Voor vertrek uit Giessen heeft Allert mijn voorderailleur wat bijgesteld. Ik kan nu alle versnellingen op de voorderailleur weer gebruiken. Wel maakt de derailleur op het kleine en middelste blad lawaai. Met het stelschroefje aan het stuur krijg ik ook het middelste blad redelijk stil. Het kleine blad blijft aanlopen, maar dat hoef ik vandaag niet heel vaak meer te gebruiken.
Voor vertrek had ik al geconstateerd dat de spiebanen van de TDP pedalen behoorlijk uitgesleten waren. Dom dat ik ze niet al eerder had vervangen, ik had al geconstateerd dat er een 'tik' in kwam. Alleen bij zuiver rond trappen blijft het lawaai beperkt. Tijdens het weekend wordt de tik steeds luider. Gelukkig blijft het wel heel en ik merk ook geen extra weerstand. Ik zal snel een nieuw setje bestellen.
Na een redelijk goede nachtrust vertrekken we weer in twee groepen naar Nederland. Ymte zet alle achtergebleven spullen voor de slagboom neer. Ook de niet-afgewassen etensblikken van Bastiaan staan erbij :).
Het eerste deel van de rit gaat het weer ongehoord hard. Ook nu weer loopt de snelheid tijdens de afdaling op tot ruim in de 90 km/u. Daarna geniet iedereen van een tientallen kilometers lang vals plat omlaag. Na het zuur van het vele klimmen, nu het zoet van de geleidelijke afdaling. Alleen na de schitterende Möhnesee, we passeren de beroemde dam, moet de hartslag nog even op bijna maximaal om de heel steile klim te volbrengen.
Mijn ketting loopt er nog een keer af, maar even opschakelen naar het grote blad terwijl de Quest door Ymte van achteren wordt opgetild, lost dit snel op.
Bij een pauze stopt er een 63-jarige Duitser met een handbike naast ons. Prachtige energieke kerel die moeiteloos 100 km aflegt met een snelheid van 30 tot 33 km/u.
Bij de supermarkt die we halverwege weer bezoeken treffen we de eerder vertrokken 'snelle' groep aan. Ze zijn er nog maar relatief kort en verbazen zich er over dat wij er al zijn.
Tijdens het eten wordt ik in mijn lip gestoken door een wesp, pijnlijk en niet zonder gevaar. Ik krijg alleen een dikke lip, verdere nare gevolgen blijven uit.
Na 150 km nemen wij afscheid van Harry Lieben en Anton Luijtink. Zij gaan via Enschede noordwaarts richting Groningen. Voorrijder Ymte voert de snelheid wat op, een kleinere groep kan harder rijden. Ook hier is het vals plat zeer prettig. Urenlang 35 km/u rijden met een hartslag van 100 tot 110 is zeer comfortabel.
Al om half zes rijden we, ondanks dat we een paar keer verkeerd rijden, Winterswijk binnen. Twee uur eerder dan vorig jaar.
We genieten weer van de gastvrijheid van Mark Burgers van ACE en drinken koffie met koek.
Mijn vriend Jan arriveert even later met de bus en goed twee uur later zijn we thuis.
Conclusie: Een heerlijk fietsweekend met veel kameraadschap. Er wordt altijd gewacht tot de langzaamste boven is. Er is een goed systeem van voorrijder en achterrijder. Niemand hoeft zich te forceren. Dank aan iedereen, in het bijzonder Ymte en Allert van Velomobiel.nl die zonder mopperen de technische nono die ik ben indien nodig helpt.
woensdag 27 september 2006
Giessen zondag 24-9
Na een geslaagd bezoek aan Giessen maken we ons op voor de terugtocht naar de camping in Kallandthart. De tocht is uiteraard weer 130 km, maar het klimmen is vooral in de omgeving van Winterberg door de steilere stukken, heel zwaar. De wind hebben we in de rug, dus betekent het in de volle zon en geen koeling door rijwind dat het heel zwaar is. Ik beperk de hartslag tot rond de 140 en kom zeker niet als laatste boven.
Theo komt me nu zelfs een keer voorbij tijdens het klimmen, dat is voor het eerst. Even later haal ik hem weer in en hij roept dat ie dat niet op zich laat zitten. Hij probeert me weer in te halen en ik geef flink gas. Het lukt hem niet me weer te passeren :). Mijn hartslag zit nu op 160, rijkelijk hoog.
De afdalingen zijn ook nu weer spectaculair en gaan al weer tot boven de 90 km/u. Sommige durfals presteren het om nu al boven de 100 km per uur te rijden. Dat lef heb ik niet, het veilig thuiskomen staat toch wel hoog op het verlanglijstje.
De laatste en snelste afdaling is vlak voor de camping. Hier kunnen snelheden worden bereikt tot 110 km/u. Iedereen doet zijn kap erop en direct na elkaar gaan we omlaag. De Quest versnelt aanvankelijk geleidelijk aan tot 80 km/u. Dan komt plotseling Michel Terwischa in een Mango me voorbij. Hoe kan dat nou? Hij blijkt als een bezetene mee te trappen en dat helpt. Dan heb ik de pech dat een Ford Fiesta rijder achter een langzamere afdaler blijft hangen en ik door tegenliggend verkeer niet kan inhalen. Remmen is niet mijn populairste bezigheid, maar het moet nu wel degelijk. Als de Fiesta is afgeslagen loopt de snelheid op tot 88 km/u. Meer kan de Cat-Eye niet weergegeven en de teller gaat weer naar 0. Even later loopt ie via 5.0 weer op tot 11.9 en zelfs tot 16.2 km/u. Dit betekent een snelheid van 104 km/u. Dit blijft zeker een minuut op de teller staan, ongekend spectaculair. Het voelt evenwel heel stabiel aan en geen ogenblik heb ik het gevoel dat het niet onder controle is. De risico's van een lekke band of hard moeten remmen, dit laatste lukt natuurlijk nauwelijks, neem ik maar voor lief.
Sneller dan verwacht slaat de voor mij rijdende Ymte linksaf om via de tunnel naar de camping te rijden. Ik ben natuurlijk veel geplaagd over mijn doorrijden vorig jaar, dat gaat nu goed. Marcel Vriezekolk heeft een op zijn GPS vastgelegde maximum snelheid gereden van 110 km/u, ongelofelijk.
We eten met zijn allen in een restaurant in de buurt. De Bauernschmauss, veel gebakken uien en spek met varkensvlees gaan er goed in.
Ik heb uiteraard geen zin in mijn bed, het is om 23.00 uur al voor iedereen bedtijd. Daarom luister ik op de iPod nog anderhalf uur naar Anouk, Van Morrison en Chris Rea.
Ik slaap verder uitstekend in mijn donzen slaapzak.
Theo komt me nu zelfs een keer voorbij tijdens het klimmen, dat is voor het eerst. Even later haal ik hem weer in en hij roept dat ie dat niet op zich laat zitten. Hij probeert me weer in te halen en ik geef flink gas. Het lukt hem niet me weer te passeren :). Mijn hartslag zit nu op 160, rijkelijk hoog.
De afdalingen zijn ook nu weer spectaculair en gaan al weer tot boven de 90 km/u. Sommige durfals presteren het om nu al boven de 100 km per uur te rijden. Dat lef heb ik niet, het veilig thuiskomen staat toch wel hoog op het verlanglijstje.
De laatste en snelste afdaling is vlak voor de camping. Hier kunnen snelheden worden bereikt tot 110 km/u. Iedereen doet zijn kap erop en direct na elkaar gaan we omlaag. De Quest versnelt aanvankelijk geleidelijk aan tot 80 km/u. Dan komt plotseling Michel Terwischa in een Mango me voorbij. Hoe kan dat nou? Hij blijkt als een bezetene mee te trappen en dat helpt. Dan heb ik de pech dat een Ford Fiesta rijder achter een langzamere afdaler blijft hangen en ik door tegenliggend verkeer niet kan inhalen. Remmen is niet mijn populairste bezigheid, maar het moet nu wel degelijk. Als de Fiesta is afgeslagen loopt de snelheid op tot 88 km/u. Meer kan de Cat-Eye niet weergegeven en de teller gaat weer naar 0. Even later loopt ie via 5.0 weer op tot 11.9 en zelfs tot 16.2 km/u. Dit betekent een snelheid van 104 km/u. Dit blijft zeker een minuut op de teller staan, ongekend spectaculair. Het voelt evenwel heel stabiel aan en geen ogenblik heb ik het gevoel dat het niet onder controle is. De risico's van een lekke band of hard moeten remmen, dit laatste lukt natuurlijk nauwelijks, neem ik maar voor lief.
Sneller dan verwacht slaat de voor mij rijdende Ymte linksaf om via de tunnel naar de camping te rijden. Ik ben natuurlijk veel geplaagd over mijn doorrijden vorig jaar, dat gaat nu goed. Marcel Vriezekolk heeft een op zijn GPS vastgelegde maximum snelheid gereden van 110 km/u, ongelofelijk.
We eten met zijn allen in een restaurant in de buurt. De Bauernschmauss, veel gebakken uien en spek met varkensvlees gaan er goed in.
Ik heb uiteraard geen zin in mijn bed, het is om 23.00 uur al voor iedereen bedtijd. Daarom luister ik op de iPod nog anderhalf uur naar Anouk, Van Morrison en Chris Rea.
Ik slaap verder uitstekend in mijn donzen slaapzak.
Giessen zaterdag 23-9
Vandaag is een rustdag. Het is net als de eerste twee dagen weer volop zonnig en de temperatuur is 26 gr. C. We fietsen naar Giessen centrum. We moeten vrij lang wachten op de parkeerplaats voordat de 'snor' arriveert die ons naar Giessen zal begeleiden. Weer een mooi moment voor de Duitsers om weer op jacht te gaan naar gebruikte Quests. Zelfs proefritten worden gemaakt en.... de transactie rond de fiets van Niels komt hier rond.
Zoals gebruikelijk worden de kruisingen afgezet en de Duitse automobilisten accepteren dit als een gegeven. Moet je in ons land niet mee aankomen. Als hier het stoplicht op groen staat wordt er gas gegeven, de Duitsers wachten keurig tot alle 40 Velomobielen zijn gepasseerd.
Het is hier tevens de plek om de Duitse automobilisten te prijzen voor hun respect voor zwakkere verkeersdeelnemers. Ze houden meters afstand tijdens het passeren en blijven desnoods een kwartier achter een stoet Velomobielen rijden als het bergop gaat. Een verademing vergeleken met de verkeersmentaliteit bij ons.
De tocht voert naar het stadscentrum van Giessen. Hier worden alle Velomobielen opgesteld en veel inwoners van Giessen stellen vooral technische vragen. Vragen Nederlanders naar de prijs van een Velomobiel, de Duitsers vragen vooral of de fiets elektrisch of met lucht wordt aangedreven. We hebben veel tijd over voor we om 15.00 uur naar het Mathematisch Museum zullen gaan.
Op het moment dat we vertrekken til ik de Quest op, draai hem om en laat hem van te grote hoogte op het achterwiel stuiteren. Normaal geen probleem, nu wel. Ik stap in en wil wegrijden. Ik trap echter loos rond en kan niet wegkomen, de ketting ligt eraf. Ik probeer door opschakelen naar een hogere versnellingen de ketting er weer op te krijgen, maar het lukt niet. Gelukkig zijn Anton Luijtink van Go-Mango en in het dagelijks leven fietsenmaker nog in mijn buurt. Ook Kees van de Wetering is er nog en Anton en Kees proberen de ketting er weer op te krijgen. Hij zit echter muurvast en de trapasbracket moet losgemaakt worden. Na ruim een half uur werkt het weer een beetje en kan ik op alleen het middenblad rijden. Het maakt evenwel veel lawaai, er moet bij het Forsthaus nog maar even naar gekeken worden.
Het Mathematisch Museum is echt heel leuk. Heel veel opstellingen nodigen uit om de vele wiskundige zaken die ons leven beïnvloeden, zelf te bedienen. Dit varieert van geometrische puzzles tot bellenblaas opstellingen. Iedereen heeft veel plezier met de vele opstellingen die gezichtsbedrog opleveren.
Op de terugweg zal er geracet worden naar de camping. Ik kan het met maar één voorblad wel vergeten en ik doe niet mee. De race wordt verder een rommeltje. De nummers één en twee, waaronder Ymte, slaan voor de finish verkeerd af en verliezen zo de wedstrijd. Bastiaan Welmers neemt wel de goede route en wint. Van een prijsuitreiking merk ik niks.
Voor het eten is er een lezing over de Leitra en van de huidige eigenaar van Cab-bike. Hieruit blijkt dat de Leitra, hoewel dit een van de oudste Velomobiel ontwerpen is, qua geavanceerdheid van de wielophanging niet kan tippen aan de Quest en de Mango. Met name het feit dat de invering van de Leitra extra rolweerstand en bandenslijtage oplevert, is verrassend.
De Cab-bike is een weinig fraai ogende, als een soort doodskist uitziende Velomobiel. Toch kent de fiets een behoorlijke schare aanhangers. Een groot voordeel is de levertijd van niet meer dan een maand.
Zoals gebruikelijk worden de kruisingen afgezet en de Duitse automobilisten accepteren dit als een gegeven. Moet je in ons land niet mee aankomen. Als hier het stoplicht op groen staat wordt er gas gegeven, de Duitsers wachten keurig tot alle 40 Velomobielen zijn gepasseerd.
Het is hier tevens de plek om de Duitse automobilisten te prijzen voor hun respect voor zwakkere verkeersdeelnemers. Ze houden meters afstand tijdens het passeren en blijven desnoods een kwartier achter een stoet Velomobielen rijden als het bergop gaat. Een verademing vergeleken met de verkeersmentaliteit bij ons.
De tocht voert naar het stadscentrum van Giessen. Hier worden alle Velomobielen opgesteld en veel inwoners van Giessen stellen vooral technische vragen. Vragen Nederlanders naar de prijs van een Velomobiel, de Duitsers vragen vooral of de fiets elektrisch of met lucht wordt aangedreven. We hebben veel tijd over voor we om 15.00 uur naar het Mathematisch Museum zullen gaan.
Op het moment dat we vertrekken til ik de Quest op, draai hem om en laat hem van te grote hoogte op het achterwiel stuiteren. Normaal geen probleem, nu wel. Ik stap in en wil wegrijden. Ik trap echter loos rond en kan niet wegkomen, de ketting ligt eraf. Ik probeer door opschakelen naar een hogere versnellingen de ketting er weer op te krijgen, maar het lukt niet. Gelukkig zijn Anton Luijtink van Go-Mango en in het dagelijks leven fietsenmaker nog in mijn buurt. Ook Kees van de Wetering is er nog en Anton en Kees proberen de ketting er weer op te krijgen. Hij zit echter muurvast en de trapasbracket moet losgemaakt worden. Na ruim een half uur werkt het weer een beetje en kan ik op alleen het middenblad rijden. Het maakt evenwel veel lawaai, er moet bij het Forsthaus nog maar even naar gekeken worden.
Het Mathematisch Museum is echt heel leuk. Heel veel opstellingen nodigen uit om de vele wiskundige zaken die ons leven beïnvloeden, zelf te bedienen. Dit varieert van geometrische puzzles tot bellenblaas opstellingen. Iedereen heeft veel plezier met de vele opstellingen die gezichtsbedrog opleveren.
Op de terugweg zal er geracet worden naar de camping. Ik kan het met maar één voorblad wel vergeten en ik doe niet mee. De race wordt verder een rommeltje. De nummers één en twee, waaronder Ymte, slaan voor de finish verkeerd af en verliezen zo de wedstrijd. Bastiaan Welmers neemt wel de goede route en wint. Van een prijsuitreiking merk ik niks.
Voor het eten is er een lezing over de Leitra en van de huidige eigenaar van Cab-bike. Hieruit blijkt dat de Leitra, hoewel dit een van de oudste Velomobiel ontwerpen is, qua geavanceerdheid van de wielophanging niet kan tippen aan de Quest en de Mango. Met name het feit dat de invering van de Leitra extra rolweerstand en bandenslijtage oplevert, is verrassend.
De Cab-bike is een weinig fraai ogende, als een soort doodskist uitziende Velomobiel. Toch kent de fiets een behoorlijke schare aanhangers. Een groot voordeel is de levertijd van niet meer dan een maand.
vrijdag 22 september 2006
Giessen vrijdag 22-9
Het is ook nu weer heel vroeg dag. Vandaag staat de 130 km naar Giessen op het programma. 130 km is normaal een peulenschil, maar dit is heel andere koffie. Het is de hele dag klimmen en dalen. De grootste hoogte die we bereiken is een kleine 800 meter. Dit is bij Winterberg, een 40 km na het vertrek.
Theo van Goor heeft goed geslapen. We hebben Theo een hart onder de riem gestoken en hem verzekerd dat we hem desnoods de berg opslepen. Hij krijgt een magnesium tablet van Harry Lieben. We 'helpen' Theo met het 'leegruimen' van zijn Quest. D'r zit zeker 15 kg , waaronder een oerdegelijke werkplaatsfietspomp, teveel in zijn fiets. Dat blijft mooi op de camping en met een veel lichtere fiets gaat Theo het proberen. Gelukkig gaat het nu een stuk beter. Hij kan tenminste verschillende bananen binnenhouden en voldoende drinken. Ook is er in de groep afgesproken dat niet iedereen naar boven demarreert en Theo alleen achterlaat. Dat helpt, Theo komt nu goed mee. De verschrikkelijke kramp waar Theo gisteren mee te kampen had blijft nu uit. De belangrijkste rol is weggelegd voor het toverwoord 'drinken'. Theo drinkt vandaag zeker 6 liter water.
Een nieuw fenomeen, remparachutes, neemt Anton Luijtink voor zijn rekening. Anton wil niet graag met enorme snelheden naar beneden. Als de snelheid boven de 50 km/u komt gooit ie twee gifgroene remparachutes naar buiten en voorkomt daarmee het versnellen tot boven 55 km/u. Het is best een leuk gezicht en ik maak er een paar foto's van. De URL waar alle foto's opstaan laat ik nog weten.
Het klimmen met de 26" Quest gaat iets makkelijker dan met de 20" Quest. Ik heb minder spullen mee en de versnellingen zijn zo gekozen dat ik iets meer omwentelingen kan trappen bij gelijke snelheid.
Het blijft evenwel loodzwaar. De langste klimmen zijn bijna een uur lang. De steilste stukken zijn 8 tot 10% en dat vergt een hartslag van 156 slagen per minuut. Het kan minder, maar dan wordt het traptempo zodanig laag dat het nog slechts stampen wordt. Nu kan ik nog een behoorlijke cadans aanhouden.
Met Theo gaat het steeds beter en uiteindelijk haalt ie zielsgelukkig de bestemming.
Laat in de namiddag komen we samen in Giessen in het Forsthaus aan. Het eerste wat ik doe is een fles bier naar binnen klokken, heerlijk. Ik zie veel bekende gezichten die er vorig jaar ook al waren.
Verschillende Duitse deelnemers proberen een Quest te kopen. Met de huidige lange wachttijd is het natuurlijk mogelijk dat er onder de huidige Questrijders fietsers zijn die eerdaags een nieuwe 26" Quest krijgen. Het lukt Niels Vogel dan ook moeiteloos om zijn huidige 20" Quest voor een uitstekende prijs aan een Duitse deelnemer te verkopen. Het maakt niet uit dat die Quest 100.000 km heeft gereden.
's Avonds is er een lezing van een Duitse meneer over verzekeren van een Velomobiel, oervervelend. Het wordt ook voor de Duitse meneer oervervelend als ene Wim Schermer vertelt dat de verzekering van een Quest in Nederland, zonder vervelende beperkingen, maar de helft kost van de prijs die de man wil berekenen aan zijn klanten.
De bedden in het Forsthaus zijn uitstekend, maar ook hier liggen weer snurkers. Nogmaals, ik zal volgend jaar oordoppen meenemen.
Theo van Goor heeft goed geslapen. We hebben Theo een hart onder de riem gestoken en hem verzekerd dat we hem desnoods de berg opslepen. Hij krijgt een magnesium tablet van Harry Lieben. We 'helpen' Theo met het 'leegruimen' van zijn Quest. D'r zit zeker 15 kg , waaronder een oerdegelijke werkplaatsfietspomp, teveel in zijn fiets. Dat blijft mooi op de camping en met een veel lichtere fiets gaat Theo het proberen. Gelukkig gaat het nu een stuk beter. Hij kan tenminste verschillende bananen binnenhouden en voldoende drinken. Ook is er in de groep afgesproken dat niet iedereen naar boven demarreert en Theo alleen achterlaat. Dat helpt, Theo komt nu goed mee. De verschrikkelijke kramp waar Theo gisteren mee te kampen had blijft nu uit. De belangrijkste rol is weggelegd voor het toverwoord 'drinken'. Theo drinkt vandaag zeker 6 liter water.
Een nieuw fenomeen, remparachutes, neemt Anton Luijtink voor zijn rekening. Anton wil niet graag met enorme snelheden naar beneden. Als de snelheid boven de 50 km/u komt gooit ie twee gifgroene remparachutes naar buiten en voorkomt daarmee het versnellen tot boven 55 km/u. Het is best een leuk gezicht en ik maak er een paar foto's van. De URL waar alle foto's opstaan laat ik nog weten.
Het klimmen met de 26" Quest gaat iets makkelijker dan met de 20" Quest. Ik heb minder spullen mee en de versnellingen zijn zo gekozen dat ik iets meer omwentelingen kan trappen bij gelijke snelheid.
Het blijft evenwel loodzwaar. De langste klimmen zijn bijna een uur lang. De steilste stukken zijn 8 tot 10% en dat vergt een hartslag van 156 slagen per minuut. Het kan minder, maar dan wordt het traptempo zodanig laag dat het nog slechts stampen wordt. Nu kan ik nog een behoorlijke cadans aanhouden.
Met Theo gaat het steeds beter en uiteindelijk haalt ie zielsgelukkig de bestemming.
Laat in de namiddag komen we samen in Giessen in het Forsthaus aan. Het eerste wat ik doe is een fles bier naar binnen klokken, heerlijk. Ik zie veel bekende gezichten die er vorig jaar ook al waren.
Verschillende Duitse deelnemers proberen een Quest te kopen. Met de huidige lange wachttijd is het natuurlijk mogelijk dat er onder de huidige Questrijders fietsers zijn die eerdaags een nieuwe 26" Quest krijgen. Het lukt Niels Vogel dan ook moeiteloos om zijn huidige 20" Quest voor een uitstekende prijs aan een Duitse deelnemer te verkopen. Het maakt niet uit dat die Quest 100.000 km heeft gereden.
's Avonds is er een lezing van een Duitse meneer over verzekeren van een Velomobiel, oervervelend. Het wordt ook voor de Duitse meneer oervervelend als ene Wim Schermer vertelt dat de verzekering van een Quest in Nederland, zonder vervelende beperkingen, maar de helft kost van de prijs die de man wil berekenen aan zijn klanten.
De bedden in het Forsthaus zijn uitstekend, maar ook hier liggen weer snurkers. Nogmaals, ik zal volgend jaar oordoppen meenemen.
woensdag 20 september 2006
Giessen woensdag 20-9
Vandaag heb ik rustig de tijd om alles voor de fietstocht naar Giessen klaar te maken. De vele handdoeken, hemden, ondergoed, van alles veel te veel, die ik vorig jaar meehad kunnen nu domweg niet meer in de Quest. Daarom nu twee fietshemden, twee fietsbroeken, één dunne lange broek, lichte sneakers en twee mini handdoekjes kunnen makkelijk in de Quest.
Mijn vriend Jan Veenis brengt me met de bus naar Winterswijk. We zijn later dan vorig jaar, thuis nog even lekker gegeten :) en ontmoeten om 21.00 uur de meeste fietsers die morgenochtend om 8.00 uur zullen vertrekken. Vorig jaar sliep ik moeilijk in op het dunne matje. Daarom heb ik een fles Port meegenomen, mijn standaard slaapmutsje. De inhoud van de fles verdampt dankzij de medewerking van mijn medefietsers in een oogwenk.
Om 23.00 uur, 2,5 uur voor mijn gebruikelijke tijdstip gaat het licht uit. Ik lig te draaien en te luisteren naar de verschillende snurkers. Ook een aantal muggen houden me uit de slaap. Volgend jaar maar oordoppen meenemen. Stom van me, ik heb ze thuis liggen. Ook Kees van de Wetering, hij ligt naast me, kan de slaap niet vatten en ligt nog langer wakker.
Mijn vriend Jan Veenis brengt me met de bus naar Winterswijk. We zijn later dan vorig jaar, thuis nog even lekker gegeten :) en ontmoeten om 21.00 uur de meeste fietsers die morgenochtend om 8.00 uur zullen vertrekken. Vorig jaar sliep ik moeilijk in op het dunne matje. Daarom heb ik een fles Port meegenomen, mijn standaard slaapmutsje. De inhoud van de fles verdampt dankzij de medewerking van mijn medefietsers in een oogwenk.
Om 23.00 uur, 2,5 uur voor mijn gebruikelijke tijdstip gaat het licht uit. Ik lig te draaien en te luisteren naar de verschillende snurkers. Ook een aantal muggen houden me uit de slaap. Volgend jaar maar oordoppen meenemen. Stom van me, ik heb ze thuis liggen. Ook Kees van de Wetering, hij ligt naast me, kan de slaap niet vatten en ligt nog langer wakker.
Voorbereidingen Giessen

Vanavond rij ik nog een trainingsrondje om het fietsen niet al te zeer te ontwennen.
Morgen een belangrijke dag. De contracten voor de bouw van onze nieuwe stolpboerderij zullen we gaan ondertekenen.
Morgenavond zal ik door Jan Veenis met de Quest in de bus naar Winterswijk worden gebracht. Donderdagmorgen om 8.00 uur zal de caravaan Velomobielen naar Duitsland vertrekken.
Dus lieve lezers, de komende dagen zal ik veel fietsen, maar weinig schrijven. Jullie houden mijn verslag tegoed.
donderdag 14 september 2006
Niet fietsen maar zeilen
Na de Gerrie Knetemann classic heb ik - behalve vanavond - helaas niet meer gefietst. Ik heb een paar dagen in Londen gezeten voor de introductie van nieuwe Apple producten. Altijd gezellig zo'n tripje met collega-dealers en mensen van retailorganisaties als MediaMarkt en Dixons.
Ik heb de Quest inmiddels voorzien van nieuwe banden. Alle al gebruikte banden hebben zoveel beschadigingen, dat ik het niet aandurf om met 100 km per uur van de heuvels in Duitsland mee omlaag te racen. Ik heb voor twee nieuwe Primo Comets van 1,5 inch gemonteerd. Achter zit de Schwalbe Marathon racer er nog op die nieuw is meegeleverd. De Racers zijn aardig slijtvast. Ik heb er nu 5500 km mee gereden en het profiel is nog steeds goed aanwezig.
Tot en met a.s. dinsdag zeil ik met mijn vriend Jan Veenis op zijn Dehler Duetta 94 op het IJsselmeer en de Waddenzee.
Volgende week woensdag rijden wij naar Winterswijk, verzamelplaats voor de Giessengangers. Donderdag zal de groep Velomobielen, waaronder ik, naar Giessen rijden.
Ik heb de Quest inmiddels voorzien van nieuwe banden. Alle al gebruikte banden hebben zoveel beschadigingen, dat ik het niet aandurf om met 100 km per uur van de heuvels in Duitsland mee omlaag te racen. Ik heb voor twee nieuwe Primo Comets van 1,5 inch gemonteerd. Achter zit de Schwalbe Marathon racer er nog op die nieuw is meegeleverd. De Racers zijn aardig slijtvast. Ik heb er nu 5500 km mee gereden en het profiel is nog steeds goed aanwezig.
Tot en met a.s. dinsdag zeil ik met mijn vriend Jan Veenis op zijn Dehler Duetta 94 op het IJsselmeer en de Waddenzee.
Volgende week woensdag rijden wij naar Winterswijk, verzamelplaats voor de Giessengangers. Donderdag zal de groep Velomobielen, waaronder ik, naar Giessen rijden.
zaterdag 9 september 2006
Gerrie Knetemann Classic
Vandaag ga ik de Gerrie Knetemann Classic rijden. Dit is een 150 km toertocht, de eerste in een hopenlijk lange traditie, als eerbetoon aan de vorig jaar overleden Gerrie Knetemann. Het programma meldt dat het een 'cyclosportieve toertocht' is. Betekent dit nou gewoon rustig toeren of toch zo hard als je kunt. Maar.... waarom krijg ik dan gisteravond tijdens de inschrijving in Motel Akersloot een chip uitgereikt?
Vanmorgen plak ik de chip op de wielkast vast en vertrek om 9.40 uur naar Akersloot. Het advies van de organisatie is zo laat mogelijk vertrekken, dan is het het rustigst.
Om 9.55 rij ik over de startlijn. Een dubbele piep geeft aan dat de tijdregistratie mij 'ziet'. Langs bekende wegen in Uitgeest, Krommenie en de Wormer gaat het richting Waterland. Tegen wind rij ik steeds iets boven de 40 km/u. Het zuidelijkste punt is vlakbij het IJ in Amsterdam. Tot nu toe zie ik niet veel wielrenners, maar dat zal snel veranderen.
Bij de eerste ravitailleringspost bij Watergang is het een drukte van belang. Op grote tafels liggen honderden halve bananen en er is voldoende te drinken. Ik praat even met een oud-medewerker van de ligfietswinkel die mij bij naam en toenaam kent. Na een plasje ga ik na een minuut of 8 weer onderweg. De wind komt nu van rechts en de snelheid loopt nu op naar 43 km/u. Ik ben nu voortdurend bezig groepen wielrenners in te halen. Ze reageren redelijk op mijn claxon, nu nog wel...
Door de Purmer heb ik veel last van drempels in de weg. Boven de 32 km/u kan ik ze niet nemen, de fiets krijgt te harde klappen.
Op de meeste kruisingen staan verkeersregelaars die resoluut het kruisende verkeer tegenhouden en de fietsers vrij baan geven, heel comfortabel. Na Purmerend gaat het in noord-oostelijke richting en de wind komt wat achterlijker in. Dit betekent dat de snelheid steeds 45 km/u en hoger wordt, heerlijk om zo hard door de polders te scheuren. Wel moet ik steeds meer pelotons wielrenners aan de kant toeteren. Soms hoor ik wat gefoeter tijdens het passeren, maar het gaat nog steeds redelijk goed.
Bij Ursem gaan de hekken van de hefbrug vlak voor mijn neus dicht. Ik zeg tegen de brugwachtster dat ze mij er geen plezier mee doet. Ze zegt 'ze hebben me niet ingelicht' en tergend langzaam gaat de brug omhoog. Na een vijftal minuten gaat als laatste het hek waarachter ik sta open, dat ook nog.
Vlak voor de ravitailleringspost bij Heerhugowaard zie ik een Quest voor me rijden. Ik voel dat ik wat moet eten en ik stop even voor een broodje en wat drinken.
Ik sla bij de ravitailleringspost wel af, maar eigenlijk heb ik er niks te zoeken. Met een grote boog verlaat ik het terrein weer. Wel zie ik dat de Quest bij de ravitailleringspost staat.
De route van 100 en 150 km zijn nu samengevoegd en het wordt wel erg druk. Ik ben nu continue wielrenners aan het inhalen. Het is nu zo druk dat de fietsers soms niet meer aan de kant gaan. In Heerhugowaard gaat het dan ook fout. Ik toeter constant, maar het maakt geen indruk meer. Ik neem wat meer risico en haal toch maar in. Dat komt me op gevloek van een paar fietsers te staan. Ze schreeuwen dat het een toertocht is..... ja, dat weet ik ...maar..
In de Geestmer-Ambacht krijg ik voor het eerst vandaag een groep wielrenners in mijn wiel, da's kasie voor Wim. Ik haal ze langzaam in met 45 km/u en er springen er 4 uit het peloton met me mee. Ik hou ze even 'aan de lijn' en versnel langzaam tot ruim 50 km/u. Dat kunnen de mannen nog volhouden. Ik gooi nog wat kolen op het vuur en bij 52 km/u geven de renners het op. Ze roepen me nog wat na, maar dat hoor ik niet meer.
De Quest heeft al een paar keer een pootje opgetild. Eén keer reken ik erop, een tweede keer schrik ik me rot. De Questrijder die ik voor me zag rijden, haalt me nu heel langzaam in. We rijden een tijdje naar elkaar, hij kent me, ik hem niet. Het is Frank Bouwer uit Alkmaar met Quest 74. Frank is al een paar keer verkeerd gereden. Even later kan ik hem niet meer bijhouden, da's gek. Ik merk dat de besturing heel zompig aanvoelt. Dat betekent een langzaam leeglopende voorband. Ik stop en inderdaad, de linker voorband is vrijwel leeg.
Ik leg de Quest in het gras op zijn kant en haal de lekke combinatie van de velg. Ter vervanging heb ik een Schwalbe Marathon racer, een vouwband, bij me. Het omleggen gaat niet makkelijk, de band laat zich niet makkelijk om de velg leggen. Na de eerste poging is de band onrond en ik begin opnieuw. De band blijft onrond, misschien moet ik hem gewoon verder oppompen. Dat helpt inderdaad en ik pomp met de kleine Sigma Lambajet pomp de band tot 6 bar op. Da's overigens nog een pittig klusje.
Onderwijl passeren veel wielrenners die ik eerder inhaalde, mij weer. Eén roept 'eindelijk gerechtigheid'. Ik drink nog wat, eet nog een broodje en na een kwartier zit ik weer in de Quest. Het rijdt weer heerlijk en het gas gaat er op.
Ik heb er nu zo'n 120 km opzitten en mijn beide knieën worden gevoelig, nog niet pijnlijk. Ze hebben duidelijk te weinig rust gehad.
Tot nu toe is mijn gemiddelde snelheid 37 km/u. Na de lekke band is er nog 34,5 km/u van over. Da's jammer, want de route vanaf het Noord-Hollands kanaal door Bergen en Egmond verloopt tergend langzaam. Ik fiets normaal wel op de rijbaan, maar dat kan ik me nu niet permitteren. Er zijn controleposten waar de chip in mijn fiets wordt uitgelezen. De apparatuur daarvoor ligt op de fietspaden, in ieder geval niet op de rijbaan. Op de smalle fietspaden is 30 km/u al hard, zeker nu er ook veel tegenliggend fietsverkeer is. Nou ja... het is toch een toertocht.. of niet?
Ik stop even bij de derde ravitailleringspost onder Bergen en ik drink wat energiedrank. Enkele wielrenners vragen honderduit over de Quest en ik wordt wat ongeduldig.
Bezuiden Egmond aan Zee kan ik weer vaart maken. In Egmond-Binnen rijden twee wielrenners en een vrouw voor me. Ze rijden best hard maar ik haal ze met een kilometer of 10 verschil in. Er komt een tegenligger aan, een oude man op de fiets. Ik ben me van de prins geen kwaad en ik zet de inhaalmanoeuvre door. De wielrenners snijden de flauwe bocht af en komen over de as van de weg ... daar waar ik ook rij. Ik vlieg ze rakelings voorbij. De mannen schreeuwen moord en brand en zetten keihard aan om me in te halen en me de les te lezen. Nou, dat liever maar niet en zet een tandje bij. Inmiddels hebben we de wind weer tegen en met 45 km/u ben ik veilig voor het woeste stel. Ze geven hun inhaalpoging snel op. Even later sta ik in Limmen voor de gesloten spoorbomen, gelukkig net niet lang genoeg om de razende wielrenners te zien aansluiten.
Om 14.30 uur ben ik weer terug bij het Motel Akersloot, 4 uur en 32 minuten na de start. Ik blijk op de 36e plaats te staan van 694 renners. Gemiddelde snelheid, inclusief alle pauzes 33 km/u. Zonder lekke band zou ik rond de 15e plaats staan, best wel aardig. De eerste 10 renners zijn vrijwel allemaal gelijk binnen, kennelijk een goed peloton.
Frank Bouwer is er al en we praten wat na. Ik zie Frank later niet in de uitslag, mogelijk heeft ie een controle gemist.
Na tien minuten sta ik weer oog in oog met de boze wielrenners. Ze vegen me de pan uit. Dat zij zelf niet voldoende rechts hebben gehouden kan ik ze niet aan hun verstand peuteren. De boosheid is gelukkig getemperd en het blijft bij woorden.
Mooie toertocht die uiteindelijk toch in een soort tijdrit is geëindigd. Een compliment voor de organisatie, duidelijk zeer professioneel.
150 km
Vanmorgen plak ik de chip op de wielkast vast en vertrek om 9.40 uur naar Akersloot. Het advies van de organisatie is zo laat mogelijk vertrekken, dan is het het rustigst.
Om 9.55 rij ik over de startlijn. Een dubbele piep geeft aan dat de tijdregistratie mij 'ziet'. Langs bekende wegen in Uitgeest, Krommenie en de Wormer gaat het richting Waterland. Tegen wind rij ik steeds iets boven de 40 km/u. Het zuidelijkste punt is vlakbij het IJ in Amsterdam. Tot nu toe zie ik niet veel wielrenners, maar dat zal snel veranderen.
Bij de eerste ravitailleringspost bij Watergang is het een drukte van belang. Op grote tafels liggen honderden halve bananen en er is voldoende te drinken. Ik praat even met een oud-medewerker van de ligfietswinkel die mij bij naam en toenaam kent. Na een plasje ga ik na een minuut of 8 weer onderweg. De wind komt nu van rechts en de snelheid loopt nu op naar 43 km/u. Ik ben nu voortdurend bezig groepen wielrenners in te halen. Ze reageren redelijk op mijn claxon, nu nog wel...
Door de Purmer heb ik veel last van drempels in de weg. Boven de 32 km/u kan ik ze niet nemen, de fiets krijgt te harde klappen.
Op de meeste kruisingen staan verkeersregelaars die resoluut het kruisende verkeer tegenhouden en de fietsers vrij baan geven, heel comfortabel. Na Purmerend gaat het in noord-oostelijke richting en de wind komt wat achterlijker in. Dit betekent dat de snelheid steeds 45 km/u en hoger wordt, heerlijk om zo hard door de polders te scheuren. Wel moet ik steeds meer pelotons wielrenners aan de kant toeteren. Soms hoor ik wat gefoeter tijdens het passeren, maar het gaat nog steeds redelijk goed.
Bij Ursem gaan de hekken van de hefbrug vlak voor mijn neus dicht. Ik zeg tegen de brugwachtster dat ze mij er geen plezier mee doet. Ze zegt 'ze hebben me niet ingelicht' en tergend langzaam gaat de brug omhoog. Na een vijftal minuten gaat als laatste het hek waarachter ik sta open, dat ook nog.
Vlak voor de ravitailleringspost bij Heerhugowaard zie ik een Quest voor me rijden. Ik voel dat ik wat moet eten en ik stop even voor een broodje en wat drinken.
Ik sla bij de ravitailleringspost wel af, maar eigenlijk heb ik er niks te zoeken. Met een grote boog verlaat ik het terrein weer. Wel zie ik dat de Quest bij de ravitailleringspost staat.
De route van 100 en 150 km zijn nu samengevoegd en het wordt wel erg druk. Ik ben nu continue wielrenners aan het inhalen. Het is nu zo druk dat de fietsers soms niet meer aan de kant gaan. In Heerhugowaard gaat het dan ook fout. Ik toeter constant, maar het maakt geen indruk meer. Ik neem wat meer risico en haal toch maar in. Dat komt me op gevloek van een paar fietsers te staan. Ze schreeuwen dat het een toertocht is..... ja, dat weet ik ...maar..
In de Geestmer-Ambacht krijg ik voor het eerst vandaag een groep wielrenners in mijn wiel, da's kasie voor Wim. Ik haal ze langzaam in met 45 km/u en er springen er 4 uit het peloton met me mee. Ik hou ze even 'aan de lijn' en versnel langzaam tot ruim 50 km/u. Dat kunnen de mannen nog volhouden. Ik gooi nog wat kolen op het vuur en bij 52 km/u geven de renners het op. Ze roepen me nog wat na, maar dat hoor ik niet meer.
De Quest heeft al een paar keer een pootje opgetild. Eén keer reken ik erop, een tweede keer schrik ik me rot. De Questrijder die ik voor me zag rijden, haalt me nu heel langzaam in. We rijden een tijdje naar elkaar, hij kent me, ik hem niet. Het is Frank Bouwer uit Alkmaar met Quest 74. Frank is al een paar keer verkeerd gereden. Even later kan ik hem niet meer bijhouden, da's gek. Ik merk dat de besturing heel zompig aanvoelt. Dat betekent een langzaam leeglopende voorband. Ik stop en inderdaad, de linker voorband is vrijwel leeg.
Ik leg de Quest in het gras op zijn kant en haal de lekke combinatie van de velg. Ter vervanging heb ik een Schwalbe Marathon racer, een vouwband, bij me. Het omleggen gaat niet makkelijk, de band laat zich niet makkelijk om de velg leggen. Na de eerste poging is de band onrond en ik begin opnieuw. De band blijft onrond, misschien moet ik hem gewoon verder oppompen. Dat helpt inderdaad en ik pomp met de kleine Sigma Lambajet pomp de band tot 6 bar op. Da's overigens nog een pittig klusje.
Onderwijl passeren veel wielrenners die ik eerder inhaalde, mij weer. Eén roept 'eindelijk gerechtigheid'. Ik drink nog wat, eet nog een broodje en na een kwartier zit ik weer in de Quest. Het rijdt weer heerlijk en het gas gaat er op.
Ik heb er nu zo'n 120 km opzitten en mijn beide knieën worden gevoelig, nog niet pijnlijk. Ze hebben duidelijk te weinig rust gehad.
Tot nu toe is mijn gemiddelde snelheid 37 km/u. Na de lekke band is er nog 34,5 km/u van over. Da's jammer, want de route vanaf het Noord-Hollands kanaal door Bergen en Egmond verloopt tergend langzaam. Ik fiets normaal wel op de rijbaan, maar dat kan ik me nu niet permitteren. Er zijn controleposten waar de chip in mijn fiets wordt uitgelezen. De apparatuur daarvoor ligt op de fietspaden, in ieder geval niet op de rijbaan. Op de smalle fietspaden is 30 km/u al hard, zeker nu er ook veel tegenliggend fietsverkeer is. Nou ja... het is toch een toertocht.. of niet?
Ik stop even bij de derde ravitailleringspost onder Bergen en ik drink wat energiedrank. Enkele wielrenners vragen honderduit over de Quest en ik wordt wat ongeduldig.
Bezuiden Egmond aan Zee kan ik weer vaart maken. In Egmond-Binnen rijden twee wielrenners en een vrouw voor me. Ze rijden best hard maar ik haal ze met een kilometer of 10 verschil in. Er komt een tegenligger aan, een oude man op de fiets. Ik ben me van de prins geen kwaad en ik zet de inhaalmanoeuvre door. De wielrenners snijden de flauwe bocht af en komen over de as van de weg ... daar waar ik ook rij. Ik vlieg ze rakelings voorbij. De mannen schreeuwen moord en brand en zetten keihard aan om me in te halen en me de les te lezen. Nou, dat liever maar niet en zet een tandje bij. Inmiddels hebben we de wind weer tegen en met 45 km/u ben ik veilig voor het woeste stel. Ze geven hun inhaalpoging snel op. Even later sta ik in Limmen voor de gesloten spoorbomen, gelukkig net niet lang genoeg om de razende wielrenners te zien aansluiten.
Om 14.30 uur ben ik weer terug bij het Motel Akersloot, 4 uur en 32 minuten na de start. Ik blijk op de 36e plaats te staan van 694 renners. Gemiddelde snelheid, inclusief alle pauzes 33 km/u. Zonder lekke band zou ik rond de 15e plaats staan, best wel aardig. De eerste 10 renners zijn vrijwel allemaal gelijk binnen, kennelijk een goed peloton.
Frank Bouwer is er al en we praten wat na. Ik zie Frank later niet in de uitslag, mogelijk heeft ie een controle gemist.
Na tien minuten sta ik weer oog in oog met de boze wielrenners. Ze vegen me de pan uit. Dat zij zelf niet voldoende rechts hebben gehouden kan ik ze niet aan hun verstand peuteren. De boosheid is gelukkig getemperd en het blijft bij woorden.
Mooie toertocht die uiteindelijk toch in een soort tijdrit is geëindigd. Een compliment voor de organisatie, duidelijk zeer professioneel.
150 km
Rondje met Bart van Crasbeek
Bart van Crasbeek (Ventisit) belt en vraagt of ik vanavond nog ga fietsen. 'Jazeker Bart'. We gaan samen een rondje om. Bart heeft een nieuw Ventisit matje voor me. Hij heeft de buitenkant van Softcell materiaal gemaakt en het interieur is 2 lagen origineel Ventisit. Oops.... ik zit te hoog en daardoor met mijn schouders klem tegen de onderkant van de rand de Quest. Geen nood, Bart haalt handig één van de twee lagen standaard Ventisit eruit en nu voelt alles weer als vanouds.
Om even na half acht vertrekken we voor mijn standaard trainingsrondje. Het waait stevig uit het noord-westen. Dat betekent voor de wind naar Uitgeest en direct al een flinke snelheid van zo'n 43 km/u. Bart is een kleine maar sterke knaap die met zijn Mango 3x per week naar zijn werk in Amsterdam rijdt. Daarnaast loopt Bart hard, ik zie hem meerdere keren per week voorbij ons huis rennen.
Voorbij Uitgeest versnellen we flink tot 52 km/u. Een Mango is bij die snelheden 10% minder snel dan een Quest. Bart kan het evenwel uitstekend bijbenen en houdt zelfs nog wat over.
Voorbij Krommenie gaan we linksaf naar De Woude. Het begint te regenen en het wordt donker. Mijn bril slaat vol regen en zet ik maar af. Bij De Woude slaan we even af en laat ik Bart de plek zien waar we over ongeveer een jaar zullen wonen. Ik zet de kap op de Quest omdat in de verte nog meer donkere wolken regen beloven.
Naar de pont in Akersloot is het recht tegen de voor de bui aanschietende wind in. Met 40 km/u is voor Bart de limiet wel in zicht, de Quest profiteert hier van zijn betere stroomlijn.
Op de pont zegt de pontbaas dat ie de Quest mooier vindt dan de Mango, smaken verschillen.
We rijden via Akersloot en Limmen weer terug naar Castricum. Vlak voor Castricum begint mijn Lupine Wilma beurtelings fel en dan weer zwak te branden. Even later is het licht uit. Toch maar weer de grote 9.4 Ah fles gebruiken met de kleine 4.5 Ah uur accu als reserve.
Om 21.00 uur zijn we weer bij ons huis. Bart zet de Mango op ons erf en we drinken een biertje.
Morgen rij ik mee met de Gerrie Kneteman Classic, een prachtige 150 km lange fietstocht door midden Noord-Holland. Ik vraag de organisatie of ik mee mag doen. Dat mag, maar zij adviseren me om niet om half negen maar tussen half 10 en 10 uur te starten. Vanavond schrijf ik in en krijg een programma, een polsbandje voor de ravitaillering en een bikechip. Hoewel het in principe geen wedstrijd is, worden de start- en eindtijd wel vastgelegd.
Morgen meer over de Gerrie Kneteman Classic.
Om even na half acht vertrekken we voor mijn standaard trainingsrondje. Het waait stevig uit het noord-westen. Dat betekent voor de wind naar Uitgeest en direct al een flinke snelheid van zo'n 43 km/u. Bart is een kleine maar sterke knaap die met zijn Mango 3x per week naar zijn werk in Amsterdam rijdt. Daarnaast loopt Bart hard, ik zie hem meerdere keren per week voorbij ons huis rennen.
Voorbij Uitgeest versnellen we flink tot 52 km/u. Een Mango is bij die snelheden 10% minder snel dan een Quest. Bart kan het evenwel uitstekend bijbenen en houdt zelfs nog wat over.
Voorbij Krommenie gaan we linksaf naar De Woude. Het begint te regenen en het wordt donker. Mijn bril slaat vol regen en zet ik maar af. Bij De Woude slaan we even af en laat ik Bart de plek zien waar we over ongeveer een jaar zullen wonen. Ik zet de kap op de Quest omdat in de verte nog meer donkere wolken regen beloven.
Naar de pont in Akersloot is het recht tegen de voor de bui aanschietende wind in. Met 40 km/u is voor Bart de limiet wel in zicht, de Quest profiteert hier van zijn betere stroomlijn.
Op de pont zegt de pontbaas dat ie de Quest mooier vindt dan de Mango, smaken verschillen.
We rijden via Akersloot en Limmen weer terug naar Castricum. Vlak voor Castricum begint mijn Lupine Wilma beurtelings fel en dan weer zwak te branden. Even later is het licht uit. Toch maar weer de grote 9.4 Ah fles gebruiken met de kleine 4.5 Ah uur accu als reserve.
Om 21.00 uur zijn we weer bij ons huis. Bart zet de Mango op ons erf en we drinken een biertje.
Morgen rij ik mee met de Gerrie Kneteman Classic, een prachtige 150 km lange fietstocht door midden Noord-Holland. Ik vraag de organisatie of ik mee mag doen. Dat mag, maar zij adviseren me om niet om half negen maar tussen half 10 en 10 uur te starten. Vanavond schrijf ik in en krijg een programma, een polsbandje voor de ravitaillering en een bikechip. Hoewel het in principe geen wedstrijd is, worden de start- en eindtijd wel vastgelegd.
Morgen meer over de Gerrie Kneteman Classic.
zaterdag 2 september 2006
Tijdrit Texel loodzwaar





In Oudeschild begroeten we een aantal liggers, o.m. zien we Guus en Marjolein van Schoot, Harry Lieben, Henk de Koning en Eduard Botter. Ook de broers Harry en Gerben Snijder zijn er. Hans Snijder, mijn collega, is al gestart. De Snijders hebben niks met ligfietsen, zij buffelen liever langer op een racefiets.
Vanaf de veerboot heb ik Hans telefonisch alle succes gewenst.
We beginnen met het afplakken van de verschillende 'windvangers'. Achtereenvolgens worden de LEDs, de lampen en de claxon afgeplakt met ducktape. De beide spiegels schroeven we eraf en ik breng de racekap in stelling. Tien minuten voor de start begint het harder te waaien en te regenen. Dat is mij voor het sein de racekap toch niet te gebruiken. Met één oog zie je sowieso minder, als het gekraste vizier ook nog eens natregent, vrees ik weinig meer te kunnen waarnemen. De hardere wind is met een racekap ook riskant, je voelt de vlagen niet meer. Snel pakt Jan mijn tijdrithelm en de fietsbril. Ik ben net op tijd aan de start.
Om 15.33 uur wordt ik weggeschoten. Snel ben ik op ruim 50 km/u en acceleer door naar 56 tot 58 km/u. Deze snelheid kan ik, ondanks een feitelijk te hoge trapfrequentie, tot aan het keerpunt in De Cocksdorp aanhouden. Mijn hartslag zit nu tussen 155 en 161. Op het keerpunt vraag ik aan de vrouwelijke baancommissaris of ze me even wil omtillen, ik kan de bocht niet goed maken. Uitklikken en terugsteppen kost veel tijd. Mevrouw begrijpt het niet maar krijgt van collega's aanwijzingen. Ze sleept me over grond en na drie rukken sta ik in de goede richting. Hartelijk dank!
Na een paar honderd meter zie ik Harry Lieben al aankomen. Hij is twee minuten later gestart en heeft dus al anderhalve minuut op mij goedgemaakt. Het is nu stik in de wind en da's heel andere koffie. De windkracht is nu zeker Bft 6 en buldert om mijn oren. Ik probeer 45 km/u aan te houden, maar dat is een zware opgave. Harry heeft zijn racekap wel op en haalt me nu met zeker 3 km/u verschil in. Voor de wind heeft ie er kennelijk al voordeel van gehad, met de zware tegenwind boekt ie echt winst.
Ik hoop maar dat de 4 minuten na mij vertrokken Guus van Schoot me niet inhaalt.
Na het rechte retourstuk moet er een 'vierkant' in de landelijke omgeving van Texel worden gemaakt. Beurtelings komt de wind recht van voren, dwars en weer van achter. De Quest wordt zo nu en dan flink door elkaar geschud en vooral de bochten neem ik heel voorzichtig.
Het overblijvende rechte stuk, een kilometer of 12, is loodzwaar. Ik heb moeite om zelfs maar 43 km/u te blijven rijden. Ik haal wel diverse voor mij gestarte wielrenners in, maar dat beurt maar weinig op.
Na de finish blijk ik mijn tijd van vorig jaar net niet geëvenaard te hebben, het scheelt 19 seconden. Niet gek, vrijwel niemand haalt zijn tijd van vorig jaar, alleen de winnaar Harry Lieben, rijdt 2 seconden sneller dan vorig jaar. Helaas rijdt Guus van Schoot geen superrace en verliest anderhalve minuut. Guus, vorig jaar winnaar, kijkt heel sip, maar wordt toch nog 3e achter nieuwkomer Eduard Botter die de tweede prijs opeist. Eduard komt maar een halve minuut tekort op Harry, prima prestatie Eduard!. Mogelijk heeft het slimme windschermpje op zijn Quest een positieve rol gespeeld? Ik wordt vierde en val zo net buiten de prijzen.
Een superprestatie komt op het conto van Marjolein van Schoot. Zij komt binnen het uur terug en rijdt 41,2 km/u gemiddeld, klasse!
De bus wordt vandaag gebruikt als opslagplaats en omkleedcabine voor iedereen, een soort moederkloek dus.
Na de prijsuitreiking, waar ik een paar foto's maak, eten we op de haven een prima tournedos. Met de boot van 19.00 uur, altijd weer leuk de meeuwen als ware luchtacrobaten te zien stunten, zijn we snel weer op de vaste wal. Het waait inmiddels Bft 7 tot 8.
Perfect georganiseerd evenement, volgend jaar iets gematigder condities?
vrijdag 1 september 2006
Ritje met Fred van den Hauten
Vanmiddag de Quest op zijn kant gelegd om de ketting te smeren. Ik heb dit de eerste 5000 km, dit staat nu op de teller, in het geheel niet gedaan. Via de voetengaten probeer ik eerst de ketting met een oude handdoek van aanslag en andere verontreinigingen te ontdoen. Dat lukt niet goed, de ketting loopt van het middelste tandwiel af en gaat vast zitten. Na wat gewurm leg ik de ketting op het grote tandwiel. Nu blijft de ketting keurig zitten. Het schoonmaken is niet echt nodig, dus pak ik het meegeleverde flesje Shimano olie en smeer de ketting zo goed en zo kwaad als het kan. Ik denk dat ik al met al zo'n 4 cc olie gebruik.
Om 13.00 uur krijg ik een mailtje van Fred van den Hauten, de Allewederman. Hij is om 14.00 uur klaar met zijn werk in IJmuiden en is van plan een klein rondje Noord-Holland te fietsen. Of ik mee wil. Eigenlijk niet, een dag voor een zware wedstrijd moet je niet fietsen. Het is echter prachtig weer, ik ben dan ook met een natte krant te lijmen, en ik neem me voor het heel rustig aan te doen. Fred fietst met de Alleweder ook niet heel hard, dus om kwart over drie vertrekken we van mijn huis, op weg voor een rondje Beemster.
Voor de wind rijden we deels naast elkaar naar de pont in Akersloot. Het waait Bft 4 tot 5 en het rijdt wel heel licht. Zou de vers gesmeerde ketting verschil maken? Het lijkt er wel op. Bij de pont aangekomen vaart ie juist weg. De volgende keer mogen we wel mee. Fred stelt vast dat de pontbaas het niet op ligfietsen heeft, ze geven te weinig fooi en nemen veel ruimte in.
Na de pont fietsen we naar West-Graftdijk. We rijden 34 km/u en mijn hartslag blijft onder de 100. Freds hartslag zit op ruim 130, de Alleweder trapt duidelijk wat zwaarder.
In De Rijp gaan we linksaf naar Noordeinde en Groot-Schermer. Een schitterende nieuwe asfaltlaag maakt het fietsen superlicht. We rijden enige tijd 42 km/u, monsterlijk snel voor een Alleweder. Fred houdt het prima vol. Naar Noord-Beemster krijgen we voor het eerst tegenwind. Ik rij voorop met 32 km/u. Dat is voor Fred een pittige opgave en zijn hartslag komt boven de 150 uit.
Na Noord-Beemster, Fred moet even bijkomen, bereiken we weer voor de wind de oostelijke dijk van de Beemster. Op de dijk eten we een banaan en doen een plasje. Fred doet dat in het zicht van een groep mensen die juist thuiskomen van een begrafenis. Snel de rits weer dicht en maar even aan de andere kant van de dijk opnieuw uit de broek.
Ik bied Fred aan of ie even in de Quest wil rijden. We wisselen van fiets en Fred racet er van door. Ik probeer in de Alleweder in te klikken, links lukt het, rechts in het geheel niet. Ik probeer toch weg te rijden, maar veel gang krijg ik er niet in. Ik stoot drie keer mijn rechterknie aan hard aluminium en vraag me af of ik er nu wel slim aan heb gedaan om van fiets te wisselen. Fred is al niet meer te zien en verhaalt even later dat ie vrijwel moeiteloos tegen de harde wind 38 km/u heeft gereden. Ik laat me graag weer in de Quest glijden en samen duiken we de Beemster in.
Onderweg belt de aannemer van onze boerderij en we stoppen even.
In De Rijp krijgen we geen voorrang van een van links komende Audi A4. Fred roept 'hij ziet je totaal niet'.
In West-Graftdijk gaan we langs de Markervaart naar De Woude. Ik laat Fred de plek zien waar onze stolpboerderij gebouwd zal worden.
Het laatste stuk naar Wormerveer rijden we naast elkaar en genieten van het mooie fietspad. Het genieten wordt echt genieten doordat er een gigantische file staat, letterlijk van Wormerveer tot aan de brug bij West-Graftdijk.
In Wormerveer nemen we afscheid en ik ga noordwaarts naar Krommenie en Uitgeest.
Samen fietsen is heel leuk, maar je moet natuurlijk wel je snelheid aanpassen aan de langzaamste fietser. Totaal geen probleem, al rij ik wel naar Castricum met een snelheid van 44 km/u, hartslag 125.
68 km, totaal nu 5000 km.
Om 13.00 uur krijg ik een mailtje van Fred van den Hauten, de Allewederman. Hij is om 14.00 uur klaar met zijn werk in IJmuiden en is van plan een klein rondje Noord-Holland te fietsen. Of ik mee wil. Eigenlijk niet, een dag voor een zware wedstrijd moet je niet fietsen. Het is echter prachtig weer, ik ben dan ook met een natte krant te lijmen, en ik neem me voor het heel rustig aan te doen. Fred fietst met de Alleweder ook niet heel hard, dus om kwart over drie vertrekken we van mijn huis, op weg voor een rondje Beemster.
Voor de wind rijden we deels naast elkaar naar de pont in Akersloot. Het waait Bft 4 tot 5 en het rijdt wel heel licht. Zou de vers gesmeerde ketting verschil maken? Het lijkt er wel op. Bij de pont aangekomen vaart ie juist weg. De volgende keer mogen we wel mee. Fred stelt vast dat de pontbaas het niet op ligfietsen heeft, ze geven te weinig fooi en nemen veel ruimte in.
Na de pont fietsen we naar West-Graftdijk. We rijden 34 km/u en mijn hartslag blijft onder de 100. Freds hartslag zit op ruim 130, de Alleweder trapt duidelijk wat zwaarder.
In De Rijp gaan we linksaf naar Noordeinde en Groot-Schermer. Een schitterende nieuwe asfaltlaag maakt het fietsen superlicht. We rijden enige tijd 42 km/u, monsterlijk snel voor een Alleweder. Fred houdt het prima vol. Naar Noord-Beemster krijgen we voor het eerst tegenwind. Ik rij voorop met 32 km/u. Dat is voor Fred een pittige opgave en zijn hartslag komt boven de 150 uit.
Na Noord-Beemster, Fred moet even bijkomen, bereiken we weer voor de wind de oostelijke dijk van de Beemster. Op de dijk eten we een banaan en doen een plasje. Fred doet dat in het zicht van een groep mensen die juist thuiskomen van een begrafenis. Snel de rits weer dicht en maar even aan de andere kant van de dijk opnieuw uit de broek.
Ik bied Fred aan of ie even in de Quest wil rijden. We wisselen van fiets en Fred racet er van door. Ik probeer in de Alleweder in te klikken, links lukt het, rechts in het geheel niet. Ik probeer toch weg te rijden, maar veel gang krijg ik er niet in. Ik stoot drie keer mijn rechterknie aan hard aluminium en vraag me af of ik er nu wel slim aan heb gedaan om van fiets te wisselen. Fred is al niet meer te zien en verhaalt even later dat ie vrijwel moeiteloos tegen de harde wind 38 km/u heeft gereden. Ik laat me graag weer in de Quest glijden en samen duiken we de Beemster in.
Onderweg belt de aannemer van onze boerderij en we stoppen even.
In De Rijp krijgen we geen voorrang van een van links komende Audi A4. Fred roept 'hij ziet je totaal niet'.
In West-Graftdijk gaan we langs de Markervaart naar De Woude. Ik laat Fred de plek zien waar onze stolpboerderij gebouwd zal worden.
Het laatste stuk naar Wormerveer rijden we naast elkaar en genieten van het mooie fietspad. Het genieten wordt echt genieten doordat er een gigantische file staat, letterlijk van Wormerveer tot aan de brug bij West-Graftdijk.
In Wormerveer nemen we afscheid en ik ga noordwaarts naar Krommenie en Uitgeest.
Samen fietsen is heel leuk, maar je moet natuurlijk wel je snelheid aanpassen aan de langzaamste fietser. Totaal geen probleem, al rij ik wel naar Castricum met een snelheid van 44 km/u, hartslag 125.
68 km, totaal nu 5000 km.
donderdag 31 augustus 2006
Hondenventilator en bagagecapaciteit Quest
Vanmiddag krijg ik van de hondenshop.nl een ventilator geleverd op batterijen. Idee is om tijdens de tijdrit zaterdag op Texel voor extra koeling te zorgen als ik met de racekap rij. Goed idee misschien, maar de ventilator, hoewel ie het prima doet, is domweg te groot om hem ergens effectief kwijt te kunnen. Ik mag hem terug sturen en dat zal ik dan ook maar doen. Gelukkig is het zaterdag maar 19 graden C. en volledig bewolkt, dus mogelijk kan de kap toch dienst doen.
Door de verandering van 20" naar 26" achterwiel is de bagagecapaciteit van de Quest veranderd. Er is duidelijk minder ruimte naast en achter het achterwiel. Wel is er meer ruimte onder de stoel. Om te kijken of de spullen voor een langere fietstocht, in dit geval naar Giessen in Duitsland, een plek kunnen vinden, probeer ik mijn slaapzak en Thermorest mat in de Quest te stoppen. Dat gaat gelukkig uitstekend aan de linkerzijde van het grote achterwiel. De resterende spullen zullen in platte zakken achter en naast het achterwiel een plaats moeten vinden. Onder de stoel kunnen de zaken worden opgeborgen die tijdens de trip direct nodig zijn. Ik overweeg een tweetal PET flessen aan de voorzijde van de beide voorwielen te maken, een prima idee van Wilfred van Norel. In die flessen kunnen bijv. het gereedschap en reserve - vouw - banden een plek vinden.
Ook probeer ik de schuimkap onder de voorkant van de Quest te frommelen. Dat gaat niet goed. Steeds raak ik met mijn fietsschoenen de kap. Mogelijk dat ik met een glasfiber stokje eea toch voor elkaar krijg. Nog maar eens een poging wagen omdat de kap onder de stoel wel een plekje kan vinden, maar handig is dit tijdens een langere trip niet.
Door de verandering van 20" naar 26" achterwiel is de bagagecapaciteit van de Quest veranderd. Er is duidelijk minder ruimte naast en achter het achterwiel. Wel is er meer ruimte onder de stoel. Om te kijken of de spullen voor een langere fietstocht, in dit geval naar Giessen in Duitsland, een plek kunnen vinden, probeer ik mijn slaapzak en Thermorest mat in de Quest te stoppen. Dat gaat gelukkig uitstekend aan de linkerzijde van het grote achterwiel. De resterende spullen zullen in platte zakken achter en naast het achterwiel een plaats moeten vinden. Onder de stoel kunnen de zaken worden opgeborgen die tijdens de trip direct nodig zijn. Ik overweeg een tweetal PET flessen aan de voorzijde van de beide voorwielen te maken, een prima idee van Wilfred van Norel. In die flessen kunnen bijv. het gereedschap en reserve - vouw - banden een plek vinden.
Ook probeer ik de schuimkap onder de voorkant van de Quest te frommelen. Dat gaat niet goed. Steeds raak ik met mijn fietsschoenen de kap. Mogelijk dat ik met een glasfiber stokje eea toch voor elkaar krijg. Nog maar eens een poging wagen omdat de kap onder de stoel wel een plekje kan vinden, maar handig is dit tijdens een langere trip niet.
woensdag 30 augustus 2006
66 km per uur
Vanmiddag een trainingsrondje gemaakt. Windkracht 4 Bft uit het Noordwesten, licht bewolkt en.... gelukkig een keer droog. Ik smeer me niet in tegen de zon, de kap zit erop en ik heb een comfortabele zonneklep op. De zonnebrandcreme is prima spul, maar bij zware inspanningen zweet ik meer dan me lief is.
Van Castricum tot Uitgeest, de wind komt achterlijk in, fiets ik continue 52 km per uur. Hartslag 146. Dit is best lang vol te houden. Al een kilometer voor het station Uitgeest stop ik met trappen, de Quest holt met zo'n hoge snelheid door dat ik zelfs nog moet remmen.
Het snelle fietspad naar Krommenie nodigt uit tot nog hogere snelheden. Met het 55-tands tandwiel voor zal de trapfrequentie minder hoog zijn. Maar eens kijken hoe ver ik kom. Nou, dat valt niet tegen. Vrijwel de hele weg naar Krommenie rij ik 56 km/u, hartslag 150. Langzaam versnel ik tot maximaal en dat wordt ... 66 km per uur. Zo hard heb ik op de vlakke weg nog nooit gereden. Hartslag 163, een voor mij hoge waarde die ik vorig jaar tijdens de tijdrit op Texel ook nu en dan noteerde. In racetrim, zonder spiegels, zonder toerinventaris en met racekap zou het allemaal nog sneller moeten kunnen, maar ik vind dit heel prima.
Ik maak mijn rondje via De Woude, pont Akersloot en het strand bij Bakkum aan Zee af. Steeds versnel ik op de rechte stukken tot hartslag 150 en lees de daarbij corresponderende snelheden af. Met de harde wind bijna op de kop, is het moeilijk om lang 50 km/u te rijden. Tijdens trainingsritten kan ik me sowieso niet motiveren om lang 'pijn te lijden'. Tijdens wedstrijden lukt dit wel behoorlijk.
Op de helling omhoog naar het viaduct over de spoorlijn Castricum - Heiloo, rijdt een skater voor me. Plotseling gaat ie van rechts helemaal links op het fietspad rijden. Ik vrees dat ie weer terug naar rechts gaat en ik toeter maar eens. De man schrikt zich rot en rijdt direct de berm in. Daar gaat het skaten natuurlijk niet meer en hij moet zijn snelheid omzetten in hardlopen. Het is een potsierlijk gezicht en de man kijkt zeer verschrikt om. Ik kan er ook niks aan doen en passeer de man maar vlot.
41 km
Van Castricum tot Uitgeest, de wind komt achterlijk in, fiets ik continue 52 km per uur. Hartslag 146. Dit is best lang vol te houden. Al een kilometer voor het station Uitgeest stop ik met trappen, de Quest holt met zo'n hoge snelheid door dat ik zelfs nog moet remmen.
Het snelle fietspad naar Krommenie nodigt uit tot nog hogere snelheden. Met het 55-tands tandwiel voor zal de trapfrequentie minder hoog zijn. Maar eens kijken hoe ver ik kom. Nou, dat valt niet tegen. Vrijwel de hele weg naar Krommenie rij ik 56 km/u, hartslag 150. Langzaam versnel ik tot maximaal en dat wordt ... 66 km per uur. Zo hard heb ik op de vlakke weg nog nooit gereden. Hartslag 163, een voor mij hoge waarde die ik vorig jaar tijdens de tijdrit op Texel ook nu en dan noteerde. In racetrim, zonder spiegels, zonder toerinventaris en met racekap zou het allemaal nog sneller moeten kunnen, maar ik vind dit heel prima.
Ik maak mijn rondje via De Woude, pont Akersloot en het strand bij Bakkum aan Zee af. Steeds versnel ik op de rechte stukken tot hartslag 150 en lees de daarbij corresponderende snelheden af. Met de harde wind bijna op de kop, is het moeilijk om lang 50 km/u te rijden. Tijdens trainingsritten kan ik me sowieso niet motiveren om lang 'pijn te lijden'. Tijdens wedstrijden lukt dit wel behoorlijk.
Op de helling omhoog naar het viaduct over de spoorlijn Castricum - Heiloo, rijdt een skater voor me. Plotseling gaat ie van rechts helemaal links op het fietspad rijden. Ik vrees dat ie weer terug naar rechts gaat en ik toeter maar eens. De man schrikt zich rot en rijdt direct de berm in. Daar gaat het skaten natuurlijk niet meer en hij moet zijn snelheid omzetten in hardlopen. Het is een potsierlijk gezicht en de man kijkt zeer verschrikt om. Ik kan er ook niks aan doen en passeer de man maar vlot.
41 km
Trainen op snelheid
Komende zaterdag zal ik deelnemen aan de 41 km tijdrit op Texel. Het resultaat van vorig jaar - de derde prijs - zit er nu niet in. Op de deelnemerslijst prijken de namen van sterke mannen die er vorig jaar niet bij waren. Ook zal de as van Marcel van Eijk nu niet kapot gaan. Het zal dus een gevecht tegen mezelf worden. Het zal al heel mooi zijn als ik mijn gemiddelde snelheid van vorig jaar, 47 km/u, zal weten te verbeteren.
Door de niet aflatende regen heb ik zondag en maandag niet gefietst.
Ik train vandaag op hoge snelheid. Direct nadat ik Castricum uit ben accelereer ik naar 52 km/u en hou dat tot Uitgeest vast. Met hartslag 146 gaat dat eigenlijk vrij makkelijk. Tussen Uitgeest en Krommenie doe ik het weer en kom nu bij hartslag 148 tot 53 km/u. De wind is achterlijker dan dwars en dat helpt mee.
Na Krommenie ga ik richting De Woude. De lucht is inmiddels opgeklaard en de wind, die nu van linksvoor inkomt, rukt behoorlijk aan de Quest. Achter het hoge riet van de Markervaart rij ik weer 50 km/u, nu met hartslag 150. Dit zijn waarden die ik vorig jaar op Texel ook realiseerde. Toen echter met een fiets in racetrim, zonder spiegels en ontdaan van alle toerinventaris. Mogelijk gaat het zaterdag nog harder.
Voorbij De Woude heeft een ernstig auto ongeval plaatsgevonden. Ik fiets erlangs, stop even en zie meerdere uitgebrande vrachtauto's. Thuisgekomen zie ik op TV dat er ook nog een personenauto totaal onder een vrachtauto is geschoven en is verbrand. De bestuurder is omgekomen.
Door de niet aflatende regen heb ik zondag en maandag niet gefietst.
Ik train vandaag op hoge snelheid. Direct nadat ik Castricum uit ben accelereer ik naar 52 km/u en hou dat tot Uitgeest vast. Met hartslag 146 gaat dat eigenlijk vrij makkelijk. Tussen Uitgeest en Krommenie doe ik het weer en kom nu bij hartslag 148 tot 53 km/u. De wind is achterlijker dan dwars en dat helpt mee.
Na Krommenie ga ik richting De Woude. De lucht is inmiddels opgeklaard en de wind, die nu van linksvoor inkomt, rukt behoorlijk aan de Quest. Achter het hoge riet van de Markervaart rij ik weer 50 km/u, nu met hartslag 150. Dit zijn waarden die ik vorig jaar op Texel ook realiseerde. Toen echter met een fiets in racetrim, zonder spiegels en ontdaan van alle toerinventaris. Mogelijk gaat het zaterdag nog harder.
Voorbij De Woude heeft een ernstig auto ongeval plaatsgevonden. Ik fiets erlangs, stop even en zie meerdere uitgebrande vrachtauto's. Thuisgekomen zie ik op TV dat er ook nog een personenauto totaal onder een vrachtauto is geschoven en is verbrand. De bestuurder is omgekomen.
zaterdag 26 augustus 2006
Windstil rondje Noord-Holland



In Limmen ga ik al op de rijbaan rijden. In het weekend vinden bestuurders het meestal geen probleem, door de weeks soms wel. In Alkmaar staan alle lichten op groen. Ik haal de file voor het laatste licht rechts in. Dat komt me op wat geclaxxoneer te staan. Voorbij Koedijk komt mij in 'the middle of nowhere' een amazone tegemoet. Ze maakt de bekende gebaren met de vlakke hand. Ik ben de beroerdste niet en haal de snelheid eruit. Haar paard is vrij rustig en tijdens het passeren zegt ze 'hij vind het heel spannend'.
Op de vlakke stukken rij ik constant 42 km/u met hartslag 120. Op ruwere wegdekken wordt dit 40 km/u. Dit hou ik, m.u.v. de laatste 20 km, de hele rit aan. Eigenlijk onvoorstelbaar dat een Velomobiel dit mogelijk maakt. Overigens denk ik dat er weinig Velomobielen zijn die dit kunnen. Mogelijk de WAW, maar zonder vering achter en een heel krappe 'werkruimte' een heel mooie fiets, maar niet mijn eerste keus.
Er is weliswaar geen wind, maar de opbouw van imposante wolken gaat gewoon door. Ik stop even voor een paar foto's.
De tocht wordt via het Total benzinestation en de haven van Den Oever vervolgd naar Medemblik. Hier stop ik, zoals gebruikelijk, voor de koffie. Alle windmolens, ik kan het nut van die horizonvervuilende krengen nauwelijks zien, staan stil. Betekent dat de totale stroombehoefte door de gewone centrales moet worden opgebracht. Komt er wind, dan gaan de normale centrales minder hard maar ook minder efficiënt draaien. Het land staat nu ongeveer vol met windmolens om een paar procent brandstofbesparing.
Ik neem iets langer pauze in Medemblik en vervolg mijn weg naar de dijk van het IJsselmeer. Voor Andijk rent me een zwart-witte hond tegemoet. Ik rem stevig, de hond draait om, blijft midden op het fietspad lopen en keert terug naar zijn baasje. Het baasje verontschuldigt zich. De hond gaat nog een keer voor de Quest lopen en tijdens het voorbijrijden schamp ik het dier.
Het IJsselmeer ligt er doodstil bij. De meeste zeilboten gebruiken de motor of dobberen langzaam voort. Rondom mij zijn grote buiencomplexen tot ontwikkeling gekomen. Ik zwijn er goed doorheen, meer dan een paar spatten krijg ik niet.
De mooie snelle dijkweg van Enkhuizen naar Hoorn is 'gerepareerd'. Betekent helaas grote hoeveelheden grof split, een scherp grint. De snelheid lijdt hier sterk onder, vooral in de bochten is een handvol grint genoeg om een flinke schuiver te maken.
In Hoorn rij ik de drukste winkelstraat in om een ijsje te eten. Uiteraard weet ik dat ik er niet mag fietsen, maar stapvoets moet kunnen. Ik zet de Quest voor Jamin neer en doe me tegoed aan een goedgevulde oubliehoorn. De belangstelling voor de Quest is gigantisch, continue hangen er mensen met hun neus in de fiets en de vragen zijn niet van de lucht.
Via Oosthuizen en Oostdijk van de Beemster rij ik naar Midden-Beemster. Een brommer met twee jongelui halen me in nadat ik na een pauze weer aan het optrekken ben.
Ik haal ze in en blijf er even achter hangen. De jongen achterop en het sturende meisje vinden het prachtig. Ik ga er naast rijden, het gaat nu 40 km/u en geef wat extra gas. Ik laat de jongelui in verbazing achter en loop met 48 km/u snel op ze uit. Op de pont krijg ik voorrang van Ahmit. Er rijdt een derde auto op de pont als Ahmit me ziet aankomen. De derde auto moet eraf en ik mag in de zijkant staan. Dat gaat moeizaam omdat de tweede auto te dicht aan de zijkant staat. De derde auto moet er nu helemaal af en is er plaats voor nog een viertal fietsers die ik even daarvoor met 43 km/u passeerde. De fietsers zijn vol bewondering voor de Quest. Waar heb ik dat eerder gehoord.
175 km.
vrijdag 25 augustus 2006
Racekap fantastisch en gruwelijk
Vanmorgen vanachter de ramen 'genoten' van een wolkbreuk. Tot 14.00 uur blijft het regenen en ik mag met mijn echtgenote mee naar een jarige neef Ruud Pepping.
Om vier uur ben ik thuis en smeer een flinke klodder siliconenkit op de kabels die achterin de LEDs van stroom voorzien. De draad kan nu niet makkelijk meer van de LEDs worden losgetrokken. Ik pomp de banden op tot 7.5 bar om na het avondeten een proef met de van Velomobiel.nl geleende racekap te doen.
Eerst koop ik een fles poetsmiddel voor harde transparante kunststoffen. De ruit van de kap is tamelijk gekrast en het doorzicht is matig. Het poetsmiddel geeft enig resultaat, maar het wordt niet echt goed. Om half acht, de wind is westelijk kracht 3 Bft en de zon schijnt zelfs nog, zet ik de kap erop en ik rij het dorp uit. Mijn hartslag is hoger dan normaal, het is best wel spannend zo. Ik schakel voor het eerst naar het nieuwe grotere voorblad en weer terug. Dat gaat prima, zeker zo goed als het kleinere blad.
Tot 40 km/u is er weinig verschil te merken. Mijn hartslag is zeker niet lager dan normaal, wel wordt het snel warm in de Quest. Ik zet aan en rij vrij makkelijk 50 km/u. Hiervoor is een hartslag van 137 spm nodig. Dat is maar 2 slagen minder dan zonder racekap. Ik begin flink te zweten en ik vind de warmte onaangenaam. De Quest loopt wel geweldig lang uit. Vlak voor het station kan ik niks meer zien, deels ook omdat mijn bril beslaat. Ik poets de ruit en ben blij voorbij het station weer snelheid te kunnen maken.
Op het mooi vlakke fietspad naar Krommenie is het heel makkelijk om 50 km/u te rijden. Met het nieuwe grotere 55-tands voorblad hou ik makkelijker druk op de pedalen. Heel snel rij ik 54 km/u met hartslag 145. Dat kan ik desnoods uren volhouden. Nu verdient de kap zich wel degelijk, echter.... ten koste van een onaangename warmteopbouw in de fiets. Voor Krommenie moet ik de kap er al snel afhalen. Ik zweet als een otter en ik zie niks meer. Ik wil mijn gewone trainingsrondje maken, achteraf niet verstandig. Ik moet nu enkele verkeerslichten passeren en dat is lastig met de kap op de 'boeg'.
Na wat geïmproviseer in Krommenie kan ik bij Marken-Binnen pas weer snelheid maken. Ik heb nu een lichte tegenwind en ook nu weer fiets ik makkelijk boven de 50 km/u.
Op de pont in Akersloot ben ik zo bezweet dat de pontbaas opmerkt dat al mijn haar op mijn hoofd zit vastgeplakt.
Het laatste stuk naar huis moet ik mijn bril afzetten, de atmosfeer in de Quest bereikt het niveau van een sauna. Ik ben blij weer veilig thuis te zijn.
Conclusie: Bij hoge snelheden, zeg 50 km/u en hoger, is de racekap een winner. Ik schat dat het dan 2 tot 3 km snelheidswinst oplevert. Of ik die winst in de tijdrit van 41 km volgende week zaterdag op Texel kan verzilveren is maar zeer de vraag. Ik heb nu gereden zonder verplichte binnenhelm, een zogenaamde worsthelm. Ik heb zo'n ding wel, maar die beperkt de warmteafgifte verder.
Zoals ik er nu tegenaan kijk rij ik 2 september niet met de racekap maar gewoon met de schuimkap en de tijdrithelm. Harry kan dus rustig slapen.
Om vier uur ben ik thuis en smeer een flinke klodder siliconenkit op de kabels die achterin de LEDs van stroom voorzien. De draad kan nu niet makkelijk meer van de LEDs worden losgetrokken. Ik pomp de banden op tot 7.5 bar om na het avondeten een proef met de van Velomobiel.nl geleende racekap te doen.
Eerst koop ik een fles poetsmiddel voor harde transparante kunststoffen. De ruit van de kap is tamelijk gekrast en het doorzicht is matig. Het poetsmiddel geeft enig resultaat, maar het wordt niet echt goed. Om half acht, de wind is westelijk kracht 3 Bft en de zon schijnt zelfs nog, zet ik de kap erop en ik rij het dorp uit. Mijn hartslag is hoger dan normaal, het is best wel spannend zo. Ik schakel voor het eerst naar het nieuwe grotere voorblad en weer terug. Dat gaat prima, zeker zo goed als het kleinere blad.
Tot 40 km/u is er weinig verschil te merken. Mijn hartslag is zeker niet lager dan normaal, wel wordt het snel warm in de Quest. Ik zet aan en rij vrij makkelijk 50 km/u. Hiervoor is een hartslag van 137 spm nodig. Dat is maar 2 slagen minder dan zonder racekap. Ik begin flink te zweten en ik vind de warmte onaangenaam. De Quest loopt wel geweldig lang uit. Vlak voor het station kan ik niks meer zien, deels ook omdat mijn bril beslaat. Ik poets de ruit en ben blij voorbij het station weer snelheid te kunnen maken.
Op het mooi vlakke fietspad naar Krommenie is het heel makkelijk om 50 km/u te rijden. Met het nieuwe grotere 55-tands voorblad hou ik makkelijker druk op de pedalen. Heel snel rij ik 54 km/u met hartslag 145. Dat kan ik desnoods uren volhouden. Nu verdient de kap zich wel degelijk, echter.... ten koste van een onaangename warmteopbouw in de fiets. Voor Krommenie moet ik de kap er al snel afhalen. Ik zweet als een otter en ik zie niks meer. Ik wil mijn gewone trainingsrondje maken, achteraf niet verstandig. Ik moet nu enkele verkeerslichten passeren en dat is lastig met de kap op de 'boeg'.
Na wat geïmproviseer in Krommenie kan ik bij Marken-Binnen pas weer snelheid maken. Ik heb nu een lichte tegenwind en ook nu weer fiets ik makkelijk boven de 50 km/u.
Op de pont in Akersloot ben ik zo bezweet dat de pontbaas opmerkt dat al mijn haar op mijn hoofd zit vastgeplakt.
Het laatste stuk naar huis moet ik mijn bril afzetten, de atmosfeer in de Quest bereikt het niveau van een sauna. Ik ben blij weer veilig thuis te zijn.
Conclusie: Bij hoge snelheden, zeg 50 km/u en hoger, is de racekap een winner. Ik schat dat het dan 2 tot 3 km snelheidswinst oplevert. Of ik die winst in de tijdrit van 41 km volgende week zaterdag op Texel kan verzilveren is maar zeer de vraag. Ik heb nu gereden zonder verplichte binnenhelm, een zogenaamde worsthelm. Ik heb zo'n ding wel, maar die beperkt de warmteafgifte verder.
Zoals ik er nu tegenaan kijk rij ik 2 september niet met de racekap maar gewoon met de schuimkap en de tijdrithelm. Harry kan dus rustig slapen.
donderdag 24 augustus 2006
Quest naar Velomobiel.nl
Vanmorgen vroeg de Quest in de bus geladen en op weg naar Dronten. De Quest zal enkele kleine reparaties ondergaan. Allereerst is de mooie LED richtingknipper linksachter deels uitgevallen. Een heen en weer schuivende band heeft een soldeerverbinding kapot gemaakt. Ook de sporing zal worden gecontroleerd. Mijn vrouw Marian en haar zus Anne rijden mee. Om 11.00 uur zijn we in Dronten en begroet ik Theo, Ymte en Allert. Ook Theo van Goor is er. Theo bezwoer me ooit dat ie nooit een Quest zou gaan rijden. En nu.... rijdt Theo in een Quest. Weliswaar geen standaard 20 of 26 inch, maar een 3x 26 inch. Theo vindt dit geen Quest. Ik bespaar jullie de kromme redenering waarom Theo dit geen Quest vindt, het is gewoon een Quest met twee grotere voorwielen :).Ik leg Theo van Andel mijn wensen voor. Naast het al gemailde lijstje vraag ik Theo of het mogelijk is een groter tandwiel voor te monteren dan het al nu aanwezige 52 tands exemplaar. Op hoge snelheden van 50 km en meer vind ik dat ik een te hoog toerental moet trappen. Juist die hoge rotatiefrequentie jaagt mijn hartslag op. Ymte pakt twee grotere tandwielen, een 55 en een 58-tands. Ik kies voor de 55. Het toerental zal 6% lager zijn met dezelfde snelheid. De 58-tands verhoogt het risico op moeilijker schakelen.
Na de instructies gaan wij door naar Giethoorn waar we een tochtje gaan maken met een elektrobootje. Leuk? Absoluut. Tijdens het vaartochtje krijgen we een formidabele onweersbui over ons heen. Met drie grote parapluus zijn we goed voorbereid. De vele buitenlandse gasten, merendeels gekleed in T-shirt, trachten te schuilen onder de vele bruggen. Ze 'verzuipen' net niet.
Terug in Dronten staat de Quest al klaar. Alles is gelukt, de sporing blijkt niet van slag te zijn, het nieuwe tandwiel blijkt prima te schakelen.
Ik krijg de witte racekap mee om volgende week op Texel te gebruiken tijdens de tijdrit. Harry, je bent gewaarschuwd :).
Tenslotte bestel ik bij Allert alvast - weer - een nieuwe Quest. Allert werkt aan een super Quest die ongeveer 10 kg lichter wordt dan de huidige standaard Quest. Veel mag ik er niet over zeggen, maar ik ben in ieder geval de eerste besteller.
Na de instructies gaan wij door naar Giethoorn waar we een tochtje gaan maken met een elektrobootje. Leuk? Absoluut. Tijdens het vaartochtje krijgen we een formidabele onweersbui over ons heen. Met drie grote parapluus zijn we goed voorbereid. De vele buitenlandse gasten, merendeels gekleed in T-shirt, trachten te schuilen onder de vele bruggen. Ze 'verzuipen' net niet.
Terug in Dronten staat de Quest al klaar. Alles is gelukt, de sporing blijkt niet van slag te zijn, het nieuwe tandwiel blijkt prima te schakelen.
Ik krijg de witte racekap mee om volgende week op Texel te gebruiken tijdens de tijdrit. Harry, je bent gewaarschuwd :).
Tenslotte bestel ik bij Allert alvast - weer - een nieuwe Quest. Allert werkt aan een super Quest die ongeveer 10 kg lichter wordt dan de huidige standaard Quest. Veel mag ik er niet over zeggen, maar ik ben in ieder geval de eerste besteller.
woensdag 23 augustus 2006
Rondje Noord-Holland
Vandaag een klein rondje Noord-Holland. De Tioga's nu op 6 bar en het comfort en de rust zijn weer terug. Ook de achterband op 6 bar gezet. Voor toerrijden is dit eigenlijk het beste compromis.
Ik ben even voor negenen onderweg. Het is half bewolkt en er is een heel lichte zuid-westen wind. Vanavond vroeg heb ik een diner met mijn gezin en een Australische oom Jim Verver en zijn vriendin Diana. Na de grotere afstanden heb ik meestal weinig zin in warm eten. Daarom nu een wat kleiner rondje van 140 km.
Er is veel autoverkeer dat in Heiloo ook nog door het dorp moet slalommen om reconstructiewerken aan de weg te ontlopen. Benoorden Alkmaar kan ik de hele weg 43 km/u aanhouden. Hartslag tussen 120 en 130.
In Sint-Maartensbrug moet ik een wielrenster wakker schreeuwen. Ze fietst niet hard, maar kijkt niet vooruit en blijft op mijn weghelft rijden. Na een flinke schreeuw kijkt ze op, schrikt, en gaat dan schielijk naar haar eigen weghelft.
Om tien voor half tien ben ik al bij het Total benzinestation bij de Kooij. Da's best snel. Zittend naast een zwijgzame wielrenster eet ik een banaan en ga vrij snel op pad richting Den Oever. Ook nu weer gaat het snel, de wind komt van rechts in, maar is nog achterlijk. Even voor 11.00 uur ben ik bij de haven van Den Oever en diep ik de koeltas uit de Quest op voor een fris broodje, dito appel en AA drank. Als de AA drank op is, zal ik het niet meer kopen, veel te zoet. Ik heb eerder Gatorade gehad, dat is niet zo mierzoet.
Naar Medemblik krijg ik de wind rechtsvoor in. Ik kan nog makkelijk 40 km/u rijden, de wind is nog zwak. In het watersportdorp, ik rij er om 11.35 uur binnen, smaakt de Espresso weer uitstekend. Normaal zou ik nu de dijk van Medemblik naar Enkhuizen, nemen. Vandaag evenwel niet. Ik ga rechtsaf en neem de weg richting Alkmaar. Dat is recht tegen wind in, een wind die inmiddels ook aardig in kracht is toegenomen. Nog in Medemblik komt een Citroën Xantia van rechts. De bestuurder is met iets op de rechtervoorstoel aan het rommelen. Ik ben al behoorlijk dichtbij en schreeuw keihard. De man kijkt weer omhoog, ziet me en gaat boven op zijn remmen staan. Hij staat net op tijd stil, ik trouwens ook.
Het rijdt niet prettig over de grove asfaltweg onderaan het dijklichaam van de Wieringermeerpolder. Er ligt veel klei die de trekkers van het land meenemen op de weg. Met 38 km/u en hartslag 123 gaat het eigenlijk nog wel redelijk. De Tioga's vergeven veel.
Boven Alkmaar hangen de eerste regenbuien. Ik kan er net vrij van blijven omdat ik niet door Alkmaar rij, maar de weg langs het Noord-Hollands kanaal neem. Na de pont in Akersloot ben ik in een kwartiertje thuis.
Totale afstand 139 km, tijd uit en thuis 4.50 uur. Fietstijd 4.20 uur.
Morgen breng ik de Quest naar Velomobiel voor een paar klusjes. Ik was de fiets netjes schoon, kunnen de mannen aan een verzorgde fiets sleutelen.
Ik ben even voor negenen onderweg. Het is half bewolkt en er is een heel lichte zuid-westen wind. Vanavond vroeg heb ik een diner met mijn gezin en een Australische oom Jim Verver en zijn vriendin Diana. Na de grotere afstanden heb ik meestal weinig zin in warm eten. Daarom nu een wat kleiner rondje van 140 km.
Er is veel autoverkeer dat in Heiloo ook nog door het dorp moet slalommen om reconstructiewerken aan de weg te ontlopen. Benoorden Alkmaar kan ik de hele weg 43 km/u aanhouden. Hartslag tussen 120 en 130.
In Sint-Maartensbrug moet ik een wielrenster wakker schreeuwen. Ze fietst niet hard, maar kijkt niet vooruit en blijft op mijn weghelft rijden. Na een flinke schreeuw kijkt ze op, schrikt, en gaat dan schielijk naar haar eigen weghelft.
Om tien voor half tien ben ik al bij het Total benzinestation bij de Kooij. Da's best snel. Zittend naast een zwijgzame wielrenster eet ik een banaan en ga vrij snel op pad richting Den Oever. Ook nu weer gaat het snel, de wind komt van rechts in, maar is nog achterlijk. Even voor 11.00 uur ben ik bij de haven van Den Oever en diep ik de koeltas uit de Quest op voor een fris broodje, dito appel en AA drank. Als de AA drank op is, zal ik het niet meer kopen, veel te zoet. Ik heb eerder Gatorade gehad, dat is niet zo mierzoet.
Naar Medemblik krijg ik de wind rechtsvoor in. Ik kan nog makkelijk 40 km/u rijden, de wind is nog zwak. In het watersportdorp, ik rij er om 11.35 uur binnen, smaakt de Espresso weer uitstekend. Normaal zou ik nu de dijk van Medemblik naar Enkhuizen, nemen. Vandaag evenwel niet. Ik ga rechtsaf en neem de weg richting Alkmaar. Dat is recht tegen wind in, een wind die inmiddels ook aardig in kracht is toegenomen. Nog in Medemblik komt een Citroën Xantia van rechts. De bestuurder is met iets op de rechtervoorstoel aan het rommelen. Ik ben al behoorlijk dichtbij en schreeuw keihard. De man kijkt weer omhoog, ziet me en gaat boven op zijn remmen staan. Hij staat net op tijd stil, ik trouwens ook.
Het rijdt niet prettig over de grove asfaltweg onderaan het dijklichaam van de Wieringermeerpolder. Er ligt veel klei die de trekkers van het land meenemen op de weg. Met 38 km/u en hartslag 123 gaat het eigenlijk nog wel redelijk. De Tioga's vergeven veel.
Boven Alkmaar hangen de eerste regenbuien. Ik kan er net vrij van blijven omdat ik niet door Alkmaar rij, maar de weg langs het Noord-Hollands kanaal neem. Na de pont in Akersloot ben ik in een kwartiertje thuis.
Totale afstand 139 km, tijd uit en thuis 4.50 uur. Fietstijd 4.20 uur.
Morgen breng ik de Quest naar Velomobiel voor een paar klusjes. Ik was de fiets netjes schoon, kunnen de mannen aan een verzorgde fiets sleutelen.
maandag 21 augustus 2006
Weer op Tioga's en Quest naar Velomobiel
Vanmiddag weer een rondje gefietst op de Primo Comet banden. Op de een of andere manier bevalt me dit niet goed. Daarom heb ik vanmiddag de beide Primo's vervangen door twee splinternieuwe Tioga Comp Pools. De oude Tioga's hebben er nu 12.000 km opzitten en zijn eigenlijk nog wonderbaarlijk goed. Ze zijn maar tot iets meer dan de helft versleten. Wel zitten er diverse beschadigingen, vooral kleine insnijdingen in. Sommige zijn veroorzaakt door glas en steentjes die soms verantwoordelijk zijn voor een lek.
Hoewel deze oude banden razendsnel zijn, durf ik ze volgende week zaterdag tijdens de tijdrit op Texel toch niet te monteren. Ze zullen dan worden opgepompt tot 7,5 bar en ik vrees dat het ingesneden canvas van het karkas zal scheuren.
De nieuwe Tioga's zien er stoer uit en kan ik mooi nog een paar honderd kilometer 'inrijden'.
Tijdens het wisselen van de banden blijkt dat de binnenbanden nog kletsnat zijn. Komt natuurlijk van het waterballet van gisteren. Lijkt me niet goed. Ook de achterband laat ik leeglopen en die blijkt wel droog te zijn. Tijdens het leeglopen van de achterband zakt de achterkant van de fiets omlaag. Helaas steunt de achterkant, ik heb de Quest onder een hoek van 45 graden gezet, nu op het kapje van de derailleur. De zwarte verf is er op de ronding afgeschraapt. De zwarte spuitbus erover en het ziet er weer keurig uit.
Donderdag breng ik de Quest naar Velomobiel.nl. Er zijn een paar klussen die ik zelf niet onderneem. Vooral de sporing, ik vrees dat die door de klap op de IJsselmeerdijk verstoord kan zijn, zal worden nagekeken. Theo zal hopelijk ook de richtingaanwijzer repareren. Door een heen en weer schurende band is een verbinding losgegaan en branden linksachter nog maar de helft van LEDs. Als dit lukt zal ik met een paar klodders siliconenkit de fixatie definitief oplossen.
Hoewel deze oude banden razendsnel zijn, durf ik ze volgende week zaterdag tijdens de tijdrit op Texel toch niet te monteren. Ze zullen dan worden opgepompt tot 7,5 bar en ik vrees dat het ingesneden canvas van het karkas zal scheuren.
De nieuwe Tioga's zien er stoer uit en kan ik mooi nog een paar honderd kilometer 'inrijden'.
Tijdens het wisselen van de banden blijkt dat de binnenbanden nog kletsnat zijn. Komt natuurlijk van het waterballet van gisteren. Lijkt me niet goed. Ook de achterband laat ik leeglopen en die blijkt wel droog te zijn. Tijdens het leeglopen van de achterband zakt de achterkant van de fiets omlaag. Helaas steunt de achterkant, ik heb de Quest onder een hoek van 45 graden gezet, nu op het kapje van de derailleur. De zwarte verf is er op de ronding afgeschraapt. De zwarte spuitbus erover en het ziet er weer keurig uit.
Donderdag breng ik de Quest naar Velomobiel.nl. Er zijn een paar klussen die ik zelf niet onderneem. Vooral de sporing, ik vrees dat die door de klap op de IJsselmeerdijk verstoord kan zijn, zal worden nagekeken. Theo zal hopelijk ook de richtingaanwijzer repareren. Door een heen en weer schurende band is een verbinding losgegaan en branden linksachter nog maar de helft van LEDs. Als dit lukt zal ik met een paar klodders siliconenkit de fixatie definitief oplossen.
zondag 20 augustus 2006
Quest is slechte zwemmer

Op weg naar Uitgeest trek ik lekker door naar 45 km/u. Het waait vrij hard uit het westen maar veel hinder heb ik er niet van. In Krommenie maak ik weer de slinger vlak voor het station om over het parkeerterrein langs het station te rijden. Maar .... waar is het fietspad? Het hele parkeerterrein is een binnenzee geworden. Het is een bizar gezicht. Ik pak mijn camera maar grijp mis. De Powershot S70 ligt in mijn fototas. Dan maar een plaatje met de Treo. Haalt maar een fractie van de kwaliteit van de S70, maar ik kan in ieder geval een indruk mee naar huis nemen.
Ik moet nu besluiten of ik er door rij of rechtsomkeert maak. Achter mij stopt een bromfietser die zegt 'ga jij maar voor'. Ik trek langzaam op en vrijwel direct loopt het water door de voetengaten van voor naar achter door de Quest. Alles wordt kletsnat, dus maakt het niet meer uit. De bromfietser komt nu achter me aan en roept 'je hebt zeker een natte reet?'.'Valt wel mee' zeg ik. Als ik weer op het droge ben loopt overal het water uit en de brommerrijder ziet dat en roept het me na.
Tussen Wormerveer en West-Graftdijk komt de wind iets achterlijk in en ik kan langere tijd boven de 50 km/u blijven. Op de kleine bruggen rukt de wind vervaarlijk aan de fiets, maar serieuze problemen blijven uit.
Op de pont in Akersloot begint het regenen. Ik zit maar net in de fiets als het begint te plenzen. Met bakken komt het omlaag, zelfs hagel voel ik ertussen. Met de klep van mijn pet bijna op de kap kan ik toch flink gang houden, zeker tussen 35 en 38 km/u. Thuisgekomen, natuurlijk is het dan droog, moet ik de hele Quest ontdoen van zijn uitrusting en reservekleding en alles te drogen leggen.
Noodweer
Vanmorgen om 7.30 uur gaat de wekker. Ik ga vandaag met ALF, de Amsterdamse Liggers, een rit maken.
Ik kijk naar buiten en zie dat het compleet noodweer is. Het onweert hevig en de regen komt massief uit het zwerk omlaag. Dit zijn niet de omstandigheden waaronder ik graag fiets. Mijn vrouw spoort me aan om vooral niet te gaan. Veel aansporing heb ik niet nodig, ik trek mijn donzen dekbed weer over mijn oren en slaap snel weer in.
Pas om 11.00 uur is het ergste voorbij. Ik kijk even op de lijst en zie dat Fred van den Hauten nog een poging heeft gedaan om in de Alleweder te komen. Nog voor hij erin zit is ie al tot in de bilnaad natgeregend. Ook hij geeft het op.
Uiteindelijk zijn er toch 5 diehards naar het Museumplein gereden. Zij hebben 1,5 uur koffie gedronken en zijn rechtstreeks naar huis teruggefietst. Hulde aan die echte bikkels.
Ik kijk naar buiten en zie dat het compleet noodweer is. Het onweert hevig en de regen komt massief uit het zwerk omlaag. Dit zijn niet de omstandigheden waaronder ik graag fiets. Mijn vrouw spoort me aan om vooral niet te gaan. Veel aansporing heb ik niet nodig, ik trek mijn donzen dekbed weer over mijn oren en slaap snel weer in.
Pas om 11.00 uur is het ergste voorbij. Ik kijk even op de lijst en zie dat Fred van den Hauten nog een poging heeft gedaan om in de Alleweder te komen. Nog voor hij erin zit is ie al tot in de bilnaad natgeregend. Ook hij geeft het op.
Uiteindelijk zijn er toch 5 diehards naar het Museumplein gereden. Zij hebben 1,5 uur koffie gedronken en zijn rechtstreeks naar huis teruggefietst. Hulde aan die echte bikkels.
zaterdag 19 augustus 2006
Lekke band en noodweer
Ik haal de Quest uit zijn nachtverblijf en zie dat de linkervoorband leeg is. Ik vind heel snel de dader, een vlijmscherp stukje glasachtig steen. De kilometerstand is nu 4500 en dit is de tweede lekke band. Morgen ga ik met ALF, de Amsterdamse liggers, een rit maken. De weersverwachting is niet best, 100% regenkans met een maximum van 5 mm in 3 uur is de voorspelling. Een mooie gelegenheid om de beide Tioga's om de voorwielen te verwisselen voor Primo Comets. De Tioga's zijn met nat weer lekgevoelig omdat er geen Kevlar of andere antilekvoorziening is aangebracht.
Zowel de Tioga's als de Primo's laten zich met de blote hand verwisselen, heel prettig omdat bandenlichters nogal eens verantwoordelijk zijn voor nieuwe lekken.
Eerst maar eens een rondje fietsen. Direct bespeur ik dat de Primo's, ik heb ze tot 6 bar opgepompt, beslist minder licht lopen dan de bijna versleten Tioga's. Ik rij even langs het werk, dan even naar de haven en vervolgens maak ik mijn trainingsrondje af. Op het mooie fietspad langs de Markervaart kan ik toch redelijk makkelijk 50 km/u aanhouden. Mijn hartslag is met 146 bpm maar iets hoger dan met de Tioga's onder ongeveer dezelfde condities.
Thuisgekomen plak ik de lekke binnenband en vervang een stukje klittenband van mijn armsteun. Ik kan me al niet meer voorstellen ooit zonder armsteuntjes gereden te hebben, wat een comfort levert dat op!
Zowel de Tioga's als de Primo's laten zich met de blote hand verwisselen, heel prettig omdat bandenlichters nogal eens verantwoordelijk zijn voor nieuwe lekken.
Eerst maar eens een rondje fietsen. Direct bespeur ik dat de Primo's, ik heb ze tot 6 bar opgepompt, beslist minder licht lopen dan de bijna versleten Tioga's. Ik rij even langs het werk, dan even naar de haven en vervolgens maak ik mijn trainingsrondje af. Op het mooie fietspad langs de Markervaart kan ik toch redelijk makkelijk 50 km/u aanhouden. Mijn hartslag is met 146 bpm maar iets hoger dan met de Tioga's onder ongeveer dezelfde condities.
Thuisgekomen plak ik de lekke binnenband en vervang een stukje klittenband van mijn armsteun. Ik kan me al niet meer voorstellen ooit zonder armsteuntjes gereden te hebben, wat een comfort levert dat op!
maandag 14 augustus 2006
Vluggertje Volendam
Gisteren een kort trainingsritje gemaakt. In de namiddag en avond fotografeer ik op de bruiloft van dochter Lisette met Mike van Jan en Ellis Veenis. Prachtige avond met - gelukkig - heel mooie foto's. Onvoorstelbaar dat een Nikon D200 met SB800 flitser probleemloos een zaal met 120 mensen feilloos indirect uitlicht. Wel even op 800 ASA zetten, maar het resultaat is prachtig.
Het trainingsritje is meer een praattochtje. Ik ga even langs de zaak, dan even naar de haven en met dreigend onweer weer snel naar huis.
Vanmiddag is het schitterend weer, volle zon, wind 3 Bft uit het Noordoosten. Ik heb er echt zin in om even een vluggertje Volendam te doen. Om 12.15 uur zit ik de Quest en ondanks de tegenwind rij ik er alras met 40 km/u tegenin. De deskundigen denken dat het met Tioga banden op een hogere spanning dan 6.0 niet lichter loopt, ik weet zeker dat dat wel het geval is. Ook door de Beemster blijf ik steeds 40 km/u of harder rijden.
In Volendam.... ik weet het, een beetje exhibitionisme is me niet vreemd, mag ik in 3 talen uitleggen hoe fantastisch een Quest is. Er is een grote groep Spanjaarden waarvan steeds één meisje vertaalt wat ik in het Engels zeg. Men is onder de indruk :).
Luid toeterend wring ik me weer door de menigte op dijk en verlaat na ruim een kwartier Volendam.
De wind komt nu achterlijk in en dat levert zonder veel moeite een snelheid op van 43 km/u. Het hart hoeft er niet hard voor te buffelen, met 123 bpm is het prima te doen.
In de Beemster gaat het nog harder, al moet ik drie keer de snelheid er volledig uithalen om paarden en berijdsters veilig te passeren. Ze bedanken me allemaal voor mijn rustige passage.
Vlak voor ik de bebouwde kom van Midden-Beemster inrij wil ik de rijbaan oprijden. Ik kan, met snelheid, achter een tegemoet komende bestelauto de weg oprijden. Dat mislukt volkomen, de bestuurder van de bestelauto stopt.... om de Quest te bekijken. Ik kom geforceerd tot stilstand met de versnelling voor op het grote wiel en achter in de 8e versnelling. Dan kom je tegen een lichte helling niet meer omhoog. Ik roep tegen de bestuurder dat ie beter kan kunnen doorrijden maar het is aan de man niet besteed.
In De Rijp is mijn Camelbag leeg en bij het BP station mag ik de zak weer vullen. Buiten De Rijp fiets ik 3 wielrenners achterop. Zij gaan 38 km/u en zij rijden op het fietspad. Ik rij ze op de rijbaan voor het autoverkeer langzaam voorbij. Ze pikken aan, tijd om wat gas bij te geven. Bij 44 km/u hoor ik achter en naast me roepen 'ik vind dit niet leuk'. Ik wel en ik gooi nog wat extra kolen op het vuur. Bij 54 km/u kom ik tot de conclusie dat het wegdek wel erg slecht is. De klappen die de Quest krijgt zijn niet prettig. Ik ga verderop toch maar weer het fietspad op.
Om 15.00 uur ben ik weer thuis. Heerlijk snel tochtje.
72 km.
Het trainingsritje is meer een praattochtje. Ik ga even langs de zaak, dan even naar de haven en met dreigend onweer weer snel naar huis.
Vanmiddag is het schitterend weer, volle zon, wind 3 Bft uit het Noordoosten. Ik heb er echt zin in om even een vluggertje Volendam te doen. Om 12.15 uur zit ik de Quest en ondanks de tegenwind rij ik er alras met 40 km/u tegenin. De deskundigen denken dat het met Tioga banden op een hogere spanning dan 6.0 niet lichter loopt, ik weet zeker dat dat wel het geval is. Ook door de Beemster blijf ik steeds 40 km/u of harder rijden.
In Volendam.... ik weet het, een beetje exhibitionisme is me niet vreemd, mag ik in 3 talen uitleggen hoe fantastisch een Quest is. Er is een grote groep Spanjaarden waarvan steeds één meisje vertaalt wat ik in het Engels zeg. Men is onder de indruk :).
Luid toeterend wring ik me weer door de menigte op dijk en verlaat na ruim een kwartier Volendam.
De wind komt nu achterlijk in en dat levert zonder veel moeite een snelheid op van 43 km/u. Het hart hoeft er niet hard voor te buffelen, met 123 bpm is het prima te doen.
In de Beemster gaat het nog harder, al moet ik drie keer de snelheid er volledig uithalen om paarden en berijdsters veilig te passeren. Ze bedanken me allemaal voor mijn rustige passage.
Vlak voor ik de bebouwde kom van Midden-Beemster inrij wil ik de rijbaan oprijden. Ik kan, met snelheid, achter een tegemoet komende bestelauto de weg oprijden. Dat mislukt volkomen, de bestuurder van de bestelauto stopt.... om de Quest te bekijken. Ik kom geforceerd tot stilstand met de versnelling voor op het grote wiel en achter in de 8e versnelling. Dan kom je tegen een lichte helling niet meer omhoog. Ik roep tegen de bestuurder dat ie beter kan kunnen doorrijden maar het is aan de man niet besteed.
In De Rijp is mijn Camelbag leeg en bij het BP station mag ik de zak weer vullen. Buiten De Rijp fiets ik 3 wielrenners achterop. Zij gaan 38 km/u en zij rijden op het fietspad. Ik rij ze op de rijbaan voor het autoverkeer langzaam voorbij. Ze pikken aan, tijd om wat gas bij te geven. Bij 44 km/u hoor ik achter en naast me roepen 'ik vind dit niet leuk'. Ik wel en ik gooi nog wat extra kolen op het vuur. Bij 54 km/u kom ik tot de conclusie dat het wegdek wel erg slecht is. De klappen die de Quest krijgt zijn niet prettig. Ik ga verderop toch maar weer het fietspad op.
Om 15.00 uur ben ik weer thuis. Heerlijk snel tochtje.
72 km.
zaterdag 12 augustus 2006
Overleg Velomobiel
Gisteren even contact gehad met Ymte over de bandenspanning. Ymte vind 7.5 bar met Tioga's heel hard. Hij denkt niet dat de velg uit elkaar springt, maar geleidelijk zal uitbuigen en op een gegeven moment onvoldoende grip op de band zal hebben. Zijn advies: terug naar 6.5 en alleen tijdens wedstrijden op redelijk vlak parcours naar 7.5.
Ook zijn er nog wat andere dingen de revue gepasseerd. Ze werken aan geheel nieuwe kogelkopjes. Deze gelagerde kopjes moeten het rammelen van de voortrein een stuk verminderen. Ze zijn nog aan het testen, Theo rijdt er nu mee, maar het is veelbelovend.
Ik ga in de tweede helft van augustus, ik heb dan vakantie, een keer naar Dronten om wat kleine dingetjes te laten doen.
Straks nog even een kort rondje fietsen, vanmiddag en vanavond zijn we op de bruiloft van de dochter van mijn vrienden Jan en Ellis Veenis. Ik speel de fotograaf.
Ook zijn er nog wat andere dingen de revue gepasseerd. Ze werken aan geheel nieuwe kogelkopjes. Deze gelagerde kopjes moeten het rammelen van de voortrein een stuk verminderen. Ze zijn nog aan het testen, Theo rijdt er nu mee, maar het is veelbelovend.
Ik ga in de tweede helft van augustus, ik heb dan vakantie, een keer naar Dronten om wat kleine dingetjes te laten doen.
Straks nog even een kort rondje fietsen, vanmiddag en vanavond zijn we op de bruiloft van de dochter van mijn vrienden Jan en Ellis Veenis. Ik speel de fotograaf.
dinsdag 8 augustus 2006
64 km per uur, banden spijkerhard
Vanmiddag experimenteer ik met hogere bandenspanning. Uit de rolweerstandsmetingen van Bert Hoge blijkt dat de rolweerstand bij een drukverhoging van 6 tot 8 bar zoveel afneemt dat een Velomobiel op hoge snelheid 3 tot 4 km harder zal rijden. Dat vind ik spectaculair. Daarom verhoog ik de druk van de standaard 6.0 bar naar 7.5 bar. Zowel de Tioga Comp Pool als de Schwalbe Marathon Racer krijgen de hogere bandenspanning.
Buiten waait het met 4 Bft uit het Noorden pittig. Ik bespeur direct dat de hardere banden meer rammels veroorzaken. Spullen die ik in de fiets nooit hoor, maken nu lawaai. Ook is het comfort minder al valt het me nog mee. Ik wil kijken of ik mijn maximum snelheid kan verbeteren. Boven de 40 is het verschil goed merkbaar. Het rijdt lichter en met minder inspanning fiets ik harder. 50 km/u bereik ik nu al met hartslag 139, dat heb ik nog niet eerder klaargespeeld.
Voorbij Uitgeest geef ik gas en versnel voortdurend. 50..54..56..58..60..62, pas bij 64 km/u is het op. Da's 3 km meer dan ik ooit op de vlakke weg presteerde. Ik ben dan ook razendsnel in Krommenie en laat de Quest heel lang uitlopen. Dit gaat perfect. Wel vraag ik me af of ik, bijv. voor wedstrijden, de spanning nog verder mag verhogen. Ik zal het eens op de lijst vragen of er liggers zijn die hier ervaring mee hebben.
Ik maak mijn trainingsrondje af via De Woude en pont Akersloot. Dan ga ik richting Castricum aan Zee. Ik zie op het mooie fietspad bij Camping Bakkum twee liggers aankomen. Ik krijg de instructie te stoppen. Het zijn Fred de Blok en zijn vrouw Karin die beide op Hurries met vakantie zijn. Zij zijn met hun beide dochters onderweg, ook de meiden op een ligfiets. We praten wat en zij gaan naar Bakkum om boodschappen te doen. Ik rij door naar het strand. Eerst nog even een krachtproef doen. De lange duinhelling naar het strandplateau wil ik zo hard mogelijk omhoog rijden. Onderaan de helling rij ik 42,5 km/u. Ik trap steeds harder om die snelheid vast te houden. Even later rij ik voluit en slaag erin om de 42,5 km per uur vast te houden. Op de top is mijn hartslag 153. De conditie lijkt dik in orde.
44 km
Buiten waait het met 4 Bft uit het Noorden pittig. Ik bespeur direct dat de hardere banden meer rammels veroorzaken. Spullen die ik in de fiets nooit hoor, maken nu lawaai. Ook is het comfort minder al valt het me nog mee. Ik wil kijken of ik mijn maximum snelheid kan verbeteren. Boven de 40 is het verschil goed merkbaar. Het rijdt lichter en met minder inspanning fiets ik harder. 50 km/u bereik ik nu al met hartslag 139, dat heb ik nog niet eerder klaargespeeld.
Voorbij Uitgeest geef ik gas en versnel voortdurend. 50..54..56..58..60..62, pas bij 64 km/u is het op. Da's 3 km meer dan ik ooit op de vlakke weg presteerde. Ik ben dan ook razendsnel in Krommenie en laat de Quest heel lang uitlopen. Dit gaat perfect. Wel vraag ik me af of ik, bijv. voor wedstrijden, de spanning nog verder mag verhogen. Ik zal het eens op de lijst vragen of er liggers zijn die hier ervaring mee hebben.
Ik maak mijn trainingsrondje af via De Woude en pont Akersloot. Dan ga ik richting Castricum aan Zee. Ik zie op het mooie fietspad bij Camping Bakkum twee liggers aankomen. Ik krijg de instructie te stoppen. Het zijn Fred de Blok en zijn vrouw Karin die beide op Hurries met vakantie zijn. Zij zijn met hun beide dochters onderweg, ook de meiden op een ligfiets. We praten wat en zij gaan naar Bakkum om boodschappen te doen. Ik rij door naar het strand. Eerst nog even een krachtproef doen. De lange duinhelling naar het strandplateau wil ik zo hard mogelijk omhoog rijden. Onderaan de helling rij ik 42,5 km/u. Ik trap steeds harder om die snelheid vast te houden. Even later rij ik voluit en slaag erin om de 42,5 km per uur vast te houden. Op de top is mijn hartslag 153. De conditie lijkt dik in orde.
44 km
zaterdag 5 augustus 2006
Rondje Noord-Holland
Om 9.00 uur zit ik in de Quest. Het is 21 gr. C. en zonnig. De wind is noordelijk en 3 tot 4 Bft. Naar Den Helder dus recht in de wind. Op de rijbaan in Heiloo zijn enkele automobilisten wat driftig, ze toeteren en één vindt het zelfs nodig om me rakelings te passeren. In 25 minuten ben ik bij Koedijk en geniet ik weer van de ruimte van het wijdse Noord-Hollandse landschap. De wind is hier toch sterker, zeker 4 Bft. Voor 35 km/u heb ik een hartslag van 118 nodig, da's toch wel werken :).
De jaarlijkse rupsenprocessie is weer begonnen. Grote zwarte harige rupsen kruisen mijn pad. Uiteraard doe ik mijn best om ze te ontwijken.
Om 10.35 uur ben ik bij Total De Kooij en werk een banaan weg. Een autobestuurder moet lachen en vraagt of 'bananen' 'bananen' eten. Ik zeg hem dat ik 50 km kan rijden op een banaan. Lachen natuurlijk.
Op weg naar Den Oever krijg ik de wind dwars, da's duidelijk prettiger. Juist als ik het betonnen fietspad op het voormalige eiland Wieringen oprij, zie ik een hermelijn aan de kant van het pad zitten. Mooi diertje met zijn witte buik en bruine rug. Hij blijft rustig zitten en ik passeer hem rakelings.
In Den Oever stop ik even bij een pick-nick tafel, de haven laat ik nu eens links liggen. Naar Medemblik gaat het met deze noordenwind kostelijk. Elke snelheid is goed en kost relatief weinig inspanning. Met dezelfde hartslag 118 als naar Den Helder rij ik nu 41 km/u. Om 50 km per uur te rijden is hartslag 143 nodig. Dat hou ik een minuut of tien aan en ben al om 11.30 uur in Medemblik voor de espresso. De likeur met slagroom is er weer bij, heerlijk.
Al vlot stap ik weer in en geniet van het uitzicht vanaf de dijk naar Enkhuizen. Het is duidelijk rustiger dan andere tochten, de vakantie heeft natuurlijk veel mensen naar elders gebracht. Wel zijn er veel randonneurs, herkenbaar aan de vele tassen op hun fiets. Van heel ver zijn met name de tassen links en rechts naast het voorwiel opvallend. Ik zwaai altijd vriendelijk naar ze en ze zwaaien, het zijn meestal man en vrouw, vriendelijk terug.
Het fietspad op de dijk is zo rustig dat ik makkelijk boven de 40 km/u kan rijden, da's normaal wel anders. De wind is stevig, veel zeilboten aan de wind hebben een rif in het grootzeil, een teken dat het tussen 4 en 5 Bft waait. Ik passeer Enkhuizen vlot en pauzeer weer even op de dijk van het IJsselmeer naar Hoorn. De wind krijg ik nu uiteraard van rechts en met 38 km/u en de al vertrouwde hartslag 118 ben ik zo in Hoorn.
Tot aan Edam Volendam, de wind heb ik beurtelings van achter, dan weer van links en rechts, gebeurt er weinig spectaculairs. Echte opwinding komt pas weer in Midden-Beemster. Ik rij op het fietspad en zie een mevrouw in een Peugeot van links komen. Ze moet stoppen om mij voorrang te geven, maar kijkt totaal niet en rost zo het fietspad over. Ik moet een noodstop maken en toeter dat het een lieve lust is, stom wijf!.
De kermis is voorbij en ik kan lekker doorrijden. Ook het landelijke De Rijp is rustiger dan normaal. Door de korte pauzes begin ik de vermoeidheid toch wat te voelen, met name in de knieën. Gelukkig geen pijn, maar met 34 km/u per uur tegen de stevige wind vind ik het wel mooi.
Op de pont weer de aardige gesprekken met andere (race)fietsers. Al rij ik ze met maar 36 km/u tegen wind voorbij, voor hen is het een heel groot snelheidsverschil.
Om 15.50 uur ben ik, heel vroeg dit keer, al weer thuis.
188 km.
Totaal nu 4180 km in vier maanden, één lekke band.
De jaarlijkse rupsenprocessie is weer begonnen. Grote zwarte harige rupsen kruisen mijn pad. Uiteraard doe ik mijn best om ze te ontwijken.
Om 10.35 uur ben ik bij Total De Kooij en werk een banaan weg. Een autobestuurder moet lachen en vraagt of 'bananen' 'bananen' eten. Ik zeg hem dat ik 50 km kan rijden op een banaan. Lachen natuurlijk.
Op weg naar Den Oever krijg ik de wind dwars, da's duidelijk prettiger. Juist als ik het betonnen fietspad op het voormalige eiland Wieringen oprij, zie ik een hermelijn aan de kant van het pad zitten. Mooi diertje met zijn witte buik en bruine rug. Hij blijft rustig zitten en ik passeer hem rakelings.
In Den Oever stop ik even bij een pick-nick tafel, de haven laat ik nu eens links liggen. Naar Medemblik gaat het met deze noordenwind kostelijk. Elke snelheid is goed en kost relatief weinig inspanning. Met dezelfde hartslag 118 als naar Den Helder rij ik nu 41 km/u. Om 50 km per uur te rijden is hartslag 143 nodig. Dat hou ik een minuut of tien aan en ben al om 11.30 uur in Medemblik voor de espresso. De likeur met slagroom is er weer bij, heerlijk.
Al vlot stap ik weer in en geniet van het uitzicht vanaf de dijk naar Enkhuizen. Het is duidelijk rustiger dan andere tochten, de vakantie heeft natuurlijk veel mensen naar elders gebracht. Wel zijn er veel randonneurs, herkenbaar aan de vele tassen op hun fiets. Van heel ver zijn met name de tassen links en rechts naast het voorwiel opvallend. Ik zwaai altijd vriendelijk naar ze en ze zwaaien, het zijn meestal man en vrouw, vriendelijk terug.
Het fietspad op de dijk is zo rustig dat ik makkelijk boven de 40 km/u kan rijden, da's normaal wel anders. De wind is stevig, veel zeilboten aan de wind hebben een rif in het grootzeil, een teken dat het tussen 4 en 5 Bft waait. Ik passeer Enkhuizen vlot en pauzeer weer even op de dijk van het IJsselmeer naar Hoorn. De wind krijg ik nu uiteraard van rechts en met 38 km/u en de al vertrouwde hartslag 118 ben ik zo in Hoorn.
Tot aan Edam Volendam, de wind heb ik beurtelings van achter, dan weer van links en rechts, gebeurt er weinig spectaculairs. Echte opwinding komt pas weer in Midden-Beemster. Ik rij op het fietspad en zie een mevrouw in een Peugeot van links komen. Ze moet stoppen om mij voorrang te geven, maar kijkt totaal niet en rost zo het fietspad over. Ik moet een noodstop maken en toeter dat het een lieve lust is, stom wijf!.
De kermis is voorbij en ik kan lekker doorrijden. Ook het landelijke De Rijp is rustiger dan normaal. Door de korte pauzes begin ik de vermoeidheid toch wat te voelen, met name in de knieën. Gelukkig geen pijn, maar met 34 km/u per uur tegen de stevige wind vind ik het wel mooi.
Op de pont weer de aardige gesprekken met andere (race)fietsers. Al rij ik ze met maar 36 km/u tegen wind voorbij, voor hen is het een heel groot snelheidsverschil.
Om 15.50 uur ben ik, heel vroeg dit keer, al weer thuis.
188 km.
Totaal nu 4180 km in vier maanden, één lekke band.
zaterdag 29 juli 2006
Paard door de afrastering
Vanmiddag een rondje midden Noord-Holland. De temperatuur is met 23 gr. C. prettig, de luchtvochtigheid is met 78% weer heel hoog. De zon schijnt en met de wind uit de zuidwest hoek is een ritje naar het noordoosten heel prettig. Na de pont in Akersloot gaat het met ruim 40 km/u en hartslag 110 comfortabel naar De Rijp. Daar sla ik linksaf naar Noordeinde om via Grootschermer en Schermerhorn, Ursem te bereiken. Ik fiets vrij sloom en betrap mezelf erop dat ik met 35 km/u en net 100 op de hartslagmeter al tevreden ben. Nou prima toch? Via Avenhorn bereik ik even later Hoorn. Ik hoor opeens 'veertig, veertig'. Ik heb niet in de gaten, zoals bekend kan ik links niets zien, dat een automobilist naast me rijdt en door het geopende rechterzijraam mijn snelheid roept. Ik rij evenwel 36 km/u, dus zijn snelheidsmeter geeft teveel aan. Ik kom via een andere weg dan normaal Hoorn binnen en sluit aan bij tientallen fietsers. Bij de nieuwe schouwburg ga ik rechtsaf om de vertrouwde IJsselmeerdijk op te rijden.
In Schardam staat een hondenliefhebber met zijn maat te praten. Zijn grote bouvier vindt de Quest kennelijk een rotzak en besluit de aanval in te zetten. Dit verrast zijn baas en de hond vliegt de weg op. Ik geef een ruk aan het stuurtje en de Quest is in notime op de voor tegenliggers bedoelde weghelft. Ik ontsnap zo aan het grote hondenbeest. In mijn spiegels zie ik dat de baas de bouvier een pak slaag geeft.
In Warder ga ik voor de verandering eens rechtsaf. Ik wil via Oosthuizen de mooie oostelijke ringdijk van de Beemster oprijden.
Ik rij Warder bijna uit als pal aan de weg een groot zwart paard mij rijkelijk laat in de gaten krijgt. Het edele dier staat gewoon in het weiland naast de weg en schrikt zich rot. Het paard steigert, draait zich rechtsom en wil er vandoor. Bij het weer op de voorbenen landen ramt het dier een hek en dat versplintert onder luid gekraak in vele stukken. Ik zie een mevrouw aan de overkant van de weg in paniek de handen voor haar gezicht slaan. Ik kies er maar voor door te rijden om het paniekerige paard tijd te geven te kalmeren.
In Oosthuizen neem ik de prachtige hoge oostelijke dijk om de Beemster. De dijk meandert fraai langs de boezem en de vele bomen geven beschutting tegen de wind en de zon. Het wegdek is ook nog eens behoorlijk goed, dus een heerlijk deel van de rit. Bij Kwadijk, ik loop zo mooi het beroerde wegdek mis, duik ik de Beemster in. Ook nu nog is de kermis volop aan de gang en maak ik weer een omweg om mijn route te vervolgen. Aan de Middenweg is het agrarisch museum De Hem gevestigd. Het museum bestaat uit een compleet ingerichte boerderij met letterlijk alles erop en erin. Gisteren was ik er met mijn vrouw. Boer Schuitenmaker, 80 jaar en glashelder, neemt alle tijd om ons alles te vertellen, een aanrader.
Tot aan de pont in Akersloot gebeurt er weinig spectaculairs. Op de pont is het razenddruk en ik blijf druk bezig om de fietsers uit de buurt van de kwetsbare Questhuid te houden.
In Castricum denk ik direct naar huis te rijden als ik in de verte een Quest ontwaar. Deze gaat richting strand en ik wil wel weten wie er in mijn 'bewakingsgebied' rondkart. Even het gas erop en al snel zie ik dat het Nico van Baar is, een kennis uit Akersloot. Nico maakt computergestuurd en volautomatisch trappen. Voor hem gaan fietsers niet aan de kant, hij mist een claxon, en hij gaat door de berm. Ik zie dat zijn achterwiel niet terug op de weg wil en hij raakt 45 graden uit de koers. Dan springt de Quest als het ware omhoog en hij is weer op de weg. Oeps Nico, dat scheelde niet veel of je lag - weer - op je zijkant. Ik haal hem in en we rijden naast elkaar naar het strand. Daar zetten we de Quests naast elkaar en eten een ijsje en drinken een biertje. Eén Quest is al een bezienswaardigheid, twee tegelijk is wel heel spectaculair. De kinderen kijken niet met hun oogjes, maar met hun handjes, of daar nou een ijsje in steekt of niet.
Tegen zessen ga ik met hoge snelheid de duinhelling af en hou tot aan de kruising in Bakkum-Noord de snelheid boven de 50.
90 km
In Schardam staat een hondenliefhebber met zijn maat te praten. Zijn grote bouvier vindt de Quest kennelijk een rotzak en besluit de aanval in te zetten. Dit verrast zijn baas en de hond vliegt de weg op. Ik geef een ruk aan het stuurtje en de Quest is in notime op de voor tegenliggers bedoelde weghelft. Ik ontsnap zo aan het grote hondenbeest. In mijn spiegels zie ik dat de baas de bouvier een pak slaag geeft.
In Warder ga ik voor de verandering eens rechtsaf. Ik wil via Oosthuizen de mooie oostelijke ringdijk van de Beemster oprijden.
Ik rij Warder bijna uit als pal aan de weg een groot zwart paard mij rijkelijk laat in de gaten krijgt. Het edele dier staat gewoon in het weiland naast de weg en schrikt zich rot. Het paard steigert, draait zich rechtsom en wil er vandoor. Bij het weer op de voorbenen landen ramt het dier een hek en dat versplintert onder luid gekraak in vele stukken. Ik zie een mevrouw aan de overkant van de weg in paniek de handen voor haar gezicht slaan. Ik kies er maar voor door te rijden om het paniekerige paard tijd te geven te kalmeren.
In Oosthuizen neem ik de prachtige hoge oostelijke dijk om de Beemster. De dijk meandert fraai langs de boezem en de vele bomen geven beschutting tegen de wind en de zon. Het wegdek is ook nog eens behoorlijk goed, dus een heerlijk deel van de rit. Bij Kwadijk, ik loop zo mooi het beroerde wegdek mis, duik ik de Beemster in. Ook nu nog is de kermis volop aan de gang en maak ik weer een omweg om mijn route te vervolgen. Aan de Middenweg is het agrarisch museum De Hem gevestigd. Het museum bestaat uit een compleet ingerichte boerderij met letterlijk alles erop en erin. Gisteren was ik er met mijn vrouw. Boer Schuitenmaker, 80 jaar en glashelder, neemt alle tijd om ons alles te vertellen, een aanrader.
Tot aan de pont in Akersloot gebeurt er weinig spectaculairs. Op de pont is het razenddruk en ik blijf druk bezig om de fietsers uit de buurt van de kwetsbare Questhuid te houden.
In Castricum denk ik direct naar huis te rijden als ik in de verte een Quest ontwaar. Deze gaat richting strand en ik wil wel weten wie er in mijn 'bewakingsgebied' rondkart. Even het gas erop en al snel zie ik dat het Nico van Baar is, een kennis uit Akersloot. Nico maakt computergestuurd en volautomatisch trappen. Voor hem gaan fietsers niet aan de kant, hij mist een claxon, en hij gaat door de berm. Ik zie dat zijn achterwiel niet terug op de weg wil en hij raakt 45 graden uit de koers. Dan springt de Quest als het ware omhoog en hij is weer op de weg. Oeps Nico, dat scheelde niet veel of je lag - weer - op je zijkant. Ik haal hem in en we rijden naast elkaar naar het strand. Daar zetten we de Quests naast elkaar en eten een ijsje en drinken een biertje. Eén Quest is al een bezienswaardigheid, twee tegelijk is wel heel spectaculair. De kinderen kijken niet met hun oogjes, maar met hun handjes, of daar nou een ijsje in steekt of niet.
Tegen zessen ga ik met hoge snelheid de duinhelling af en hou tot aan de kruising in Bakkum-Noord de snelheid boven de 50.
90 km
dinsdag 25 juli 2006
Gearresteerd door de brugwachter
Vanmiddag fiets ik een rondje rond het Alkmaardermeer. Het is warm, heel warm. De buitenthermometer in de schaduw geeft 31 gr. C. aan. Mijn vrouw verklaart me voor gek, geen probleem, ik ben er toch al bijna 59 jaar mee geworden:). Richting Uitgeest hou ik 40 km/u aan, hartslag rond 120. Er staat een vrij pittige oostenwind die me op dit moment voor- noch nadeel geeft.
Het fietspad langs de Provinciale weg bij Krommenie is deels weer open. Bij het station moet ik toch weer Krommenie zelf in, maar een verbetering is het wel.
De Beatrixbrug over de Knollendammervaart geeft rood licht vlak voordat ik passeer. Ik denk er nog wel langs te kunnen. Net op het moment dat ik het brugdek oprij gaan de bomen aan de overkant omlaag. Geen nood, ik kan onder alle slagbomen doorrijden.... maar deze niet. Ik sta voor de lage dichte slagboom en ben dus gevangen. De brug blijft gesloten, de brugwachter, hij zit in Wormer en bedient de brug op afstand, zal mijn gedrag toch niet aangrijpen om me de les te lezen? Gelukkig, de brug gaat even later open voor het scheepvaartverkeer. Een wielrenner komt aan de andere kant tot stilstand en verbaast zich over het feit dat ik aan de andere kant van de boom stilsta.
Als de slagbomen weer open gaan moet ik eerst de aanstormende scooters en brommers laten passeren. Bij De Woude sla ik weer linksaf om via de pont even bij onze nieuwe woonomgeving rond te kijken. Jammer dat de gemeente Castricum zijn toezegging om een rol te spelen bij de ontwikkeling van een terreintje voor de nieuwe boerderij niet gestand doet. Geen geld. Wel een grote mond hebben en dicteren hoe de nieuwe stolp eruit moet zien, maar de beloofde tegenprestatie blijft uit.
Vanaf het viaduct bij West-Graftdijk, ik heb de wind nu achter, bereik ik snel de 50 km/u. Da's altijd lekker en nodigt uit om vast te houden. Het gaat heel lekker en ik voer de snelheid op tot 54,5 km/u. Met die snelheid haal ik diverse fietsende echtparen in. Voor de pont in Akersloot ontspinnen zich dan ook weer gesprekken met verbaasde fietsers die absoluut niet geloven dat die 'vliegende gele pijl' een fiets is.
Ik ben nog steeds aan het worstelen met mijn Sigma pompje. Wat ik ook doe, ik krijg de slangverlenging niet luchtdicht. Op het internet zoek ik naar een adres waar ze mini-slangklemmetjes verkopen. LMG in Limburg heeft de goede klemmetjes. Kosten 60 eurocent per stuk maar .... de order en verzendkosten zijn 30 euro. Ik weet een band te smeden met de telefoniste, zij fietst 8000 km per jaar, en zal ze me nu privé toesturen. Da's heel lief van haar.
Het fietspad langs de Provinciale weg bij Krommenie is deels weer open. Bij het station moet ik toch weer Krommenie zelf in, maar een verbetering is het wel.
De Beatrixbrug over de Knollendammervaart geeft rood licht vlak voordat ik passeer. Ik denk er nog wel langs te kunnen. Net op het moment dat ik het brugdek oprij gaan de bomen aan de overkant omlaag. Geen nood, ik kan onder alle slagbomen doorrijden.... maar deze niet. Ik sta voor de lage dichte slagboom en ben dus gevangen. De brug blijft gesloten, de brugwachter, hij zit in Wormer en bedient de brug op afstand, zal mijn gedrag toch niet aangrijpen om me de les te lezen? Gelukkig, de brug gaat even later open voor het scheepvaartverkeer. Een wielrenner komt aan de andere kant tot stilstand en verbaast zich over het feit dat ik aan de andere kant van de boom stilsta.
Als de slagbomen weer open gaan moet ik eerst de aanstormende scooters en brommers laten passeren. Bij De Woude sla ik weer linksaf om via de pont even bij onze nieuwe woonomgeving rond te kijken. Jammer dat de gemeente Castricum zijn toezegging om een rol te spelen bij de ontwikkeling van een terreintje voor de nieuwe boerderij niet gestand doet. Geen geld. Wel een grote mond hebben en dicteren hoe de nieuwe stolp eruit moet zien, maar de beloofde tegenprestatie blijft uit.
Vanaf het viaduct bij West-Graftdijk, ik heb de wind nu achter, bereik ik snel de 50 km/u. Da's altijd lekker en nodigt uit om vast te houden. Het gaat heel lekker en ik voer de snelheid op tot 54,5 km/u. Met die snelheid haal ik diverse fietsende echtparen in. Voor de pont in Akersloot ontspinnen zich dan ook weer gesprekken met verbaasde fietsers die absoluut niet geloven dat die 'vliegende gele pijl' een fiets is.
Ik ben nog steeds aan het worstelen met mijn Sigma pompje. Wat ik ook doe, ik krijg de slangverlenging niet luchtdicht. Op het internet zoek ik naar een adres waar ze mini-slangklemmetjes verkopen. LMG in Limburg heeft de goede klemmetjes. Kosten 60 eurocent per stuk maar .... de order en verzendkosten zijn 30 euro. Ik weet een band te smeden met de telefoniste, zij fietst 8000 km per jaar, en zal ze me nu privé toesturen. Da's heel lief van haar.
zondag 23 juli 2006
Snel rondje Noord-Holland tussen de vlinders
Vandaag plan ik een wat sneller rondje Noord-Holland. Mijn vrouw vindt het late eten, na een inspannende dag wil ik de eerste anderhalf uur na thuiskomst niet eten, niet prettig. Vroeger thuiskomen is dus het parool. Om 9.00 uur zit ik in de Quest. Het is heiig, bewolkt en het voelt heel vochtig aan. De hygrometer buiten staat op 80% en dat is heel hoog. Gelukkig blijft de zon nog even achter de wolken.
In Limmen ga ik direct op de rijbaan rijden om er tot Koedijker vlotbrug niet meer af te komen. Van Limmen tot in Alkmaar krijg ik geen enkele auto achter me, heel bijzonder. Ik rij weliswaar iets boven de 40 km/u maar de weg voor mij alleen is wel heel speciaal. Het is zo stil op de weg dat ik me een enkele keer 'vergis' in de kleur van de verkeerslichten. In Alkmaar bij de kruising met de ring om de stad ben ik mijn selectieve kleurenblindheid kwijt, teveel verkeer daar. Er stopt een auto naast me en drie jochies roepen in koor 'rijdt ie op zonnecellen?'
Het waait bijna niet, wel komt de zon er nu bij en ik zweet behoorlijk. Ik merk dat de zweetdruppels zelfs van mijn onderarmen afvallen, nooit eerder meegemaakt. Het fietsen gaat minder makkelijk met deze extreme luchtvochtigheid. Ik rij tot aan Den Helder rond de 41 km/u en daarvoor heb ik een hartslag van 125 nodig, pfff, dat is wel eens makkelijker gegaan. Bij De Kooij, het is nu 10.30 uur, stop ik even voor een banaan en wat drinken. Het zweet gutst nu van mijn gelaat, gauw maar weer rijwind maken.
Het is opvallend hoeveel vlinders er zijn, soms lijken het wel witte wolken. Het is een schitterend gezicht om de honderden koolwitjes, zo heten ze, boven de bermen te zien dansen. De route naar Den Oever is leuk omdat het zo druk is op de weg dat de automobilisten mij maar langzaam inhalen. Tientallen duimen gaan omhoog, heel leuk.
In Den Oever is de havenmeester bezig met het schoonmaken van de toiletten. Hij heeft ook nog een washok waar ik de lege Camelbag weer voorzie van 2 liter fris drinkwater. Een tweetal Duitse varensgasten vragen honderduit over de Quest. Altijd leuk, ik spreek vloeiend Duits en dat vinden de mannen natuurlijk prettig.
Om half twaalf verlaat ik de jachthaven van Den Oever weer en zet koers naar Medemblik. Onderweg zie ik twee ligroeiers en we zwaaien uiteraard naar elkaar. De wind is nu zuidwestelijk en heb ik dus vrijwel tegen. De snelheid lijdt daar onder, ik hou continu 38 km/u aan en de hartslag staat rocksolid op 125. Zoals eerder gezegd, de warmte en de hoge luchtvochtigheid eisen hun tol.
In Medemblik, het is 12.00 uur als ik het watersportstadje binnenrij, is het immens druk bij restaurant Kwikkel. Ik kan er zelfs de Quest nergens parkeren. Daarom maar maar even door naar de ligfietswinkel van Ted de Lange. Ted is klanten aan het helpen met verschillende ligfietsen en hij wil wel even op de Quest passen. Het is zo druk bij Kwikkel dat ik de traditionele likeur met slagroom niet bij mijn espresso krijg geserveerd. Volgende keer beter. Ik vul mijn Camelbag bij met vers water, ik drink bijna continu en nu zonder water komen te zitten is heel schadelijk.
Ga ik nu wel of niet boven op de dijk fietsen? Het is er nu loeidruk en ik zou een snel rondje maken. Toch neem ik weer mijn favoriete fietspad op de dijk. De claxon doet weer wonderen en de meeste mensen gaan vlot aan de kant. Dit lukt alleen niet als fietsers elkaar passeren, ik moet dan de snelheid reduceren tot de voor normale fietsers gebruikelijke 15 km/u.
Ik passeer Enkhuizen en rij de slingerende dijk naar Hoorn op. Halverwege is de weg geblokkeerd t.b.v. de wielerwedstrijd van Venhuizen. Ik pauzeer maar even niet, misschien kan ik er nog langs. Vorig jaar moest ik een heel eind omrijden en dat doe ik vandaag liever niet. Gelukkig ben ik de verkeersregelaar even verder te snel af. Hij doet een poging me te stoppen, maar ik slalom om hem heen en kan verder. Ik hoop dat ik niet in het tegemoet komende peloton verzeil, maar het valt mee.
Ik stop niet in het bloedhete Hoorn en spreid even buiten Hoorn een handdoek uit op de dijk en eet wat krentenmik en AA drank. De AA drank, wel zoete troep, vult snel het opkomende caloriëntekort aan. Even overweeg ik om de route te bekorten via Alkmaar, maar dat watjesgedrag permitteer ik me toch maar niet.
Dankzij de krentenbolletjes kan het gas er redelijk opblijven. Ook nu weer, met de kans dat het jullie verveelt, rij ik 38 km/u met hartslag 125. Het is inmiddels pittig gaan waaien uit het westen, wel een warme vochtige wind. Even later krijg ik de wind iets achterlijker en kan ik de hartslag een 10 slagen verlagen.
Door de Beemster rij ik normaliter heel snel, nu niet. Eerst stuit ik op de kermis die het hele dorpshart blokkeert. Dan maar linksaf en via de voor fietsers verboden rondweg kom ik weer op mijn route. Een enorm lawaai en veel mensen duiden op weer een evenement, nu trekkertrek wedstrijden. Veel mensen wandelen in alle rust fietspadbreed naar en van het spektakel. Toeteren helpt nu weinig, de trekkers maken nog meer herrie.
Tot aan de pont in Akersloot gebeurt weinig bijzonders, of het moet de constatering zijn dat het fietsen nu toch wel moeilijker wordt. Tegen de stevige wind moet ik goed mijn best doen om 35 km/u te halen. Ik heb geen zin om nog te eten en de laatste kilometers na de pont gaat het toch weer lekker. Voor de pont verzamelen zich veel fietsers die ik eerder inhaalde. Aardige gesprekken en bewondering van racefietsers die een stuk minder hard kunnen.
Om 15.50 uur, 6 uur en 50 minuten na vertrek ben ik weer thuis. Netto fietstijd 5 uur 30 minuten, een mooi gemiddelde van 33,8 km/u tijdens deze broeierige omstandigheden. Het vele zweten heeft de werking van mijn zonnebrandcréme flink beperkt. Mijn hals is onaardig rood.
186 km.
In Limmen ga ik direct op de rijbaan rijden om er tot Koedijker vlotbrug niet meer af te komen. Van Limmen tot in Alkmaar krijg ik geen enkele auto achter me, heel bijzonder. Ik rij weliswaar iets boven de 40 km/u maar de weg voor mij alleen is wel heel speciaal. Het is zo stil op de weg dat ik me een enkele keer 'vergis' in de kleur van de verkeerslichten. In Alkmaar bij de kruising met de ring om de stad ben ik mijn selectieve kleurenblindheid kwijt, teveel verkeer daar. Er stopt een auto naast me en drie jochies roepen in koor 'rijdt ie op zonnecellen?'
Het waait bijna niet, wel komt de zon er nu bij en ik zweet behoorlijk. Ik merk dat de zweetdruppels zelfs van mijn onderarmen afvallen, nooit eerder meegemaakt. Het fietsen gaat minder makkelijk met deze extreme luchtvochtigheid. Ik rij tot aan Den Helder rond de 41 km/u en daarvoor heb ik een hartslag van 125 nodig, pfff, dat is wel eens makkelijker gegaan. Bij De Kooij, het is nu 10.30 uur, stop ik even voor een banaan en wat drinken. Het zweet gutst nu van mijn gelaat, gauw maar weer rijwind maken.
Het is opvallend hoeveel vlinders er zijn, soms lijken het wel witte wolken. Het is een schitterend gezicht om de honderden koolwitjes, zo heten ze, boven de bermen te zien dansen. De route naar Den Oever is leuk omdat het zo druk is op de weg dat de automobilisten mij maar langzaam inhalen. Tientallen duimen gaan omhoog, heel leuk.
In Den Oever is de havenmeester bezig met het schoonmaken van de toiletten. Hij heeft ook nog een washok waar ik de lege Camelbag weer voorzie van 2 liter fris drinkwater. Een tweetal Duitse varensgasten vragen honderduit over de Quest. Altijd leuk, ik spreek vloeiend Duits en dat vinden de mannen natuurlijk prettig.
Om half twaalf verlaat ik de jachthaven van Den Oever weer en zet koers naar Medemblik. Onderweg zie ik twee ligroeiers en we zwaaien uiteraard naar elkaar. De wind is nu zuidwestelijk en heb ik dus vrijwel tegen. De snelheid lijdt daar onder, ik hou continu 38 km/u aan en de hartslag staat rocksolid op 125. Zoals eerder gezegd, de warmte en de hoge luchtvochtigheid eisen hun tol.
In Medemblik, het is 12.00 uur als ik het watersportstadje binnenrij, is het immens druk bij restaurant Kwikkel. Ik kan er zelfs de Quest nergens parkeren. Daarom maar maar even door naar de ligfietswinkel van Ted de Lange. Ted is klanten aan het helpen met verschillende ligfietsen en hij wil wel even op de Quest passen. Het is zo druk bij Kwikkel dat ik de traditionele likeur met slagroom niet bij mijn espresso krijg geserveerd. Volgende keer beter. Ik vul mijn Camelbag bij met vers water, ik drink bijna continu en nu zonder water komen te zitten is heel schadelijk.
Ga ik nu wel of niet boven op de dijk fietsen? Het is er nu loeidruk en ik zou een snel rondje maken. Toch neem ik weer mijn favoriete fietspad op de dijk. De claxon doet weer wonderen en de meeste mensen gaan vlot aan de kant. Dit lukt alleen niet als fietsers elkaar passeren, ik moet dan de snelheid reduceren tot de voor normale fietsers gebruikelijke 15 km/u.
Ik passeer Enkhuizen en rij de slingerende dijk naar Hoorn op. Halverwege is de weg geblokkeerd t.b.v. de wielerwedstrijd van Venhuizen. Ik pauzeer maar even niet, misschien kan ik er nog langs. Vorig jaar moest ik een heel eind omrijden en dat doe ik vandaag liever niet. Gelukkig ben ik de verkeersregelaar even verder te snel af. Hij doet een poging me te stoppen, maar ik slalom om hem heen en kan verder. Ik hoop dat ik niet in het tegemoet komende peloton verzeil, maar het valt mee.
Ik stop niet in het bloedhete Hoorn en spreid even buiten Hoorn een handdoek uit op de dijk en eet wat krentenmik en AA drank. De AA drank, wel zoete troep, vult snel het opkomende caloriëntekort aan. Even overweeg ik om de route te bekorten via Alkmaar, maar dat watjesgedrag permitteer ik me toch maar niet.
Dankzij de krentenbolletjes kan het gas er redelijk opblijven. Ook nu weer, met de kans dat het jullie verveelt, rij ik 38 km/u met hartslag 125. Het is inmiddels pittig gaan waaien uit het westen, wel een warme vochtige wind. Even later krijg ik de wind iets achterlijker en kan ik de hartslag een 10 slagen verlagen.
Door de Beemster rij ik normaliter heel snel, nu niet. Eerst stuit ik op de kermis die het hele dorpshart blokkeert. Dan maar linksaf en via de voor fietsers verboden rondweg kom ik weer op mijn route. Een enorm lawaai en veel mensen duiden op weer een evenement, nu trekkertrek wedstrijden. Veel mensen wandelen in alle rust fietspadbreed naar en van het spektakel. Toeteren helpt nu weinig, de trekkers maken nog meer herrie.
Tot aan de pont in Akersloot gebeurt weinig bijzonders, of het moet de constatering zijn dat het fietsen nu toch wel moeilijker wordt. Tegen de stevige wind moet ik goed mijn best doen om 35 km/u te halen. Ik heb geen zin om nog te eten en de laatste kilometers na de pont gaat het toch weer lekker. Voor de pont verzamelen zich veel fietsers die ik eerder inhaalde. Aardige gesprekken en bewondering van racefietsers die een stuk minder hard kunnen.
Om 15.50 uur, 6 uur en 50 minuten na vertrek ben ik weer thuis. Netto fietstijd 5 uur 30 minuten, een mooi gemiddelde van 33,8 km/u tijdens deze broeierige omstandigheden. Het vele zweten heeft de werking van mijn zonnebrandcréme flink beperkt. Mijn hals is onaardig rood.
186 km.
zaterdag 22 juli 2006
Kort (regen)rondje
Gedurende het weekend probeer ik meestal één wat langere trip te maken, de andere weekenddag besteed ik aan wat klusjes rond het huis en soms een bezoek aan mijn schoonouders. Fietsen is vreselijk leuk, maar kost wel heel veel tijd.
Vanmiddag is het bijzonder benauwd en wil ik wel even uitwaaien. Toch maar een klein rondje fietsen. Om 15.00 uur zit ik in de Quest en koers richting Uitgeest/Krommenie. Hoewel de buienradar me nog geen neerslag beloofde, spettert het al wel. De geringe regen brengt nog geen verkoeling. De hoge temperatuur levert wel het bekende makkelijke rijden op.
Bij de Krokodil sla ik linksaf naar de Jachthaven Zwaansmeerpolder in Uitgeest. Mijn bril is sterk beregend en ik doe hem maar af. Het fietsen over de historische Lagendijk, de oude oever van het Oerij, blijft een genoegen. Op de haven praat ik wat met een medebestuurslid Jan Grapendaal.
Het begint te onweren, niet mijn ideale fietsweer. Ik rij nog even langs de winkel in Uitgeest en met 40 km/u ben ik snel weer thuis.
Vanavond probeer ik nog een keer de slangverlenging van mijn Sigma fietspomp luchtdicht te krijgen. Ik zet het geheel nu met siliconenkit in elkaar. Tenslotte omwikkel ik de verbinding met wat gewapende tape. Als het nu niet dicht blijft dan weet ik het niet meer.
Morgen plan ik weer een rondje Noord-Holland.
Vanmiddag is het bijzonder benauwd en wil ik wel even uitwaaien. Toch maar een klein rondje fietsen. Om 15.00 uur zit ik in de Quest en koers richting Uitgeest/Krommenie. Hoewel de buienradar me nog geen neerslag beloofde, spettert het al wel. De geringe regen brengt nog geen verkoeling. De hoge temperatuur levert wel het bekende makkelijke rijden op.
Bij de Krokodil sla ik linksaf naar de Jachthaven Zwaansmeerpolder in Uitgeest. Mijn bril is sterk beregend en ik doe hem maar af. Het fietsen over de historische Lagendijk, de oude oever van het Oerij, blijft een genoegen. Op de haven praat ik wat met een medebestuurslid Jan Grapendaal.
Het begint te onweren, niet mijn ideale fietsweer. Ik rij nog even langs de winkel in Uitgeest en met 40 km/u ben ik snel weer thuis.
Vanavond probeer ik nog een keer de slangverlenging van mijn Sigma fietspomp luchtdicht te krijgen. Ik zet het geheel nu met siliconenkit in elkaar. Tenslotte omwikkel ik de verbinding met wat gewapende tape. Als het nu niet dicht blijft dan weet ik het niet meer.
Morgen plan ik weer een rondje Noord-Holland.
dinsdag 18 juli 2006
31 gr. C. heerlijk
Vanmiddag om 15.00 uur, het is dan bijna 31 gr. C. in de schaduw, maak ik een toerritje. Mijn vrouw is bezorgd, zij heeft de eerste alarmerende berichten van de Vierdaagse al gehoord, en wil liever dat ik vanavond ga fietsen. Ik beloof haar dat ik heel rustig aan zal doen. In het begin doe ik dat ook omdat bekend is dat oververhitting een veel hogere hartslag oplevert. Nou daar is bij mij geen sprake van. Het fietst zo licht en makkelijk dat ik al met hartslag 90 precies 30 km/u rij. Bij 100 is dat al 35 km/u en bij 110 wordt het zelfs 41 km/u. De combinatie van lichte inspanning, weinig zonneprojectie op mijn lichaam en de verkoelende rijwind, maken het fietsen tot een feest. Ik rij via Krommenie naar De Woude, neem de pont en drink een espresso bij café De Woude. Terug naar de pont ontmoet ik Wouter Klootwijk, een klant van Mac Support en we praten wat over Woude 6, de plek waar onze nieuwe stolpboerderij nu wel heel waarschijnlijk, gebouwd gaat worden.
Daarna rij ik de lange file op de N246 langs en sla bij West-Graftdijk linksaf naar de pont in Akersloot. Een echtpaar dat ik even daarvoor met 41 km/u inhaalde informeert naar de elektrische aandrijving van de Quest, 'ze hadden niks gehoord en het ging zo hard'. Ik ga niet naar Heiloo en Egmond aan Zee, ik ben de slechte fietspaden daar beu. Prettiger is door Akersloot naar Limmen te rijden en dan door naar Castricum aan Zee. Op de heenweg blijf ik op het fietspad, veel te druk nu, op de terugweg neem ik de rijbaan. Ik rij gemakkelijk ruim in de 50 km/u en de auto's blijven keurig achter me.
Thuis gekomen moet ik in de zon de Quest uitladen. Het zweet druipt me dan wel van het gezicht. Binnen is het fris en een biertje draagt snel bij aan het herstel van de vochtbalans.
41 km
Daarna rij ik de lange file op de N246 langs en sla bij West-Graftdijk linksaf naar de pont in Akersloot. Een echtpaar dat ik even daarvoor met 41 km/u inhaalde informeert naar de elektrische aandrijving van de Quest, 'ze hadden niks gehoord en het ging zo hard'. Ik ga niet naar Heiloo en Egmond aan Zee, ik ben de slechte fietspaden daar beu. Prettiger is door Akersloot naar Limmen te rijden en dan door naar Castricum aan Zee. Op de heenweg blijf ik op het fietspad, veel te druk nu, op de terugweg neem ik de rijbaan. Ik rij gemakkelijk ruim in de 50 km/u en de auto's blijven keurig achter me.
Thuis gekomen moet ik in de zon de Quest uitladen. Het zweet druipt me dan wel van het gezicht. Binnen is het fris en een biertje draagt snel bij aan het herstel van de vochtbalans.
41 km
zondag 16 juli 2006
Met ALF (Amsterdamse liggers) op pad

Om vijf voor tien ben ik bij de groep op het Museumplein. Vele bekende gezichten waarvan enkelen informeren of ik mijn pluutje wel mee heb. Nou reken maar! Als laatste komt Lango Metten met zijn Quest aan. Hij is ook om 8.30 uur vertrokken uit Alkmaar en dat is krap aan. Een groep Japanners wil allemaal met de Quest op de foto met zowel Lango als mij. Ze slaan de armen om me heen, ik doe dat natuurlijk ook en wordt door vele camera's vastgelegd. Op de foto zijn de Oriëntaalse intimiteiten al achter de rug.
Ondemocratisch wordt besloten naar het Muiderzand en Almere te rijden, prima reisdoel natuurlijk. Mijn parasolletje doet direct al weer uitstekend dienst.
De hitte is verzengend en je moet echt blijven rijden om wat verkoeling te krijgen. Ik kan goed tegen de warmte en het tempo is aangepast aan de condities. We rijden 22 tot 28 km/u, gemiddelde hartslag ergens tussen 79 en 89. Daar krijg ik het niet benauwd van :). We stoppen even bij het strand bij Muiden, onvoorstelbaar hoeveel mensen in de volle zon liggen te stoven. Ze doen maar, ik blijf liever fietsen. We pauzeren in Almere-haven en nemen rijkelijk de tijd om wat te eten en te drinken. Een deel van de groep gaat terug om onderweg te zwemmen. Daarna rijden de 7 overgeblevenen langs het druk bevaren randmeer zuidwaarts om tenslotte via de grote brug in de A27 weer op het oude land terug te keren. We blijven goeddeels het randmeer in beeld houden en nemen de grote aantallen fietsers en badgasten op de koop toe. De paadjes die nu genomen worden zijn niet helemaal Quest-fähig. Schelpenpaden met graspollen als middenberm doen mijn Quest af en toe vervaarlijk kwispelstaarten. De paadjes zijn soms zo smal dat ik liever het bredere ruiterpad gebruik. Dat is geen goede beslissing. Het pad is zo mul dat het lijkt alsof ik met drie lekke banden rij. 20 km/u en hartslag tegen de 150 bewijzen dat dit voor de Quest de verkeerde biotoop is. Ik zoek dan ook maar gauw weer het verharde fietspad op. Gelukkig gaan de andere fietsers vlot aan de kant of stoppen helemaal om die maffe liggers aan te staren. Lango maakt furore met zijn bijzondere electronische vogelgeluidje. Hij gebruikt het dan ook voortdurend.
Na de schelpenpaden die veel stof doen opwaaien, fietsen we dezelfde weg terug door de landerijen richting Muiden. Daar wordt even gestopt voor een versnapering. Zelfs dan is de inhoud van mijn koeltasje nog lekker koud. Wij rijden nog even samen door en als de andere vijf fietsers linksaf gaan, gaan Lango en ik samen langs het Amsterdam-Rijn kanaal verder. Het gas gaat erop en wij slalommen langs de vele fietsers en wandelaars met tegen de 40 km/u naar de Schellingwouder bruggen. Normaal zou ik door de stad rijden, maar Lango is ervan overtuigd dat het rijden via Purmerend veel sneller is. Ik ben met een natte vinger te lijmen, Lango is een ervaren en snelle fietser en het is altijd prettig een snelle voorrijder te hebben. Ik ben met Lango naar Giessen geweest en dat schept een band. Na de Schellingwouder bruggen gaat het met rond 42 km/u naar Purmerend. De fietspaden zijn uitstekend en hoewel de wind voorlijk inkomt, houden we de gang er stevig in.
In Purmerend slaan we linksaf en koersen naar Spijkerboor. De wind is nu wat achterlijk en het nieuwe wegdek spiegelglad. Dit nodigt uit tot snelheid. In no-time rijden we 48 km/u en de Questen lijken te willen vliegen.
Ik zet stevig aan en trap door tot ik 60 km/u op de teller heb staan. De Quest blijft fantastisch doorlopen en het is makkelijk om ruim in de 50 te blijven rijden. Lango heeft mijn demarrage wat laat in de gaten, hij komt achter me aan en rijdt maximaal 56,9 km/u. We leggen aan bij het Herenhuis in Spijkerboor en laven ons aan een biertje. Het lijkt wel of dit spontaan voor onze ogen verdampt, nog maar één dus.
Na een 20 minuten verlaten we de uitspanning en gaan onder grote belangstelling van de etende en drinkende dagjesmensen op weg naar West-Graftdijk. Ook nu weer zitten we zo boven de 50 km/u en.... we zouden het nog wel rustig aan doen :).
Lango krijgt een SMS-je van zijn zoon die op Bali woont. Hij wordt gefeliciteerd dat ie opa wordt, heel leuk. We praten wat over een kleine wereld en vinden het goed zo.
Bij het pontje in Akersloot drukken we elkaar al rijdend de hand en Lango gaat door naar Alkmaar.
Om 17.45 uur ben ik thuis na een prachtige fietsdag. Als het zo warm is, ga gewoon fietsen, dan heb je er geen last van.
151 km.
donderdag 13 juli 2006
Rondje Noord-Holland ondanks politie
Vanmorgen op tijd uit de veren om een rondje Noord-Holland te rijden. In de tuin brandt de zon al flink en ik haal de Quest naar de voorkant van ons huis om onder de luifel de banden op te pompen en alles in te laden. Geen goed idee, de praters melden zich in drommen. Leuk om wel weer eens Carl Laarhuis, mijn inmiddels 68-jarige fysiotherapeut te spreken. Hij is geïnteresseerd in de oplossing van mijn knieproblemen, de TDP pedalen. Ik gebruik ze nog steeds.
Pas om 10.00 uur zit ik in de Quest en ga op weg. Het is schitterend weer, volle zon en 23 gr. C. De voor de ochtend beloofde zuidenwind is toch al noordenwind geworden. Gelukkig is de kracht nog niet veel meer dan 2 Bft. In Heiloo rij ik weer op de rijbaan en dat schiet op. In Alkmaar haal ik voor het verkeerslicht zeker 20 auto's rechts in en pak direct de groenlicht fase mee. Een politieauto ziet mijn wat 'snelle' gedrag en zet de achtervolging in. Ik krijg het volgende licht weer groen en ik rij nog steeds op de rijbaan richting Koedijk. De politieauto haalt het net niet en moet voor rood stoppen. Bij het volgende licht hebben ze me te pakken. Een politiemevrouw zegt dat ik op het fietspad moet rijden. Ze wijst me op het blauwe bord met de fiets erop. Ik bied haar aan uit te leggen dat ze geen gelijk heeft. Ze staat echter links voorgesorteerd, krijgt groen licht en kan de discussie niet afmaken. Einde verhaal dus en ik ga lekker op de rijbaan door tot voorbij Koedijk.
De wind trekt wat aan tot 3 - 4 Bft, snelheid tussen de 36 en 38 km/u. Ik heb de wind 'dead ahead' een zeilersterm voor recht in de wind.
Een boer met een gigantische trekker met heel lange aanhanger haalt me met een snelheidsverschil van enkele kilometers per uur in. Er stuift veel zand van de aanhanger. Dan moet de combinatie een slinger in de weg nemen. De aanhanger snijdt me de vrijwel de pas af en passeert me rakelings. Stomme boer dus.
Om kwart voor twaalf ben ik bij het Total station bij De Kooij. Ik zet de Quest onder de luifel en de cassiere groet me vriendelijk. De route naar Den Oever komt de wind dwars van links in. Ook hier bloeien de aardappelen tot aan de horizon. Verschillende geuren, beurtelings van de Waddenzee, dan weer van bloeiende bermen, komen in alle uitbundigheid tot me, heerlijk.
In Den Oever neem ik op de jachthaven royaal de tijd om lekker te eten en te drinken. De thermotas met vrieselementen onder mijn stoel houden de boterhammen en het fruit heerlijk koel.
Op weg naar Medemblik heb ik de wind in de rug. De wind is aangetrokken tot 4 Bft en pas bij 35 km/u rij ik de wind 'dood'. Ik probeer mijn hartslag op 120 te houden en te kijken hoe hard ik dan rij. Lukt niet, ik blijf steeds harder rijden. Het gaat zo hard dat ik besluit om 50 km/u te rijden en dan te kijken hoe hoog mijn hartslag dan wordt. Geloof het of niet, de hartslagmeter blijft 'rock solid' op 138 staan. Ik ben dan ook in een goede 20 minuten in Medemblik voor mijn traditionele Espresso.
Ik smeer me nog een keer in met factor 60 en zoek snel de schitterende dijk op langs het IJsselmeer. Het is wat heiig en Friesland is dan ook niet te zien. Op de dijk rijden veel fietsers. Ze reageren gemiddeld goed op de claxon. Alleen een oudere mevrouw hoort me domweg niet. Ik moet dan ook van de gebaande weg af en passeer haar door het gras.
In Enkhuizen vul ik bij een benzinestation mijn Camelbag met 2 liter vers water en smikkel een Cornetto Royal op. Een moddervette bouwvakker vraagt zich af of ie wel in de Quest past, kans nul. Op de IJsselmeerdijk naar Hoorn kan ik steeds rond de 40 km/u rijden. De zon gaat nu af en toe schuil achter bewolking, een heerlijk frisse wind is het gevolg. Een tweetal ruiterses galopperen naast elkaar over de dijk. Hoewel ze mij van verre al zien, nemen zij geen maatregelen voor een rustige en daardoor veilige passage. Ik rij dan ook maar gewoon door. Eén van de paarden stopt abrupt. De amazone slaat tegen de hals en het hoofd van het paard maar ze blijft in het zadel.
Een volgende uitdaging kondigt zich aan. Twee trekkers met allerlei landbouwgereedschap aan de voorzijde blokkeren voor de bestuurders deels het zicht op de weg, ook op mij. Ze zien me domweg niet en ik moet letterlijk de berm in om het vege lijf te redden. Gelukkig loopt ook dit weer goed af.
Buiten Hoorn stop ik voor een broodje, een banaan en wat drinken. Overal spartelt de jeugd in het ondiepe IJsselmeer. Ik hou de wind in de rug en ondanks dat er al 150 km op de teller staat, kan ik 40 km/u aanhouden tot aan Edam.
Vanaf Edam komt de wind van rechts in. Nu merk ik dat de wind verder is aangetrokken tot zeker 5 Bft. Op de kaarsrechte weg in de Beemster plukt de wind merkbaar aan de Quest. In De Rijp heb ik de pech dat een boer met een trekker met aan beide zijden uitstekende grasschudders veel te breed is voor het middeleeuwse plaatsje. Het duurt ruim een kwartier voor we stapvoets door het dorp zijn.
Om 18.00 uur ben ik thuis. Geen snelle rit, maar een heerlijke fietsdag. 4 zelfgebakken boterhammen met pindakaas en appelstroop, 3 bananen, 1 appel en 2 flesjes AA drank zijn, op de Cornetto na, genoeg om een hele dag te fietsen.
187 km.
Pas om 10.00 uur zit ik in de Quest en ga op weg. Het is schitterend weer, volle zon en 23 gr. C. De voor de ochtend beloofde zuidenwind is toch al noordenwind geworden. Gelukkig is de kracht nog niet veel meer dan 2 Bft. In Heiloo rij ik weer op de rijbaan en dat schiet op. In Alkmaar haal ik voor het verkeerslicht zeker 20 auto's rechts in en pak direct de groenlicht fase mee. Een politieauto ziet mijn wat 'snelle' gedrag en zet de achtervolging in. Ik krijg het volgende licht weer groen en ik rij nog steeds op de rijbaan richting Koedijk. De politieauto haalt het net niet en moet voor rood stoppen. Bij het volgende licht hebben ze me te pakken. Een politiemevrouw zegt dat ik op het fietspad moet rijden. Ze wijst me op het blauwe bord met de fiets erop. Ik bied haar aan uit te leggen dat ze geen gelijk heeft. Ze staat echter links voorgesorteerd, krijgt groen licht en kan de discussie niet afmaken. Einde verhaal dus en ik ga lekker op de rijbaan door tot voorbij Koedijk.
De wind trekt wat aan tot 3 - 4 Bft, snelheid tussen de 36 en 38 km/u. Ik heb de wind 'dead ahead' een zeilersterm voor recht in de wind.
Een boer met een gigantische trekker met heel lange aanhanger haalt me met een snelheidsverschil van enkele kilometers per uur in. Er stuift veel zand van de aanhanger. Dan moet de combinatie een slinger in de weg nemen. De aanhanger snijdt me de vrijwel de pas af en passeert me rakelings. Stomme boer dus.
Om kwart voor twaalf ben ik bij het Total station bij De Kooij. Ik zet de Quest onder de luifel en de cassiere groet me vriendelijk. De route naar Den Oever komt de wind dwars van links in. Ook hier bloeien de aardappelen tot aan de horizon. Verschillende geuren, beurtelings van de Waddenzee, dan weer van bloeiende bermen, komen in alle uitbundigheid tot me, heerlijk.
In Den Oever neem ik op de jachthaven royaal de tijd om lekker te eten en te drinken. De thermotas met vrieselementen onder mijn stoel houden de boterhammen en het fruit heerlijk koel.
Op weg naar Medemblik heb ik de wind in de rug. De wind is aangetrokken tot 4 Bft en pas bij 35 km/u rij ik de wind 'dood'. Ik probeer mijn hartslag op 120 te houden en te kijken hoe hard ik dan rij. Lukt niet, ik blijf steeds harder rijden. Het gaat zo hard dat ik besluit om 50 km/u te rijden en dan te kijken hoe hoog mijn hartslag dan wordt. Geloof het of niet, de hartslagmeter blijft 'rock solid' op 138 staan. Ik ben dan ook in een goede 20 minuten in Medemblik voor mijn traditionele Espresso.
Ik smeer me nog een keer in met factor 60 en zoek snel de schitterende dijk op langs het IJsselmeer. Het is wat heiig en Friesland is dan ook niet te zien. Op de dijk rijden veel fietsers. Ze reageren gemiddeld goed op de claxon. Alleen een oudere mevrouw hoort me domweg niet. Ik moet dan ook van de gebaande weg af en passeer haar door het gras.
In Enkhuizen vul ik bij een benzinestation mijn Camelbag met 2 liter vers water en smikkel een Cornetto Royal op. Een moddervette bouwvakker vraagt zich af of ie wel in de Quest past, kans nul. Op de IJsselmeerdijk naar Hoorn kan ik steeds rond de 40 km/u rijden. De zon gaat nu af en toe schuil achter bewolking, een heerlijk frisse wind is het gevolg. Een tweetal ruiterses galopperen naast elkaar over de dijk. Hoewel ze mij van verre al zien, nemen zij geen maatregelen voor een rustige en daardoor veilige passage. Ik rij dan ook maar gewoon door. Eén van de paarden stopt abrupt. De amazone slaat tegen de hals en het hoofd van het paard maar ze blijft in het zadel.
Een volgende uitdaging kondigt zich aan. Twee trekkers met allerlei landbouwgereedschap aan de voorzijde blokkeren voor de bestuurders deels het zicht op de weg, ook op mij. Ze zien me domweg niet en ik moet letterlijk de berm in om het vege lijf te redden. Gelukkig loopt ook dit weer goed af.
Buiten Hoorn stop ik voor een broodje, een banaan en wat drinken. Overal spartelt de jeugd in het ondiepe IJsselmeer. Ik hou de wind in de rug en ondanks dat er al 150 km op de teller staat, kan ik 40 km/u aanhouden tot aan Edam.
Vanaf Edam komt de wind van rechts in. Nu merk ik dat de wind verder is aangetrokken tot zeker 5 Bft. Op de kaarsrechte weg in de Beemster plukt de wind merkbaar aan de Quest. In De Rijp heb ik de pech dat een boer met een trekker met aan beide zijden uitstekende grasschudders veel te breed is voor het middeleeuwse plaatsje. Het duurt ruim een kwartier voor we stapvoets door het dorp zijn.
Om 18.00 uur ben ik thuis. Geen snelle rit, maar een heerlijke fietsdag. 4 zelfgebakken boterhammen met pindakaas en appelstroop, 3 bananen, 1 appel en 2 flesjes AA drank zijn, op de Cornetto na, genoeg om een hele dag te fietsen.
187 km.
dinsdag 11 juli 2006
LEDs kapot en pomp toch niet goed
Mijn mooie LEDs zijn deels uitgevallen. Linksachter doen 2 van de 4 horizontale rijtjes het niet meer. Ik denk dat de reserve Tioga Comp Pool band de verbindingen heeft losgetrokken. Hoe ga ik dat nou oplossen?
Tot overmaat van ramp blijkt mijn pomp toch niet goed te zijn. Nadat ik de verbindingen voorzie van een stukje zelfvulcaniserende tape en ga pompen, hoor ik al snel een plofje. De soldeer heeft toch niet alles luchtdicht afgesloten. Ik laat nu maar de twee verbindingen draaien bij Bezo in Uitgeest.
Als laatste 'ellende' stoot ik de achterkant van de fiets tegen de schuur en breekt er een klein stukje gele gelcoat af. Met een druppeltje gele verf zal ik het wel weer netjes wegwerken.
Inmiddels ben ik de 3000 km gepasseerd. 1x lekke voorband. Verder totaal geen problemen gehad.
Tot overmaat van ramp blijkt mijn pomp toch niet goed te zijn. Nadat ik de verbindingen voorzie van een stukje zelfvulcaniserende tape en ga pompen, hoor ik al snel een plofje. De soldeer heeft toch niet alles luchtdicht afgesloten. Ik laat nu maar de twee verbindingen draaien bij Bezo in Uitgeest.
Als laatste 'ellende' stoot ik de achterkant van de fiets tegen de schuur en breekt er een klein stukje gele gelcoat af. Met een druppeltje gele verf zal ik het wel weer netjes wegwerken.
Inmiddels ben ik de 3000 km gepasseerd. 1x lekke voorband. Verder totaal geen problemen gehad.
zaterdag 8 juli 2006
Rondje Beemster en pompperikelen

Het werkt direct goed, maar de druk loopt nog wel snel weg. Ik kan dan nog de druk niet aflezen. Ik zaag de kraantjes eraf en laat een druppel soldeer op de nog resterende vlakjes lopen. En passant rooster ik mijn linker middelvinger nog aan de gasvlam...g.v.d. Gelukkig heb ik de koude kraan onder handbereik en na 5 minuten is de pijn weer draaglijk. Nu blijft de druk in het slangsysteem als ik stop met pompen.... alleen is de nieuwe slang nog steeds iets te kort.
Vanmorgen een langere slang gehaald en de boel weer in elkaar gezet. Perfect zo.
Daarna de batterij van de hartslagmeter verwisselen en de zender weer synchroniseren met het digitale Nike C10 hartslagmeterklokje. Ik kijk na de succesvolle batterijtransplantatie tijdens de koffie op het klokje. Hartslag 47 slagen per minuut. Dit is een lage hartslag, die na het wakker worden 's morgens nog enkele slagen lager zal zijn. Duidt op een goede conditie zullen we maar zeggen.
Vanmiddag ga ik een rondje Beemster fietsen. Ik wil ook nog even langs de plek waar, nu wel heel waarschijnlijk, onze nieuwe stolpboerderij gebouwd zal worden. Daar ontmoet ik mijn nieuwe buren en wordt ik 'betrapt' door onze vrienden Paul en Corien Klamer. We worden door Bob, eigenaar van eetcafé De Woude op de koffie gevraagd en we zitten even heerlijk op het terras aan het water van de Markervaart. Mooi (voor)uitzicht dus.
Ik rij, veel later dan gepland, richting West-Graftdijk. De wind waait pittig, zeker 4 tot 5 Bft en uit het Westen. Dat levert onrealistisch lage hartfrequenties op. Wat te denken van 40 km/u met hartslag 108, of 45 km/u met 115. Dit is genieten in optima forma. Ik maak wat foto's van details van boerderijen in de Beemster. Ook stop ik even bij een van de bloeiende aardappelvelden en maak een foto.
Ik rij de hele Beemster door en ga op de Oostdijk noordwaarts. Hier rukt de wind stevig aan de Quest en ik hoef bijna niet te trappen om toch tegen de 40 km/u te rijden. Bij Oosthuizen sla ik linksaf en rij nu bijna tegen wind de kaarsrechte weg naar West-Beemster op. De wind is nu hard en met 35 km/u en hartslag 112 moet ik een stuk harder werken :).
Het einde van de lineaalrechte weg komt uit op de Westdijk en voert vervolgens naar De Rijp. Onder de dijk van het Noord-Hollands kanaal is er wat luwte en met 38 km/u bereik ik vlot de pont in Akersloot.
Een paar honderd meter voor ik thuis ben rijdt een jonger stel naast elkaar op het fietspad. Ik toeter en zie de jongeman een gebaar maken van 'wacht jij maar even'. Hij gaat niet aan de kant. Het gras naast het fietspad is mooi vlak, dus rag ik door het gras langs het onwillige stel. Mevrouw hoor ik wat kreten slaken, ga dan ook aan de kant denk ik, en direct daarna sla ik linksaf naar huis.
Van mij mag het eeuwig zomer blijven, heerlijk.
70 km.
Abonneren op:
Posts (Atom)