Ik verheug me op een ritje met de Quest. Alle weerprofeten beloven me een mooie lentedag. Als ik wakker wordt is het zwaar bewolkt. Als ik even later buiten ben is het met 8 gr. C. ook nog koud en miezerig. Ik besluit de schuimkap er maar op te zetten, een goede beslissing. Op de rotonde bij de Soomerwegh krijg ik geen voorrang van een vrouwelijke Peugeotbestuurster. Een scheldkannonade wordt haar deel. Buiten de bebouwde kom rij ik al gauw boven de 40 km/u. Naar Uitgeest, ik heb de wind in de rug, rij ik de hele afstand 48 km/u. Mijn hartslag blijft rond de 145 slagen per minuut. Ik heb het gevoel dat mijn conditie nog niet goed is, maar deze cijfers zien er toch wel goed uit. De vraag is alleen of ik nog hogere snelheden een uur of langer kan volhouden. Vorig jaar lukte dit in ieder geval wel. Ook ben ik met 89 kg een kilo of vijf te zwaar. Dit is overigens een jaarlijks ritme, zomers ben ik tussen de 82 en 84 kg, 's winters tussen de 86 en 89 kg. Het wordt dus tijd voor flink wat kilometers.
Ik rij vlot door Uitgeest, er is geen verkeer omdat de Provinciale weg is afgezet t.b.v. asfalteringswerkzaamheden. In een paar minuten ben ik bij het stoplicht over de doorgaande weg bij Krommenie. De knop om het licht te bedienen kan ik moeilijk bereiken, ik moet mijn afstandsbediening maar weer meenemen.
Via Krommenie rij ik naar West-Graftdijk en daarna door naar de pont in Akersloot. Een wielrenner is bijzonder geïnteresseerd en we maken een gezellig praatje.
Via Heiloo gaat het iets boven de 40 naar Egmond aan Zee. Ik toeter even naar de leidsters van Manege De Hoef, zij zwaaien enthousiast terug. Altijd leuk als de mensen je kennen.
In Bakkum-Noord sla ik rechtsaf naar het strand. Erg hard gaat het niet meer, hoeft ook niet altijd. Op het strandplateau rijdt een meisje te paard. Ik nader langzaam van achter. Op het moment dat het dier me ziet wil het niet verder. Ik stop en na flink wat aansporingen krijgt ze haar rijdier weer op gang.
48 km.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten