Met een wat betere conditie alleen rij je geen 4 tot 5,5 km/u harder. Ik schat dat de betere conditie 1 tot 2 km/u zal opleveren. Betekent dat de aero-dynamische verbeteringen goed zullen zijn voor rond 3 tot 3,5 km/u.
Al met al een forse snelheidswinst. Aan de andere kant is het klaarmaken van de Quest voor een wedstrijd zo wel een tijdrovende klus. Dat kan anders en daarvoor zijn de eerste stappen al gezet. Met twee collega-fietsers, ingewijden kennen ze natuurlijk wel, ben ik bezig om de succesvolle voorzieningen te optimaliseren en snel (de)monteerbaar te maken op de fiets. Zo moet het mogelijk worden om binnen enkele minuten de standaard Quest om te toveren tot een nog snellere wedstrijdfiets.

woensdag 20 oktober 2010

Quest in reparatie, hagelbui en lekke band

Vanmorgen ga ik onderweg om wat brede PVC tape te kopen in de kleur van de Quest. Smalle tape heeft Velomobiel.nl in voorraad maar brede niet. Ik loop tegen bekende problemen aan, alleen in dozen van 8 of 20 rollen verkrijgbaar. De eigenaar van CEF in Wormerveer zal proberen enkele rollen in te kopen.
Het is 8 graden en de buien zijn talrijk. Ik zet de racekap erop, dan zit ik lekker droog. Vooral tegen wind is zo'n racekap heerlijk.
Met hartslag 120 kan ik 42 km/u rijden. De eerste buien kletteren op de kap en veroorzaken veel herrie. Geen nood, het is wel knus en het rijdt heerlijk zo. Wel is de Quest behoorlijk gevoeliger voor zijwind. Ik rij ons eiland voorbij en ik ga een stuk de Westdijk op richting Alkmaar. Er komt een hele zware bui aan en ik prijs me gelukkig dat ik nu minder kans op een lekke band heb.
De hagelbui barst in alle hevigheid los, het bliksemt en dondert en ik verlaag de snelheid om het risico van omslaan door de harde wind te vermijden. Toch blijft de fiets moeilijk bestuurbaar. Dan merk ik dat de achterband leeg loopt. Dat is een tegenvaller en nu heel oncomfortabel. Ik realiseer me dat ik wel de plakspullen, maar nog geen pomp aan boord heb. Marian komt de pomp brengen.
Als ze er is hagelt en regent het hard en ik stap in de auto.
Mijn Quest moet nog voor reparatie van de schade naar Jan Reus en het lijkt me handig dit nu maar meteen te doen.
Na een telefoontje met Jan rij ik met de Foldycar naar de Westdijk en laad de Quest op de aanhanger.
Toevallig sta ik stil bij een boerenhek dat door de dieren langzaam maar zeker wordt opgeknabbeld.

Jan ontvangt me bij Stefan van den Berg windsurfing in Hoorn. Ik krijg een rondleiding door de werkplaats waar gelamineerd en gerepareerd kan worden. Ook een royale spuitcabine staat Jan en zijn collega ter beschikking. Ze zijn vooral gespecialiseerd in de productie en reparatie van windsurfboards. De binnenband is door een scherp steentje mishandeld, het gat is te groot om door de latex melk te worden gerepareerd. Dat levert een flinke troep op, de vloeistof is vrijwel geheel uit de binnenband gespoten.
Nadat ik de band heb vervangen door een Furious Fred, lopen we naar buiten. Een harde klap, gegil van banden en een in de zij getroffen Volvo die achterstevoren op het kruispunt tot stilstand komt, zijn de onmiskenbare gevolgen van het niet verlenen van voorrang. De bestuurders stappen ogenschijnlijk zonder verwondingen uit.
Ik moet het de komende dagen dus zonder Quest doen.

zondag 17 oktober 2010

LEL 2009 46 km/u .... LEL 2010 51,5 km/u

Afgelopen vrijdag maak ik de Quest klaar voor de LEL, de race van Lelystad naar Enkhuizen en weer terug. De Lexan wielstrippen breng ik weer aan. Aanvullend stroomlijn ik de bult ter hoogte van de achterderailleur. De voetengaten maak ik links helemaal dicht met Lycra, een extreem rekkende stof. Rechts doe ik dit ook, al maak ik daar twee stukken Lycra waardoor ik nog kan 'flintstonen'.
Het 'geheime wapen' is een verlenging van de staart van de Quest. Doel is de stroomlijn daar te verbeteren.
Zaterdag maak ik een proefritje naar Alkmaar. Het waait tot 6 Bft uit het noord-oosten. Al snel merk ik dat alle maatregelen zich uitbetalen. Omlaag van het viaduct bij West-Graftdijk haal ik met de wind schuin achter zonder veel moeite 64 km/u. Wel moet ik alle zeilen bijzetten om op de weg te blijven. De fiets slingert hevig en nu al is duidelijk dat met harde wind de staartverlenging geen veilige optie is.

Vanmorgen is het glashelder weer, volop zon maar met 9 gr. C. gewoon koud. Ik rij over Enkhuizen om alvast een beetje in de stemming te komen. Als ik in Lelystad arriveer zijn de eerste fietsers al aanwezig. Er is alle tijd om met veel bekenden wat te kletsen. Natuurlijk ziet men direct de rare kunststof constructie aan de staart van de Quest. Verschillende camera's worden er op gericht. Negatieve commentaren blijven volledig uit, mogelijk tot na de wedstrijd?
Ik maak een ritje om wat warm te worden. Direct daarna drink ik een kop thee in de warme camper van Marian en Kees van Hattem en plak transponder nr. 12 op de bodem van de fiets vast. Rond twee uur ga ik in de rij staan voor de start. Jan Geel, geholpen door Willem Vierbergen, plakt de racekap rondom vast. Ik realiseer me dat als ik door welke oorzaak ook van de dijk af zou raken en nog erger, te water, dat ik dan wel in de aap ben gelogeerd en een soort polyester doodskist heb gecreëerd. Gelukkig heb ik latex melk in de binnenbanden en is het risico op lek rijden flink verminderd.
Na de start gaat het recht tegen wind naar Enkhuizen. Al snel zit ik op mijn doelhartslag van 155 slagen per minuut. De snelheid komt net boven de 50 km/u. Als de wind wat dwarser inkomt loopt de snelheid op naar ruim 52 km/u. Binnen 10 kilometer heb ik de twee minuten eerder gestarte Mango Sport van Harry Lieben al te pakken, dat geeft de burger moed.
Bij het keerpunt staan Allert Jacobs en Theo van Goor klaar om de velomobielen om te zetten. Eerst moeten we over een voor de banden vernietigende richel waar door Allert een overbrugging voor is gemaakt. Allert moppert wat dat mijn staart wel in de weg zit, maar met wat moeite lukt het hem toch om de neus weer richting Lelystad te krijgen.
Met veel moeite klim ik uit het aquaduct omhoog om op het vlakke weer snelheid te maken. Het eerste stuk rij ik in de luwte van de dijk en kan langere tijd 54 km/u rijden. Mijn doel is om een gemiddelde van 50 km/u te halen, 4 km/u meer dan vorig jaar. Op Texel is me dat gelukt, dus waarom hier niet. Steeds haal ik fietsers in, zelf word ik alleen door Jan van Steeg ingehaald. Ik probeer aan te klampen maar dat is een vergeefse missie. 30 jaar jonger is een te groot verschil. Op een gegeven moment zie ik Jan niet verder wegrijden en kom ik zelfs weer wat dichterbij. Later zal blijken dat ie een langzame leegloper had.
Op het laatste rechte stuk naar de sluizen kan ik de snelheid continue op 56 km/u houden. Mijn hartslag wil niet meer boven de 152 slagen per minuut komen, een bekend verschijnsel voor mij. Ik kom te snel op de haakse kruising af en met rokende banden weet ik de Quest de hoek om te krijgen. Gelukkig is het gras naast de betonnen platen redelijk vlak en ben ik weer snel op de betonplaten.
Ik ga met ruim 40 km/u over de finish en weet op een haar na het witte hondje van Gerrit Tempelman mis te rijden. Gelukkig worden we een uurtje later bij Allert thuis weer dikke vrienden :).
Kees van Hattem komt opgewonden naar me toelopen en zegt dat ik 51,5 km/u heb gereden. Daar ben ik heel happy mee, 5,5 km/u harder en precies 6 minuten sneller dan vorig jaar. Daar word ik 7e van 39 deelnemers mee, voor een 63 jaar oude meneer niet gek.
In de camper damp ik uit en kleed me even later om, heel comfortabel.
Al met al kijk ik terug op een mooie dag. De wijzigingen aan de Quest zal ik in een komende post met foto's toelichten. Uiteindelijk is het doel om de stroomlijn te verbeteren door het aanbrengen van stroomlijnkappen rond de wielen. Daarmee zal het geknip en geplak niet meer nodig zijn. Het staartje zal kleiner worden en snel aan te brengen en te verwijderen zijn. De racekap zal nieuw worden gemaakt en zeer nauwkeurig passen. Op deze manier is binnen enkele minuten een ideale woon-werk fiets te veranderen in een snelle wedstrijdfiets.